Form No. 3426-661 Rev C Groundsmaster® 3500-D cirkelmaaier Modelnr.: 30807—Serienr.: 403440001 en hoger Modelnr.: 30839—Serienr.: 403440001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
voor andere doeleinden dan het bedoelde gebruik kan gevaarlijk zijn voor u of voor omstanders. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om schade aan de machine en letsel te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.
De onderhoudsvergrendeling van de maai-eenheid gebruiken ............................... 40 Smering ............................................................... 41 Lagers en lagerbussen smeren......................... 41 Onderhoud motor ................................................ 44 Veiligheid van de motor..................................... 44 Onderhoud van het luchtfilter ............................ 44 Motorolie verversen .......................................... 45 Onderhoud brandstofsysteem .
Veiligheid Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395 en B71.4-2017 van het ANSI (American National Standards Institute). Algemene veiligheid Dit product kan handen of voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig letsel te voorkomen. • Lees deze Gebruikershandleiding en zorg ervoor dat u deze begrijpt voordat u de motor start. • Geef uw volledige aandacht als u de machine gebruikt.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal93-6681 99-3444 93-6681 1. Ledematen kunnen worden gesneden/geamputeerd, ventilator – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. decal99-3444 99-3444 1. Rijsnelheid – snel 2. Maaisnelheid – langzaam decal93-7276 93-7276 1. Risico van explosie – Draag oogbescherming.
decal121-3628 121-3628 Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker. Raadpleeg de instructies voor gebruik van de machine op hellingen in de Gebruikershandleiding en de omstandigheden waarin u de machine zou gebruiken om na te gaan of u de machine op een bepaalde dag en op het terrein in kwestie kunt gebruiken.
decal106-9290 106-9290 1. Inputs 5. In stoel 2. Niet geactiveerd 6. Aftakasschakelaar 10. Aftakasschakelaar 3. Uitschakeling wegens te hoge temperatuur 7. Parkeerrem uit 11. START 4. Waarschuwing te hoge temperatuur 8. Neutraalstand 12. ETR (Activeren om te starten) 9. Outputs 13. START 14. Hydraulisch bekrachtigd decal121-3627 121-3627 1.
decal121-3623 121-3623 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding, gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 5. Gevaar op weggeslingerde objecten – Houd omstanders op een afstand. 2. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding voordat u de 6. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. machine gaat slepen. 3. Kantelgevaar – Vertraag voor bochten; laat de maaidekken in de laagste stand en hou uw veiligheidsgordel om wanneer u op hellingen rijdt. 7.
decal138-6974 138-6974 1. Lees de Gebruikershandleiding.
decal121-3620 121-3620 1. Aftakas – Uitschakelen 7. Vergrendelen 2. Aftakas – Inschakelen 3. Beweeg de maaidekken naar rechts. 8. Motor – Uit 9. Motor – Lopen 4. Beweeg de maaidekken naar links. 10. Motor – Starten 5. Breng de maaidekken omlaag. 11. Snel 6. Breng de maaidekken omhoog. 12.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Hoeveelheid Gebruik Geen onderdelen vereist – De accu in gebruik nemen, opladen en aansluiten. Inclinometer 1 De hoekindicator controleren. Veiligheidssticker Sticker productiejaar Sticker CE-markering Beugel van motorkapvergrendeling Popnagel Ring Schroef (¼" x 2") Borgmoer (¼") Uitlaatscherm Zelftappende schroef 1 1 1 1 2 1 1 1 1 4 Geen onderdelen vereist – De hefarmen afstellen.
WAARSCHUWING 1 Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen. De accu in gebruik nemen, opladen en aansluiten • Houd vonken en open vuur uit de buurt van de accu. • Rook nooit in de buurt van de accu. Geen onderdelen vereist 4. Als de accu is opgeladen, haalt u de acculader uit het stopcontact en maakt u deze los van de accupolen. 5. Verwijder de vuldoppen. 6. Giet langzaam accuzuur in elke cel totdat het peil net boven de vulring komt.
2 De hoekindicator controleren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Inclinometer g031568 Figuur 4 1. Minkabel (-) van de accu Procedure 2. Pluskabel (+) van de accu 1. Parkeer de machine op een vlak, horizontaal oppervlak. 2. Controleer of de machine horizontaal staat door een inclinometer (geleverd bij de machine) op de dwarsstang van het frame bij de brandstoftank te plaatsen (Figuur 5).
3 De CE-sticker aanbrengen Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Veiligheidssticker 1 Sticker productiejaar 1 Sticker CE-markering Procedure g278675 Figuur 7 Als deze machine wordt gebruikt in de EU, moet u de waarschuwingssticker aanbrengen over de overeenkomende Engelse waarschuwingssticker. 1. Plaatje met serienummer 2. Sticker CE-markering g278676 Figuur 6 1.
4 De motorkapvergrendeling monteren Alleen CE-machines Benodigde onderdelen voor deze stap: g012629 1 Beugel van motorkapvergrendeling 2 Popnagel 1 Ring 1 Schroef (¼" x 2") 1 Borgmoer (¼") Figuur 9 1. Beugel van CE-vergrendeling Procedure 1. Haak de motorkapvergrendeling los van de beugel van de motorkapvergrendeling. 2. Verwijder de 2 popnagels waarmee de motorkapvergrendeling aan de motorkap is bevestigd (Figuur 8). 2. Bout en moer 5.
g012631 Figuur 11 1. Bout 3. Arm van motorkapvergrendeling 2. Moer 5 g008875 Figuur 12 Het uitlaatscherm monteren 1. Uitlaatscherm Uitsluitend voor CE-modellen 2. Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Uitlaatscherm 4 Zelftappende schroef Procedure 1. Plaats het uitlaatscherm om de geluiddemper en zorg ervoor dat de montageopeningen en de openingen in het frame zich recht tegenover elkaar bevinden (Figuur 12).
B. 6 Draai de contramoer op de cilinder los (Figuur 15). De hefarmen afstellen Geen onderdelen vereist Procedure 1. Start de motor, breng de maaidekken omhoog en controleer of de afstand tussen elke hefarm en de vloerplaatbeugel 5 tot 8 mm bedraagt; zie Figuur 13. g031573 Figuur 15 2. Voorste cilinder 1. Contramoer C. Verwijder de pen uit het uiteinde van de stang en draai de gaffel. D. Plaats de pen en controleer de speling. Opmerking: Herhaal deze procedure indien nodig. E. 2. g031571 3.
A. Breng de maaidekken omlaag en draai de contramoer op de cilinder los (Figuur 17). 7 Het draagframe afstellen Geen onderdelen vereist De voorste maai-eenheden afstellen g031575 De voorste en achterste maai-eenheden moeten in verschillende standen worden gemonteerd. De voorste maai-eenheid heeft 2 montagestanden die afhankelijk zijn van de gewenste maaihoogte en maaidekrotatie. Figuur 17 1. Achterste cilinder B. C. 2.
Opmerking: Hierdoor ontstaat er een grotere ruimte doordat de maaikamer in een hogere stand staat, maar de maai-eenheid bereikt in deze stand wel eerder de maximale hoogte. De achterste maai-eenheid afstellen De voorste en achterste maai-eenheden moeten in verschillende standen worden gemonteerd. De achterste maai-eenheid is voorzien van 1 montagestand voor een juiste uitlijning met de Sidewinder®-eenheid onder het frame.
9 10 De rolschraper afstellen De mulchplaat monteren Optioneel Optioneel Geen onderdelen vereist Geen onderdelen vereist Procedure Procedure De optionele achterrolschraper werkt het beste bij een gelijkmatige opening van 0,5 tot 1 mm tussen de schraper en de rol. Neem contact op met uw erkende Toro verdeler voor de juiste mulchplaat. 1. 1. Zorg dat er zich geen vuil bevindt in de montageopeningen van de achterwand en linkerwand van de kamer. 2.
Algemeen overzicht van de machine Bedieningsorganen g021539 Figuur 24 GM 3500-D / 3500-G 1. Gashendel 2. Urenteller 3. Indicatielampje van gloeibougies 4. Oliedruklampje 7. Aftakasschakelaar 8. Schakelhendel van maaidek 9. Contactschakelaar 10. Parkeerschakelaar 5. Lampje 'Motor controleren' 11. Hefvergrendelingshendel 6. Lampje van wisselstroomdynamo g031595 Figuur 23 1. Hendel om stuurwiel te verstellen 2. Hoekindicator 4. Tractiepedaal voor vooruit 3. Tractiepedaal voor achteruit 6.
Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur motor AAN/VOORGLOEIEN en START . Draai het sleuteltje naar AAN/VOORGLOEIEN totdat het indicatielampje van de gloeibougie uitgaat (ongeveer 7 seconden); draai daarna het contactsleuteltje naar START om de startmotor in werking te stellen. Laat het sleuteltje los zodra de motor start (Figuur 24). Het waarschuwingslampje van de koelvloeistoftemperatuur gaat branden als de temperatuur van de koelvloeistof te hoog wordt.
Sleuf voor indicator De indicatorsleuf in het bestuurdersplatform geeft aan wanneer de maaidekken zich in de centrale stand bevinden (Figuur 23). Gashendel Zet de hendel naar voren om het motortoerental te verhogen en naar achteren om het toerental te verlagen (Figuur 24). Aftakasschakelaar De aftakasschakelaar heeft 2 standen: UIT (start) en IN (stop). Trek de aftakasschakelaar uit om de messen van de maai-eenheid te activeren.
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Beschrijving Figuur 27 referentie Afmetingen of gewicht Totale breedte in maaistand A 192 cm Totale breedte in transportstand B 184 cm Hoogte C 197 cm Breedte wielbasis D 146 cm Lengte wielbasis E 166 cm Totale lengte in maaistand F 295 cm Totale lengte in transportstand G 295 cm Afstand tot de grond 15 cm Gewicht 963 kg Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing • Wanneer de motor loopt of heet is, mag u de Voor gebruik • Geen brandstof bijvullen of aftappen in een brandstofdop niet verwijderen of geen brandstof toevoegen. afgesloten ruimte. Opmerking: Bepaal vanuit de normale • Bewaar de machine en het brandstofvat niet bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een boiler of een ander toestel) aanwezig kunnen zijn.
Het koelsysteem controleren Belangrijk: Het aandeel diesel moet een ultralaag zwavelgehalte hebben. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht: Voordat u de motor start en de machine gaat gebruiken, moet u het koelsysteem controleren; zie Het koelsysteem controleren (bladz. 27). • Biodieselmengsels kunnen gelakte oppervlakken beschadigen. • Gebruik B5 (biodieselinhoud 5%) of mengsels met een lager percentage in koud weer.
Atomic mulchmes • Vochtig of aangekoekt maaisel wordt op effectieve wijze afgevoerd waardoor de maai-eenheid minder snel verstopt raakt. Dit mes is ontworpen voor uitstekende bladmulch-resultaten.
Voordelen Gelijkmatige afvoer bij lagere maaihoogte; terrein rond bunkers en fairways ziet er beter verzorgd uit; minder vermogen nodig. Zet het gras beter rechtop en heeft een hogere afvoersnelheid; dun of slap gras wordt opgenomen bij hoge maaistand; vochtig of aankoekend maaisel wordt op effectieve wijze afgevoerd. Kan de verspreiding van maaisel en het uiterlijk van het gazon verbeteren bij bepaalde maaiwerkzaamheden; uitstekend voor bladmulchen.
Bescherming van de rolbeugel • Gebruik de machine uitsluitend bij een goede • • • • • • • • • • • • • • zichtbaarheid zodat u kuilen en verborgen gevaren kunt vermijden. Gebruik de machine niet op nat gras. Als de wielen hun grip verliezen, kan de machine gaan glijden. Houd uw handen en voeten uit de buurt van draaiende onderdelen. Blijf uit de buurt van de afvoeropening. Kijk achterom en omlaag voordat u achteruitrijdt om er zeker van te zijn dat de weg vrij is.
• Gebruik een machine nooit in omstandigheden 5. waarbij u twijfelt over tractie, sturen of stabiliteit. Verwijder of markeer obstakels zoals greppels, putten, geulen, hobbels, stenen en andere verborgen gevaren. In hoog gras zijn obstakels niet altijd zichtbaar. De machine kan omslaan op oneffenheden in het terrein. Denk eraan dat de machine tractie kan verliezen doordat u bergafwaarts, op nat gras of dwars op een helling maait.
Opmerking: Gebruik de volgende tabel om de De output-circuits worden geactiveerd door correcte input-condities. De 3 outputs omvatten Aftakas, ETR en STARTEN. De output-leds controleren de toestand van de relais en geven aan dat er elektrische spanning op een van de drie contactpunten voor de output is. correcte input-conditie te bepalen. 5.
Elke (horizontale) rij op de onderstaande tabel geeft de input- en output-vereisten voor elke specifieke functie van het product aan. De functies van het product worden vermeld in de linkerkolom. De symbolen geven de toestand van een specifiek circuit aan zoals: geactiveerd voor spanning, gesloten om massa te maken en geopend om massa te maken. Inputs Functie Stroom AAN In NEUTRAALSTAND Start AAN Rem AAN Outputs Aftakas AAN In stoel Hoge temp.
Problemen met het maairesultaat oplossen • Bij de Sidewinder moet u vertrouwd raken met de omvang van de maaidekken zodat ze nergens aan blijven hangen of schade oplopen. Raadpleeg de After-cut Appearance Troubleshooting Guide (gids voor het oplossen van problemen met het maairesultaat) op www.Toro.com. • Beweeg de maaidekken niet heen en weer, behalve als ze omlaag zijn en de machine in beweging is, of als ze omhoog zijn in de transportstand.
Maaien met scherpe messen vergrendeling aan (indien voorhanden) voordat u de machine onbeheerd achterlaat. Een scherp mes snijdt het gras netjes af, zonder rukken of scheuren, zoals een bot mes wel zou doen. Als het gras inscheurt of kapot wordt getrokken, wordt het bruin aan de punten, waardoor het gras minder goed groeit en vatbaarder wordt voor ziekten. Controleer of het mes in een goede staat verkeert en over een volledige vleugel beschikt.
g192121 g031610 Figuur 31 1. Omloopklep g192122 Figuur 30 Duw of sleep de machine. 3. Stop met de machine te duwen of te slepen en sluit de omloopklep door deze 90° (1/4 slag) te draaien. Belangrijk: Zorg dat de omloopklep gesloten is voordat u de motor start. Als u de motor laat lopen met een geopende omloopklep, raakt de transmissie oververhit. 1.
Onderhoud • Laat de onderdelen van de machine afkoelen Opmerking: Bepaal vanuit de normale • Als de maai-eenheden in de transportstand voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert. staan, breng dan een positieve mechanische vergrendeling aan (indien aanwezig) voordat u de machine onbeheerd achterlaat. bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Opmerking: Download het elektrische of • Voer indien mogelijk geen onderhoudswerkzaam- hydraulische schema gratis op www.Toro.
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Om de 200 bedrijfsuren • Onderhoud van het luchtfilter. (Vaker in zeer stoffige of vuile omstandigheden) • Wielmoeren aandraaien. • Controleer de afstelling van de parkeerrem. Om de 400 bedrijfsuren • Brandstofleidingen en -verbindingen controleren. • Brandstoffilter vervangen. Om de 500 bedrijfsuren • Smeer de lagers van de achteras. Om de 800 bedrijfsuren • Brandstoftank aftappen en reinigen.
Voor week van: Gecontroleerde item maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag Brandstofpeil controleren. De bandenspanning controleren. Werking van instrumenten controleren. Maaihoogte-instelling controleren. Alle smeernippels smeren.2 Beschadigde lak bijwerken. Was de machine. 1 Controleer de gloeibougie en de spuitmonden van de injector, als de motor moeilijk start, buitensporig veel rook afgeeft of ongelijkmatig loopt.
Procedures voorafgaande aan onderhoud De onderhoudsvergrendeling van de maai-eenheid gebruiken Gebruik de onderhoudsvergrendeling tijdens het onderhoud van de maai-eenheden om letsel te voorkomen. De machine klaar maken voor onderhoud 1. Zorg ervoor dat de aftakas is uitgeschakeld. 2. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 3. Stel de parkeerrem in werking. 4. Laat indien nodig de maaidekken zakken. 5. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
Smering Lagers en lagerbussen smeren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren—Smeer alle lagers en bussen. Om de 500 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) De machine is voorzien van smeerpunten die u regelmatig moet smeren met nr. 2 lithium vet. Smeer de machine ook onmiddellijk na elke wasbeurt.
g008901 Figuur 41 • Schuif voor maaien/transport (Figuur 42) g008898 Figuur 38 • 2 draaipunten en hefcilinder van voorste hefarm, links (Figuur 39) g008902 Figuur 42 • Draaipunt riemspanning (Figuur 43) g008899 Figuur 39 • 2 draaipunten en hefcilinder van voorste hefarm, rechts (Figuur 40) g008903 Figuur 43 • Stuurcilinder (Figuur 44) g008900 Figuur 40 • Afstelmechanisme neutraalstand (Figuur 41) 42
bevindt zich verder een merkteken op één uiteinde van de rolas. Belangrijk: U mag de dwarsbuis van de Sidewinder niet smeren. De lagerblokken zijn zelfsmerend. g008904 Figuur 44 • Lagers van spilas van maaidek (2 per maaidek) (Figuur 45) Opmerking: U kunt beide smeernippels gebruiken: kies de nippel die het makkelijkst te bereiken is. Pomp vet in de nippel tot er een beetje vet aan de onderzijde van de asbehuizing verschijnt (aan de onderzijde van de maai-eenheid).
Onderhoud motor Veiligheid van de motor • Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie. • Verander de snelheid van de toerenregelaar niet en laat de motor het maximale toerental niet overschrijden. Onderhoud van het luchtfilter Controleer de luchtfilterbehuizing op schade die een luchtlek kan veroorzaken, en vervang de luchtfilterbehuizing indien nodig.
Belangrijk: Probeer het veiligheidsfilter tot 7 uur gezien vanaf het uiteinde. Maak de vergrendeling vast (Figuur 48). niet te reinigen. Plaats steeds een nieuw veiligheidsfilter als het voorfilter 3 onderhoudsbeurten heeft gehad (Figuur 49). Motorolie verversen Het motoroliepeil controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Het carter van de motor is in de fabriek gevuld met olie; het oliepeil moet echter worden gecontroleerd voor- en nadat u de motor voor de eerste keer start.
4. Vervang het oliefilter van de motor zoals wordt getoond in Figuur 52. g029301 Figuur 50 Motorolie verversen en filter vervangen g027477 Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren Om de 150 bedrijfsuren 1. Start de motor en laat deze 5 minuten lopen zodat de olie warm wordt. 2. Parkeer de machine op een horizontaal vlak, zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 3.
Onderhoud brandstofsysteem Brandstof aftappen uit de brandstoftank Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren—Brandstoftank aftappen en reinigen. Vóór de stalling—Brandstoftank aftappen en reinigen. g031634 Figuur 53 1. Ontluchtingsplug Naast het genoemde onderhoudsinterval moet de tank ook worden afgetapt en gereinigd als het brandstofsysteem vervuild raakt of wanneer u de machine voor langere tijd gaat stallen. Gebruik schone brandstof om de tank uit te spoelen. 2. Waterafscheider/filter 3. 1. 2.
g031615 Figuur 55 1. Brandstofinjectors g031609 Figuur 54 2. Zet de gashendel op 3. Draai het sleuteltje naar de stand START en kijk hoe de brandstof om de connector stroomt. 1. Ontluchtschroef op de brandstofinjectiepomp SNEL. Opmerking: Draai het sleuteltje op UIT 5. 6. wanneer u een ononderbroken straal ziet. Draai het contactsleuteltje naar de stand AAN. Opmerking: De elektrische brandstofpomp 4. Draai de leidingconnector goed vast.
Onderhoud elektrisch systeem De accukabels moeten stevig op de accupolen zitten zodat ze goed contact maken. Veiligheid van het elektrisch systeem Een verkeerde geleiding van de accukabels kan schade aan de tractor en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen, waardoor lichamelijk letsel kan ontstaan. WAARSCHUWING • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de • machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool.
Onderhoud aandrijfsysteem WAARSCHUWING Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel. Draai de wielmoeren vast met de juiste torsie. De bandenspanning controleren De tractie-aandrijving afstellen voor de neutraalstand Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks GEVAAR Als de machine beweegt wanneer het tractiepedaal in de NEUTRAALSTAND staat, moet de afstelnok van de tractie worden afgesteld.
Onderhoud koelsysteem WAARSCHUWING De motor moet lopen opdat u een laatste afstelling van de afstelnok van de tractie kunt uitvoeren. Contact met hete of bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken. Veiligheid van het koelsysteem • Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging veroorzaken; buiten het bereik van kinderen en huisdieren houden. Houd uw handen, voeten, gezicht en andere lichaamsdelen uit de buurt van de geluidsdemper, andere hete motoronderdelen en draaiende delen. 5.
Het koelsysteem reinigen bestaat. Controleer elke dag vóór het starten van de motor het koelvloeistofpeil. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks De inhoud van het koelsysteem is ongeveer 5,7 liter. VOORZICHTIG Als de motor heeft gelopen, kan de hete koelvloeistof, die onder druk staat, ontsnappen indien de radiateurdop wordt verwijderd. Dit kan brandwonden veroorzaken. 1. Til de motorkap op. 2. Verwijder grondig al het vuil dat zich rond het motorgedeelte bevindt. 3.
Onderhouden remmen Onderhoud riemen De parkeerrem afstellen Onderhoud van de riemen van de motor Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren—Controleer de afstelling van de parkeerrem. 1. Onderhoudsinterval: Na de eerste 10 bedrijfsuren—De conditie en de spanning van alle riemen controleren. Draai de stelschroef los waarmee de knop is bevestigd aan de parkeerremhendel (Figuur 61). Om de 100 bedrijfsuren—De conditie en de spanning van alle riemen controleren.
De drijfriem van de hydrostaat vervangen 1. Onderhoud bedieningsysteem Steek een dopschroevendraaier of een stukje buis in het uiteinde van de spanveer van de riem. De gashendel afstellen VOORZICHTIG De veer die de riem spant, staat onder grote druk en de veer op de verkeerde manier ontspannen kan letsel veroorzaken. 1. Zet de gashendel naar achteren zodat deze tegen de sleuf in het bedieningspaneel aan komt. 2. Zet de klem van de gaskabel op de hefboom van de injectiepomp los (Figuur 64).
Onderhoud hydraulisch systeem Opmerking: Toro aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik van verkeerde vervangende vloeistoffen. Gebruik daarom uitsluitend producten van gerenommeerde fabrikanten die garant staan voor de door hen aanbevolen vloeistoffen.
g031643 Figuur 66 g031641 Figuur 65 1. Hydraulische leiding 1. Dop van hydraulische tank 3. Monteer de hydraulische leiding als er geen hydraulische vloeistof meer naar buiten komt (Figuur 66). 4. 3. Verwijder de dop van de hydraulische tank (Figuur 65). 4. Verwijder de peilstok uit de vulbuis en veeg deze af met een schone doek. 5. Steek de peilstok in de vulbuis. Verwijder deze daarna en controleer het vloeistofpeil.
8. systeem te verspreiden. Controleer op lekkage en zet dan de motor af. 4. Smeer de nieuwe filterpakking en vul het filter met hydraulische vloeistof. Controleer het vloeistofpeil en vul vloeistof bij totdat het peil de FULL-markering (Vol) op de peilstok bereikt. 5. Controleer of de plaats waar het filter wordt gemonteerd schoon is en draai het filter totdat de pakking contact maakt met de bevestigingsplaat; draai het filter vervolgens met ½ slag vast. 6.
Onderhoud van maaidek 3. Verwijder de borgpen of de borgmoer waarmee het draagframe van de maai-eenheid aan de draaipen van de hefarm is bevestigd (Figuur 70). De maai-eenheden van de tractie-eenheid verwijderen 1. Voer de voorbereiding voor het onderhoud uit, zie De machine klaar maken voor onderhoud (bladz. 40). 2. Verwijder de montageschroeven van de hydraulische motor, ontkoppel de hydraulische motor en verwijder deze van de maai-eenheid (Figuur 69).
Onderhoud van het maaimes Als een van deze metingen niet binnen de specificaties valt, ga dan verder met Maaimes afstellen (bladz. 59). Het cirkelmaaidek is in de fabriek ingesteld op een maaihoogte van 5 cm en met een harkmes van 7,9 mm. De maaihoogte-instellingen links en rechts zijn ook vooraf ingesteld binnen 0,7 mm van elkaar. Maaimes afstellen Start met het afstellen aan de voorzijde (pas steeds 1 beugel per keer aan). 1.
7. Pas de linker en rechter maaihoogtebeugel aan door stap 1 tot en met 3 te herhalen. 8. Bevestig de slotbouten en de flensmoeren. 9. Controleer de hoogte op 12 uur, 3 uur en 9 uur. Opmerking: Druk alleen op het buitenste loopvlak of druk evenwijdig op het binnen- en buitenloopvlak. 2. Plaats het afstandsstuk (Figuur 73). 3.
1. het platte en het gebogen deel samenkomen (Figuur 75). Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, zet de maai-eenheid in de hoogste stand, stel de parkeerrem in werking, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje. Opmerking: Zet de maai-eenheid vast om te voorkomen dat dit per ongeluk naar beneden valt. 2. Pak het uiteinde van het mes vast met een doek of een dikke, gevoerde handschoen. 3. Verwijder de mesbout, de antiscalpeercup en het mes van de as (Figuur 74). g031648 Figuur 75 1.
totdat de messen volledig tot stilstand zijn gekomen. Als de tijd meer dan 7 seconden bedraagt, moet de remklep worden afgesteld; neem contact op met uw Toro verdeler om u te helpen bij deze afstelling. g276373 Figuur 77 1. Snijrand 2. Onderkant Opmerking: De uiteinden moeten iets lager dan het midden zijn en de snijrand moet lager dan de onderkant van het mes zijn. Deze kenmerken zorgen voor een goede maaikwaliteit en vereisen minder vermogen van de motor.
Stalling kabelklemmen en de accupolen om corrosie te voorkomen. D. Veiligheid tijdens opslag • Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje (indien aanwezig) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Privacyverklaring EEA/VK Toro’s gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.
Californië Proposition 65 Waarschuwingsinformatie Wat betekent deze waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.
Toro garantie Garantie gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.