Form No. 3395-744 Rev A Polar Trac cabine Groundsmaster® 7200-serie Modelnr.: 30474—Serienr.: 315000001 en hoger Modelnr.: 30675—Serienr.: 315000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Dit product bevat een chemische stof of chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Raadpleeg de inbouwverklaring achterin deze uitgave voor meer informatie. Figuur 1 1. Plaats van modelnummer en serienummer Inleiding Modelnr.
Inhoud Veiligheid Veiligheid ...................................................................... 3 Veilige bediening ..................................................... 3 Veiligheids- en instructiestickers ................................ 6 Montage ....................................................................... 9 1 De hitteschermen monteren ..................................11 2 Het koelsysteem van de motor gebruiksklaar maken ...............................................................
Vóór ingebruikname • De uitlaatgassen van de motor bevatten koolmonoxide, een reukloos, dodelijk gif. Laat de motor niet binnenshuis of in een afgesloten ruimte lopen waar damp zich kan opstapelen. • Draag tijdens het werk altijd een lange broek en stevige • • • schoenen. Draag geen schoenen met open tenen en loop niet op blote voeten. Inspecteer het terrein waarop u de maaimachine gaat gebruiken grondig en verwijder eventuele voorwerpen die door de machine kunnen worden uitgeworpen.
Onderhoud en opslag – voordat u verstoppingen losmaakt of het uitwerpkanaal ontstopt; • Draai alle moeren, bouten en schroeven regelmatig strak – voordat u het werktuig gaat controleren, schoonmaken of er werkzaamheden aan gaat verrichten aan, zodat de machine steeds veilig in gebruik is. • Als er zich brandstof in de tank bevindt, mag u de – als u een vreemd voorwerp raakt.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. De volgende sticker met instructies wordt aangebracht op onderdelen die bij deze set worden geleverd en wordt gebruikt bij de conversie. 112-6312 130-0458 1. Lees de Gebruikershandleiding. 1. Lees de Gebruikershandleiding voor meer informatie over zekeringen. 5.
130-5361 1. Waarschuwing – lees de Gebruikershandleiding; bestuur de machine alleen als u op de bestuurdersstoel zit; draag een veiligheidsgordel; draag gehoorbescherming.
121-8378 1. Ventilator – uit 2. Ventilator – aan (maximaal vermogen) 5. Buitenlucht 6. Binnenlucht 3. Koude lucht 7. Airconditioning – uit 4. Warme lucht 8. Airconditioning – aan 125-9659 1. Koplamp – aan 5. Gevarenlicht – aan 2. Koplamp – uit 6. Gevarenlicht – uit 3. Cabinelicht – aan 7. Linksafsignaal 4. Cabinelicht – uit 8.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd.
Procedure 9 10 11 12 13 15 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Slangovertrek Kabelklemband Winterframe Wiel en band Wielmoer Koppelingspen Rupsbanden 2 4 1 6 20 2 2 Het winterframe monteren. Geen onderdelen vereist – De bevestigingssteunen van de cabine monteren. Afdichtingsrubber 2 De panelen monteren.
Opmerking: Alle verwijzingen naar de installatie of bediening van de cabine hebben alleen betrekking op cabinemodel 30474. 5. Maak op het achterpaneel de zijde aan de motor schoon. Opmerking: Zorg dat vet en/of olie van het paneel is verwijderd om een goede bevestiging te garanderen. Belangrijk: De bevestigingen op de deksels van deze machine zijn zo ontworpen dat ze op het deksel blijven zitten nadat de bevestiging is losgemaakt.
10. Steek de stoelkabelboom door de inkeping in het hittescherm. 1 11. Breng rubberen ringen aan in de 3 gaten in de achterframebevestiging, zie Figuur 7. Figuur 7 1. Rubberen ring g028354 2 Figuur 5 1. Kabelboomaansluiting van stoelschakelaar Het koelsysteem van de motor gebruiksklaar maken 8. Maak de onderkant van de stoelmontageplaat schoon. Opmerking: Zorg dat vet en/of olie van de stoelplaat is verwijderd om een goede bevestiging te garanderen. Benodigde onderdelen voor deze stap: 9.
6. Monteer de vrouwelijke snelkoppelfitting, de stofplug en een rechte nippelkoppeling met een slangklem op de juiste verwarmingsslang. Opmerking: Gebruik voor machines met Yanmar-motor de verwarmingsslang van 86,3 cm. Gebruik voor machines met Kubota-motor de verwarmingsslang van 132 cm. Dit is de retourslang. 7. Monteer de retourslang rechts op de tussenschotbeugel; gebruik hierbij een R-klem, een slotbout (1/4 inch) en een moer (1/4 inch) (Figuur 10). Figuur 8 1. Achterframebevestiging 3 2.
3 1 2 1 Figuur 11 1. Onderste radiateurslang 2. Witte lijn g028095 Figuur 13 Yanmar-motor 10. Monteer de T-fitting in de slangen en bevestig met slangklemmen, zoals wordt getoond in Figuur 12 en Figuur 13. 1. Radiateurslang 3. Retourslang 2. T-fitting Opmerking: Voor machines met een Kubota-motor moet de slangribbel naar achteren wijzen, naar het scherm van de radiateurventilator. 11. Sluit het losse uiteinde van de retourslang aan op de nieuwe T-fitting in de radiateurslang (Figuur 12). 12.
Figuur 14 1. Drukslang 3. Kabelklemband 2. Retourslang Figuur 16 2. Koppel de draad los en verwijder de thermoschakelaar van de linkerzijde van de thermostaatbehuizing van de motor (Figuur 15). Gooi de schakelaar weg. 1. Thermostaatbehuizing van 3. Drukslang motor 2. Slangadapterfitting 4. Slangklem 4. Koppel het vrije uiteinde van de drukslang aan op de adapterfitting van de thermostaatbehuizing van de motor (Figuur 16). Opmerking: Maak de slang met een slangklem vast aan de adapterfitting.
1 6. Monteer de nieuwe dubbele contactschakelaar op de rechterzijde van de thermostaatbehuizing van de motor (Figuur 18). 2 g028372 Figuur 19 1. Drukslang Figuur 18 1. Dubbele contactschakelaar 2. Draad van oude linkerschakelaar 2. Retourslang 2. Koppel de draden los en verwijder de thermoschakelaar van de linkerzijde van de thermostaatbehuizing van de motor (Figuur 20). 7. Sluit de draad die eerst op de rechterschakelaar zat aan op de mannelijke kabelschoen.
3 2 1 g028373 Figuur 21 1. Drukslang 3. Slangadapterfitting Figuur 22 2. Slangklem 1. Kap van bedieningspaneel 2. Vergrendelingen 4. Koppel het vrije uiteinde van de drukslang aan op de adapterfitting van de thermostaatbehuizing van de motor (Figuur 21). 3.
9. Sluit de rode draad van de kabelboom aan op de voedingskabelboom. 10. Steek de aansluiting van de voedingskabelboom door de rubberen huls van de pluskabel van de accu. 11. Sluit de voedingskabelboom aan op de pluskabel van de accu (Figuur 26). 12. Verbind de zwarte kabel met de negatieve accupool (Figuur 26). Figuur 24 1. Roze draad met plastic bel (snij het uiteinde van de plastic bel weg) 6. Snij het uiteinde van de plastic bel voorzichtig weg en sluit er de juiste draadaansluiting op aan. 7.
Opmerking: De beugel en het wasreservoir horen aan de linkerzijde van het frame. 6 7 1 5 1 1 5 4 1 g028230 4 2 3 Figuur 28 Yanmar-modellen Figuur 27 Kubota-modellen 1. 2. 3. 4. Moer Bout Slotbout Beugel 2 3 g028229 5. Slotbout 6. Bout 7. Wasreservoir 1. Wasreservoir 4. Beugel 2. Moer 3. Bout 5.
8 Maaidek verwijderen Benodigde onderdelen voor deze stap: Figuur 29 1. Buis van achterbumper 2. Krik 2. Monteer de bodemplaat (Figuur 30) als volgt op het frame onder de motor: A. Monteer de voorzijde van de bodemplaat op de bevestigingsplaat van de bodemplaat met 2 flenskopbouten (3/8 x 1-3/4 inch) en flensmoeren (3/8 inch) (Figuur 30). B.
2. Op tractie-eenheden met een serienummer kleiner dan 312999999 bevestigt u de verticale buissteun aan de achterste hoeken van het maaidekframe; gebruik hierbij een gaffelpen en een zelftappende schroef van 1/4 inch (Figuur 32) 1 gebruik hierbij een schroef (3/8 x 2-1/4 inch) en flensmoer (3/8 inch) (Figuur 33). 5. Maak de bodemplaat los van de stoelplaat door de 2 draaipennen waarmee ze verbonden zijn te verwijderen. 6. Bevestig de stoelplaat aan het frame door de draaipennen te plaatsen (Figuur 34).
Opmerking: Bewaar 4 bouten om deze opnieuw te monteren en bewaar de overige bouten, ringen en moeren voor de zomerconversie. Opmerking: U kunt de krik omhoog of omlaag brengen om de bouten gemakkelijker te kunnen verwijderen. Laat de krik volledig neer zodra u de bouten verwijderd hebt. Figuur 36 1. Hefcilinder van maaidek 2. Borgring 3. Schroef 4. Cilinderpen 10. Verwijder de schroef waarmee de voorste draaipen van de cilinder aan het maaierframe is bevestigd (Figuur 36).
9 Het winterframe monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 Slangovertrek 4 Kabelklemband 1 Winterframe 6 Wiel en band 20 Wielmoer 2 Koppelingspen 2 Rupsbanden Figuur 41 1. Ring en moer op steunbout van draaispil (2) Procedure 3. Steek een blok hout tussen de voorste aanslag van het draaistel en het frame om het winterframe naar achteren te kantelen (Figuur 42). 1. Verwijder de 2 schroeven waarmee de inspectieluiken aan de zijkanten bevestigd zijn en verwijder de luiken (Figuur 40).
Figuur 45 2. Framebuis 1. Aandrijfas Figuur 43 1. Pomp 8. Leid de slangen als volgt: 2. Fitting van drukslang (45 graden gedraaid) • Leid de drukslang onder de hefcilinder en tussen de bevestigingsbeugels van de cilinder naar de klep (Figuur 46). 6. Verwijder de 2 schroeven waarmee het scherm van de bodemplaat aan de vloer bevestigd is en verwijder de plaat (Figuur 44). • Leid de tankslang langs de aftakas naar de klep (Figuur 46).
4 2, 3 6 G016205 5 Figuur 49 1 1. Koppelingspen Figuur 47 1. Drukslang 4. Kabelklemband 2. Tankslang 5. Bouten 3. Slangovertrek 6. Rolpen 14. Stel de krik zo af dat u aan beide zijden de bouten (3/4 inch) kunt monteren (Figuur 50). Opmerking: Draai de bouten vast met een torsie van 359 N·m. 11. Terwijl het winterframe tegen het achterframe zit, brengt u de krik zo hoog dat u de aandrijfwielen voor het zomerseizoen kunt verwijderen (Figuur 48). Figuur 50 1. Bouten van 3/4 inch Figuur 48 2.
VOORZICHTIG De rupsbandgeleiders hebben veel mogelijke knelpunten. Contact met één van deze knelpunten kan ernstige persoonlijke letsels veroorzaken. Neem de rubberen rupsband voorzichtig vast aan de buitenranden – vóór de stalen geleiders – wanneer u de rupsband probeert te bewegen. 1 2 23. Stel de krik af op een hoogte die u toelaat om de voorwielen te monteren. G009488 Figuur 51 1. Drukslang 24.
Opmerking: Mogelijk moet u de krik naar de achterbumper verplaatsen om de achterkant van de machine hoog genoeg te brengen zodat u de platte ring en borgmoer kunt plaatsen. 1 4 27. Monteer de inspectieluiken aan de zijkant; gebruik de schroeven die u eerder verwijderd hebt (Figuur 55). 2 3 5 G004634 Figuur 56 1. Rolbeugel 4. Bout en moer 2. Pen 5. Rolbeugelstang 3. Borgpen 11 De panelen monteren Figuur 55 1.
3. Bevestig het bovenste gedeelte van het paneel aan de dwarsstang van het frame; gebruik hierbij 3 schroeven die u eerder verwijderd hebt. 12 4. Het scherm van de bodemplaat monteren (Figuur 58).
Figuur 59 Achterkant van de cabine 1. Middelste schuimrubber links 2. Achterste schuimrubber links 3. Achterste schuimrubber 4. Achterste schuimrubber rechts 5. Middelste schuimrubber rechts Figuur 60 4. Lijn de binnenste randen van de tankschuimrubbers links en rechts uit met de middelste schuimrubbers links en rechts, en vergrendel de lipjes (Figuur 60). 1. Middelste schuimrubber 4. Zijschuimrubber links 2. Tankschuimrubber links 5. Zijschuimrubber rechts 3. Kanaal 6. Tankschuimrubber rechts 6.
1 13 De cabine monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 4 Rubberen cabinebevestiging (bij cabinemodel 30474 geleverd) 4 Bout (1/2 x 3 inch) (bij cabinemodel 30474 geleverd) 4 Stalen ring (geleverd bij cabinemodel 30474) 4 Rubberen ring (geleverd bij cabinemodel 30474) 4 Moer (1/2 inch) (bij cabinemodel 30474 geleverd) 2 Hoekmat (bij cabinemodel 30474 geleverd) 1 Kap voor aansluitpunt g027683 Figuur 63 Buitenaanzicht 1. Voorste bevestigingspunten Procedure 1 1.
6. Monteer de achterste rubberen bevestigingen en de steunen van de cabinebevestigingen losjes aan weerszijden van de achterste bevestigingen van de cabine. (Figuur 65). 1 2 1 2 3 4 5 3 4 g028096 Figuur 65 1. Cabine 2. Cabinebevestiging 3. Frame van de machine 4. Rubberen bevestiging 7. Bevestig de cabine op elk bevestigingspunt aan de machine met een bout (1/2 x 3 inch), een stalen ring, een rubberen ring en een moer (1/2 inch) (Figuur 66 en) (). g027682 Figuur 66 1. Bout 4. Stalen ring 2.
Opmerking: Zorg dat de leiding niet in de buurt komt van hete of bewegende onderdelen. Vul het reservoir voor de sproeiervloeistof. 14 7. Koppel de aansluiting van de sproeierpomp aan op de pomp die zich op het reservoir bevindt. De laatste aansluitingen maken en de werking controleren 8. De machine starten. Beweeg de hefarm op en neer en controleer op hydraulische lekken. 9. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof en de radiateur, en vul indien nodig bij.
Algemeen overzicht van de machine Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Veiligheid staat voorop Lees alle veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veilige bediening. Met behulp van deze informatie kunt u voorkomen dat omstanders of uzelf letsel oplopen. GEVAAR Bij maaien op nat gras, ijs of een gladde, steile helling bestaat de kans dat de wielen slippen en u de macht over de machine verliest.
De draden van de sneeuwblazer leiden Leid de draden van de sneeuwblazer van de cabine door het oog naar de sneeuwblazer. De machine converteren van winter- naar zomergebruik Figuur 70 1. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. 1. Start de machine en verwijder werktuigen. Opmerking: Plaats de machine zodanig dat het winterframe kan worden weggerold en vervangen door het zomerframe, en de achterkant van de machine kan worden opgetild met een krik.
4 2, 3 6 G016205 5 1 Figuur 75 Figuur 73 1. Drukslang 4. Kabelklemband 2. Tankslang 5. Bouten 3. Slangovertrek 6. Rolpen 1. Ring en moer op steunbout van draaispil 8. Plaats een geschikte krik onder het midden van de draaibuis van de voorste hefarm. 9. Krik de krik op tot de achterkant van de machine op de kriksteunen rust en het middelste wiel naar achteren zwaait en het achterwiel bijna raakt. 5.
Opmerking: Zorg ervoor dat alle contacten schoon zijn voordat u aansluitingen maakt. 26. Verwijder de 2 bouten (3/4-inch diameter) waarmee het voorframe bevestigd is aan het achterframe, vóór de aandrijfwielen aan weerszijden van het frame (Figuur 78). Opmerking: Laat de koppelingspennen nog zitten. 1 2 G009488 Figuur 76 1. Drukslang 2. Tankslang 18. Sluit de slang en fitting af. Trek de tankslang achteruit, naar de achterkant van het frame. 19. Maak de drukslang los van de regelklep (Figuur 76). 20.
34. Til de achterkant van de cabine tot boven de rug van de stoel. Draai hiervoor langzaam en gelijkmatig de krikbouten (Figuur 82) aan weerszijden van de krikbuis van de cabine steeds een beetje vaster. Opmerking: Wissel regelmatig van kant zodat de bouten de cabine gelijkmatig ondersteunen en op hun plaats blijven zitten in de gaten in de bodemplaat. Figuur 80 1. Krikbouten 2. Krikbuis van cabine 30. Verwijder de voorste kriksteun en laat de voorkant van de machine op de wielen zakken. Figuur 82 31.
Opmerking: Zorg ervoor dat de achterkant van de cabine boven de stoel en de bedieningshendels komt. Verplaats indien nodig de krik om speling te krijgen tussen de stoel en de achterkant van de cabine. 39. Verwijder de hefcilinderpennen en de achteraandrijfwielen (indien nodig) om toegang te krijgen tot de bouten aan de rechterzijde. Opmerking: Draai de bouten vast met een torsie van 360 N·m. 37.
1 2 3 g028363 Figuur 88 1. Regelklep 3. Drukslang Figuur 90 2. Tankslang 1. Rolbeugelstang 2. Steun van cabinebevestiging 45. Monteer de achterkant van de hefcilinder van het maaidek op de draaipen en bevestig met de borgring (Figuur 89). 48. Plaats de rolbeugel op de rolbeugelstangen. 46. Bevestig de voorkant van de hefcilinder aan het maaierframe; gebruik hierbij de cilinderpen en de schroef (Figuur 89). 49.
Opmerking: Plaats de machine op een egaal oppervlak zodat het maaidekframe kan worden weggerold en vervangen door het winterframe. 5. Plaats een geschikte krik onder de buis van de achterbumper en hef de achterwielen van de grond (Figuur 94). 2. Zet de machine uit. 3. Verwijder de bout, moer, R-pen en pen waarmee de rolbeugels aan de rolbeugelstangen zijn bevestigd (Figuur 92). De rolbeugel verwijderen. 1 4 2 3 Figuur 94 5 1. Buis van achterbumper 2. Krik G004634 6.
1 2 3 4 5 7 Figuur 98 G024845 6 1. Bodemplaat Figuur 96 1. Maaidekframe 5. Zelftappende schroef 2. Flensmoer 3. Conversiebeugel (linkerzijde afgebeeld) 6. Verticale buissteun 7. Zelftappende schroef 14. Verwijder de rolpen en draai de 2 tapbouten los waarmee de aandrijfas aan de as van de tandwielkast is bevestigd (Figuur 99). 4. Schroef 8.
1 1 2 3 g028363 Figuur 100 1. Regelklep 3. Drukslang 2. Tankslang g028364 Figuur 101 17. Sluit de slang en de fitting af met een kap en plug. 1. 3 bevestigingsbouten (3/4 inch), ringen en moeren (linkerzijde) 18. Trek de tankslang achteruit, naar de achterkant van het frame. 19. Maak de drukslang los van de regelklep (Figuur 100). 20. Sluit de slang en de fitting af met een kap en plug. 21. Trek de slang achteruit, naar de achterkant van het frame. 22.
Figuur 105 2. Framebuis 1. Aandrijfas Figuur 103 1. Pomp Opmerking: Als de achterkant van de cabine niet boven de bedieningshendels uitkomt, draait u de krikbouten aan weerszijden van de krikbuis van de cabine gelijkmatig aan om de achterkant van de cabine omhoog te brengen (Figuur 106). 2. Fitting van drukslang (45 graden gedraaid) 26. Verwijder de 2 schroeven waarmee het scherm van de bodemplaat van het winterframe aan de vloer bevestigd is en verwijder de plaat (Figuur 104). Figuur 106 1.
Figuur 109 1. Aandrijfwiel voor zomerseizoen. G016166 32. Figuur 107 1. Tankslang 2. Drukslang Monteer de winterbanden met 2 wielmoeren aan elke zijde. 33. Stel de krik zo af dat de framegaten van 2,5 cm uitgelijnd zijn en breng aan elke zijde een koppelingspen aan (Figuur 110). 29. Sluit de aandrijfas aan op de as van de tandwielkast in het winterframe, en draai de bouten (5/16 inch) aan met een torsie van 20 tot 25 N·m. 30. Monteer de rolpen (Figuur 108). 4 2, 3 Figuur 110 1.
Figuur 111 1. Bouten van 3/4 inch 2. Koppelingspen Opmerking: U moet de achterwielen verwijderen om de achterste bouten (3/4 inch) aan te draaien. Nadat u de framebouten vastgedraaid hebt, moet u de achterwielen monteren en de wielmoeren aandraaien met een torsie van 88 tot 115 N·m. Figuur 113 1. Krikbouten 2. Krikbuis van cabine 37.
1 2 G009488 Figuur 117 1. Drukslang 2. Tankslang Figuur 115 1. Cabinebevestiging 3. Bouten en moeren 2. Rolbeugelstang 4. Rolbeugelstang 41. Til de achterkant van de machine op tot u 2 kriksteunen onder de achterbuis kunt zetten op een hoogte die ervoor zorgt dat de achterwielen 2,5 tot 7,5 cm van de grond komen. 39. Zet de krikbouten los en verwijder de krikbuis van de cabine van de uitsparingen in de cabinevloer (Figuur 116). 42.
Opmerking: Draai de wielmoeren vast met een torsie van 88 tot 115 N·m. Figuur 119 Figuur 121 1. Voorwiel 46. Til de rupsbanden voorzichtig over de achterwielen en de voorste naven. De draairichting is aangeduid op de rupsbanden. De V in de rubberen rupsband moet naar voren wijzen. 50. Laat de krik zakken tot de voorwielen het frame dragen. 51. Monteer de platte ringen (1/2 inch) en borgmoeren op de steunbout van de draaispil (Figuur 121) en draai aan met een torsie van 102 N·m.
Figuur 123 1. Scherm van bodemplaat 2. Bevestigingsschroeven 54. Sluit de druk- en retourslang van de cabine aan op de snelkoppelingen van de achterframebevestiging (Figuur 124). g028090 Figuur 124 1. Drukslang 2. Retourslang 55. Verwijder de kap en sluit de aansluiting van de kabelboom van de cabine aan op de kabelboom van de achterframebevestiging. 56. Start de machine, beweeg de hefarm op en neer en controleer op hydraulische lekken. 57. Controleer het antivriespeil en vul indien nodig bij.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na de eerste 10 bedrijfsuren Onderhoudsprocedure • Bevestigingsbouten van het frame aandraaien. • Wielmoeren aandraaien. Om de 50 bedrijfsuren • Spuit vet in de smeernippels. • Bandenspanning controleren. Om de 200 bedrijfsuren • Wielmoeren aandraaien. VOORZICHTIG Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of omstanders ernstig letsel kunnen oplopen.
Onderhoud elektrisch systeem Belangrijk: Als u werkzaamheden aan het elektrische systeem verricht, moet u altijd de accukabels, de min (-) kabel eerst, loskoppelen om mogelijk beschadiging van de bedrading tengevolge van kortsluiting te voorkomen. Zekeringen controleren Raadpleeg de bij de cabine geleverde Gebruikershandleiding voor aanwijzingen in verband met zekeringen. Als er problemen zijn met het elektrische systeem van de machine, moet u de zekeringen controleren.
Onderhoud aandrijfsysteem Bandenspanning controleren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren Controleer de bandenspanning om de 50 bedrijfsuren (Figuur 127). De voor- en achterbanden moeten een spanning van 2,41 bar hebben. Ongelijke bandenspanning kan leiden tot tractieverlies. Als u tractie verliest, kunt u de bandenspanning verhogen tot 3,45 bar om de rupsbanden strakker te spannen. De bandenspanning kan het best bij koude banden worden gecontroleerd. Figuur 128 1. Inspectieluiken 3.
Stalling Opmerking: Mogelijk moet u de krik naar de achterbumper verplaatsen om de achterkant van de machine hoog genoeg te brengen zodat u de platte ring en borgmoer kunt plaatsen. De machine stallen Opmerking: De voorste en middelste wielen kunt u verwijderen zonder de achterkant van de machine op te tillen en te ondersteunen. 1.
Opmerkingen: 53
Inbouwverklaring The Toro Company, 8111 Lyndale Ave. South, Bloomington, MN, VS verklaart dat de volgende eenheid/eenheden voldoet/voldoen aan de vermelde richtlijnen als ze volgens de bijgeleverde instructies gemonteerd worden op bepaalde Toro-machines, zoals beschreven in de relevante conformiteitsverklaringen. Modelnr.: Serienr.
Lijst met internationale dealers Dealer: Land: Dealer: Land: Hongarije Hongkong Korea Telefoonnummer: 36 27 539 640 852 2155 2163 82 32 551 2076 Agrolanc Kft Balama Prima Engineering Equip. B-Ray Corporation Maquiver S.A. Maruyama Mfg. Co. Inc. Mountfield a.s. Colombië Japan Tsjechië Casco Sales Company Puerto Rico 787 788 8383 Mountfield a.s. Slovakije Ceres S.A. Costa Rica 506 239 1138 Munditol S.A. Argentinië CSSC Turf Equipment (pvt) Ltd. Cyril Johnston & Co. Cyril Johnston & Co.
De Algemene Garantiebepalingen voor Toro-producten Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.