Operator's Manual

4. Haak de veer los van de beugel van de vrijlopende
poelie om de snaarspanning te verminderen.
5. Draai de messen totdat de uiteinden naar voor en
achter gericht zijn. Meet van de vloer tot het
voorste uiteinde van de snijkant en onthoud deze
afstand. Verdraai vervolgens hetzelfde mes zodat
het andere uiteinde naar voren komt en meet
opnieuw. De twee metingen mogen niet meer dan
32 mm van elkaar afwijken. Indien dit wel het
geval is, is het mes krom en moet het vervangen
worden. Zorg ervoor dat u alle messen meet.
6. Vergelijk de metingen van de buitenste messen met
het middelste mes. Het middelste mes mag niet
meer dan 94 mm lager zijn dan de buitenste
messen. Indien het middelste mes meer dan 94 mm
lager is dan de buitenste messen, ga dan verder met
stap 7 en plaats opvulstukken tussen het ashuis en
de onderkant van de maai-eenheid.
7. Verwijder de tapbouten, volgringen en moeren van
de buitenste as waar de opvulstukken geplaatst
moeten worden. Om het mes hoger of lager te
zetten moet een opvulstuk, Onderdeel Nr. 3256-24
tussen het ashuis en de onderkant van de maai-
eenheid geplaatst worden. Ga verder en controleer
de uitlijning van de messen en plaats opvulstukken
totdat de uiteinden van de messen binnen de
gewenste afwijking blijven.
BELANGRIJK: Gebruik niet meer dan drie
opvulstukken voor één gat. Gebruik (steeds)
minder opvulstukken in naastgelegen gaten
indien er meer dan één opvulstuk voor één gat
is gebruikt.
8. Haak de veer aan de beugel van de arm van de
vrijlopende poelie. Monteer de afdekplaten van de
snaar weer op hun plaats.
IDENTIFICATIE EN BESTELLING
MODEL- EN SERIENUMMERS
De maaimachine heeft twee identificatienummers: een
modelnummer en een serienummer. Deze twee
nummers zijn in een typeplaatje geponst dat zich
4. Om te controleren of het mes recht en parallel is,
moet u het mes op een horizontaal oppervlak leggen
en de uiteinden controleren. De uiteinden van het mes
moeten een klein beetje lager liggen dan het midden,
en de snijkant moet lager zijn dan de hiel van het
mes. Dit mes zal een goede maaikwaliteit leveren en
minimaal vermogen van de motor vergen.
Daarentegen moet een mes waarbij de uiteinden
hoger liggen dan het midden, waarbij de snijkant
hoger is dan de hiel of indien het mes gebogen of
krom is, vervangen worden.
5. Installeer het mes—met het opstaand randje naar de
maai-eenheid gericht en de bescherming tegen
afschaven en de bevestigingsbout van het mes. Draai
de bevestigingsbout vast met 115–149 Nm.
HET CORRIGEREN VAN NIET OP
ELKAAR AFGESTEMDE
INSTELLINGEN VAN DE MAAI-
EENHEID
Indien de messen niet op gelijke hoogte afgesteld zijn,
zullen er na het maaien strepen te zien zijn op het gazon.
Dit probleem kan gecorrigeerd worden door de messen
recht te zetten en ervoor te zorgen dat alle messen op
hetzelfde niveau maaien.
1. Gebruik een waterpas van (ongeveer) een meter lang
en zoek een horizontaal oppervlak op de vloer van de
werkplaats.
2. Stel de maaihoogte in op de hoogste positie.
3. Laat de maai-eenheid zakken op een horizontaal
oppervlak. Verwijder de afdekplaten die bovenop de
maai-eenheid zitten.
21
Indien het mes de kans krijgt te slijten, dan zal zich
een groef vormen tussen het opstaande en het vlakke
deel van het mes (Afb. 26–C). Na verloop van tijd kan
er een stuk van het mes afbreken dat dan van onder de
behuizing uitgeworpen kan worden, hetgeen ernstig
letsel bij u of omstanders kan veroorzaken.
WARNING