Form No. 3418-819 Rev A Groundsmaster® 7200 of 7210 serie tractie-eenheid Modelnr.: 30487TC—Serienr.: 401400001 en hoger Modelnr.: 30495—Serienr.: 401400001 en hoger Modelnr.: 30495TC—Serienr.: 401400001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. andere begroeiing langs de snelweg, of voor gebruik in de landbouw.
kan veroorzaken indien u nalaat de voorgeschreven maatregelen te treffen. De machine transporteren ................................ 31 De machine laden............................................. 31 Onderhoud .............................................................. 33 Aanbevolen onderhoudsschema ......................... 33 Controlelijst voor dagelijks onderhoud .............. 34 Procedures voorafgaande aan onderhoud ........... 35 Veiligheid bij onderhoud....................................
Veiligheid Afvalverwijdering .............................................. 55 Stalling .................................................................... 55 Machine............................................................ 55 Motor ................................................................ 56 Deze machine is ontworpen in overeenstemming met CEN-norm ISO EN 5395:2013 en de B71.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal93-6697 decaloemmarkt 93-6697 Merkteken van fabrikant 1. Lees de Gebruikershandleiding. 1. Geeft aan dat het mes onderdeel van een originele Toro maaimachine is. 2. Vul om de 50 bedrijfsuren bij met SAE 80w-90 (API GL-5) olie. decal98-4387 98-4387 1.
decal106-9206 106-9206 1. Specificatie torsie van wielen 2. Lees de Gebruikershandleiding. decal106-9290 106-9290 1. Inputs 5. In stoel 9. Outputs 2. Niet geactiveerd 6. Aftakasschakelaar 10. Aftakasschakelaar 3. Uitschakeling bij te hoge temperatuur 7. Parkeerrem uit 11. START 4. Waarschuwingslampje te hoge temperatuur 8. Neutraalstand 12. ETR (Activeren om te starten) 6 13. START 14.
decal107-1866 107-1866 1. Gevaar voor kantelen, schuiven of verlies van controle, steile randen – maak geen scherpe bochten als u snel rijdt, maar vertraag en draai geleidelijk. Gebruik de machine niet in de buurt van steile randen, hellingen van meer dan 15 graden of water; blijf op een veilige afstand van steile randen. 2. Waarschuwing – draag geen veiligheidsgordel als de kantelbeugel omlaag geklapt is. Draag wel een veiligheidsgordel als de kantelbeugel omhoog geklapt is. 3.
decal110-9796 110-9796 1. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de zekeringen. decal110-8253 110-8253 decal133-5618 133-5618 1. Aftakas – Uitgeschakeld 4. Continu snelheidsregeling 2. Aftakas – Ingeschakeld 5. Langzaam 3. Snel decal110-8254 110-8254 1. Motor – Afzetten 2. Motor – Lopen 3.
decal110-8252 110-8252 1. Lees de Gebruikershandleiding. 3. Hydraulische vloeistof 5. Motorkoelvloeistof 2. Parkeerrem 4. Brandstof 6. Motorolie decal110-9781 110-9781 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Gevaar voor vergiftiging en risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden – Houd kinderen op veilige afstand van de accu. 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 4.
decal120-9195 120-9195 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding voor gebruik, 8. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 2. Ledematen van omstanders kunnen bekneld raken/worden afgesneden – Vervoer geen passagiers, houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 9. Inschakelen 3. Kantelgevaar, pas op voor steile randen – Gebruik de machine 10.
decal127-6519 127-6519 1. Transportstand 2.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 5 6 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Geen onderdelen vereist – De rolbeugel omhoog zetten. Montage-instructies voor het maaidek 1 Het maaidek monteren. Geen onderdelen vereist – Het linkerzwenkwiel voor afstellen. Geen onderdelen vereist – De bandenspanning controleren. Geen onderdelen vereist – De gewichten monteren.
Belangrijk: Zorg ervoor dat alle banden steeds de machine optimale maaiprestaties leveren en goed functioneren. Pomp de banden niet te zacht op. juiste bandenspanning hebben; hierdoor kan de 5 De gewichten monteren (conform EU-voorschriften) Geen onderdelen vereist Procedure Op machines met maaidekken van 183 cm zonder werktuigen hoeven geen extra gewichten te worden gemonteerd om te voldoen aan de CE-normen.
Algemeen overzicht van de machine 6 Vloeistofniveaus controleren Geen onderdelen vereist Procedure 1. Controleer het peil van de hydraulische olie voordat u de motor start; zie Onderhoud hydraulisch systeem (bladz. 53). 2. Controleer het peil van de motorolie voordat u de motor start; zie Het motoroliepeil controleren (bladz. 38). 3. Controleer het koelsysteem voordat u de motor start; zie Het koelsysteem controleren (bladz. 45). g020877 Figuur 3 1. Parkeerremhendel 4. Rijhendel 2.
Rijhendels Indicatielampje van gloeibougie (oranje lampje) Met behulp van de rijhendels kunt u de machine vooruit- en achteruit laten rijden en bochten maken. Zie Met de machine rijden (bladz. 27). Het indicatielampje van de gloeibougie (Figuur 4) gaat branden als u het contactsleuteltje op AAN draait. Het blijft 6 seconden branden. Als het lampje dooft, kunt u de motor starten.
Brandstofmeter De brandstofmeter (Figuur 6) geeft aan hoeveel brandstof er nog in de brandstoftanks is. g004637 Figuur 6 1.
Specificaties g242892 Figuur 7 17
Beschrijving Figuur 7 referentie Afmetingen of gewicht Hoogte met rolbeugel omhooggeklapt C 183 cm Hoogte met rolbeugel omlaaggeklapt D 125 cm Totale lengte F 246 cm Totale breedte B 145 cm Wielbasis E 145 cm Wielloopvlak achter (midden van wiel tot midden van wiel) A 114 cm Afstand tot de grond 15 cm Gewicht, met zijlossend maaidek van 183 cm (model 30354 of 30481) 934 kg Gewicht, met zijlossend maaidek van 152 cm (model 30456) 900 kg Gewicht, basisdek van 183 cm (model 30353) 8
Gebruiksaanwijzing • Bewaar de machine en het brandstofvat niet op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een boiler of een ander toestel) aanwezig kunnen zijn. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. • Probeer de motor niet te starten als u brandstof hebt gemorst; voorkom elke vorm van open vuur of vonken totdat de brandstofdampen volledig zijn verdwenen.
Het motoroliepeil controleren • Gebruik B5 (biodieselinhoud 5%) of mengsels met een lager percentage in koud weer. • Controleer afdichtingen, slangen en pakkingen, die in contact met brandstof komen, omdat zij in de loop der tijd hierdoor kunnen worden aangetast. Voordat u de motor start en de machine in gebruik neemt, moet u het oliepeil in het carter van de motor controleren; zie Het motoroliepeil controleren (bladz. 38).
WAARSCHUWING Er is geen omkantelbeveiliging als de rolbeugel omlaag is geklapt. • Gebruik de machine niet op oneffen terrein of op een heuvel met een omlaag geklapte rolbeugel. g031636 • Klap de rolbeugel uitsluitend omlaag als dit absoluut noodzakelijk is. • Doe de veiligheidsgordel niet om als de rolbeugel omlaag is geklapt. • Rij langzaam en voorzichtig. • Klap de rolbeugel omhoog zodra de ruimte dit toelaat.
Het veiligheidssysteem gebruiken VOORZICHTIG Niet-aangesloten of beschadigde interlockschakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben op de werking van de machine. Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken. • Laat de interlockschakelaars ongemoeid. • Controleer elke dag de werking van de interlockschakelaars en vervang beschadigde schakelaars voordat u de machine weer in gebruik neemt.
3. Neem plaats op de stoel, stel de parkeerrem in werking, zet de aftakasschakelaar in de stand UIT en zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND . Start de motor. Als de motor loopt, moet u de parkeerrem vrijzetten en de aftakas inschakelen. Kom iets overeind uit de bestuurdersstoel; de motor moet binnen 2 seconden afslaan. 4. Ga niet op de stoel zitten, stel de parkeerrem in werking, zet de aftakasschakelaar in de stand UIT en zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND . Start de motor.
g008962 Figuur 13 De stoelophanging verstellen g020871 Figuur 15 1. Stoelvergrendeling De stoel kan worden versteld zodat u prettig en comfortabel kunt rijden. Zet de stoel in een stand die voor u het meest comfortabel is. Tijdens gebruik Om de stoel te verstellen, draait u de knop in een van beide richtingen om de meest comfortabele positie te verkrijgen (Figuur 14).
• Wees voorzichtig bij het naderen van blinde • • • • • • • • • • hoeken, struiken, bomen, en andere objecten die uw zicht kunnen belemmeren. Stop de maaimessen als u niet daadwerkelijk maait. Stop de machine, verwijder het sleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u het werktuig controleert nadat u een voorwerp heeft geraakt of de machine abnormaal begint te trillen. Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt.
• • • • • Parkeerrem vrijzetten niet altijd zichtbaar. De machine kan omslaan op oneffenheden in het terrein. Denk eraan dat de machine tractie kan verliezen doordat u bergafwaarts, op nat gras of dwars op een helling maait. Als de aandrijfwielen tractie verliezen, kunnen ze gaan slippen en kunt u niet meer remmen of sturen. Rij zeer voorzichtig als u de machine gebruikt in de buurt van steile hellingen, greppels, dijken, waterhindernissen en andere gevaarlijke punten.
NEUTRAALSTAND haalt terwijl de parkeerrem in werking is gesteld. 2. Zet de hendels in de middelste, onvergrendelde stand. 3. Rijden met de machine: • Om vooruit te rijden, duwt u de rijhendels langzaam naar voren (Figuur 19). • Om achteruit te rijden, trekt u de rijhendels langzaam naar achteren (Figuur 19).
De motor afzetten VOORZICHTIG Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als zij met de machine proberen te rijden of te werken als deze onbeheerd staat. Verwijder altijd het sleuteltje uit het contact en stel de parkeerrem in werking wanneer u de machine onbeheerd achterlaat, ook al is het slechts voor een paar minuten. g020873 Figuur 21 g244208 Figuur 20 1. Hefschakelaar • Om het maaidek neer te laten, duwt u de hefschakelaar naar beneden (Figuur 21).
g243799 Figuur 22 Aftakas uitschakelen g009174 Figuur 23 g020870 Figuur 24 1. Aanslagpen De maaihoogte instellen 4. De maaihoogte kan worden ingesteld van 2,5 tot 15,2 cm in stappen van 6 mm door de aanslagpen in verschillende openingen te plaatsen. 1. Laat de motor lopen, druk de hefschakelaar naar boven totdat het maaidek volledig is opgeheven, en laat de schakelaar dan onmiddellijk los (Figuur 21). 2.
Maaisnelheid • Controleer elke dag of de maaimessen scherp Om de maairesultaten te verbeteren, moet u in bepaalde omstandigheden bij een lagere rijsnelheid maaien. • Als een mes beschadigd of versleten is, moet u zijn en of ze versleten of beschadigd zijn. Slijp de messen indien dit nodig is. het onmiddellijk vervangen door een origineel Toro mes. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de maai-eenheid voor de instructies aangaande het vervangen van het mes.
2. Zoek de omloopkleppen (Figuur 25) en draai de omloopkleppen 1 slag naar links. WAARSCHUWING Rijden op de weg zonder richtingaanwijzers, verlichting, reflectoren of een bord met de aanduiding 'Langzaam rijdend voertuig' is gevaarlijk en kan leiden tot ongelukken die lichamelijk letsel veroorzaken. Opmerking: Hierdoor kan de hydraulische vloeistof langs de pomp worden geleid zodat de wielen kunnen draaien. Belangrijk: Draai de omloopkleppen niet meer dan 1 slag.
g027995 Figuur 27 1. Rij de machine achteruit op de oprijplaat. 2. Rij de machine vooruit de oprijplaat af. Belangrijk: Gebruik geen smalle, afzonderlijke oprijplaten voor elke zijde van de machine. WAARSCHUWING Als de machine wordt geladen op een aanhanger of een vrachtwagen, wordt de kans vergroot dat de machine kantelt. Dit kan ernstig lichamelijk letsel of de dood veroorzaken. • Ga zeer voorzichtig te werk als u een machine een hellingbaan op-/afrijdt.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 10 bedrijfsuren • Bevestigingsbouten van het frame aandraaien. • Wielmoeren aandraaien. Na de eerste 50 bedrijfsuren • Smeerolie van tandwielkast van maaidek verversen. • Motorolie verversen en filter vervangen. Na de eerste 200 bedrijfsuren • Ververs de hydraulische vloeistof en vervang de filter.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerd item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Zo. Werking van interlockschakelaars controleren. Controleren of de grasgeleider omlaag staat (indien van toepassing). Werking van de parkeerrem controleren. Brandstofpeil controleren. Het peil van de hydraulische vloeistof controleren. Oliepeil controleren. Peil van de koelvloeistof controleren.
Aantekening voor speciale aandachtsgebieden Controle uitgevoerd door: Item Datum Informatie VOORZICHTIG Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine. Procedures voorafgaande aan onderhoud vergrendeling aan (indien voorhanden) voordat u de machine onbeheerd achterlaat.
Smering 5. Til de voetsteun omhoog zodat de bovenkant van het maaidek zichtbaar is. Lagers en lagerbussen smeren 6. Verwijder de peilstok/vulplug op de bovenkant van de tandwielkast en controleer of het peil van de tandwielolie tussen de merktekens op de peilstok staat (Figuur 29). Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren (dit moet vaker gebeuren als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden en na elke wasbeurt).
Plaats een trechter en opvangbak onder de aftapplug die zich onder de voorkant van de tandwielkast bevindt en verwijder de plug. Laat de olie in de bak lopen. Onderhoud motor 8. Plaats de aftapplug terug. • Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het 9. Vul de tandwielkast met voldoende olie, ongeveer 283 ml, totdat het peil tussen de markeringen op de peilstok staat. 7. Veiligheid van de motor contact voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie.
Belangrijk: Gebruik geen perslucht onder hoge Motorolie verversen/oliepeil controleren druk, omdat hierdoor vuil via the filter in het inlaatkanaal kan worden geblazen. Het motoroliepeil controleren Belangrijk: Reinig nooit een gebruikt filter omdat Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Opmerking: Als de schuimrubberen pakking in het deksel beschadigd is, moet u deze vervangen. dit kan leiden tot beschadiging van de filtermedia.
g029301 Figuur 32 Motorolie verversen en filter vervangen g027477 Figuur 34 Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren 5. Om de 150 bedrijfsuren Laat indien mogelijk de motor lopen vlak voordat u de olie ververst. Warme olie stroomt gemakkelijker en voert verontreinigingen beter mee. 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Open de motorkap. 3. Ververs de olie (Figuur 33). g031623 Figuur 33 4. Brandstoffilter vervangen (Figuur 34).
Onderhoud brandstofsysteem GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken. • Gebruik een trechter of tuit; brandstof uitsluitend in de open lucht bij een afgezette of koude motor bijvullen. Eventueel gemorste brandstof opnemen. • Vul de brandstoftank niet helemaal. Vul de brandstoftank tot aan de onderkant van de vulbuis.
Inspecteer de brandstofleidingen op slijtage, beschadigingen, afgeschuurde plekken of loszittende verbindingen. ontlucht. Indien de motor echter niet start, kan er lucht tussen de injectiepomp en de injectors zitten; zie Injectors ontluchten (bladz. 41). Het Brandstofsysteem ontluchten Injectors ontluchten Opmerking: Pas deze procedure uitsluitend toe als 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. Zorg ervoor dat de brandstoftank minstens half vol is. 2. Ontgrendel en open de motorkap. 3.
Onderhoud elektrisch systeem WAARSCHUWING Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. • Zorg ervoor dat bij het verwijderen of installeren van de accu de accupolen niet in aanraking komen met metalen onderdelen van de machine.
Onderhoud aandrijfsysteem type en hetzelfde ampère als de oude zekering, omdat anders schade aan het elektrische systeem kan ontstaan. Raadpleeg de sticker naast de zekeringen voor een overzicht van de zekeringen en ampèrages (Figuur 39). De bandenspanning controleren Opmerking: Als er vaak een zekering doorbrandt, komt dit waarschijnlijk door een kortsluiting in het elektrische systeem en moet dit worden gerepareerd door een vakbekwame onderhoudstechnicus.
Zwenkwielen en lagers vervangen 9. 1. Nieuwe zwenkwielen, kegellagers en lagerafdichtingen zijn verkrijgbaar bij een erkende Toro-dealer. 2. Verwijder de borgmoer van de bout (Figuur 41). g004760 Figuur 41 1. Borgmoer 6. Afstandsstuk 2. Afstandsstuk van lager 7. Zwenkwiel 3. Buitenste lagerafdichting 8. Asbout 4. Kegellager 9. Zwenkwielvork 5. Binnenste lagerafdichting 3. Pak het zwenkwiel vast en schuif de bout uit de vork of draaiarm. 4. Gooi het oude zwenkwiel en de oude lagers weg.
Onderhoud koelsysteem Opmerking: Het koelvloeistofpeil behoort tussen de markeringen op de zijkant van de tank te staan. Veiligheid van het koelsysteem • Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging veroorzaken; buiten het bereik van kinderen en huisdieren houden. • Als u hete, onder druk staande koelvloeistof over u heen krijgt of in aanraking komt met een hete radiateur of omliggende delen, kunt u ernstige brandwonden oplopen.
Onderhouden remmen Belangrijk: U mag geen water gebruiken. 3. 4. Nadat u de radiateur grondig hebt gereinigd, moet u vuil verwijderen dat zich eventueel heeft verzameld in het kanaal op het onderste deel van de radiateur. De interlockschakelaar van de parkeerrem afstellen Sluit de motorkap. 1. 2. Breng de machine tot stilstand, zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND , stel de parkeerrem in werking en haal het sleuteltje uit het contact.
4. Onderhoud riemen Beweeg de schakelaar op of neer op de beugel tot de afstand tussen de sensor van de remas en de plunjer van de schakelaar 4 mm bedraagt; zie (Figuur 44). Riemspanning van de wisselstroomdynamo controleren. Opmerking: Zorg ervoor dat de sensor van de remas geen contact maakt met de plunjer van de schakelaar. 5. Draai de contramoeren van de schakelaar vast. 6. U controleert de afstelling als volgt: A. B.
Onderhoud bedieningsysteem De interlockschakelaar voor de neutraalstand van de rijhendels afstellen 1. Breng de machine tot stilstand, zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND , stel de parkeerrem in werking en haal het sleuteltje uit het contact. 2. Draai de bouten los waarmee het voorpaneel vastzit, en verwijder het paneel (Figuur 46). g004763 Figuur 47 1. Rijhendel 3. Schroef 2. Interlockschakelaar neutraalstand 4. 0,4 tot 1 mm 4.
g020875 g004918 Figuur 48 Figuur 50 1. Bout 2. Bedieningspaneel 1. NEUTRAALSTAND 4. Zet de rijhendel in de NEUTRAALSTAND zonder deze te vergrendelen (Figuur 50). 7. 5. Trek de hendel naar achteren totdat de gaffelpen (op de arm boven de draaias) contact maakt met het uiteinde van de sleuf (en net druk op de veer begint uit te oefenen); zie Figuur 49. Als de rijhendel moet worden afgesteld, draait u de moer en de contramoer tegen de gaffel (Figuur 49). 8.
WAARSCHUWING De motor moet lopen als u deze afstelling wilt uitvoeren. Contact met bewegende onderdelen of hete oppervlakken kan lichamelijk letsel veroorzaken. Houd kleding, gezicht, handen, voeten en andere lichaamsdelen uit de buurt van de draaiende onderdelen, de geluiddemper en andere hete oppervlakken. 1. Krik het frame omhoog en plaats dit op stabiele assteunen zodat de wielen vrij kunnen ronddraaien. 2. Schuif de stoel naar voren en ontgrendel deze. Kantel daarna de stoel omhoog en naar voren.
WAARSCHUWING De beveiliging van het elektrische systeem werkt niet naar behoren als de verbindingsdraad is gemonteerd. • Maak de verbindingsdraad los van de stekker van de kabelboom en sluit de stekker aan op de stoelschakelaar als u een afstelling hebt voltooid. • Gebruik de machine nooit als de verbindingsdraad is gemonteerd en de stoelschakelaar is omgeleid. 13. Zet de stoel omlaag in positie. 14. Haal de assteunen weg. g004766 Figuur 53 Maximumsnelheid instellen 1.
De sporing afstellen 1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND en stel de parkeerrem in werking. 2. Zet de gashendel in de stand LANGZAAM, schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat. 3. Draai de bouten los waarmee de rijhendels zijn vastgezet (Figuur 54). g004919 Figuur 54 1. Rijhendel 3. Bouten 2. Rijhendelsteun g001656 Figuur 55 4.
Onderhoud hydraulisch systeem Controleer het peil van de hydraulische vloeistof voordat de motor voor het eerst wordt gestart, en vervolgens dagelijks. 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND en start de motor. Het reservoir is in de fabriek gevuld met ongeveer 4,7 liter hoogwaardige transmissie-/hydraulische vloeistof voor tractoren.
9. Controleer alle slangen en aansluitingen op lekkages. Hydraulische vloeistof verversen en de filter vervangen Onderhoudsinterval: Na de eerste 200 bedrijfsuren Om de 800 bedrijfsuren 1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND en stel de parkeerrem in werking. 2. Zet de gashendel in de stand LANGZAAM, schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat. 3.
Reiniging Stalling Onderkant van het maaidek Machine 1. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het reinigen contact. Wacht totdat alle onderdelen tot stilstand zijn gekomen en laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of repareert. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks 1. 2. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND en stel de parkeerrem in werking. 2.
de waterafscheider. Spoel de brandstoftank om met schone dieselbrandstof en sluit alle brandstofleidingen aan. g004905 Figuur 58 Rechterkant niet getoond 1. Bouten 6. Smeer of olie alle smeernippels, draaipunten en de pennen van de omloopklep van de transmissie. Neem overtollig vet op. 7. Plaatsen waar de lak is bekrast, beschadigd of geroest, moeten licht geschuurd en bijgewerkt worden. Eventuele deuken in de metalen carrosserie uitdeuken. 8.
Opmerkingen:
Californië Proposition 65 Waarschuwingsinformatie Wat betekent deze waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.
Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw aanspraak op garantie te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie, hetzij direct of via uw lokale Toro dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land.
Toro Garantie Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.