Form No. 3409-594 Rev A Groundsmaster® 7200 of 7210 serie tractie-eenheid Modelnr.: 30487TC—Serienr.: 400000000 en hoger Modelnr.: 30495—Serienr.: 400000000 en hoger Modelnr.: 30495TC—Serienr.: 400000000 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Dit product bevat een chemische stof of chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken.
Inhoud Luchtfilter controleren. ...........................................38 Motorolie verversen/oliepeil controleren...................39 Onderhoud brandstofsysteem .....................................41 Onderhoud van de waterafscheider ..........................41 Brandstoftank reinigen............................................41 Brandstofleidingen en aansluitingen controleren ........................................................42 Het Brandstofsysteem ontluchten.............................
Veiligheid Deze machine is ontworpen in overeenstemming met CEN-norm ISO EN 5395:2013 en de B71.4-2012 specificaties van het American National Standards Institute (ANSI) wanneer de juiste CE-sets zijn gemonteerd volgens de conformiteitsverklaring. Algemene veiligheid Dit product kan handen of voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig letsel te voorkomen.
Hellingsindicator G011841 g011841 Figuur 3 Deze pagina mag worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik. 1. De maximale hellingshoek waarbij u de machine veilig kunt gebruiken wordt weergegeven in bovenstaande tabel. Gebruik het hellingsschema om de hellingshoek te bepalen voordat u de machine bedient. Gebruik deze machine niet op een hellingshoek groter dan die waarvoor uw machine geschikt is. Langs de betreffende lijn van de aanbevolen hellingshoek vouwen. 2.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal93-6696 93-6696 1. Opgeslagen energie - Lees de gebruikershandleiding. decal106-6755 106-6755 1. Motorkoelvloeistof onder druk. 2. Risico van explosie – Lees 4. Waarschuwing – Lees de de Gebruikershandleiding. Gebruikershandleiding. decal93-6697 93-6697 1.
decal107-1866 107-1866 1. Gevaar voor kantelen, schuiven of verlies van controle, steile randen – maak geen scherpe bochten als u snel rijdt, maar vertraag en draai geleidelijk. Gebruik de machine niet in de buurt van steile randen, hellingen van meer dan 15 graden of water; blijf op een veilige afstand van steile randen. 2. Waarschuwing – draag geen veiligheidsgordel als de kantelbeugel omlaag geklapt is. Draag wel een veiligheidsgordel als de kantelbeugel omhoog geklapt is. 3.
decal110-9796 110-9796 1. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de zekeringen. decal117-2718 117-2718 decal110-8253 110-8253 1. Aftakas–Uitgeschakeld 4. Continu snelheidsregeling 2. Aftakas – Ingeschakeld 5. Langzaam 3. Snel decaloemmarkt Merkteken van fabrikant 1. Geeft aan dat het mes onderdeel van een originele Toro-maaimachine is. decal110-8254 110-8254 1. Motor – Afzetten 2. Motor – Lopen 3.
decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1. Risico van explosie 2. Geen vonken of vuur en niet roken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding. 6. Houd omstanders op veilige afstand van de accu. 7. Draag oogbescherming; explosieve gassen kunnen blindheid en ander letsel veroorzaken. 8. Accuzuur kan blindheid of ernstige brandwonden veroorzaken. 9.
decal110-8252 110-8252 1. Lees de Gebruikershandleiding. 3. Hydraulische vloeistof 5. Motorkoelvloeistof 2. Parkeerrem 4. Brandstof 6. Motorolie decal110-9781 110-9781 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Gevaar voor vergiftiging en risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden – Houd kinderen op veilige afstand van de accu. 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 4.
decal120-9195 120-9195 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding voor gebruik, 8. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 2. Ledematen van omstanders kunnen bekneld raken/worden afgesneden – Vervoer geen passagiers, houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 9. Inschakelen 3. Kantelgevaar, pas op voor steile randen – gebruik de machine 10.
decal127-6519 127-6519 1. Transportstand 2.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 5 6 7 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Geen onderdelen vereist – De rolbeugel omhoog zetten. Montage-instructies voor het maaidek 1 Het maaidek monteren. Geen onderdelen vereist – Het linkerzwenkwiel voor afstellen. Geen onderdelen vereist – De bandenspanning controleren. Geen onderdelen vereist – Monteer de gewichten.
3 Het linkerzwenkwiel voor afstellen Geen onderdelen vereist Procedure Verstel het linkerzwenkwiel voor naar de buitenste positie voor maaidekken van 183 cm en naar de binnenste positie voor maaidekken van 152 cm en 157 cm. 4 De bandenspanning controleren Geen onderdelen vereist Procedure De banden worden in de fabriek opzettelijk te hard opgepompt. Laat daarom voor gebruik wat lucht ontsnappen om de spanning te verminderen.
5 Gewichten monteren (conform EU-voorschriften) Geen onderdelen vereist Procedure Op machines met maaidekken van 183 cm zonder werktuigen hoeven geen extra gewichten te worden gemonteerd om te voldoen aan de CE-normen. Soms moet u echter de machine verzwaren met gewichten, afhankelijk van de grootte/het type van het maaidek en de werktuigen die u op de machine monteert.
Algemeen overzicht van de machine 6 Vloeistofniveaus controleren 3 4 5 Geen onderdelen vereist 6 4 2 Procedure 1. Controleer het peil van de hydraulische olie voordat u de motor start; zie Onderhoud hydraulisch systeem (bladz. 53). 2. Controleer het peil van de motorolie voor en na het starten van de motor; zie Het motoroliepeil controleren (bladz. 39). G020877 3. Controleer het koelsysteem voordat u de motor start; zie Het koelsysteem controleren (bladz. 45).
Rijhendels deze tijden om regelmatig onderhoudswerkzaamheden te plannen. Met behulp van de rijhendels kunt u de machine vooruit- en achteruit laten rijden en bochten maken. Zie Met de machine rijden (bladz. 29). Indicatielampje van gloeibougie (oranje lampje) Parkeerremhendel Het indicatielampje van de gloeibougie gaat branden als u het contactsleuteltje naar de stand AAN draait. Het lampje blijft 6 seconden branden. Als het indicatielampje dooft, kan de motor worden gestart.
g004637 Figuur 7 1.
Specificaties g191202 Figuur 8 Beschrijving Figuur 8 referentie Afmetingen of gewicht Hoogte met rolbeugel omhooggeklapt C 183 cm Hoogte met rolbeugel omlaaggeklapt D 125 cm Totale lengte F 246 cm Totale breedte B 145 cm Wielbasis E 145 cm Wielloopvlak achter (midden van wiel tot midden van wiel) A 114 cm 19
Afstand tot de grond 15 cm Gewicht, met zijlossend maaidek van 183 cm (30354 of 30481) 934 kg Gewicht, met zijlossend maaidek van 152 cm (30456) 900 kg Gewicht, basisdek van 183 cm (30353) 876 kg Gewicht, basisdek van 157 cm (30457) 855 kg Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing Brandstof bijvullen Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen brandstof Gebruik uitsluitend schone, verse dieselbrandstof met een ultralaag (<15 ppm) zwavelgehalte die voldoet aan de standaarden van ASTM D975 of EN 590. Het cetaangetal moet minimaal 40 zijn. Koop brandstof in hoeveelheden die binnen 180 dagen kunnen worden gebruikt zodat u altijd verse brandstof heeft.
De omkantelbeveiliging (rolbeugel) gebruiken Belangrijk: Giet de brandstoftanks niet te vol. Belangrijk: Verwijder de doppen niet van de tanks als de machine op een helling is geparkeerd. De brandstof kan dan uit de tanks lopen. WAARSCHUWING Om lichamelijk of dodelijk letsel te voorkomen als de machine omkantelt: houd de rolbeugel in de omhoog geklapte en vergrendelde stand en doe de veiligheidsgordel om. Controleer of het achterste deel van de stoel is vastgezet met de stoelvergrendeling.
g031624 g031636 g031631 Figuur 10 g031635 Figuur 11 Belangrijk: Doe altijd de veiligheidsgordel om als de rolbeugel omhoog is geklapt en is vergrendeld. Doe de veiligheidsgordel niet om als de rolbeugel omlaag is geklapt. Opmerking: Zet de rolbeugel vast zodat deze de motorkap niet kan beschadigen. Veiligheid staat voorop De rolbeugel laten zakken Lees alle veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veilige bediening.
GEVAAR 1 2 Wielen die over randen heen komen, kunnen tot gevolg hebben dat de machine omkantelt, hetgeen ernstig of dodelijk letsel dan wel verdrinking kan veroorzaken. G009027 g009027 Figuur 13 Gebruik de machine niet in de buurt van steile hellingen. 1. Draag oogbescherming. 2. Draag gehoorbescherming. GEVAAR Het veiligheidssysteem gebruiken De machine gebruiken met een omlaag geklapte rolbeugel kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel als de machine omkantelt.
2. Neem plaats op de stoel, stel de parkeerrem in werking en zet de aftakas in de stand UIT. Beweeg een van beide rijhendels uit de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND. Probeer de motor te starten; de motor mag nu niet gaan draaien. Herhaal dit voor de andere rijhendel. Op de SCM zitten 11 leds die gaan branden om verschillende systeemcondities aan te geven. U kunt 7 van deze leds gebruiken voor een systeemdiagnose. Zie Figuur 15 voor een beschrijving van de betekenis van elke led.
Bestuurdersstoel instellen Om de stoel te verstellen, draait u de knop vooraan een van beide richtingen; u mag hierbij niet op de stoel zitten (Figuur 16). g004489 Figuur 18 1. Knop voor stoelophanging De rugleuning verstellen g004478 Figuur 16 1. Knop van rugleuning 2. Knop voor stoelophanging 2. Instellen gewicht bestuurder U kunt de rugleuning van de stoel instellen om comfortabel te rijden. Zet de rugleuning in een positie die voor u het meest comfortabel is. 3. Instelknop voor lendensteun 4.
• Houd de rolbeugel in deugdelijke staat door deze • Gebruik de machine niet op nat gras. Als de wielen hun regelmatig grondig te controleren op beschadiging, en zorg dat alle bevestigingsmateriaal stevig is vastgedraaid. grip verliezen, kan de machine gaan glijden. • Voordat u de motor start: zorg dat alle aandrijvingen • Een beschadigde rolbeugel dient vervangen te worden. in de neutraalstand staan, de parkeerrem in werking is gesteld en u zich in de bestuurderspositie bevindt.
g027914 Figuur 19 Parkeerrem vrijzetten g027915 Figuur 20 g191137 Figuur 21 De motor starten en uitschakelen Opmerking: Houd de gashendel halverwege tussen LANGZAAM en SNEL totdat de motor en het hydraulische systeem zijn opgewarmd. Motor starten De motor afzetten Opmerking: Het indicatielampje van de gloeibougie gaat 6 seconden branden als u het contactsleuteltje naar de stand AAN draait. Als het indicatielampje van de gloeibougie dooft, draait u het contactsleuteltje naar de stand START.
Opmerking: Hoe verder u de rijhendels in een van beide richtingen beweegt, des te sneller zal de machine in de gewenste richting rijden. g031495 Figuur 22 Met de machine rijden Met de gashendel regelt u de snelheid van de motor, oftewel het toerental (in omwentelingen per minuut). Zet de gashendel op SNEL om de beste prestaties te verkrijgen. Laat de motor altijd met de gashendel op SNEL draaien als u werktuigen gebruikt. g004532 VOORZICHTIG Figuur 23 De machine kan zeer snel draaien.
1 g032826 Figuur 25 Aftakas uitschakelen G009174 g009174 Figuur 26 G020873 De maaihoogte instellen g020873 De maaihoogte kan worden ingesteld van 2,5 tot 15,2 cm in stappen van 6 mm door de aanslagpen in verschillende openingen te plaatsen. Figuur 24 1. Hefschakelaar 1. Laat de motor lopen, druk de hefschakelaar naar boven totdat het maaidek volledig is opgeheven, en laat de schakelaar dan onmiddellijk los (Figuur 24).
Selecteer de juiste maaihoogteinstelling Verwijder bij het maaien ongeveer 25 mm of niet meer dan 1/3 van de grassprieten. Bij zeer lang, mals en dicht gras moet u wellicht de snelheid aanpassen en/of de maaihoogte-instelling een stap omhoog zetten.
Machine in bedrijf stellen • Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep is gesloten • • • voordat u de machine stalt of transporteert. Stal de machine of het brandstofvat nooit in de buurt van een open vuur, vonken of een waakvlam zoals die van een boiler of een ander apparaat. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de machine in goede staat verkeren en alle bevestigingselementen stevig vastzitten, in het bijzonder de bevestigingen van maaimessen. Vervang versleten of beschadigde stickers.
De machine laden 1 Wees extra voorzichtig als u machines inlaadt op een aanhangwagen of een vrachtwagen of uitlaadt. Gebruik voor deze procedure een hellingbaan die breder is dan de machine. Rij de machine achteruit op de oprijplaat en rij er vooruit af (Figuur 30). 2 g027995 Figuur 30 1. Rij de machine achteruit op de oprijplaat. 2. Rij de machine vooruit de oprijplaat af. 6 Belangrijk: Gebruik geen smalle, afzonderlijke oprijplaten voor elke zijde van de machine.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker– en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 10 bedrijfsuren • Bevestigingsbouten van het frame aandraaien. • Wielmoeren aandraaien. Na de eerste 50 bedrijfsuren • Smeerolie van tandwielkast van maaidek verversen. • Motorolie verversen en filter vervangen. Na de eerste 200 bedrijfsuren • Ververs de hydraulische vloeistof en vervang de filter.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerd item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Zo. Werking van interlockschakelaars controleren. Controleren of de grasgeleider omlaag staat (indien van toepassing). Werking van de parkeerrem controleren. Brandstofpeil controleren. Het peil van de hydraulische vloeistof controleren. Oliepeil controleren. Peil van de koelvloeistof controleren.
Aantekening voor speciale aandachtsgebieden Controle uitgevoerd door: Item Datum Informatie VOORZICHTIG Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.
Smering • Als de maaidekken in de transportstand staan, breng dan een positieve mechanische vergrendeling aan (indien voorhanden) voordat u de machine onbeheerd achterlaat. Lagers en lagerbussen smeren • Voer indien mogelijk geen onderhoudswerkzaamheden uit als de motor draait. Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren (dit moet vaker gebeuren als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden en na elke wasbeurt).
Onderhoud motor Veiligheid van de motor • U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie. • Verander de snelheid van de toerenregelaar niet en laat de motor het maximale toerental niet overschrijden. Luchtfilter controleren. 1. Controleer de luchtfilterbehuizing op beschadigingen die een luchtlek zouden kunnen veroorzaken. Vervang een beschadigde luchtfilterbehuizing. 2. Controleer het luchtinlaatsysteem op lekken, beschadiging of losse slangklemmen.
Belangrijk: Gebruik geen perslucht onder hoge druk, omdat hierdoor vuil via the filter in het inlaatkanaal kan worden geblazen. Motorolie verversen/oliepeil controleren Belangrijk: Reinig nooit een gebruikt filter omdat dit kan leiden tot beschadiging van de filtermedia. Het motoroliepeil controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Belangrijk: Een beschadigd filter mag niet worden gebruikt.
Motorolie verversen en filter vervangen Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren A B C D E F Om de 150 bedrijfsuren Laat indien mogelijk de motor lopen vlak voordat u de olie ververst. Warme olie stroomt gemakkelijker en voert verontreinigingen beter mee. 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Open de motorkap. 3. Ververs de olie (Figuur 38). 3/4 g031623 g027477 Figuur 38 g027477 Figuur 39 4. Brandstoffilter vervangen (Figuur 39). 5.
Onderhoud van de waterafscheider Onderhoud brandstofsysteem Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren GEVAAR Om de 400 bedrijfsuren In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken. • Gebruik een trechter of tuit; brandstof uitsluitend in de open lucht bij een afgezette of koude motor bijvullen. Eventueel gemorste brandstof opnemen. • Vul de brandstoftank niet helemaal.
Brandstofleidingen en aansluitingen controleren Indien de motor echter niet start, kan er lucht tussen de injectiepomp en de injectors zitten; zie Injectors ontluchten (bladz. 42). Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren Injectors ontluchten Inspecteer de brandstofleidingen op slijtage, beschadigingen, afgeschuurde plekken of loszittende verbindingen.
Onderhoud elektrisch systeem WAARSCHUWING Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. • Zorg ervoor dat bij het verwijderen of installeren van de accu de accupolen niet in aanraking komen met metalen onderdelen van de machine.
Onderhoud aandrijfsysteem Opmerking: Als er vaak een zekering doorbrandt, komt dit vermoedelijk door een kortsluiting in het elektrische systeem en moet dit worden gerepareerd door een vakbekwame onderhoudstechnicus. De bandenspanning controleren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren Controleer de bandenspanning om de 50 bedrijfsuren of maandelijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden (Figuur 45). Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de voorgeschreven spanning hebben.
Zwenkwielen en lagers vervangen Onderhoud koelsysteem Veiligheid van het koelsysteem 1. Nieuwe zwenkwielen, kegellagers en lagerafdichtingen zijn verkrijgbaar bij een erkende Toro-dealer. • Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging veroorzaken; buiten het bereik van kinderen en huisdieren houden. 2. Verwijder de borgmoer van de bout (Figuur 46).
Radiateur reinigen Onderhouden remmen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks De interlockschakelaar van de parkeerrem afstellen Om de 1500 bedrijfsuren—Loszittende slangen vervangen. Om de 200 bedrijfsuren—Slangen en afdichtingen van koelsysteem controleren. Vervangen als deze gescheurd of versleten zijn. 1. Breng de machine tot stilstand, zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND, stel de parkeerrem in werking en haal het sleuteltje uit het contact.
Onderhoud riemen 4. Beweeg de schakelaar op of neer op de beugel tot de afstand tussen de sensor van de remas en de plunjer van de schakelaar 4 mm bedraagt; zie (Figuur 49). Riemspanning van de wisselstroomdynamo controleren. Opmerking: Zorg ervoor dat de sensor van de remas geen contact maakt met de plunjer van de schakelaar. 5. Draai de contramoeren van de schakelaar vast. 6. U controleert de afstelling als volgt: Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren A.
Onderhoud bedieningsysteem De interlockschakelaar voor de neutraalstand van de rijhendels afstellen 1. Breng de machine tot stilstand, zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND, stel de parkeerrem in werking en haal het sleuteltje uit het contact. 2. Draai de bouten los waarmee het voorpaneel vastzit, en verwijder het paneel (Figuur 51). 2 g004763 Figuur 52 1. Rijhendel 3. Schroef 2. Interlockschakelaar neutraalstand 4. 0,4 tot 1 mm 4.
2 1 G020875 g020875 g004918 Figuur 53 Figuur 55 1. Bout 2. Bedieningspaneel 1. NEUTRAALSTAND 2. VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND 4. Zet de rijhendel in de NEUTRAALSTAND zonder deze te vergrendelen (Figuur 55). 7. Als de rijhendel moet worden afgesteld, draait u de moer en de contramoer tegen de gaffel (Figuur 54). 5. Trek de hendel naar achteren totdat de gaffelpen (op de arm boven de draaias) contact maakt met het uiteinde van de sleuf (en net druk op de veer begint uit te oefenen); zie Figuur 54. 8.
WAARSCHUWING De motor moet lopen als u deze afstelling wilt uitvoeren. Contact met bewegende onderdelen of hete oppervlakken kan lichamelijk letsel veroorzaken. Houd kleding, gezicht, handen, voeten en andere lichaamsdelen uit de buurt van de draaiende onderdelen, de geluiddemper en andere hete oppervlakken. 1. Krik het frame omhoog en plaats dit op stabiele assteunen zodat de wielen vrij kunnen ronddraaien. 2. Schuif de stoel naar voren en ontgrendel deze. Kantel daarna de stoel omhoog en naar voren. 3.
WAARSCHUWING De beveiliging van het elektrische systeem werkt niet naar behoren als de verbindingsdraad is gemonteerd. • Maak de verbindingsdraad los van de stekker van de kabelboom en sluit de stekker aan op de stoelschakelaar als u een afstelling hebt voltooid. • Gebruik de machine nooit als de verbindingsdraad is gemonteerd en de stoelschakelaar is omgeleid. 13. Zet de stoel omlaag in positie. g004766 14. Haal de assteunen weg. Figuur 58 Maximumsnelheid instellen 1.
De sporing afstellen 1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND en stel de parkeerrem in werking. 2. Zet de gashendel in de stand LANGZAAM, schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat. 3. Draai de bouten los waarmee de rijhendels zijn vastgezet (Figuur 59). g004919 Figuur 59 1. Rijhendel 3. Bouten 2. Rijhendelsteun g001656 Figuur 60 4.
Onderhoud hydraulisch systeem 2. Zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND en start de motor. Opmerking: Laat de motor lopen bij het laagst mogelijk toerental om alle lucht uit het systeem te verwijderen. Het reservoir is in de fabriek gevuld met ongeveer 4,7 liter hoogwaardige transmissie-/hydraulische vloeistof voor tractoren. Aanbevolen wordt het reservoir bij te vullen met de volgende hydraulische vloeistof: Belangrijk: Schakel de aftakas niet in. 3.
Reiniging Hydraulische vloeistof verversen en de filter vervangen Onderkant van het maaidek reinigen Onderhoudsinterval: Na de eerste 200 bedrijfsuren Om de 800 bedrijfsuren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks 1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND en stel de parkeerrem in werking. 1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND en stel de parkeerrem in werking. 2.
Stalling 7. Verricht de volgende onderhoudswerkzaamheden aan de accu en de kabels: A. Haal de accuklemmen los van de accupolen. Machine 1. Reinig de machine, het maaidek en de motor grondig en let daarbij speciaal op de volgende punten: • Radiateur en radiateurscherm • Onderkant van het maaidek • De ruimte onder de drijfriemkappen van het maaidek • Veren van tegengewicht • Aftakas • Alle smeernippels en draaipunten • Binnenkant van de bedieningskast.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw aanspraak op garantie te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie, hetzij direct of via uw lokale Toro dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land.
Toro Garantie Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.