Operator's Manual
Afbeelding 18
1. Opstaand randje
2. Slijtage
3. Groefvorming
Afbeelding 19
1. Uitsluitend scherpen onder deze hoek
motor uit en activeer de parkeerrem. Zet de maai-eenheid vast
zodat deze niet per ongeluk naar beneden kan vallen.
2. Pak het uiteinde van het mes vast met behulp van een doek of
een dik gevoerde handschoen. Verwijder de bout waarmee het
mes is vastgezet, de volgring, de bescherming tegen afschaven
en het mes van de spilas.
3. Installeer het mes met het opstaand randje naar de maai-
eenheid gericht en de bescherming tegen afschaven en de
bevestigingsbout van het mes. Draai de bevestigingsbout vast
met 85-100 ft-lb.
HET INSPECTEREN EN SCHERPEN VAN
HET MES (Afb. 18–19)
1. Haal de messenkooi op naar de hoogste positie, schakel de
motor uit en activeer de parkeerrem. Zet de maai-eenheid vast
zodat deze niet per ongeluk naar beneden kan vallen.
2. Inspecteer nauwkeurig de uiteinden van de messen, vooral op
de punten waar de gebogen delen van het mes vlak worden
(Afb. 26–A). Omdat zand en schurend materiaal het metaal dat
de vlakke met de gebogen delen van het mes verbindt doet
slijten, moet het mes gecontroleerd worden voordat de machine
gebruikt wordt. Indien er slijtage geconstateerd wordt
(Afb. 26–B), dan moet het mes vervangen worden: zie Het
verwijderen van het mes.
3. Controleer de snijkanten van alle messen. Scherp de snijkanten
indien zij bot of beschadigd zijn. Scherp uitsluitend de top van
de snijkant en handhaaf de oorspronkelijke snijhoek om deze
zo goed mogelijk scherp te houden (Afb. 19). Het mes zal in
balans blijven als dezelfde hoeveelheid metaal aan beide
uiteinden weggehaald wordt.
20
• Als u probeert een krom mes te richten of een
gebroken of gescheurd mes te lassen kan tot
ernstige verwondingen leiden en/of tot gevolg
hebben dat de veiligheidscertificering van het
produkt vervalt.
• Probeer geen kromme messen te richten, en las
nooit aan een gebroken of gescheurd mes.
• Een beschadigd mes moet altijd vervangen worden.
WAARSCHUWING