Operator's Manual

Afbeelding 6
Afbeelding 7
Afbeelding 8
1. Vuldop
2. Controleplug
3. Aftapplug
anders dagelijks gesmeerd worden met Nr. 2 vet op lithium- of
molybdeenbasis voor algemene doeleinden.
1. De maai-eenheid heeft lagers en lagerbussen die gesmeerd
moeten worden, en deze smeerpunten bevinden zich op de
volgende plaatsen: aslagerbussen van de voorste zwenkwielen
(Afb. 5); spilas van de achterste zwenkwielen (Verwijder de as
van de zwenkarm en smeer de zeskantige as iedere 50 uur in
met een laag vet (Afb. 6); kogellagers van de zwenkwielen
(Afb. 5 & 6); lagerbussen van de messenassen (Afb. 7) en de
linker- en rechter kogelgewrichten (Afb. 7).
2. Plaats de machine en de maai-eenheid op een horizontaal
oppervlak en laat de maai-eenheid zakken. Verwijder de
controleplug uit de zijkant van de tandwielkast (Afb. 8) en
controleer of de smeer tot aan het gaatje zit. Indien het
smeerpeil te laag is, moet de vuldop bovenop de tandwielkast
verwijderd worden en voldoende SAE 80-90 W smeer
toegevoegd worden totdat het smeer tot aan het gaatje aan de
zijkant staat.
13