FORM NO. 3318-404 NL Rev A MODEL NR. 30569—60001 & HOGER MODEL NR.
FOREWORD De Guardian® 62" Recycler® Maaimachine maakt gebruik van geavanceerde concepten op gebied van techniek, design en veiligheid. Als u de machine op juiste wijze onderhoudt zult u er uitstekende resultaten mee behalen. De Guardian is een kwaliteitsprodukt en Toro voelt zich betrokken bij het toekomstig gebruik van de machine en de veiligheid van de gebruiker. Lees daarom deze handleiding om uzelf vertrouwd te maken met de juiste configuratie, bediening en onderhoudsvoorschriften van de machine.
Veiligheid Training Voorbereiding 1. Lees de voorschriften aandachtig door. Maak uzelf vertrouwd met de bedieningsorganen en het juiste gebruik van de machine. 1. Draag altijd geschikt schoeisel en een lange broek tijdens het maaien. Bedien de apparatuur niet indien u blootsvoets bent of sandalen draagt. 2. Sta nooit toe dat de grasmaaier gebruikt wordt door kinderen of personen die niet vertrouwd zijn met deze voorschriften.
2. Maai alleen bij daglicht of goed kunstlicht. 8. Zorg dat de messen stilstaan voordat u oppervlakken oversteekt die niet met gras begroeid zijn. 3. Zet alle hendels van de messenaandrijving in de neutraalstand voordat u de machine gaat starten. 9. Stoot geen materiaal uit in de richting van omstanders en laat personen nooit in de buurt van de machine komen als u met accessoires werkt. 4. 5.
• voordat u de grasopvangbak verwijdert; Geluids- en trillingsviveau • voordat de hoogte-instelling veranderd wordt, behalve wanneer de instelling vanuit de bestuurdersstoel veranderd kan worden. Geluidsniveau 16. Neem gas terug terwijl de motor uitloopt en als de motor is uitgerust met een benzinekraantje zet dan de brandstoftoevoer dicht nadat u klaar bent met maaien. Onderhoud en Opslag 1. 2. 3.
Overzicht van gebruikte symbolen Bijtende vloeiGiftige dampen stoffen, chemische of gassen, brandwonden aan verstikking vingers of hand Elektrische schokken, elektrokutie Bekneld raken gehele lichaam van bovenaf Zijwaardse Zijwaardse Bekneld raken beknelling vingers beknelling been gehele lichaam of hand Zijwaardse beknelling bovenlichaam Vloeistof onder hoge druk, kan lichaam binnendringen Afsnijden vingers Afsnijden tenen Afsnijden tenen Afsnijden, geof hand, of voet, of vingers, mes grepen worden
Raadpleeg Veiligheidsgordels technische hand- vastmaken leiding voor de juiste onder houdsprocedures Waarschuwings- Waarschuwings- Lees gebruikers- Vuur, open licht Oogbescherming driehoek driehoek met handleiding en roken verplicht waarschuwingsverboden symbool Veiligheidshelm Gehoorbescherm- Gevaar, giftige Eerste hulp ing verplicht verplicht stoffen Spoelen met water Motor Overbrenging Hydraulisch systeem Uitlaatgassen Druk Peilindicator Vloeistofpeil Af/stoppen Inschakelen Uitschakelen Sne
n/min Starten motor Stoppen motor Motorisch defect Motortoerental/ frequentie Choke Injectiepompje Elektrisch voorglo- Transmissieolie (hulpmiddel (starthulpmiddel) eien starten bij lage temperaturen) NH L F Transmissieolie- Transmissieolie- Defect transmissie Koppeling druk temperatuur Neutraalstand Hoog Laag Vooruit Hydraulische oliedruk Hydraulisch oliepeil Defect brandstofsysteem RP 1 2 3 8 Achteruit Parkeerstand Eerste versnelling Hydraulisch oliefilter Hydraulische Defect olietemper
Specificaties Maaibreedte: 62 inch Maaihoogte: Instelbaar van 1,5" tot 4,5" in stappen van 0,5". Behuizing maai-eenheid: De 4" diepe behuizing is gemaakt van 2,7 mm staal en versterkt met kokerplaten van 3,5 mm Aandrijving maai-eenheid: De versnellingsbak met geïsoleerde ophanging op de maai-eenheid wordt aangedreven door een aftakas. Het vermogen wordt overgebracht op de messen door een zeskantige “AA”- V-snaar.
smeerpeil te laag is, moet de vuldop bovenop de tandwielkast verwijderd worden en voldoende smeer toegevoegd worden totdat het smeer tot aan het gaatje aan de zijkant staat. HET AFSTELLEN VAN DE MAAIHOOGTE (Afb. 2–3) De maaihoogte is instelbaar van 1-1/2 tot 4-1/2" inch in stappen van 1/2 inch, door een gelijk aantal afstandsblokken toe te voegen aan of te verwijderen van de voorste en achterste vorken van de zwenkwielen.
2. Verwijder C-vormige afstandsblokken toe of verwijder ze op/van het dunne gedeelte van de spilas onder de zwenkwielarm om de gewenste maaihoogte te bereiken. Controleer of de drukringen en niet de afstandsblokken contact maken met de boven- en onderkant van de zwenkwielarm. 3. Zet het klemkapje vast zodat het onderdeel goed vast zit. 4. Controleer of alle vier de zwenkwielen ingesteld zijn op dezelfde maaihoogte. HET AFSTELLEN VAN DE SKI'S (Afb. 4) 1. Afbeelding 4 1.
moet de machine langzamer dan normaal gebruikt worden en moet de maaier achteruit gehaald worden als deze verstopt begint te raken. 4. MAAI MET GELIJKE TUSSENPOZEN—Onder de meeste normale condities moet u om de 4 à 5 dagen uw gazon maaien. U moet echter in gedachten houden dat gras onregelmatig groeit. Om dezelfde maaihoogte aan te houden, wat wij wel aanbevelen, moet u vroeg in de lente vaker maaien en als het gras midden in de zomer minder snel groeit moet u slechts iedere 8–10 dagen maaien.
anders dagelijks gesmeerd worden met Nr. 2 vet op lithium- of molybdeenbasis voor algemene doeleinden. 1. De maai-eenheid heeft lagers en lagerbussen die gesmeerd moeten worden, en deze smeerpunten bevinden zich op de volgende plaatsen: aslagerbussen van de voorste zwenkwielen (Afb. 5); spilas van de achterste zwenkwielen (Verwijder de as van de zwenkarm en smeer de zeskantige as iedere 50 uur in met een laag vet (Afb. 6); kogellagers van de zwenkwielen (Afb. 5 & 6); lagerbussen van de messenassen (Afb.
Vervangen Vervangen Inspecteer aftakas Gebroken OK Los of gebroken Inspecteer poelie van motor output-as Vast draaien 115-149 Nm Slijpen of vervangen Inspecteer asbouten Los OK Bot of scheef Inspecteer messen OK OK Vastdraaien of vervangen Los of gebroken Inspecteer aftakas poelie OK Vastdraaien of vervangen Los of gebroken Inspecteer snaar aftakas Vervangen Vastdraaien of vervangen Inspecteer assen van de tandwielkast Vastdraaien of vervangen OK Gebroken Inspecteer poelie va
LET OP • De motor kan per ongeluk opgestart worden. • Indien de motor per ongeluk opgestart wordt, kan dit ernstige verwondingen voor de bestuurder of omstanders tot gevolg hebben. • Schakel de machine uit en verwijder de sleutel uit het contact voordat u enig onderhoud of afstellingen uit gaat voeren. DE MAAI-EENHEID VAN DE TRACTIEEENHEID AFKOPPELEN (Afb. 9–10) 1.
3. Schuif het “mannelijke” deel van de aftakas in het “vrouwelijke” deel van de aftakas. 4. Zet de lifthendel in de VRIJ-positie [FLOAT]. Druk de liftarmen naar beneden totdat de gaten in de kogelgewrichten gelijk komen met de gaten in de zwenkwielarmen. 5. Bevestig de kogelgewrichten aan de zwenkwielarmen met behulp van de tapbouten, volgringen en flensmoeren. Zet de volgringen aan de buitenkant van de zwenkwielarm. HET VERVANGEN VAN DE AANDRIJFRIEM (Afb. 11–13) Afbeelding 11 1.
ONDERHOUD AAN DE VOORSTE LAGERBUSSEN IN DE ZWENKWIELARMEN (Afb. 14) In de boven- en onderkant van de buis in de zwenkwielarmen zitten lagerbussen gedrukt die na vele gebruiksuren zullen slijten. Om de lagerbussen te controleren moet de zwenkwielvork van voor naar achter en van links naar rechts op en neer bewogen worden. Indien de zwenkwielas los in de lagerbussen zit, zijn de lagerbussen versleten en moeten deze vervangen worden. 1.
1. Verwijder de borgmoer van de tapbout waarmee de zwenkwielgeheel in de zwenkwielvork bevestigd is. Pak het zwenkwiel vast en schuif de tapbout uit de vork. 2. Trek het holle asje uit de wielnaaf. 3. Verwijder de lagerbus uit de wielnaaf en laat het lager eruit vallen. Verwijder de lagerbus vanaf de andere kant als waar de wielnaaf zit. 4. Controleer lager, spanner en binnenkant van de wielnaaf op slijtage. Vervang defecte onderdelen. 5.
LET OP • Het proberen een krom mes te richten of een gebroken of gescheurd mes te lassen kan tot ernstige verwondingen leiden en/of tot gevolg hebben dat de veiligheidscertificatie van het produkt vervalt. • Probeer geen kromme messen te richten, en las nooit aan een gebroken of gescheurd mes. • Een beschadigd mes moet altijd vervangen worden. HET INSPECTEREN EN SCHERPEN VAN HET MES (Afb. 17–18) 1. Haal de messenkooi op naar de hoogste positie, schakel de motor uit en activeer de parkeerrem.
AFGESTEMDE INSTELLINGEN VAN DE MAAI-EENHEID Indien de messen niet op gelijke hoogte afgesteld zijn, zullen er na het maaien strepen te zien zijn op het gazon. Dit probleem kan gecorrigeerd worden door de messen recht te zetten en ervoor te zorgen dat alle messen op hetzelfde niveau maaien. 1. Gebruik een waterpas van ongeveer een meter lang en zoek een horizontaal oppervlak op de vloer van de werkplaats. 2. Stel de maaihoogte in op de hoogste positie: zie Het afstellen van de maaihoogte. 3.