FORM NR. 3318-413 NL Rev A MODEL NR. MODEL NR. MODEL NR. MODEL NR.
VOORWOORD De 72" maaimachine maakt gebruik van geavanceerde concepten op het gebied van techniek, ontwerp en veiligheid, en zal u uitstekend van dienst zijn mits correct onderhouden. Bepaalde informatie in deze handleiding is benadrukt. GEVAAR, WAARSCHUWING en LET OP duiden op persoonlijke veiligheidsinformatie. BELANGRIJK duidt op mechanische informatie waarvoor uw speciale aandacht gevraagd wordt.
Veiligheid Training Voorbereiding 1. Lees de voorschriften aandachtig door. Maak uzelf vertrouwd met de bedieningsorganen en het juiste gebruik van de machine. 1. Draag altijd geschikt schoeisel en een lange broek tijdens het maaien. Bedien de apparatuur niet indien u blootsvoets bent of sandalen draagt. 2. Sta nooit toe dat de grasmaaier gebruikt wordt door kinderen of personen die niet vertrouwd zijn met deze voorschriften.
2. Maai alleen bij daglicht of goed kunstlicht. 8. Zorg dat de messen stilstaan voordat u oppervlakken oversteekt die niet met gras begroeid zijn. 3. Zet alle hendels van de messenaandrijving in de neutraalstand voordat u de machine gaat starten. 9. Stoot geen materiaal uit in de richting van omstanders en laat personen nooit in de buurt van de machine komen als u met accessoires werkt. 4. 5.
• voordat u de grasopvangbak verwijdert; Geluids- en trillingsviveau • voordat de hoogte-instelling veranderd wordt, behalve wanneer de instelling vanuit de bestuurdersstoel veranderd kan worden. Geluidsniveau 16. Neem gas terug terwijl de motor uitloopt en als de motor is uitgerust met een benzinekraantje zet dan de brandstoftoevoer dicht nadat u klaar bent met maaien. Onderhoud en Opslag 1.
Overzicht van gebruikte symbolen Bijtende vloeiGiftige dampen stoffen, chemische of gassen, brandwonden aan verstikking vingers of hand Elektrische schokken, elektrokutie Bekneld raken gehele lichaam van bovenaf Zijwaardse Zijwaardse Bekneld raken beknelling vingers beknelling been gehele lichaam of hand Zijwaardse beknelling bovenlichaam Vloeistof onder hoge druk, kan lichaam binnendringen Afsnijden vingers Afsnijden tenen Afsnijden tenen Afsnijden, geof hand, of voet, of vingers, mes grepen worden
Raadpleeg Veiligheidsgordels technische hand- vastmaken leiding voor de juiste onder houdsprocedures Waarschuwings- Waarschuwings- Lees gebruikers- Vuur, open licht Oogbescherming driehoek driehoek met handleiding en roken verplicht waarschuwingsverboden symbool Veiligheidshelm Gehoorbescherm- Gevaar, giftige Eerste hulp ing verplicht verplicht stoffen Spoelen met water Motor Overbrenging Hydraulisch systeem Uitlaatgassen Druk Peilindicator Vloeistofpeil Af/stoppen Inschakelen Uitschakelen Sne
n/min Starten motor Stoppen motor Motorisch defect Motortoerental/ frequentie Choke Injectiepompje Elektrisch voorglo- Transmissieolie (hulpmiddel (starthulpmiddel) eien starten bij lage temperaturen) NH L F Transmissieolie- Transmissieolie- Defect transmissie Koppeling druk temperatuur Neutraalstand Hoog Laag Vooruit Hydraulische oliedruk Hydraulisch oliepeil Defect brandstofsysteem RP 1 2 3 8 Achteruit Parkeerstand Eerste versnelling Hydraulisch oliefilter Hydraulische Defect olietemper
Specificaties Maaibreedte: 1,816 m Maaihoogte: Instelbaar van 25 mm tot 102 mm in stappen van 13 mm. Maaierbehuizing: Beide maaierbehuizingen worden gemaakt van 11-gauge (2,75 mm) staal en versterkt met 89 mm x 4,76 mm gootijzer. Aandrijving maai-eenheid: De tandwielkast wordt aangedreven door de aftakas. Het vermogen wordt naar de messen overgedragen door drie B-sectie snaren.
1. Plaats de machine en de maai-eenheid op een horizontaal oppervlak. 2. Verwijder de controleplug uit de zijkant van de tandwielkast en controleer of de tandwielolie tot onder aan het gat zit (Afb. 1). Indien het smeeroliepeil te laag staat verwijdert u de vuldop boven op de tandwielkast en vult u voldoende olie bij totdat dit aan de bodem van het gat in de zijkant staat. Afbeelding 1 1. Vuldop 2. Controleplug 1. 2. Borgpen Groot zwenkwiel voor 1. 2. 3. 4. 5.
assen naar de laagste gaten van de zwenkwielen voor hogere maaihoogte-instellingen als betere maairesultaten niet nodig zijn. BELANGRIJK: Probeer niet meer dan 25 mm gras af te maaien in de maaihoogte-instelling van 25 mm stand door het achterste gedeelte van de maai-eenheid te verlagen omdat de motor hierdoor te zwaar belast kan worden. 1. Start de motor en haal de maai-eenheid op zodat de maaihoogte-instelling van het zwenkwiel voor gewijzigd kan worden. Stop de motor nadat de maai-eenheid opgehaald is.
BELANGRIJK: Indien uw tractie-eenheid gebruikt wordt met een maai-eenheid met uitstoot aan de achterkant en nog niet is uitgerust met het luchtfilter van Donaldson, dan moet de Air Cleaner Kit 27-7090 geïnstalleerd worden. LET OP: Dit produkt kan mogelijk meer geluid produceren dan 85 dB(A) bij de bestuurderspositie. Als u voor langere tijd aan dit geluid wordt blootgesteld, adviseren wij het dragen van gehoorbescherming om permanente gehoorbeschadiging te voorkome.
Vervangen Vervangen Inspecteer aftakas Gebroken OK Los of gebroken Inspecteer poelie van motor output-as Vast draaien 115-149 Nm Slijpen of vervangen Inspecteer asbouten Los OK Bot of scheef Inspecteer messen OK OK Vastdraaien of vervangen Los of gebroken Inspecteer aftakas poelie OK Vastdraaien of vervangen Los of gebroken Inspecteer snaar aftakas Vervangen Vastdraaien of vervangen Inspecteer assen van de tandwielkast Vastdraaien of vervangen OK Gebroken Inspecteer poelie van d
HET LOSKOPPELEN VAN DE MAAIEENHEID VAN DE TRACTIE-EENHEID 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, laat de maaieenheid op de vloer van de werkplaats zakken, zet de motor af en activeer de parkeerrem. 2 Verwijder de zelftappende bouten waarmee de afdekplaat aan de bovenkant van de maai-eenheid gemonteerd zit en zet de afdekplaat opzij. 3. Sla de rolpin uit het juk en de ingaande as van de tandwielkast (Afb. 9). Draai ook de tapbouten en borgmoeren los. Schuif het juk van de ingaande as.
drukarm voorzichtig op laten komen waardoor de veerspanning geleidelijk verminderd wordt. 7. Rijd de maai-eenheid weg van de tractie-eenheid. HET VASTKOPPELEN VAN DE MAAIEENHEID AAN DE TRACTIE-EENHEID 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak en schakel de motor uit. 2. Zet de maai-eenheid in positie voor de tractie-eenheid.
HET VERVANGEN VAN DE SNAREN VOOR DE MESSENAANDRIJVING 1 Laat de maai-eenheid op de vloer van de werkplaats zakken. Verwijder de afdekplaten van de bovenkant van de maaieenheid en zet deze weg. Maak de vrijlopende poelies los om de snaarspanning te verminderen. 2. Verwijder de rijtuigbouten, sluitringen en moeren waarmee de tandwielkast op zijn plaats bevestigd is. Til de tandwielkast van de bevestigingsplaat en leg deze bovenop de maai-eenheid. 3. Haal de snaren van de spilpoelies. 4.
1. Haal de maai-eenheid op in de hoogste positie, zet de motor af en activeer de parkeerrem. Zet de maai-eenheid vast zodat deze niet per ongeluk om kan vallen. 2. Pak het uiteinde van het mes vast met behulp van een doek of een dikke gevoerde handschoen. Verwijder de speciale bout, de schotelveer en het mes van het spilhuis (Afb. 13). Haal de speciale bout aan met 102 tot 136 Nm. Afbeelding 13 1. Schotelveer 2. Speciale bout 1. 2. 3. 4.
en minimaal vermogen van de motor vergen. Daarentegen moeten messen waarbij de uiteinden hoger zijn dan het midden, of waarbij de snijrand hoger is dan de hiel van het mes, messen die krom of verbogen zijn vervangen worden. 5. Om het mes te installeren monteert u de onderdelen in omgekeerde volgorde. Zorg ervoor dat het opstaande randje van het mes aan de bovenkant zit. Draai de speciale bout vast met 102 tot 136 Nm.
3 mm van elkaar bevinden. Indien de uiteinden zich niet binnen 3 mm van elkaar bevinden ga dan verder met stap 7 en voeg opvulstukken toe tussen het ashuis en de onderkant van de maai-eenheid. 7. Verwijder de tapbouten, volgringen, sluitringen en moeren van de buitenste as waar de opvulstukken toegevoegd moeten worden. Om het mes hoger of lager te zetten moet een opvulstuk, Onderdeelnr. 3256-24, worden toegevoegd tussen het ashuis en de onderkant van de maai-eenheid.
artikelen dat u wenst.