Operator's Manual

Afbeelding 17
1. Opstaand randje
2. Slijtage
3. Groefvorming
Afbeelding 18
1. Uitsluitend scherpen onder deze hoek
HET INSPECTEREN EN SCHERPEN VAN
HET MES (Afb. 17–18)
1. Haal de messenkooi op naar de hoogste positie, schakel de
motor uit en activeer de parkeerrem. Zet de maai-eenheid vast
zodat deze niet per ongeluk naar beneden kan vallen.
2. Inspecteer nauwkeurig de uiteinden van de messen, vooral op
de punten waar de gebogen delen van het mes vlak worden
(Afb. 17A). Omdat zand en schurend materiaal het metaal dat
de vlakke met de gebogen delen verbindt doet slijten, moet het
mes gecontroleerd worden voordat de machine gebruikt wordt.
Indien er slijtage geconstateerd wordt (Afb. 17B), dan moet het
mes vervangen worden: zie Het verwijderen van de messen.
3. Inspecteer de snijkanten van alle messen. Scherp de snijkanten
indien deze bot of beschadigd zijn. Scherp uitsluitend de top
van de snijkant en handhaaf de oorspronkelijke snijhoek om
deze zo goed mogelijk scherp te houden (Afb. 18). Het mes zal
in balans blijven als dezelfde hoeveelheid metaal aan beide
uiteinden weggehaald wordt.
4. Om te controleren of het mes recht en parallel is, moet u het
mes op een horizontaal oppervlak leggen en de uiteinden
controleren. De uiteinden van het mes moeten een klein beetje
lager liggen dan het midden, en de snijkant moet lager zijn dan
de hiel van het mes. Dit mes zal een goede maaikwaliteit
leveren en minimaal vermogen van de motor vergen.
Daarentegen moet een mes waarbij de uiteinden hoger liggen
dan het midden, waarbij de snijkant hoger is dan de hiel of
indien het mes gebogen of krom is, vervangen worden.
5. Installeer het mes – met het opstaand randje naar de maai-
eenheid gericht en de bescherming tegen afschaven en de
bevestigingsbout van het mes. Draai de bevestigingsbout vast
met 115–149 Nm.
19
Het proberen een krom mes te richten of een
gebroken of gescheurd mes te lassen kan tot
ernstige verwondingen leiden en/of tot gevolg
hebben dat de veiligheidscertificatie van het
produkt vervalt.
Probeer geen kromme messen te richten, en las
nooit aan een gebroken of gescheurd mes.
Een beschadigd mes moet altijd vervangen worden.
LET OP