Form No. 3396-278 Rev A CE-verlichtingsset Groundsmaster® 4500/4700 of Reelmaster® 7000 tractie-eenheid uit 2014 of vroeger Modelnr.: 30491 Installatie-instructies WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Dit product bevat een chemische stof of chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken. Installatie Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd.
Procedure 7 8 9 10 11 12 13 Hoeveelheid Omschrijving Behuizing bedieningspaneel Bedieningssticker Zelftappende schroef (¼ x ½ inch) Schakelaar voor gevarenverlichting Zwaailichtschakelaar Claxonschakelaar Deksel van claxonknop Slotbout (nr. 10 x 5/8 inch) Borgmoer (nr. 10) Sensorplaat Flensmoer (¼ inch) Beugel van sensorplaat Bouten (¼ x ¾ inch) Gleufkopschroef (nr. 6 x 1 inch) Ring (nr. 6) Remsensor Borgmoer (nr.
Omschrijving Hoeveelheid Gebruik Montage-instructies 1 Lees de instructies voordat u de set gaat monteren en gebruiken Onderdelencatalogus 1 Gebruiken om onderdeelnummers op te zoeken 1 2 De accu afkoppelen De montageopeningen uitboren Geen onderdelen vereist Geen onderdelen vereist Procedure De koplampen monteren 1.
Figuur 3 1. 6,35 cm 2. 8,89 cm 3. 13,97 cm 4. Diameter van 1,0 cm 5. 1,9 cm De montageopeningen voor de claxonbeugel boren Een gat boren in de bedieningsarm voor de knipperlichtmodule 1. Verwijder de 2 bouten waarmee de plaat aan het rechterdeksel van de bedieningsarm is bevestigd (Figuur 5). Haal de plaat van de bedieningsarm. Maak gebruik van de afmetingen die worden getoond in (Figuur 4) en markeer en boor 2 openingen met een diameter van 7,1 mm door de beide wanden van de rolsteunbuis.
Figuur 7 Figuur 6 1. 9,6 mm 2. 12,7 mm 1. Diameter van 5,5 mm 2. 12,7 mm 3. 12,7 mm 3. Diameter van 4,5 mm Locatie van openingen voor behuizing van bedieningspaneel Maak gebruik van de afmetingen die worden getoond in (Figuur 7) en markeer en boor 3 openingen met een diameter van 5,5 mm door het deksel van de bedieningsarm en de bedieningsarm. Opmerking: Zorg ervoor dat u geen interne onderdelen van de bedieningsarm beschadigt. 5 4. 51 mm 5.
Gaten boren in de achterbumper voor de kentekenplaat Gaten boren in de voorste voetsteun voor de rempedaalschakelaar Maak gebruik van de afmetingen die worden getoond in (Figuur 8) en markeer en boor 2 openingen met een diameter van 7,1 mm door de buitenste wand van de achterbumper. Maak gebruik van de afmetingen die worden getoond in (Figuur 9) en markeer en boor 2 openingen met een diameter van 7,1 mm door de voorste voetsteun. Figuur 8 1. 8,3 cm 2. 13,3 cm 3. 52,07 cm 4.
Opmerking: Zorg ervoor dat de lens van de richtingaanwijzer van de koplamp naar de buitenkant van de tractie-eenheid is gericht.
De koplampbeugel monteren op een model met cabine 1. Monteer losjes een rubberen hanger aan de onderzijde van de lipjes vooraan de cabine. Gebruik hiervoor een bout (5/16 x 1-5/8 inch), 2 ringen (3/8 inch), een afstandsstuk en een flensmoer (5/16 inch), zie Figuur 12. 2 1 3 1 4 G023182 Figuur 13 2 3 1. Rubberen hanger 3. Rechter koplampbeugel 2. Lipje van beugel 4. Linker koplampbeugel 3.
• Voorkant: Haal de lichten uit het dak van de cabine en 5 koppel de kabels los van de lichten. Monteer de lichten op de cabine. • Achterkant: Verwijder de schroeven waarmee de lenzen De knipperlichtmodule monteren aan de lichten zijn bevestigd. Verwijder de lampjes en bevestig de lenzen aan de lichten. 4 Benodigde onderdelen voor deze stap: De claxon monteren 1 Knipperlichtmodule 1 Zelftappende schroef (nr.
6 7 De relaisschakelaar monteren Het bedieningspaneel plaatsen Benodigde onderdelen voor deze stap: Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Relaisschakelaar 1 Behuizing bedieningspaneel 1 Bout (nr. 8 x ½ inch) 1 Bedieningssticker 3 Zelftappende schroef (¼ x ½ inch) 1 Schakelaar voor gevarenverlichting 1 Zwaailichtschakelaar 1 Claxonschakelaar 1 Deksel van claxonknop De relaisschakelaar monteren. Bevestig de relaisschakelaar met de bout (nr. 8 x ½ inch) zoals in Figuur 17.
2. Breng de sticker van het verlichtingspaneel aan op de behuizing van het bedieningspaneel; zie Figuur 19. 8 Opmerking: Zorg ervoor dat het oppervlak schoon en droog is voordat u de sticker aanbrengt. De beugel van de remsensor monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Figuur 19 1. Richtingaanwijzerschakelaar5. Sticker van het verlichtingspaneel 2. Deksel van claxonknop 6. Behuizing bedieningspaneel 3. Zwaailichtschakelaar 7. Claxonknop 1 Slotbout (nr. 10 x 5/8 inch) 1 Borgmoer (nr.
Figuur 20 1. Voorste voetsteun Figuur 21 4. Nabijheidssensor 2. Slotbout (nr. 10 x 5/8 inch) 5. Rempedaalhendel 3. Plaat van remsensor 6. Borgmoer (nr. 10) 2. Monteer de nabijheidssensoreenheid aan de remhendel met de slotbout (nr. 10 x 5/8 inch), de plaat van de remsensor, de nabijheidssensor en een borgmoer (nr. 10), zoals in Figuur 20. 1. Voorste voetsteun 5. Remsensorbeugel 2. Gleufkopschroef (nr. 6 x 1 inch) 6. Borgmoer (nr. 6) 3. Ring (nr. 6) 7. Bouten (¼ x ¾ inch) 4. Remsensor 8.
remlichten activeert als het rempedaal ingetrapt wordt. Lijn de remsensor indien nodig opnieuw uit. 2. Plaats de zwaailichtbeugel zo dat hij zich 32 cm van de bovenkant van de rolbeugel bevindt en draai de moeren van de veerstrop vast; zie Figuur 23.
10 2 1 De achterlichten monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Beugel linkerlicht 1 Beugel rechterlicht 4 Schroef (5/8 x 3 inch) 4 Platte ring 2 Contramoer (5/8 inch) 2 Achterlicht 3 3 3 G023194 Figuur 26 Procedure 1. Beugel linkerlicht 1. Verwijder de 2 bouten, 2 ringen en 2 moeren waarmee de montagebeugel van het reservoir aan de linker framerail is bevestigd (Figuur 25). 3. Achterlicht 2. Beugel rechterlicht 3.
11 12 De beugel van de kentekenplaat monteren De kabelboom monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Kabelboom 1 Kentekenplaatverlichting 1 Deksel van bedieningspaneelbehuizing 1 Plaatbeugel 3 Schroef (nr. 10 x ½ inch) 2 Schroef (nr. 10 x 5/8 inch) 3 Bevestigingsnok 2 Borgmoer (nr.
1 1 2 2 3 4 G023200 Figuur 32 G023198 Figuur 30 1. Klem van compartiment 2. Afdichting 1. Zelftappende schroeven (nr. 8 x ½ inch) 3. Verbindingsdoos 2. Aardaansluitingenblok 4. Zekeringhouder kabelboom 5. Koppel de grote ringaansluiting van de kabelboom aan op de bout van de verbindingsdoos (Figuur 32). 2. Leid het gedeelte met de zekeringenblok van de kabelboom van onder de rechterzijde van de tractie-eenheid naar boven en in de opening in het zekeringencompartiment (Figuur 31). 6.
4 Opmerking: Mogelijk moet u het paneel van de rechter armsteun en de armsteun verwijderen om de kabelboom te leiden (Figuur 33). 3 2 8. Leid de kabelboom naar de behuizing van het bedieningspaneel en koppel de aansluitingen aan op de schakelaars voor de claxon, het zwaailicht, de richtingaanwijzers en het gevarenlicht. 1 9. Bevestig het deksel van de bedieningspaneelbehuizing met 3 schroeven (nr. 10 x ½ inch) op de behuizing van het bedieningspaneel; zie Figuur 34. 5 g023241 1 Figuur 36 1.
. Maak de 3 bevestigingsnokken vast aan de rolbeugel of de hoeksteun van de cabine en bevestig de kabelboom met 3 kabelklembanden aan de bevestigingsnokken (Figuur 38). 1 2 Figuur 40 G023204 Figuur 38 1. Bevestigingsnok 22. Koppel de kabelboomaansluiting aan op de verlichtingsaansluiting. 2. Kabelklemband 23. Leid de kabelboom naar de kentekenplaatverlichting en sluit de kabelboomaansluiting aan op de verlichtingsaansluiting (indien van toepassing) (Figuur 40). 19.
14 De accu aansluiten Geen onderdelen vereist Procedure Sluit de negatieve accukabel aan op de accu (Figuur 43). Figuur 41 1. Zekering (10 A) 3. Zekering (10 A) 2. Zekering (10 A) 4. Zekering (15 A) 2. Breng de sticker van de zekeringhouder aan op het deksel van het opslagcompartiment (Figuur 42). Figuur 43 1. Pluskabel van de accu Figuur 42 1. 6,25 mm 2. Sticker van de zekeringhouder 19 2.
Gebruiksaanwijzing 5. Terwijl u de installatie op zijn plaats houdt, kantelt u voorzichtig de koplamp 3 graden en draait dan de moer weer vast. Bedieningsorganen 6. Doe hetzelfde met de andere koplamp. Schakelaar voor gevarenverlichting Druk de gevarenlichtschakelaar (Figuur 44) op Aan om de voorste en achterste waarschuwingsknipperlichten in te schakelen. 2 3 4 1 G023206 Figuur 44 1. Schakelaar voor gevarenverlichting 3. Zwaailichtschakelaar 2. Richtingaanwijzerschakelaar4.