Operator's Manual

Afbeelding 5
moet de machine langzamer dan normaal gebruikt worden en
moet de maaier achteruit gehaald worden als deze verstopt
begint te raken.
4. MAAI MET GELIJKE TUSSENPOZEN—Onder de meeste
normale condities moet u om de 4 à 5 dagen uw gazon maaien.
U moet echter in gedachten houden dat gras onregelmatig
groeit. Om dezelfde maaihoogte aan te houden, wat wij wel
aanbevelen, moet u vroeg in de lente vaker maaien en als het
gras midden in de zomer minder snel groeit moet u slechts
iedere 8–10 dagen maaien. Indien gedurende een langere
periode niet kunt maaien door de weersomstandigheden of om
andere redenen, moet u de eerstvolgende keer niet te kort
maaien; vervolgens 2 à 3 dagen later met een lagere
maaihoogte-instelling maaien.
5. MAAI ALTIJD MET SCHERPE MESSEN—Een scherp mes
maait netjes en zonder de grassprieten te beschadigen zodat het
lijkt of ze dood zijn. Door het inscheuren en kapot trekken van
het gras wordt het gras aan de punten bruin, waardoor de groei
geschaad wordt en het gras vatbaarder wordt voor ziektes.
6. STOPPEN—Indien de voortbeweging tijdens het maaien
gestopt moet worden, kan er een kluitje gemaaid gras op het
gazon achterblijven. Volg deze procedure om te stoppen tijdens
het maaien:
A. Als de messenkooi in werking is, moet u de machine
verplaatsen naar een stuk dat reeds gemaaid is.
B. Zet de machine in de neutraalstand, zet de gashendel in de
LANGZAAM-positie [SLOW] en draai de sleutel in het
contact naar AF [OFF].
7. NA HET MAAIEN—Om optimale resultaten te waarborgen
moet de onderkant van de maaierbehuizing, vooral rond de
inlaten “kickers” na iedere maaibeurt gereinigd worden. Als
zich grasresten op kunnen hopen in de maaierbehuizing en op
de inlaten, zullen de maairesultaten verslechteren.
SMERING
HET SMEREN VAN LAGERS, LAGER-
BUSSEN EN TANDWIELKAST (Afb. 5–8)
De maai-eenheid moet regelmatig gereinigd worden. Indien de
machine onder normale condities gebruikt wordt, moeten de lagers
en de lagerbussen van de zwenkwielen na iedere 8 bedrijfsuren of
12
Onderhoud