Operator's Manual

18
Onderhoud
Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Aanbevolen onderhoudsschema
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure
Na de eerste
2 bedrijfsuren
Moeren van zwenkwielen aandraaien.
Na de eerste
10 bedrijfsuren
Moeren van zwenkwielen aandraaien.
Torsie van mesbouten controleren.
Dagelijks
Maaimessen controleren.
Lagerbussen van zwenkwielarmen smeren.
Lagers van zwenkwielen smeren.
Om de 50 bedrijfsuren
Moeren van zwenkwielen aandraaien.
Torsie van mesbouten controleren.
Vet in alle smeernippels spuiten.
Ruimte onder de drijfriemkappen van het maaidek reinigen.
Afstelling van drijfriem van maaimessen controleren.
Olie in tandwielkast controleren.
Om de 400 bedrijfsuren Olie in tandwielkast verversen.
Lagers, lagerbussen en
tandwielkast smeren
Het maaidek moet regelmatig worden gesmeerd. Als de
machine in normale omstandigheden wordt gebruikt, moet
u de lagers en lagerbussen van de zwenkwielen om de
8 bedrijfsuren of dagelijks smeren met Nr. 2 vet op lithium-
of molydeenbasis voor algemene doeleinden, waarbij de
kortste periode moet worden aangehouden. Alle andere
lagers en lagerbussen en de tandwielkast moeten om de
50 bedrijfsuren worden gesmeerd.
1. Het maaidek heeft lagers en lagerbussen die moeten
worden gesmeerd. Smeerpunten:
lagerbussen van zwenkwielas (Fig. 21 en 22)
lagers van zwenkwielen (Fig. 22 en 23).
lagers van mesas (Fig. 24)
kogelverbindingen van rechter en linker duwarm
(Fig. 24)
2. Plaats de machine en het maaidek op een horizontaal
oppervlak en laat het maaidek neer. Verwijder de
peilstok-/vulplug op de bovenkant van de tandwielkast
((Fig. 25) en controleer of het peil van de smeerolie
tussen de merktekens op de peilstok staat. Als het peil te
laag is, vult u bij met SAE 80–90 olie totdat het peil
tussen de merktekens staat.
Figuur 21