FORM NO. 3318-414 NL Rev A MODEL NR. 30716—60001 & HOGER MODEL NR.
VOORWOORD De Guardian® 72" Recycler® Maaimachine maakt gebruik van geavanceerde concepten op gebied van techniek, design en veiligheid. Als u de machine op juiste wijze onderhoudt zult u er uitstekende resultaten mee behalen. De Guardian is een kwaliteitsprodukt en Toro voelt zich betrokken bij het toekomstig gebruik van de machine en de veiligheid van de gebruiker. Lees daarom deze handleiding om uzelf vertrouwd te maken met de juiste configuratie, bediening en onderhoudsvoorschriften van de machine.
Veiligheid Training Voorbereiding 1. Lees de voorschriften aandachtig door. Maak uzelf vertrouwd met de bedieningsorganen en het juiste gebruik van de machine. 1. Draag altijd geschikt schoeisel en een lange broek tijdens het maaien. Bedien de apparatuur niet indien u blootsvoets bent of sandalen draagt. 2. Sta nooit toe dat de grasmaaier gebruikt wordt door kinderen of personen die niet vertrouwd zijn met deze voorschriften.
2. Maai alleen bij daglicht of goed kunstlicht. 7. Let op voor het verkeer wanneer u in de buurt van wegen bent of wegen oversteekt. 3. Zet alle hendels van de messenaandrijving in de neutraalstand voordat u de machine gaat starten. 8. Zorg dat de messen stilstaan voordat u oppervlakken oversteekt die niet met gras begroeid zijn. 9. Stoot geen materiaal uit in de richting van omstanders en laat personen nooit in de buurt van de machine komen als u met accessoires werkt. 4. 5. 6.
15. Stop de motor en ontkoppel de aandrijving naar de hulpstukken… • vóór het bijtanken; • voordat u de grasopvangbak verwijdert; • voordat de hoogte-instelling veranderd wordt, behalve wanneer de instelling vanuit de bestuurdersstoel veranderd kan worden.
Overzicht van gebruikte symbolen Bijtende vloeiGiftige dampen stoffen, chemische of gassen, brandwonden aan verstikking vingers of hand Elektrische schokken, elektrokutie Bekneld raken gehele lichaam van bovenaf Zijwaardse Zijwaardse Bekneld raken beknelling vingers beknelling been gehele lichaam of hand Zijwaardse beknelling bovenlichaam Vloeistof onder hoge druk, kan lichaam binnendringen Afsnijden vingers Afsnijden tenen Afsnijden tenen Afsnijden, geof hand, of voet, of vingers, mes grepen worden
Raadpleeg Veiligheidsgordels technische hand- vastmaken leiding voor de juiste onder houdsprocedures Waarschuwings- Waarschuwings- Lees gebruikers- Vuur, open licht Oogbescherming driehoek driehoek met handleiding en roken verplicht waarschuwingsverboden symbool Veiligheidshelm Gehoorbescherm- Gevaar, giftige Eerste hulp ing verplicht verplicht stoffen Spoelen met water Motor Overbrenging Hydraulisch systeem Uitlaatgassen Druk Peilindicator Vloeistofpeil Af/stoppen Inschakelen Uitschakelen Sne
n/min Starten motor Stoppen motor Motorisch defect Motortoerental/ frequentie Choke Injectiepompje Elektrisch voorglo- Transmissieolie (hulpmiddel (starthulpmiddel) eien starten bij lage temperaturen) NH L F Transmissieolie- Transmissieolie- Defect transmissie Koppeling druk temperatuur Neutraalstand Hoog Laag Vooruit Hydraulische oliedruk Hydraulisch oliepeil Defect brandstofsysteem RP 1 2 3 8 Achteruit Parkeerstand Eerste versnelling Hydraulisch oliefilter Hydraulische Defect olietemper
Specificaties Maaibreedte: 183 cm (72 inch) Maaihoogte: Instelbaar van 5 – 12,7 cm in stappen van 1,3 cm. Behuizing maai-eenheid: 2,4 mm staal versterkt met 2,5" x 3,2 mm kokerplaten. Aandrijving maai-eenheid: Het vermogen wordt overgebracht op de messen door een zeskantige “B” V-snaar. De spilassen hebben een doorsnede van 3,2 cm en worden ondersteund door twee gesloten tapse kogellagers die gesmeerd kunnen worden.
1. Plaats de machine en de maai-eenheid op een horizontaal oppervlak. 2. Verwijder de controleplug uit de zijkant van de tandwielkast en controleer of de smeer tot aan het gaatje zit. Indien het smeerpeil te laag is, moet de vuldop bovenop de tandwielkast verwijderd worden en voldoende smeer toegevoegd worden totdat het smeer tot aan het gaatje aan de zijkant staat. HET AFSTELLEN VAN DE MAAIHOOGTE (Afb.
N.B.: De achterste zwenkwielvork hoeft niet van de zwenkwielarm verwijderd te worden om de maaihoogte te wijzigen. 2. Verwijder C-vormige afstandsblokken toe of verwijder ze van het dunne gedeelte van de spilas onder de zwenkwielarm om de gewenste maaihoogte te bereiken. Controleer of de drukringen en niet de afstandsblokken contact maken met de boven- en onderkant van de zwenkwielarm. 3. Zet het klemkapje vast zodat het onderdeel goed vast zit. Afbeelding 4 4.
maaier achteruit gehaald worden als deze verstopt dreigt te raken. 4. MAAI MET GELIJKE TUSSENPOZEN—Onder de meeste normale condities moet u om de 4 à 5 dagen uw gazon maaien. U moet echter in gedachten houden dat gras onregelmatig groeit. Om dezelfde maaihoogte aan te houden, wat wij wel aanbevelen, moet u vroeg in de lente vaker maaien en als het gras midden in de zomer minder snel groeit moet u slechts iedere 8-10 dagen maaien.
Onderhound SMERING HET SMEREN VAN LAGERS, LAGERBUSSEN EN TANDWIELKAST (Afb. 5–8) De maai-eenheid moet regelmatig gereinigd worden. Indien de machine onder normale condities gebruikt wordt, moeten de lagers en de lagerbussen van de zwenkwielen na iedere 8 bedrijfsuren of anders dagelijks gesmeerd worden met Nr. 2 vet op lithium- of molybdeenbasis voor algemene doeleinden. 1.
Vervangen Vervangen Inspecteer aftakas Gebroken OK Los of gebroken Inspecteer poelie van motor output-as Vast draaien 115-149 Nm Slijpen of vervangen Inspecteer asbouten Los OK Bot of scheef Inspecteer messen OK OK Vastdraaien of vervangen Los of gebroken Inspecteer aftakas poelie OK Vastdraaien of vervangen Los of gebroken Inspecteer snaar aftakas Vervangen Vastdraaien of vervangen Inspecteer assen van de tandwielkast Vastdraaien of vervangen OK Gebroken Inspecteer poelie va
LET OP Om te voorkomen dat de machine per ongeluk gestart wordt tijdens onderhoudswerkzaamheden, moet de motor uitgeschakeld worden en moet de sleutel uit het contact verwijderd worden. DE MAAI-EENHEID VAN DE TRACTIEEENHEID AFKOPPELEN (Afb. 9–11) 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, laat de maaieenheid op de grond zakken, zet de lifthendel in de vrije positie, schakel de machine uit en activeer de parkeerrem. 2.
aandrukarm op laten komen, waardoor de veerspanning geleidelijk minder zal worden. 6. Laat een assistent de linker aandrukarm naar beneden drukken terwijl u de tapbouten, volgringen en borgmoeren waarmee het kogelgewricht aan de zwenkwielarmen van de maai-eenheid bevestigd is, verwijdert. Nu kan de assistent voorzichtig de aandrukarm op laten komen, waardoor de veerspanning geleidelijk minder zal worden. 7. Rol de maai-eenheid weg van de tractie-eenheid.
6. Bevestig het kogelgewricht en de kettingbeugel aan de zwenkwielarm met tapbouten, volgringen en flensmoeren. Plaats de volgringen aan de buitenkant van de zwenkwielarmen. Plaats de kettingbeugel in de voorste set gaten. 7. Verwijder voorzichtig de blok hout die de aandrukarm omlaag drukt. 8. Lijn de gaten in het juk en de aandrijfas van de tandwielkast uit. Schuif het juk op de as en bevestig deze aan elkaar me een rolpin en twee 5/16-18 x 1 3/4 inch lange tapbouten en 5/16-18 borgmoeren.
7. Monteer de beugel aan de arm van de vrijlopende poelie met een borgpen en een splitpen. Haak de veer in de beugel van de beugel van de arm van de vrijlopende poelie. Om ervoor te zorgen dat de aandrijfsnaar onder de juiste spanning staat, moet de veer uitgetrokken worden tot een lengte van 17,8 cm. Indien de veer niet tot deze lengte uitgetrokken wordt, moet u de veerstang elders plaatsen in een nieuw bevestigingspunt verder van de snaar verwijderd. 8. Monteer de afdekplaten weer op hun plaats.
HET ONDERHOUDEN VAN DE ZWENKWIELEN EN LAGERS (Afb. 16) Het zwenkwiel draait op een kogellager van hoge kwaliteit en wordt ondersteund door een hol asje. Zelfs na vele bedrijfsuren zal de slijtage van de lagers minimaal zijn, mits de lagers steeds goed gesmeerd zijn. Indien echter het lager niet goed gesmeerd wordt, zal er versnelde slijtage optreden. Een wiebelend zwenkwiel duidt normaliter op een versleten lager. 1.
motor uit en activeer de parkeerrem. Zet de maai-eenheid vast zodat deze niet per ongeluk naar beneden kan vallen. 2. Pak het uiteinde van het mes vast met behulp van een doek of een dik gevoerde handschoen. Verwijder de bout waarmee het mes is vastgezet, de volgring, de bescherming tegen afschaven en het mes van de spilas.
4. Haak de veer los van de beugel van de vrijlopende poelie om de snaarspanning te verminderen. 5. Draai de messen totdat de uiteinden naar voor en achter gericht zijn. Meet van de vloer tot het voorste uiteinde van de snijkant en onthoud deze afstand. Verdraai vervolgens hetzelfde mes zodat het andere uiteinde naar voren komt en meet opnieuw. De twee metingen mogen niet meer dan 32 mm van elkaar afwijken. Indien dit wel het geval is, is het mes krom en moet het vervangen worden.
bevindt achter op de maai-eenheid onder een afdekplaat. Vermeldt in alle correspondentie betreffende de maaimachine de model- en serienummers om ervoor te zorgen dat u de juiste informatie en (reserve-)onderdelen krijgt. Bij het bestellen van reserve-onderdelen bij een geautoriseerde TORO Dealer moet u de volgende informatie geven: 1. Model- en serienummers van de machine. 2. Het nummer van het onderdeel, de omschrijving en het aantal artikelen dat u wenst. N.B.