Operator's Manual

Deinterlockschakelaarvanhet
maaidekcontroleren
1.Zetdemotoraf.
2.Zetdeschakelaarvandemaaiaandrijving
opuitendraaihetcontactsleuteltjeopI.Het
indicatielampjevandemaaiaandrijvingmagniet
gaanbranden.
3.Zetdeschakelaaropvooruit.Hetindicatielampje
moetgaanbrandenendemotormagnietstarten
alshetcontactsleuteltjewordtomgedraaid.
Herhaalditmetdeschakelaaropachteruit.
Deinterlockschakelaarvande
parkeerremcontroleren
1.Zetdemotoraf.
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.DraaihetcontactsleuteltjeopI.Het
indicatielampjevandeparkeerremmoetgaan
branden.
4.Zetdeparkeerremvrij.Hetindicatielampjemoet
dovenendemotormagnietstartenalshet
contactsleuteltjewordtomgedraaid.
5.Steldeparkeerreminwerking,gainde
bestuurdersstoelzittenenstartdemotor.
6.Zetdeparkeerremvrij.
7.Staopuitdebestuurdersstoelencontroleerof
demotorafslaat.
Deinterlockschakelaar
transmissieinvrijstand
controleren
1.Zetdemotoraf.
2.Neemuwvoetvandepedalenvooruit/achteruit.
3.DraaihetcontactsleuteltjeopstandI.Het
indicatielampjeTransmissieinvrijstandmoetnu
gaanbranden.
4.Drukdepedalenvooruitenachteruitlichtjesin
omtecontrolerenofhetindicatielampjeuitgaat.
Opmerking:Controleergrondigofderuimterond
demachineveiligis,voordatucontroleertofdemotor
onderdezeomstandighedeninderdaadnietstart.
Startenvandemotor
Belangrijk:Umoethetbrandstofsysteem
ontluchtenvoordatudemotorstartalsu
dezevoordeeerstekeerstart,demotor
isafgeslagenomdatdebrandstofopwas,
ofonderhoudswerkzaamhedenaanhet
brandstofsysteemzijnuitgevoerd;zieHet
brandstofsysteemontluchten(bladz.38).
Belangrijk:Dezemachineisvoorzienvan
eenstartbeveiliging,zieLerenwerkenmetde
dodemansinrichtingen(bladz.21).
1.Gaopdestoelzitten,zetuwvoetnietophet
tractiepedaalzodatditindeNEUTRAALSTAND
staat,zorgervoordatdeschakelaarvande
maaidekaandrijvinguitstaat,steldeparkeerrem
inwerkingenzetdegashendelop70procent
vanvolgas.
2.Draaihetcontactsleuteltjeopaan(standI)
encontroleerofhetoliedruklampjeenhet
acculampjegaanbranden.
3.Alsdemotorkoudis,moetuhetsleuteltjenaar
voorverwarmen(standII)draaienzodathet
indicatielampjemotorvoorverwarmenoplicht
(Figuur21).Houd5secondenvastomde
gloeibougiesoptewarmen.
4.Nadatdegloeibougieszijnopgewarmdofals
demotoralwarmis,draaituhetsleuteltjenaar
start(standIII)enhoudtuhetdaaromdemotor
testarten.
Umagnietlangerdan15secondenproberente
starten.Laathetcontactsleuteltjeopnieuwnaar
standIkomenalsdemotorstart.
5.Laatdemotoropeenlaagstationairtoerental
lopentotdatdezeisopgewarmd.
Belangrijk:Alsdemotorloopt,moetenalle
waarschuwingslampjeszijngedoofd.Alseen
waarschuwingslampjebrandt,moetudemotor
directafzettenenhetprobleemverhelpenvoordat
udemotoropnieuwstart.
Demotorafzetten
WAARSCHUWING
Houduwhandenuitdebuurtvanbewegende
onderdelenenhetemotordelenwanneerde
motorloopt.
1.Zetallebedieningsorganeninde
NEUTRAALSTAND,steldeparkeerremin
werking,zetdegashendeloplaagstationairen
laatdemotoropeenlaagstationairtoerental
lopen.
Belangrijk:Laatdemotor5minuten
stationairlopenvoordatudezeafzetof
nadatdemachinevolledigbelastisgebruikt.
Indienuditnalaat,kunnenerproblemenmet
eenturbo-dieselmotorontstaan.
2.Laatdemotor5minutenstationairdraaien.
23