Form No. 3350–341 Rev – 52 Zijlossend maaidek Groundsmaster 200 series, 3280D & 3320 Modelnr. 30555 – Serienr.
Inhoud Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Veilige bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Veilige bediening van de Toro Maaimachine . . . . . Veiligheids- en instructiestickers . . . . . . . . . . . . . . Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Algemene specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Veiligheid Vóór ingebruikname • Inspecteer het terrein om vast te stellen welke accessoires en werktuigen nodig zijn om goed en veilig te werken. Gebruik alleen door de fabrikant goedgekeurde accessoires en werktuigen. Deze machine voldoet minstens aan CEN-norm EN 836:1997, ISO-norm 5395:1990 en de B71.4–2004 specificaties van het American National Standards Institute (ANSI), van kracht op het moment van productie.
Gebruiksaanwijzing • Wees voorzichtig bij het naderen van blinde hoeken, struiken, bomen, en andere objecten die het zicht kunnen belemmeren. • Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte lopen. • Werk uitsluitend bij goed licht en blijf uit de buurt van kuilen en verborgen gevaren. • De bestuurder moet de eventueel bijgeleverde waarschuwingslichten laten knipperen als hij op de openbare weg rijdt, tenzij dit wettelijk is verboden.
Veilige bediening van de Toro Maaimachine Onderhoud en stalling • Controleer veelvuldig of de bevestigingsbouten van de maaimessen zijn vastgedraaid met de gespecificeerde torsie. De volgende lijst bevat veiligheidsinstructies die specifiek zijn toegesneden op Toro-producten, of andere veiligheidsinstructies die niet zijn opgenomen in de ANSI-normen.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 107–2916 1. Verwijder het sleuteltje uit het contact en lees de instructies alvorens service- of onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. 2. Gebruik de maaimachine niet als de grasgeleider omhoog geklapt of verwijderd is; zorg ervoor dat de grasgeleider is gemonteerd. 3.
43–8480 107–2915 1. Risico om gegrepen te worden, as – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 93–7818 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de torsie van de mesbout. 106–6753 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd, maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 93–7819 1.
Specificaties Algemene specificaties Maaibreedte 1,314 m Maaihoogte Afstelbaar van 25–102 mm in stappen van 13 mm Messnelheid 4,732 m/min.
Montage Losse onderdelen Opmerking: Gebruik deze lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Zonder deze onderdelen kan de montage niet worden voltooid.
5. Monteer de achterkant van de hefarm aan de hefcilinder met een draaipen en 2 borgpennen (geleverd bij de tractie-eenheid) (Fig. 2). Gevaar Als de motor wordt gestart terwijl de aftakas kan ronddraaien, ontstaat kans op ernstig letsel. U mag de motor niet starten en de aftakashendel bedienen als de aftakas niet is bevestigd aan de tandwielkast van het maaidek. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. 1 3 3 2 Hefarmen monteren Figuur 2 1.
Het draagframe monteren 4. Schuif het draagframe op de hefarmen en houd dit recht tegenover de montagegaten. Zet beide zijden van het draagframe vast aan de hefarmen met 3 tapbouten (1/2 x 1–1/2 inch). Draai de tapbouten vast met een torsie van 95–108 Nm (Fig. 6). Opmerking: Smeer de as van de zwenkwielen met Nr. 2 vet nadat u de machine heeft opgebouwd en voor de eerste keer heeft gebruikt. 1. Het draagframe wordt ondersteboven geleverd. Draai het frame om voor de montage. 2.
Maaidek monteren 6. Bevestig het aftakasscherm aan de tandwielkast met de 2 tapbouten en de borgringen die u eerder hebt verwijderd. 1. Trek de aftakas op de tractie-eenheid weg van het maaidekframe, stel de parkeerrem in werking, zet het tractiepedaal in de neutraalstand, schakel de aftakas uit, start de motor en hef het frame op. 7. Laat het draagframe neer en steek 4 gaffelpennen door de gaten in de beugel van de gewenste maaihoogte en de beugels van het frame.
Gewichtsverplaatsingsset monteren Opmerking: De gewichtsverplaatsingsset is alleen vereist op de tractie-eenheden van de GM 200 series. Monteer de gewichtsverplaatsingsset niet op een GM 3280–D of GM 3320, maar stel het tegengewicht van de tractie-eenheid in op 690 kPa (100 psi). Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid voor de afstelling van het tegengewicht. 2 1 1. Hef het maaidek volledig op, stel de parkeerrem in werking, draai het contactsleuteltje op UIT en verwijder dit.
6. Monteer de kniekoppeling op het onderste uiteinde van de veer met het brede stuk van de kniekoppeling en de eindaanslag van de veer naar voren gericht. Zet de kniekoppeling vast aan de buitenkant van het uiteinde van de veer (Fig. 13) met een borstbout en een borgmoer (Fig. 11 en 12). 9. Steek vanaf de onderkant de veer en het bovenste uiteinde van de veer in de veerkap. Kies een gat dat correspondeert met de maaihoogte van het maaidek; d.w.z.
Vóór het gebruik Smeerolie van de tandwielkast controleren De maaihoogte instellen De tandwielkast is ontworpen voor gebruik met SAE 80–90 tandwielolie. De tandwielkast is in de fabriek gevuld met olie; het oliepeil moet echter worden gecontroleerd voordat het maaidek voor de eerste keer wordt gebruikt. De maaihoogte kan worden afgesteld van 25 tot 102 mm in stappen van 13 mm door de 4 gaffelpennen in andere gaten te plaatsen (Fig. 15). 1. Plaats het maaidek op een horizontaal oppervlak. 2.
Gebruiksaanwijzing Grasgeleider gebruiken Gevaar Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Als de grasgeleider niet is gemonteerd, kunnen u of anderen in aanraking met het maaimes of uitgeworpen voorwerpen komen. Contact met een draaiende maaimes en uitgeworpen voorwerpen kan lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 2 bedrijfsuren • Moeren van zwenkwielen aandraaien. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Moeren van zwenkwielen aandraaien. • Torsie van mesbouten controleren. • Maaimessen controleren. • Lagerbussen van zwenkwielarmen smeren. • Lagers van zwenkwielen smeren. Dagelijks Moeren van zwenkwielen aandraaien.
Lagers en lagerbussen smeren Het maaidek moet regelmatig worden gesmeerd. Als de machine in normale omstandigheden wordt gebruikt, moet u de lagers en lagerbussen van de zwenkwielen om de 8 bedrijfsuren of dagelijks smeren met Nr. 2 vet op lithiumof molydeenbasis voor algemene doeleinden, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Alle andere lagers en lagerbussen en de tandwielkast moeten om de 50 bedrijfsuren worden gesmeerd. 1. Smeerpunten: • lagerbussen van zwenkwielas (Fig.
Maaidek loskoppelen van de tractie-eenheid 3. Laat het maaidek neer en verwijder de 4 pennen uit de maaihoogtebeugels. 4. Start de motor en hef het maaidekframe op. 1. Plaats de machine op een horizontaal vlak. Hef het maaidek op, stel de parkeerrem in werking, zet het tractiepedaal in de neutraalstand en schakel de aftakas uit. Zet daarna de motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact. 5.
Onderhoud van de lagerbussen in de zwenkwielarmen 5. Smeer vet aan de binnen- en buitenkant van de nieuwe lagerbussen. Druk de lagerbussen voorzichtig in de bevestigingsbuis met behulp van een hamer en een vlakke plaat. In de boven en onderkant van de buis in de zwenkwielarmen zitten lagerbussen gedrukt. Deze lagerbussen zullen na vele bedrijfsuren slijten. Om de lagerbussen te controleren, moet u de zwenkwielvork naar voren en naar achteren en van links naar rechts bewegen.
Onderhoud van het zwenkwiel en het lager Controle op kromme messen 1. Plaats de machine op een horizontaal vlak. Hef het maaidek op, stel de parkeerrem in werking, zet het tractiepedaal in de neutraalstand en schakel de aftakas uit. Zet daarna de motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact en maak de bougiekabels los van de bougies. Zet het maaidek vast om te voorkomen dat dit per ongeluk naar beneden valt. Het zwenkwiel draait op een hoogwaardig rollager dat wordt ondersteund door een hol asje.
Maaimes verwijderen Maaimes controleren en slijpen Een mes moet worden vervangen als u een vast voorwerp heeft geraakt, of als het mes uit balans, versleten of krom is. Gebruik ter vervanging altijd originele Toro-messen zodat u zeker bent van een veilig gebruik en optimale prestaties. Gebruik nooit messen van andere fabrikanten, omdat deze gevaarlijk kunnen zijn. Als u het maaimes controleert en een onderhoudsbeurt geeft, moet u op twee plaatsen letten: de wiek en de snijrand.
3. Draai de messen totdat de randen van de messen op één lijn staan ten opzichte van elkaar. De afstand tussen de randen van messen die zich naast elkaar bevinden, mag niet meer dan 3 mm zijn. Als die afstand meer dan 3 mm is, gaat u verder met stap 10 en plaatst u afstandsringen tussen het spilhuis en de onderkant van het maaidek. Waarschuwing Als het mes gaat slijten, kan er een groef ontstaan tussen de wiek en het platte deel van het mes (Fig. 27–C).
Grasgeleider vervangen 9. Verwijder de tapbouten, platte ringen en borgmoeren van de buitenste as op de plek waar de opvulstukken moeten worden geplaatst. Om het mes hoger of lager te zetten, moet een opvulstuk, Onderdeel Nr. 3256–24, tussen het ashuis en de onderkant van het maaidek worden geplaatst. Ga verder met de controle van de uitlijning van de messen en plaats opvulstukken totdat de randen van de messen binnen de gewenste afstand blijven. 1. Plaats de machine op een horizontaal vlak.
Spanpoelie afstellen Drijfriem vervangen De spanpoelie oefent kracht uit op de riem zodat het vermogen kan worden overgebracht op de mespoelies. Als de spanpoelie de riem niet met voldoende kracht spant, zal het vermogen niet maximaal worden overgebracht op de poelies. Voor de beginspanning op een nieuwe riem moet de grote moer, die kracht uitoefent op de riem, worden vastgedraaid met een torsie van 34 tot 41 Nm.
VERVANGEN LOS OF GEBROKEN CONTROLEER POELIE OP UITGANGSAS VAN MOTOR OK VERVANGEN GEBROKEN CONTROLEER AFTAKAS AS OPNIEUW VASTDRAAIEN MET TORSIE VAN 115–136 Nm SLIJPEN OF VERVANGEN CONTROLEER AS BOUTEN LOS OK BOT OF KROM CONTROLEER MAAI MESSEN OK OK CONTROLEER AFTAKAS RIEM VERVANGEN GEBROKEN CONTROLEER TANDWIELKAST ASSEN VERVANGEN OK VASTDRAAIEN OF VERVANGEN OK VASTDRAAIEN OF VERVANGEN LOS CONTROLEER TANDWIELKAST POELIE GEBROKEN OK LOS OF GEBROKEN CONTROLEER AFTAKAS POELIE V
De Algemene Garantiebepalingen voor Toro–producten 2 jaar garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro–product (hierna: het “Product”) gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten* is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.