Operator's Manual

Afbeelding 11
1. Vrijlopende poelie
Afbeelding 12
1. Afdekplaat tandwielkast
2. Tapbouten & moeren
Afbeelding 13
Snaar-schema
3. Schuif het “mannelijke” deel van de aftakas in het
“vrouwelijke” deel van de aftakas.
4. Zet de lifthendel in de VRIJ-positie [FLOAT]. Druk de
liftarmen naar beneden totdat de gaten in de kogelgewrichten
gelijk komen met de gaten in de zwenkwielarmen.
5. Bevestig de kogelgewrichten aan de zwenkwielarmen met
behulp van de tapbouten, volgringen en flensmoeren. Zet de
volgringen aan de buitenkant van de zwenkwielarm.
HET VERVANGEN VAN DE
AANDRIJFRIEM (Afb. 11–13)
De aandrijfriem, die gespannen wordt door de vaste vrijlopende
poelie, is erg duurzaam. Echter, na vele gebruiksuren zal de riem
tekenen van slijtage gaan vertonen. Tekenen dat een riem aan het
slijten is zijn: het gieren tijdens het draaien van de riem, als de
messen slippen tijdens het maaien, gerafelde randen, schroeiplekken
en scheuren. Vervang de riem als u deze zaken constateert.
1. Laat de maai-eenheid zakken op de vloer van de werkplaats
zakken. Verwijder de afdekplaten van de snaar van de
bovenkant van de maai-eenheid en zet de afdekplaten weg.
2. Draai de flensmoer los waarmee de vrijlopende poelie aan de
maai-eenheid gemonteerd is. Beweeg de poelie van de snaar af
zodat de snaarspanning verminderd wordt.
3. Verwijder de rijtuigschroeven waarmee de tandwielkast aan de
maai-eenheid bevestigd is. Licht de afdekplaat van de
tandwielkast en de tandwielkast van de maai-eenheid en leg
deze boven op de maai-eenheid.
4. Verwijder de oude riem van de spilpeolies en de vrijlopende
poelie.
5. Stuur de nieuwe riem rond de spilpoelies en de vrijlopende
poelie, zoals afgebeeld in Afbeelding 13.
6. Plaats de afdekplaat weer op de maai-eenheid en stuur de riem
rond de poelie van de tandwielkast. Bevestig de afdekplaat van
de tandwielkast aan de maai-eenheid met de rijtuigschroeven
en flensmoeren die u eerder verwijderd hebt.
7. Schuif de vrijlopende poelie tegen de riem en oefen een druk
uit van 50 lbs.
8. Houd de poelie in positie en draai de moer vast.
9. Monteer de afdekplaten van de riem weer op hun plaats.
16