Form No. 3350–503 72 maaidek Groundsmaster 300 serie Modelnr. 30722 – Serienr. 240000001 en hoger Modelnr. 30722TE – Serienr. 240000001 en hoger Modelnr. 30710 – Serienr. 240000001 en hoger Modelnr. 30710TE – Serienr.
Inhoud Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Veilige bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Veilige bediening van de Toro Maaimachine . . . . . Veiligheids- en instructiestickers . . . . . . . . . . . . . . Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Algemene specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Vóór ingebruikname Voorzichtig duidt op een gevaarlijke situatie die licht letsel tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen. • Inspecteer het terrein om vast te stellen welke accessoires en werktuigen nodig zijn om goed en veilig te werken. Gebruik alleen door de fabrikant goedgekeurde accessoires en werktuigen. Er worden in deze handleiding nog twee woorden gebruikt om u op belangrijke informatie te wijzen.
Onderhoud en stalling • Verander nooit de stand van de toerenregelaar van de motor en laat de motor niet te snel draaien. • Schakel de aandrijvingen uit, laat de maaidekken neer, zet het tractiepedaal in de neutraalstand, stel de parkeerrem in werking en zet de motor af. Verwijder vervolgens het contactsleuteltje en maak de bougiekabel los van de bougie. Wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de machine afstelt, reinigt of repareert.
Veilige bediening van de Toro Maaimachine Onderhoud en stalling • Controleer veelvuldig of de bevestigingsbouten van de maaimessen zijn vastgedraaid met de gespecificeerde torsie. De volgende lijst bevat veiligheidsinstructies die specifiek zijn toegesneden op Toro-producten, of andere veiligheidsinstructies die niet zijn opgenomen in de ANSI-normen.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 107–2916 (uitsluitend modellen 30722 en 30722TE) 1. Verwijder het sleuteltje uit het contact en lees de instructies alvorens service- of onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. 2.
43–8480 (uitsluitend model 30722) 106–6753 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden/ geamputeerd, maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 93–6697 1. Lees de gebruikershandleiding voor smeerinstructies. 105–7844 1. Waarschuwing – Lees de gebruikershandleiding. 2. Laat het maaidek neer als u een helling afrijdt. 3.
Specificaties Algemene specificaties Maaibreedte Modellen 30722 en 30710 hebben een maaibreedte van 1,816 meter. Maaihoogte Afstelbaar van 25–102 mm in stappen van 13 mm Maaikast Aandrijving van maaidek Maaidek Beide maaikasten zijn vervaardigd van 13 mm staal en versterkt met 89 mm x 4,76 mm stalen U-balk. De tandwielkast is op het maaidek gemonteerd en wordt aangedreven door een aftakas. De kracht wordt met behulp van drie B-profielsnaren overgebracht op de messen.
Montage Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Opmerking: Gebruik deze lijst om te controleren of alle onderdelen die nodig zijn voor de montage, zijn geleverd. Zonder deze onderdelen kan de montage niet worden voltooid.
Zwenkwielen monteren 3 1 De drukringen, afstandsstukken en klemkapjes zijn in de fabriek op de zwenkwielassen gemonteerd t.b.v. de verzending. 2 1. Verwijder de klemkapjes van de assen en schuif de afstandsstukken en drukringen eraf (Fig. 2 en 3). 3 4 1 2 2 2 4 Figuur 3 1. Klemkapje 2. Drukringen 3. Afstandsstukken 4. Achterste zwenkwielas Grasgeleider (modellen 30722 & 30722TE) Verwijder de transportbanden zodat de grasgeleider neergelaten kan worden (Fig. 4). Figuur 2 1. Klemkapje 2.
Onderplaat monteren (modellen 30710 & 30710TE) 5. Zet de onderplaat vast aan de haken met 2 borgmoeren (5/16 inch) aan beide kanten (Fig. 7). 1. Parkeer de tractie-eenheid op een horizontaal vlak, zet de motor af en stel de parkeerrem in werking. 2. Plaats een blok onder de voorkant van de motor om te voorkomen dat deze tijdens het demonteren verschuift. 3. Verwijder de tapbout en de flensmoer, waarmee de voorste motorsteun is bevestigd aan het frame.
De kogelverbinding plaatsen en de hefcilinder aansluiten 4. Verwijder voorzichtig het blokje hout tussen het frame en de duwarm. 5. Verwijder de spanstift van de cilinderpen en schuif de cilinderpen uit de cilinder. Opmerking: De kogelverbindingen worden met de tractie-eenheden geleverd. 6. Til de voorkant van de hefarm omhoog totdat het gat in het beweegbare uiteinde van de cilinder op één lijn met de gaten in de beugels van de hefarm staat. Wees voorzichtig omdat de hefarm veerbelast is.
Rechter duwarm bevestigen aan het maaidek 3. Laat een andere persoon de duwarm voorzichtig omlaag drukken totdat de gaten in de bevestiging van de kogelverbinding op één lijn met de gaten in de zwenkwielarm staan. 1. Verwijder de banden waarmee de aftakas is bevestigd aan de onderkant van de tractie-eenheid. 4. Zet de bevestiging van de kogelverbinding vast aan de zwenkwielarm (Fig. 12) met 2 tapbouten (7/16 x 3 inch), een platte ring (7/16 inch) en moeren (7/16 inch).
Linker duwarm bevestigen aan het maaidek 3. Zet de bevestiging van de kogelverbinding (Fig. 13) vast aan bevestigingsbeugel met 2 tapbouten (7/16 x 3 inch), een platte ring (7/16 inch) en moeren (7/16 inch). De koppen van de tapbouten en de platte ringen moeten contact maken met de bevestiging van de kogelverbinding. 1. Verwijder de tapbouten, moeren en platte ringen uit de montagegaten voor de bevestiging van de duwarm in de linker zwenkwielarm. 4.
Aftakas bevestigen en hefkettingen monteren 4. Verbind de uiteinden van de spanveer tussen de vierde schakel van de achterste ketting en het oog van de borgpen waarmee de cilinderpen op zijn plaats wordt gehouden (Fig. 15). Verstel de lengte van de ketting zodat de achterzwenkwielen in de transportstand vrij van de grond zijn. Belangrijk De gaffels van de aftakas moeten precies op één lijn met elkaar staan als de buitenhuls van de aftakas wordt gemonteerd op de gleufas.
Vóór het gebruik Gebruiksaanwijzing Smeerolie van de tandwielkast controleren Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Wij adviseren u beschermende uitrusting te gebruiken, zoals een veiligheidsbril, gehoorbescherming, veiligheidsschoenen en een helm. De tandwielkast is ontworpen voor gebruik met SAE 80–90 tandwielolie.
Opmerking: Bij lagere maaistanden kan een fraaier maairesultaat worden bereikt door de achterkant van het maaidek lager te zetten. Hiervoor moet u de assen van de achterzwenkwielen in het bovenste gat van de zwenkwielvorken plaatsen (Fig. 19). Plaats de assen in de lagere gaten van de zwenkwielvorken voor hogere maaistanden als geen optimaal maairesultaat wordt vereist.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 2 bedrijfsuren • Moeren van zwenkwielen aandraaien. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Moeren van zwenkwielen aandraaien. • Torsie van mesbouten controleren. Dagelijks • Maaimessen controleren. • Lagerbussen van zwenkwielarmen smeren. • Lagers van zwenkwielen smeren. Moeren van zwenkwielen aandraaien.
Figuur 22 Figuur 24 1 Figuur 23 Figuur 25 1.
Maaidek loskoppelen van de tractie-eenheid Waarschuwing De rechter duwarm staat onder een veerspanning van ongeveer 445 N en de linker duwarm onder een spanning van 667 N. Als de duwarm plotseling losschiet, kunt u letsel oplopen. 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, laat het maaidek neer op de grond, zet de motor af en stel de parkeerrem in werking. 2. Draai de parkerschroeven los waarmee het scherm is bevestigd aan de bovenkant van het maaidek, en haal het scherm weg.
Montage van het maaidek aan de tractie-eenheid Drijfriemen van maaimes vervangen 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak en zet de motor af. 1. Laat de maaidekken neer op de grond. Verwijder de kappen die boven op het maaidek zitten. Zet de kappen weg. Maak de spanpoelies los om de riemen te ontspannen. 2. Plaats het maaidek vóór de tractie-eenheid. 2. Verwijder de rijtuigbouten, de borgringen en de moeren waarmee de tandwielkast vastzit.
Onderhoud van de lagerbussen in de zwenkwielarmen Onderhoud van het achterzwenkwiel en het lager De achterzwenkwielen hebben hoogwaardige rollagers die worden ondersteund door holle asjes. Zelfs na een groot aantal bedrijfsuren zal de slijtage van het lager zeer gering zijn, mits het lager steeds goed gesmeerd was. Indien dat niet het geval is, zal het lager echter snel slijten. Een slingerend zwenkwiel duidt erop dat het lager is versleten.
Onderhoud van de lagers van de voorzwenkwielen 8. Smeer de lagers van de zwenkwielen via de smeernippel. Gebruik Nr. 2 op lithiumbasis voor algemene doeleinden. De voorzwenkwielen hebben hoogwaardige rollagers die worden ondersteund door holle asjes. Zelfs na een groot aantal bedrijfsuren zal de slijtage van het lager zeer gering zijn, mits het lager steeds goed gesmeerd was. Indien dat niet het geval is, zal het lager echter snel slijten. Een slingerend zwenkwiel duidt erop dat het lager is versleten.
Maaimes controleren en slijpen 3. Controleer de snijranden van alle messen. Als de snijranden niet scherp zijn of bramen vertonen, moeten ze worden geslepen. Gebruik een vijl om de bovenkant van het mes te slijpen en de oorspronkelijke snijhoek te behouden en ervoor te zorgen dat het mes scherp blijft (Fig. 34). Het mes zal in balans blijven als dezelfde hoeveelheid metaal aan beide snijranden wordt weggehaald. 1. Hef het maaidek op in de hoogste positie, zet de motor af en stel de parkeerrem in werking.
Ongelijke meshoogte corrigeren 6. Draai de messen totdat de randen van de messen op één lijn staan ten opzichte van elkaar. De afstand tussen de randen van messen die zich naast elkaar bevinden, mag niet meer dan 3 mm zijn. Als die afstand meer dan 3 mm is, gaat u verder met stap 7 en plaats u opvulstukken tussen het spilhuis en de onderkant van het maaidek. Indien de messen niet op gelijke hoogte zijn afgesteld, zullen er na het maaien strepen zichtbaar zijn op de grasmat.
VERVANGEN VERVANGEN CONTROLEER AFTAKAS AS GEBROKEN OK LOS OF GEBROKEN CONTROLEER POELIE OP UITGANGSAS VAN MOTOR OK CONTROLEER AFTAKAS RIEM VERVANGEN GEBROKEN CONTROLEER TANDWIELKAST ASSEN VERVANGEN OK VASTDRAAIEN OF VERVANGEN OK VASTDRAAIEN OF VERVANGEN LOS OF GEBROKEN CONTROLEER TANDWIELKAST POELIE GEBROKEN OK LOS OF GEBROKEN CONTROLEER AFTAKAS POELIE VASTDRAAIEN OF VERVANGEN 85 tot 110 OPNIEUW VASTDRAAIEN MET TORSIE VAN 115 TOT 136 NM CONTROLEER MAAIDEK RIEMEN SLIJPEN OF VERVAN
De Algemene Garantiebepalingen voor Toro–producten 2 jaar garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro–product (hierna: het “Product”) gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten* is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.