Form No. 3428-862 Rev A Groundsmaster® 7210 serie tractie-eenheid Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Registreer uw product op www.Toro.com. Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL) 30487TC—Serienr.: 403440001 en hoger 30487TE—Serienr.: 400000000 en hoger 30495—Serienr.: 403440001 en hoger 30495TC—Serienr.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. product gebruiken voor andere doeleinden dan het bedoelde gebruik kan gevaarlijk zijn voor u of voor omstanders.
Na gebruik ........................................................... 31 Algemene veiligheid ......................................... 31 De machine duwen ........................................... 31 De machine transporteren ................................ 32 De machine laden............................................. 32 Onderhoud .............................................................. 34 Veiligheid bij onderhoud.................................... 34 Aanbevolen onderhoudsschema ...............
Veiligheid Hydraulische vloeistof....................................... 55 Hydraulische vloeistof controleren .................... 55 Hydraulische vloeistof verversen en de filter vervangen ..................................................... 56 Reiniging ............................................................. 57 Schoonmaken onder de maai-eenheid ............. 57 Afvalverwijdering .............................................. 57 Stalling ............................................................
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal93-6697 decaloemmarkt 93-6697 Merkteken van fabrikant 1. Lees de Gebruikershandleiding. 1. Geeft aan dat het mes onderdeel van een originele Toro maaimachine is. 2. Vul om de 50 bedrijfsuren bij met SAE 80w-90 (API GL-5) olie.
decal106-9206 106-9206 1. Specificatie torsie van wielen 2. Lees de Gebruikershandleiding. decal106-9290 106-9290 1. Inputs 5. In stoel 9. Outputs 2. Niet geactiveerd 6. Aftakasschakelaar 10. Aftakasschakelaar 3. Uitschakeling bij te hoge temperatuur 7. Parkeerrem uit 11. START 4. Waarschuwingslampje te hoge temperatuur 8. Neutraalstand 12. ETR (Activeren om te starten) 6 13. START 14.
decal107-1866 107-1866 Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker. Raadpleeg de instructies voor gebruik van de machine op hellingen in de Gebruikershandleiding en de omstandigheden waarin u de machine zou gebruiken om na te gaan of u de machine op een bepaalde dag en op het terrein in kwestie kunt gebruiken.
decal110-9796 110-9796 1. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de zekeringen. decal110-8253 110-8253 decal133-5618 133-5618 1. Aftakas–Uitgeschakeld 4. Continu snelheidsregeling 2. Aftakas – Ingeschakeld 5. Langzaam 3. Snel decal110-8254 110-8254 1. Motor – Afzetten 2. Motor – Lopen 3.
decal110-8252 110-8252 1. Lees de Gebruikershandleiding. 3. Hydraulische vloeistof 5. Motorkoelvloeistof 2. Parkeerrem 4. Brandstof 6. Motorolie decal110-9781 110-9781 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Gevaar voor vergiftiging en risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden—Houd kinderen uit de buurt van de accu. 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 4.
decal120-9195 120-9195 Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker. Raadpleeg de instructies voor gebruik van de machine op hellingen in de Gebruikershandleiding en de omstandigheden waarin u de machine zou gebruiken om na te gaan of u de machine op een bepaalde dag en op het terrein in kwestie kunt gebruiken.
decal127-6519 127-6519 1. Transportstand 2.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 2 3 4 5 6 Geen onderdelen vereist – De rolbeugel omhoog zetten. Montage-instructies van de maai-eenheid 1 Maai-eenheid monteren. Geen onderdelen vereist – Het linkerzwenkwiel voor afstellen. Geen onderdelen vereist – De bandenspanning controleren. Geen onderdelen vereist – De gewichten monteren.
3 Het linkerzwenkwiel voor afstellen Geen onderdelen vereist Procedure Verstel het linkerzwenkwiel vooraan naar de buitenste positie voor maai-eenheden van 183 cm en naar de binnenste positie voor maai-eenheden van 152 cm en 157 cm. 4 De bandenspanning controleren Geen onderdelen vereist Procedure Controleer de bandenspanning; zie De bandenspanning controleren (bladz. 46).
5 De gewichten monteren (conform EU-voorschriften) Geen onderdelen vereist Procedure Op machines met maaidekken van 183 cm zonder werktuigen hoeven geen extra gewichten te worden gemonteerd om te voldoen aan de CE-normen. Soms moet u echter de machine verzwaren met gewichten, afhankelijk van de grootte/het type van het maaidek en de werktuigen die u op de machine monteert.
6 Vloeistofniveaus controleren Geen onderdelen vereist Procedure 1. Controleer het peil van de hydraulische olie voordat u de motor start; zie Hydraulische vloeistof controleren (bladz. 55). 2. Controleer het peil van de motorolie voordat u de motor start; zie Het motoroliepeil controleren (bladz. 40). 3. Controleer het koelsysteem voordat u de motor start; zie Het koelsysteem controleren (bladz. 47).
Algemeen overzicht van de machine Rijhendels Met behulp van de rijhendels kunt u de machine vooruit- en achteruit laten rijden en bochten maken. Zie Met de machine rijden (bladz. 28). Parkeerremhendel Als u de motor afzet, moet u de parkeerrem in werking stellen om te voorkomen dat de machine per ongeluk in beweging komt. Om de parkeerrem in werking te stellen, moet u de parkeerremhendel naar achteren en omhoog trekken (Figuur 6).
Indicatielampje van gloeibougie (oranje lampje) Het indicatielampje van de gloeibougie (Figuur 5) gaat branden als u het contactsleuteltje op AAN draait. Het blijft 6 seconden branden. Als het lampje dooft, kunt u de motor starten. Urenteller De urenteller telt het aantal uren dat de machine wordt gebruikt met de contactschakelaar in de stand LOPEN. Gebruik deze tijden om regelmatig onderhoudswerkzaamheden te plannen. g004637 Figuur 7 Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur motor 1.
Specificaties g242892 Figuur 8 18
Beschrijving Figuur 8 referentie Afmetingen of gewicht Hoogte met rolbeugel omhooggeklapt C 183 cm Hoogte met rolbeugel omlaaggeklapt D 125 cm Totale lengte F 246 cm Totale breedte B 145 cm Wielbasis E 145 cm Wielloopvlak achter (midden van wiel tot midden van wiel) A 114 cm Afstand tot de grond 15 cm Gewicht, met maai-eenheid met zijafvoer van 183 cm (30354 of 30481) 934 kg Gewicht, met maai-eenheid met zijafvoer van 152 cm (30456) 900 kg Gewicht, met basis maai-eenheid van 183 c
Gebruiksaanwijzing • Wanneer de motor loopt of heet is, mag u de brandstofdop niet verwijderen of geen brandstof toevoegen. Opmerking: Bepaal vanuit de normale • Geen brandstof bijvullen of aftappen in een bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. afgesloten ruimte. • Bewaar de machine en het brandstofvat niet op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een boiler of een ander toestel) aanwezig kunnen zijn.
Opmerking: Gebruik van winterdieselbrandstof bij lage temperaturen biedt een lager vlampunt en een lager stolpunt. Dit vergemakkelijkt het starten en vermindert de kans dat de filters verstopt raken. Gebruik bij temperaturen boven -7 °C zomer- in plaats van winterdieselbrandstof om de brandstofpomp langer te laten meegaan en meer vermogen te ontwikkelen. Biodiesel gebruiken Deze machine kan ook gebruikmaken van een dieselmengsel tot maximaal B20 (20% biodiesel, 80% petrodiesel).
De rolbeugel verstellen WAARSCHUWING Om lichamelijk of dodelijk letsel te voorkomen als de machine omkantelt: houd de rolbeugel in de omhoog geklapte en vergrendelde stand en doe de veiligheidsgordel om. g031636 Zorg ervoor dat de stoel bevestigd is met de stoelvergrendeling. WAARSCHUWING Er is geen omkantelbeveiliging als de rolbeugel omlaag is geklapt. • Gebruik de machine niet op oneffen terrein of op een heuvel met een omlaag geklapte rolbeugel.
Het veiligheidssysteem gebruiken VOORZICHTIG Niet-aangesloten of beschadigde interlockschakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben op de werking van de machine. Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken. • Laat de interlockschakelaars ongemoeid. • Controleer elke dag de werking van de interlockschakelaars en vervang beschadigde schakelaars voordat u de machine weer in gebruik neemt.
3. 4. 5. systeemdiagnose. Zie Figuur 13 voor een beschrijving van de betekenis van elke led. Nadere informatie over het gebruik van de overige SCM-functies vindt u in de Onderhoudshandleiding, die verkrijgbaar is via uw erkende Toro verdeler. Neem plaats op de stoel, stel de parkeerrem in werking, zet de aftakasschakelaar in de stand UIT en zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND . Start de motor. Als de motor loopt, moet u de parkeerrem vrijzetten en de aftakas inschakelen.
De stoelophanging verstellen De stoel kan worden versteld zodat u prettig en comfortabel kunt rijden. Zet de stoel in een stand die voor u het meest comfortabel is. Om de stoel te verstellen, draait u de knop in een van beide richtingen om de meest comfortabele positie te verkrijgen (Figuur 15). g020871 Figuur 16 1. Stoelvergrendeling Tijdens gebruik g019768 Figuur 15 Veiligheid tijdens het werk 1.
• Zorg dat u de veiligheidsgordel draagt en deze in • Houd uw handen en voeten uit de buurt van • • • • • • • • • • • • een noodgeval snel kunt losmaken. draaiende onderdelen. Blijf uit de buurt van de afvoeropening. Kijk achterom en omlaag voordat u achteruitrijdt om er zeker van te zijn dat de weg vrij is. Wees voorzichtig bij het naderen van blinde hoeken, struiken, bomen, en andere objecten die uw zicht kunnen belemmeren. Stop de maaimessen als u niet daadwerkelijk maait.
• Verwijder of markeer obstakels zoals greppels, putten, geulen, hobbels, stenen en andere verborgen gevaren. In hoog gras zijn obstakels niet altijd zichtbaar. De machine kan omslaan op oneffenheden in het terrein. • Denk eraan dat de machine tractie kan verliezen doordat u bergafwaarts, op nat gras of dwars op een helling maait. Als de aandrijfwielen tractie verliezen, kunnen ze gaan slippen en kunt u niet meer remmen of sturen.
NEUTRAALSTAND haalt terwijl de parkeerrem in werking is gesteld. 2. Zet de hendels in de middelste, onvergrendelde stand. 3. Rijden met de machine: • Om vooruit te rijden, duwt u de rijhendels langzaam naar voren (Figuur 20). • Om achteruit te rijden, trekt u de rijhendels langzaam naar achteren (Figuur 20).
De motor afzetten VOORZICHTIG Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als zij met de machine proberen te rijden of te werken als deze onbeheerd staat. Verwijder altijd het sleuteltje uit het contact en stel de parkeerrem in werking wanneer u de machine onbeheerd achterlaat, ook al is het slechts voor een paar minuten. g020873 Figuur 22 g244208 Figuur 21 1. Hefschakelaar • Om de maai-eenheid neer te laten, duwt u de hefschakelaar naar beneden (Figuur 22).
g243799 Figuur 23 Aftakas uitschakelen g009174 Figuur 24 g020870 Figuur 25 1. Aanslagpen De maaihoogte instellen 4. De maaihoogte kan worden ingesteld van 2,5 tot 15,2 cm in stappen van 6 mm door de aanslagpen in verschillende openingen te plaatsen. 1. Laat de motor lopen, druk de hefschakelaar naar boven totdat de maai-eenheid volledig is opgeheven, en laat de schakelaar dan onmiddellijk los (Figuur 22). 2.
Maaisnelheid • Controleer elke dag of de maaimessen scherp Om de maairesultaten te verbeteren, moet u in bepaalde omstandigheden bij een lagere rijsnelheid maaien. • Als een mes beschadigd of versleten is, moet u zijn en of ze versleten of beschadigd zijn. Slijp de messen indien dit nodig is. het onmiddellijk vervangen door een origineel Toro mes. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de maai-eenheid voor de instructies aangaande het vervangen van het mes.
1. Til de stoel omhoog; raadpleeg Bestuurdersstoel ontgrendelen (bladz. 25). 2. Zoek de omloopkleppen (Figuur 26) en draai de omloopkleppen 1 slag naar links. veiligheidsinstructies. Met behulp van deze informatie kunt u letsel van uw gezinsleden, omstanders, dieren en uzelf voorkomen.
g027995 Figuur 28 1. Rij de machine achteruit op de oprijplaat. 2. Rij de machine vooruit de oprijplaat af. Belangrijk: Gebruik geen smalle, afzonderlijke oprijplaten voor elke zijde van de machine. WAARSCHUWING Als de machine wordt geladen op een aanhanger of een vrachtwagen, wordt de kans vergroot dat de machine kantelt. Dit kan ernstig lichamelijk letsel of de dood veroorzaken. • Ga zeer voorzichtig te werk als u een machine een hellingbaan op-/afrijdt.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Veiligheid bij onderhoud • Voer indien mogelijk geen onderhoudswerkzaamheden uit als de motor draait. Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. • Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel • • verlaat: – Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. – Schakel de aftakas uit en laat de werktuigen zakken. – Stel de parkeerrem in werking.
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Om de 400 bedrijfsuren • Smeerolie van de tandwielkast van de maai-eenheid verversen. • Onderhoud van het luchtfilter. — Geef het luchtfilter ook een onderhoudsbeurt wanneer de luchtfilterindicator rood is of vaker in uiterst stoffige of vuile omstandigheden. • Luchtfilter onderhoudsbeurt geven. • Vervang de brandstoffilterbus voor de waterafscheider. • Verwijder dagelijks water of ander vuil uit de waterafscheider. • Brandstofleidingen en -verbindingen controleren.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerd item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Zo. Werking van interlockschakelaars controleren. Controleren of de grasgeleider omlaag staat (indien van toepassing). Werking van de parkeerrem controleren. Brandstofpeil controleren. Het peil van de hydraulische vloeistof controleren. Oliepeil controleren. Peil van de koelvloeistof controleren.
Aantekening voor speciale aandachtsgebieden Controle uitgevoerd door: Item Datum Informatie VOORZICHTIG Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.
9. Vul de tandwielkast met voldoende olie, ongeveer 283 ml, totdat het peil tussen de markeringen op de peilstok staat. Belangrijk: Giet de tandwielkast niet te vol, anders kan deze beschadigd raken. g004502 Figuur 30 1. Vulplug en peilstok 7. Als het oliepeil te laag is, vult u voldoende olie bij totdat het peil tussen de markeringen op de peilstok staat. Belangrijk: Giet de tandwielkast niet te vol, anders kan deze beschadigd raken.
Onderhoud van het luchtfilter Onderhoud motor Veiligheid van de motor Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren • Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het Opmerking: Als de schuimrubberen pakking in het deksel beschadigd is, moet u deze vervangen. contact voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie.
De carterinhoud bedraagt ongeveer 3,8 liter met filter. Gebruik hoogwaardige motorolie die moet voldoen aan de volgende specificaties: • Vereiste onderhoudsclassificatie van API: CH-4, CI-4 of hoger. • Aanbevolen olie: SAE 15W-40 (boven -17 °C) • Alternatieve olie: SAE 10W-30 of 5W-30 (voor alle temperaturen) Opmerking: Toro Premium motorolie is verkrijgbaar bij uw dealer met een viscositeit van 15W-40 of 10W-30. Zie de onderdelencatalogus voor de onderdeelnummers. 1.
Motorolie verversen en filter vervangen Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren Om de 150 bedrijfsuren Laat indien mogelijk de motor lopen vlak voordat u de olie ververst. Warme olie stroomt gemakkelijker en voert verontreinigingen beter mee. 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Open de motorkap. 3. Ververs de olie (Figuur 34). g027477 g031623 Figuur 35 Figuur 34 4. 5. Brandstoffilter vervangen (Figuur 35).
Onderhoud van de waterafscheider Onderhoud brandstofsysteem Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren GEVAAR Om de 400 bedrijfsuren In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken. • Gebruik een trechter of tuit; brandstof uitsluitend in de open lucht bij een afgezette of koude motor bijvullen. Eventueel gemorste brandstof opnemen. • Vul de brandstoftank niet helemaal.
machine voor langere tijd gaat stallen. Gebruik schone brandstof om de tank uit te spoelen. 5. Laat het sleuteltje op AAN staan totdat er een volle straal brandstof bij de schroef naar buiten komt. Brandstofleidingen en -verbindingen controleren 6. Zet de ontluchtschroef weer vast en draai het sleuteltje op UIT. Opmerking: Normaal gesproken zal de motor starten nadat u het brandstofsysteem hebt ontlucht.
5. Draai het contactsleuteltje op UIT. 6. Herhaal deze procedure bij de overige verstuivers. Onderhoud elektrisch systeem Veiligheid van het elektrisch systeem • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de • machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Bevestig eerst de pluspool van de accu en daarna de minpool. Laad de accu op in een open, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken en open vuur.
WAARSCHUWING Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. • Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt. • Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit.
Onderhoud aandrijfsysteem De bandenspanning controleren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren Controleer de bandenspanning om de 50 bedrijfsuren of maandelijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden (Figuur 41). Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de voorgeschreven spanning hebben. De correcte spanning is 1,03 bar voor de achterbanden en 1,72 bar voor de banden van de zwenkwielen. Een ongelijke bandenspanning kan leiden tot onregelmatige maairesultaten.
Onderhoud koelsysteem Opmerking: Het koelvloeistofpeil behoort tussen de markeringen op de zijkant van de tank te staan. Veiligheid van het koelsysteem • Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging veroorzaken; buiten het bereik van kinderen en huisdieren houden. • Als u hete, onder druk staande koelvloeistof over u heen krijgt of in aanraking komt met een hete radiateur of omliggende delen, kunt u ernstige brandwonden oplopen.
Onderhouden remmen Belangrijk: U mag geen water gebruiken. 3. 4. Nadat u de radiateur grondig hebt gereinigd, moet u vuil verwijderen dat zich eventueel heeft verzameld in het kanaal op het onderste deel van de radiateur. De interlockschakelaar van de parkeerrem afstellen Sluit de motorkap. 1. 2. Breng de machine tot stilstand, zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND , stel de parkeerrem in werking en haal het sleuteltje uit het contact.
4. Onderhoud riemen Beweeg de schakelaar op of neer op de beugel tot de afstand tussen de sensor van de remas en de plunjer van de schakelaar 4 mm bedraagt; zie (Figuur 45). Riemspanning van de wisselstroomdynamo controleren. Opmerking: Zorg ervoor dat de sensor van de remas geen contact maakt met de plunjer van de schakelaar. 5. Draai de contramoeren van de schakelaar vast. 6. U controleert de afstelling als volgt: A. B.
Onderhoud bedieningsysteem De interlockschakelaar voor de neutraalstand van de rijhendels afstellen 1. Breng de machine tot stilstand, zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND , stel de parkeerrem in werking en haal het sleuteltje uit het contact. 2. Draai de bouten los waarmee het voorpaneel vastzit, en verwijder het paneel (Figuur 47). g004763 Figuur 48 1. Rijhendel 3. Schroef 2. Interlockschakelaar neutraalstand 4. 0,4 tot 1 mm 4.
g020875 g004918 Figuur 49 Figuur 51 1. Bout 2. Bedieningspaneel 1. NEUTRAALSTAND 4. Zet de rijhendel in de NEUTRAALSTAND zonder deze te vergrendelen (Figuur 51). 7. 5. Trek de hendel naar achteren totdat de gaffelpen (op de arm boven de draaias) contact maakt met het uiteinde van de sleuf (en net druk op de veer begint uit te oefenen); zie Figuur 50. Als de rijhendel moet worden afgesteld, draait u de moer en de contramoer tegen de gaffel (Figuur 50). 8.
WAARSCHUWING De motor moet lopen als u deze afstelling wilt uitvoeren. Contact met bewegende onderdelen of hete oppervlakken kan lichamelijk letsel veroorzaken. Houd kleding, gezicht, handen, voeten en andere lichaamsdelen uit de buurt van de draaiende onderdelen, de geluiddemper en andere hete oppervlakken. 1. Krik het frame omhoog en plaats dit op stabiele assteunen zodat de wielen vrij kunnen ronddraaien. 2. Schuif de stoel naar voren en ontgrendel deze. Kantel daarna de stoel omhoog en naar voren.
WAARSCHUWING De beveiliging van het elektrische systeem werkt niet naar behoren als de verbindingsdraad is gemonteerd. • Maak de verbindingsdraad los van de stekker van de kabelboom en sluit de stekker aan op de stoelschakelaar als u een afstelling hebt voltooid. • Gebruik de machine nooit als de verbindingsdraad is gemonteerd en de stoelschakelaar is omgeleid. 13. Zet de stoel omlaag in positie. 14. Haal de assteunen weg. g004766 Figuur 54 Maximumsnelheid instellen 1.
De sporing afstellen 1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND en stel de parkeerrem in werking. 2. Zet de gashendel in de stand LANGZAAM, schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat. 3. Draai de bouten los waarmee de rijhendels zijn vastgezet (Figuur 55). g004919 Figuur 55 1. Rijhendel 3. Bouten 2. Rijhendelsteun g001656 Figuur 56 4.
Onderhoud hydraulisch systeem U kunt deze kleurstof bestellen bij een erkende Toro dealer, onderdeelnr. 44-2500. Hydraulische vloeistof controleren Veiligheid van het hydraulische systeem Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks • Waarschuw onmiddellijk een arts als er • • • • Controleer het peil van de hydraulische vloeistof voordat de motor voor het eerst wordt gestart, en vervolgens dagelijks. hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in de huid.
Opmerking: Als het peil niet tussen de markeringen op de peilstok staat, moet u voldoende hoogwaardige hydraulische vloeistof bijvullen totdat het peil binnen die markeringen komt te staan. Belangrijk: Niet te vol vullen. 8. Plaats de peilstok terug en schroef de vuldop met de hand vast op de vulbuis. 9. Controleer alle slangen en aansluitingen op lekkages. Hydraulische vloeistof verversen en de filter vervangen Onderhoudsinterval: Na de eerste 200 bedrijfsuren Om de 800 bedrijfsuren 1.
Reiniging Stalling Schoonmaken onder de maai-eenheid Veiligheid tijdens opslag • Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje (indien aanwezig) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks 1.
g004905 Figuur 59 Rechterkant niet getoond 1. Bouten 6. Smeer of olie alle smeernippels, draaipunten en de pennen van de omloopklep van de transmissie. Neem overtollig vet op. 7. Plaatsen waar de lak is bekrast, beschadigd of geroest, moeten licht geschuurd en bijgewerkt worden. Eventuele deuken in de metalen carrosserie uitdeuken. 8. Verricht de volgende onderhoudswerkzaamheden aan de accu en de kabels: A. Haal de accuklemmen los van de accupolen. B.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Privacyverklaring EEA/VK Toro’s gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.
Californië Proposition 65 Waarschuwingsinformatie Wat betekent deze waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.
Toro garantie Garantie gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende 2 jaar of 1.500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.