Operator's Manual

Afbeelding 15
1. Voorste buis zwenkwielarm
2. Lagerbussen
18
7. Monteer de beugel aan de arm van de vrijlopende poelie met
een borgpen en een splitpen. Haak de veer in de beugel van de
beugel van de arm van de vrijlopende poelie. Om ervoor te
zorgen dat de aandrijfsnaar onder de juiste spanning staat,
moet de veer uitgetrokken worden tot een lengte van 17,8 cm.
Indien de veer niet tot deze lengte uitgetrokken wordt, moet u
de veerstang elders plaatsen in een nieuw bevestigingspunt
verder van de snaar verwijderd.
8. Monteer de afdekplaten weer op hun plaats.
LAGERBUSSEN IN DE
ZWENKWIELARMEN (Afb. 15)
De zwenkwielarmen zijn uitgerust met lagerbussen die in de
boven- en onderkant van de buis gedrukt zijn. Na vele bedrijfsuren
zullen de lagerbussen gaan slijten. Om de lagerbussen te
controleren beweegt u de zwenkwielvork van voor naar achter en
van links naar rechts. Indien de zwenkwielas los in de lagerbussen
zit, zijn de lagerbussen versleten en moeten deze vervangen
worden.
1. Haal de maai-eenheid op zodat de wielen vrijkomen van de
grond en blokkeer hem zodat hij niet per ongeluk kan vallen.
2. Verwijder de borgpen, afstandsblok(ken) en volgring van de
bovenkant van de zwenkwielas.
3. Trek de zwenkwielas uit de bevestigingsbuis. Laat de drukring
en afstandsblok(ken) onder op de as zitten.
4. Gebruik een drevel om de lagerbus uit de boven- of onderkant
van de bevestigingsbuis te verwijderen. Verwijder ook de
andere lagerbus uit de buis. Reinig de binnenkant van de
buizen.
5. Doe vet op de binnen- en buitenkant van de nieuwe
lagerbussen. Drijf de lagerbussen in de bevestigingsbuis met
behulp van een hamer en een vlakke plaat.
6. Controleer de zwenkwielas op slijtage en vervang deze indien
deze beschadigd is.
7. Steek de zwenkwielas weer door de lagerbussen en de
bevestigingsbuis. Schuif de drukring en de afstandsblok(en)
op de as. Installeer de klemkap op de zwenkwielas om alle
onderdelen op hun plaats te houden.