Form No. 3442-948 Rev A Groundsmaster® 3500-D cirkelmaaier Modelnr.: 30807—Serienr.: 407170000 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
voor andere doeleinden dan het bedoelde gebruik kan gevaarlijk zijn voor u of voor omstanders. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om schade aan de machine en letsel te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.
De onderhoudsvergrendeling van de maai-eenheid gebruiken ............................... 40 Smering ............................................................... 40 Lagers en lagerbussen smeren......................... 40 Onderhoud motor ................................................ 43 Veiligheid van de motor..................................... 43 Onderhoud van het luchtfilter ............................ 43 Motorolie verversen .......................................... 45 Onderhoud brandstofsysteem .
Veiligheid Deze machine werd ontworpen in overeenstemming met B71.4-2017 van het ANSI en met EN ISO 5395 indien u de installatieprocedures uitvoert en de CE-set monteert overeenkomstig de Conformiteitsverklaring. Algemene veiligheid Dit product kan handen of voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig letsel te voorkomen. • Lees deze Gebruikershandleiding en zorg ervoor dat u deze begrijpt voordat u de motor start.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal93-6681 99-3444 93-6681 1. Ledematen kunnen worden gesneden/geamputeerd, ventilator – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. decal99-3444 99-3444 1. Rijsnelheid – snel 2. Maaisnelheid – langzaam decal93-7276 93-7276 1. Risico van explosie – Draag oogbescherming.
decal121-3628 121-3628 Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker. Raadpleeg de instructies voor gebruik van de machine op hellingen in de Gebruikershandleiding en de omstandigheden waarin u de machine zou gebruiken om na te gaan of u de machine op een bepaalde dag en op het terrein in kwestie kunt gebruiken.
decal106-9290 106-9290 1. Inputs 5. In stoel 2. Niet geactiveerd 6. Aftakasschakelaar 10. Aftakasschakelaar 3. Uitschakeling wegens te hoge temperatuur 7. Parkeerrem uit 11. START 4. Waarschuwing te hoge temperatuur 8. Neutraalstand 12. ETR (Activeren om te starten) 9. Outputs 13. START 14. Hydraulisch bekrachtigd decal121-3627 121-3627 1.
decal121-3623 121-3623 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding, gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 5. Gevaar op weggeslingerde objecten – Houd omstanders op een afstand. 2. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding voordat u de 6. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. machine gaat slepen. 3. Kantelgevaar – Vertraag voor bochten; laat de maaidekken in de laagste stand en hou uw veiligheidsgordel om wanneer u op hellingen rijdt. 7.
decal138-6974 138-6974 1. Lees de Gebruikershandleiding.
decal139-6027 139-6027 1. Aftakas – Uitschakelen 7. Breng de maaidekken omhoog. 8. Motor – Uit 2. Aftakas – Inschakelen 3. Beweeg de maaidekken 9. Motor – Lopen naar rechts. 4. Breng de maai-eenheden 10. Motor – Starten omlaag. 5. Vergrendelen 11. Snel 6. Beweeg de maaidekken naar links. 12.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Hoeveelheid Gebruik Geen onderdelen vereist – De accu in gebruik nemen, opladen en aansluiten. Inclinometer 1 De hoekindicator controleren. CE-waarschuwingssticker Sticker productiejaar Sticker CE-markering Beugel van motorkapvergrendeling Popnagel Ring Schroef (¼" x 2") Borgmoer (¼") Uitlaatscherm Zelftappende schroef 1 1 1 1 2 1 1 1 1 4 Geen onderdelen vereist – De hefarmen afstellen.
WAARSCHUWING 1 Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen. De accu in gebruik nemen, opladen en aansluiten • Houd vonken en open vuur uit de buurt van de accu. • Rook nooit in de buurt van de accu. Geen onderdelen vereist 4. Als de accu is opgeladen, haalt u de acculader uit het stopcontact en maakt u deze los van de accupolen. 5. Verwijder de vuldoppen. 6. Giet langzaam accuzuur in elke cel totdat het peil net boven de vulring komt.
2 De hoekindicator controleren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Inclinometer g031568 Figuur 4 1. Minkabel (-) van de accu Procedure 2. Pluskabel (+) van de accu 1. Parkeer de machine op een vlak, horizontaal oppervlak. 2. Controleer of de machine horizontaal staat door een inclinometer (geleverd bij de machine) op de dwarsstang van het frame bij de brandstoftank te plaatsen (Figuur 5).
3 De CE-stickers aanbrengen Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 CE-waarschuwingssticker 1 Sticker productiejaar 1 Sticker CE-markering Procedure g278675 Figuur 7 Als deze machine wordt gebruikt in de EU, moet u de CE-waarschuwingssticker (121-3598) aanbrengen over de bestaande waarschuwingssticker (121-3628). 1. Plaatje met serienummer 3. Sticker productiejaar 2. Sticker CE-markering 4 De motorkapvergrendeling monteren Alleen CE-machines g278676 Figuur 6 1.
g012630 Figuur 10 1. Motorkapvergrendeling g012628 Figuur 8 1. Beugel van motorkapvergrendeling 2. Popnagels 8. 3. Verwijder de beugel van de motorkapvergrendeling van de motorkap. 4. Plaats de beugel van de CE-vergrendeling en de beugel van de motorkapvergrendeling op de motorkap en lijn de montageopeningen uit (Figuur 9). Monteer de bout in de andere arm van de motorkapvergrendeling om de sluiting te vergrendelen (Figuur 11). Draai de bout vast, maar de moer niet.
g031571 Figuur 13 Maai-eenheden verwijderd ter verduidelijking 1. Vloerplaatbeugel 3. Hefarm 2. Speling g008875 Figuur 12 Als de afstand zich niet in dit bereik bevindt, pas deze dan als volgt aan: 1. Uitlaatscherm A. 2. Draai de aanslagbouten los (Figuur 14). Bevestig het uitlaatscherm aan het frame met 4 zelftappende schroeven (Figuur 12). 6 De hefarmen afstellen Geen onderdelen vereist g031572 Figuur 14 Procedure 1. 1.
g031575 Figuur 17 g031573 Figuur 15 1. Achterste cilinder C. Verwijder de pen uit het uiteinde van de stang en draai de gaffel. D. Plaats de pen en controleer de speling. B. Pak de cilinderstang vlak bij de moer beet met een tang en een doek en draai aan de stang. C. Breng de maaidekken omhoog en controleer de speling. Opmerking: Herhaal deze procedure E. 2. indien nodig. Opmerking: Herhaal deze procedure Draai de contramoer van de gaffelpen vast. indien nodig. D.
8 De maaihoogte instellen Geen onderdelen vereist Procedure Belangrijk: Dit maaidek maait vaak ongeveer 6 mm lager dan een messenkooimaaier met dezelfde instelling. Mogelijk moet u het cirkelmaaidek 6 mm hoger instellen dan een messenkooimaaier in hetzelfde gebied. g031576 Belangrijk: U kunt veel beter bij de achterste Figuur 18 1. Voorste montageopening van de maai-eenheid, boven 2. Voorste montageopening van de maai-eenheid, onder 2. maaidekken door het maaidek van de machine te verwijderen.
2. Schuif de schraper omhoog of omlaag tot er een opening van 0,5 tot 1 mm is tussen de stang en de rol. 3. Bevestig de smeernippel en schroef deze vast met 41 N·m. Schroef beide onderdelen om de beurt steeds een klein stukje verder vast. g026184 Figuur 20 6. 7. 8. 9. 10 Plaats de tappende plaat op één lijn met het afstandsstuk. Draai de bout met de hand vast. Herhaal stap 4 tot 7 voor elke aanpassing. Draai de 3 bouten vast met een torsie van 41 N·m.
Algemeen overzicht van de machine GEVAAR Gebruik van het mes met High Lift-vleugel in combinatie met de mulchplaat kan het mes doen breken, wat lichamelijk of dodelijk letsel kan veroorzaken. Bedieningsorganen Gebruik geen messen met een High Lift-vleugel in combinatie met de mulchplaat. g031595 Figuur 23 20 1. Hendel om stuurwiel te verstellen 2. Hoekindicator 4. Tractiepedaal voor vooruit 3. Tractiepedaal voor achteruit 6. Sleuf voor indicator 5.
AAN/VOORGLOEIEN en START . Draai het sleuteltje naar AAN/VOORGLOEIEN totdat het indicatielampje van de gloeibougie uitgaat (ongeveer 7 seconden); draai daarna het contactsleuteltje naar START om de startmotor in werking te stellen. Laat het sleuteltje los zodra de motor start (Figuur 24). Om de motor af te zetten, draait u het sleuteltje naar de stand UIT. Opmerking: Verwijder het sleuteltje uit het contact om te voorkomen dat de motor per ongeluk start.
Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur motor Sleuf voor indicator De indicatorsleuf in het bestuurdersplatform geeft aan wanneer de maaidekken zich in de centrale stand bevinden (Figuur 23). Het waarschuwingslampje van de koelvloeistoftemperatuur gaat branden als de temperatuur van de koelvloeistof te hoog wordt. Als de temperatuur van de koelvloeistof nog 10° stijgt, slaat de motor af (Figuur 24).
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Beschrijving Figuur 27 referentie Afmetingen of gewicht Totale breedte in maaistand A 192 cm Totale breedte in transportstand B 184 cm Hoogte C 197 cm Breedte wielbasis D 146 cm Lengte wielbasis E 166 cm Totale lengte in maaistand F 295 cm Totale lengte in transportstand G 295 cm Afstand tot de grond 15 cm Gewicht 963 kg Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing • Wanneer de motor loopt of heet is, mag u de Voor gebruik • Geen brandstof bijvullen of aftappen in een brandstofdop niet verwijderen of geen brandstof toevoegen. afgesloten ruimte. Opmerking: Bepaal vanuit de normale • Bewaar de machine en het brandstofvat niet bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een boiler of een ander toestel) aanwezig kunnen zijn.
Het koelsysteem controleren Belangrijk: Het aandeel diesel moet een ultralaag zwavelgehalte hebben. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht: Voordat u de motor start en de machine gaat gebruiken, moet u het koelsysteem controleren; zie Het koelsysteem controleren (bladz. 26). • Biodieselmengsels kunnen gelakte oppervlakken beschadigen. • Gebruik B5 (biodieselinhoud 5%) of mengsels met een lager percentage in koud weer.
Atomic mulchmes • Vochtig of aangekoekt maaisel wordt op effectieve • • wijze afgevoerd waardoor de maai-eenheid minder snel verstopt raakt. Vereist meer pk om te maaien Voert het maaisel verder naar links af en kan bij lagere maaistanden pluggen vormen Dit mes is ontworpen voor uitstekende bladmulch-resultaten.
Veiligheidssysteem controleren • Draag geschikte kleding en uitrusting, zoals oogbescherming, een lange broek, stevige schoenen met een gripvaste zool en gehoorbescherming. Draag lang haar niet los en draag geen losse kleding of juwelen. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks • Gebruik de machine niet als u ziek, moe of onder VOORZICHTIG de invloed van alcohol of drugs bent.
Bijkomende rolbeugelveiligheid voor machines met een inklapbare rolbeugel • Als u de machine verlaat, laat deze dan niet • • • • draaien. Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel verlaat: – Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. – Schakel de aftakas uit en laat de werktuigen zakken. – Stel de parkeerrem in werking. – Zet de motor af en verwijder het sleuteltje. – Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.
De motor afzetten waterhindernissen en andere gevaarlijke punten. De machine kan plotseling omslaan als een wiel over de rand komt, of als de rand instort. Zorg voor een veilige afstand tussen de machine en een gevarenzone. • Spoor gevaren onderaan de helling op. Indien er gevaren zijn, maait u de helling met een loopmaaimachine. • Laat de maai-eenheden indien mogelijk neer op de grond wanneer u de machine op een helling gebruikt.
een nieuwe SCM plaatsen en kijken of de storing verdwijnt. geprogrammeerd en registreert geen periodieke gegevens over storingen en problemen. De sticker op de SCM bevat uitsluitend symbolen. De 3 led-outputsymbolen worden getoond in het output-vak terwijl alle andere leds inputs zijn; zie Figuur 29. g031611 Figuur 29 1. Wetten (input) 7. Aftakas (output) 2. Hoge temperatuur (input) 8. Start (output) 3. In stoel (input) 9. ETR (output) 4. Aftakasschakelaar (input) 10. Start (input) 5.
Elke (horizontale) rij op de onderstaande tabel geeft de input- en output-vereisten voor elke specifieke functie van het product aan. De functies van het product worden vermeld in de linkerkolom. De symbolen geven de toestand van een specifiek circuit aan zoals: geactiveerd voor spanning, gesloten om massa te maken en geopend om massa te maken. Inputs Functie Stroom AAN In NEUTRAALSTAND Start AAN Rem AAN Outputs Aftakas AAN In stoel Hoge temp.
Problemen met het maairesultaat oplossen • Bij de Sidewinder moet u vertrouwd raken met de omvang van de maaidekken zodat ze nergens aan blijven hangen of schade oplopen. Raadpleeg de After-cut Appearance Troubleshooting Guide (gids voor het oplossen van problemen met het maairesultaat) op www.Toro.com. • Beweeg de maaidekken niet heen en weer, behalve als ze omlaag zijn en de machine in beweging is, of als ze omhoog zijn in de transportstand.
Maaien met scherpe messen • Als de maai-eenheden in de transportstand Een scherp mes snijdt het gras netjes af, zonder rukken of scheuren, zoals een bot mes wel zou doen. Als het gras inscheurt of kapot wordt getrokken, wordt het bruin aan de punten, waardoor het gras minder goed groeit en vatbaarder wordt voor ziekten. Controleer of het mes in een goede staat verkeert en over een volledige vleugel beschikt.
g192121 g031610 Figuur 31 1. Omloopklep g192122 Figuur 30 Duw of sleep de machine. 3. Stop met de machine te duwen of te slepen en sluit de omloopklep door deze 90° (¼ slag) te draaien. Belangrijk: Zorg dat de omloopklep gesloten is voordat u de motor start. Als u de motor laat lopen met een geopende omloopklep, raakt de transmissie oververhit. 1.
Onderhoud Opmerking: Download het elektrische of hydraulische schema gratis op www.Toro.com; u kunt uw machine zoeken via de link Handleidingen op de hoofdpagina. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na het eerste bedrijfsuur Onderhoudsprocedure • Wielmoeren aandraaien. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Wielmoeren aandraaien. • De conditie en de spanning van alle riemen controleren.
Onderhoudsinterval Vóór de stalling Om de 2 jaar Onderhoudsprocedure • • • • • Brandstoftank aftappen en reinigen. Controleer de bandenspanning. Alle bevestigingen controleren. Smeer alle smeer- en draaipunten met vet of olie. Beschadigde oppervlakken bijwerken. • Tap de hydraulische tank af en spoel deze schoon. • Loszittende slangen vervangen. Belangrijk: Raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures.
Voor week van: Gecontroleerde item maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag De veiligheidsgordel reinigen en onderhouden. 1 Controleer de gloeibougie en de spuitmonden van de injector, als de motor moeilijk start, buitensporig veel rook afgeeft of ongelijkmatig loopt. 2Onmiddellijk na elke wasbeurt, ongeacht het voorgeschreven interval Belangrijk: Zie de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures.
Procedures voorafgaande aan onderhoud Veiligheid bij onderhoud • Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel verlaat: – Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. – Schakel de aftakas uit en laat de werktuigen zakken. – Stel de parkeerrem in werking. – Zet de motor af en verwijder het sleuteltje. – Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.
De onderhoudsvergrendeling van de maai-eenheid gebruiken Smering Lagers en lagerbussen smeren Gebruik de onderhoudsvergrendeling tijdens het onderhoud van de maai-eenheden om letsel te voorkomen. Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren—Smeer alle lagers en bussen. 1. Centreer de sidewinder van de maai-eenheid met de tractie-eenheid. 2. Breng de maai-eenheid omhoog in de transportstand. 3. Schakel de parkeerrem in en zet de machine af. 4.
g008898 Figuur 38 • 2 draaipunten en hefcilinder van voorste hefarm, links (Figuur 39) g008896 Figuur 36 • Draaipunt (Figuur 37) g008899 Figuur 39 • 2 draaipunten en hefcilinder van voorste hefarm, rechts (Figuur 40) g195307 Figuur 37 • 2 achterste draaipunten en hefcilinder van hefarm (Figuur 38) g008900 Figuur 40 • Afstelmechanisme neutraalstand (Figuur 41) 41
g008901 Figuur 41 g008904 Figuur 44 • Schuif voor maaien/transport (Figuur 42) • Lagers van spilas van maaidek (2 per maaidek) (Figuur 45) Opmerking: U kunt beide smeernippels gebruiken: kies de nippel die het makkelijkst te bereiken is. Pomp vet in de nippel tot er een beetje vet aan de onderzijde van de asbehuizing verschijnt (aan de onderzijde van de maai-eenheid).
bevindt zich verder een merkteken op één uiteinde van de rolas. Onderhoud motor Belangrijk: U mag de dwarsbuis van de Sidewinder niet smeren. De lagerblokken zijn zelfsmerend. Veiligheid van de motor • Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie. • Verander de snelheid van de toerenregelaar niet en laat de motor het maximale toerental niet overschrijden.
Belangrijk: Probeer het veiligheidsfilter niet te reinigen. Plaats steeds een nieuw veiligheidsfilter als het voorfilter 3 onderhoudsbeurten heeft gehad (Figuur 49). g032050 Figuur 48 1. Rubberen uitlaatklep 4. Luchtfilterhuis 2. Sluiting van luchtfilter 5. Verzendingseenheid verstopping luchtfilter 3. Voorfilter van luchtfilter 6. Rubberen toevoerslang g031340 Figuur 47 Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren (Vaker in zeer stoffige of vuile omstandigheden) 1.
tot 7 uur gezien vanaf het uiteinde. Maak de vergrendeling vast (Figuur 48). Motorolie verversen Het motoroliepeil controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Het carter van de motor is in de fabriek gevuld met olie; het oliepeil moet echter worden gecontroleerd voor- en nadat u de motor voor de eerste keer start. De carterinhoud is ongeveer 2,8 liter met filter.
4. Onderhoud brandstofsysteem Vervang het oliefilter van de motor zoals wordt getoond in Figuur 52. Brandstof aftappen uit de brandstoftank Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren—Brandstoftank aftappen en reinigen. Vóór de stalling—Brandstoftank aftappen en reinigen. Naast het genoemde onderhoudsinterval moet de tank ook worden afgetapt en gereinigd als het brandstofsysteem vervuild raakt of wanneer u de machine voor langere tijd gaat stallen. Gebruik schone brandstof om de tank uit te spoelen.
g031634 Figuur 53 1. Ontluchtingsplug 3. Aftapventiel 2. Waterafscheider/filter g031609 Figuur 54 3. Draai de plug weer vast na het aftappen. 1. Ontluchtschroef op de brandstofinjectiepomp Brandstoffilter vervangen 1. 2. 3. 4. 5. Reinig de omgeving van de montagelocatie van het filter (Figuur 53). Verwijder het filter en reinig het montageoppervlak. Smeer de pakking op het filter met schone olie.
Onderhoud elektrisch systeem Veiligheid van het elektrisch systeem • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de g031615 Figuur 55 • 1. Brandstofinjectors 2. Zet de gashendel op SNEL. 3. Draai het sleuteltje naar de stand START en kijk hoe de brandstof om de connector stroomt. Onderhoud van de accu Opmerking: Draai het sleuteltje op UIT wanneer u een ononderbroken straal ziet. 4. Draai de leidingconnector goed vast. 5. Herhaal deze procedure bij de overige spuitmonden. machine verricht.
Onderhoud aandrijfsysteem De accukabels moeten stevig op de accupolen zitten zodat ze goed contact maken. WAARSCHUWING Een verkeerde geleiding van de accukabels kan schade aan de tractor en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen, waardoor lichamelijk letsel kan ontstaan.
WAARSCHUWING WAARSCHUWING Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel. De motor moet lopen opdat u een laatste afstelling van de afstelnok van de tractie kunt uitvoeren. Contact met hete of bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken. Draai de wielmoeren vast met de juiste torsie.
Onderhoud koelsysteem bestaat. Controleer elke dag vóór het starten van de motor het koelvloeistofpeil. Veiligheid van het koelsysteem De inhoud van het koelsysteem is ongeveer 5,7 liter. • Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging Als de motor heeft gelopen, kan de hete koelvloeistof, die onder druk staat, ontsnappen indien de radiateurdop wordt verwijderd. Dit kan brandwonden veroorzaken. VOORZICHTIG veroorzaken; buiten het bereik van kinderen en huisdieren houden.
Het koelsysteem reinigen Onderhouden remmen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks 1. Til de motorkap op. De parkeerrem afstellen 2. Verwijder grondig al het vuil dat zich rond het motorgedeelte bevindt. 3. Gebruik perslucht; begin aan de voorkant van de radiateur en blaas het vuil eruit naar de achterkant. Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren—Controleer de afstelling van de parkeerrem. 4. 1.
De drijfriem van de hydrostaat vervangen Onderhoud riemen 1. Onderhoud van de riemen van de motor VOORZICHTIG Onderhoudsinterval: Na de eerste 10 bedrijfsuren—De conditie en de spanning van alle riemen controleren. De veer die de riem spant, staat onder grote druk en de veer op de verkeerde manier ontspannen kan letsel veroorzaken. Om de 100 bedrijfsuren—De conditie en de spanning van alle riemen controleren. Wees voorzichtig bij het ontspannen van de veer en het vervangen van de riem.
Onderhoud bedieningsysteem Onderhoud hydraulisch systeem De gashendel afstellen Veiligheid van het hydraulische systeem 1. 2. Zet de gashendel naar achteren zodat deze tegen de sleuf in het bedieningspaneel aan komt. • Waarschuw onmiddellijk een arts als er Zet de klem van de gaskabel op de hefboom van de injectiepomp los (Figuur 64). • • • • hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in de huid. Geïnjecteerde vloeistof moet binnen enkele uren operatief worden verwijderd door een arts.
Opmerking: Toro aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik van verkeerde vervangende vloeistoffen. Gebruik daarom uitsluitend producten van gerenommeerde fabrikanten die garant staan voor de door hen aanbevolen vloeistoffen.
systeem te verspreiden. Controleer op lekkage en zet dan de motor af. 8. Controleer het vloeistofpeil en vul vloeistof bij totdat het peil de FULL-markering (Vol) op de peilstok bereikt. Opmerking: Niet te vol vullen. Hydraulisch filter vervangen Onderhoudsinterval: Om de 1000 bedrijfsuren—Als u de aanbevolen hydraulische vloeistof gebruikt, moet u het hydraulische filter vervangen (eerder als de onderhoudsintervalindicator in de rode zone staat).
4. Smeer de nieuwe filterpakking en vul het filter met hydraulische vloeistof. Onderhoud van maaidek 5. Controleer of de plaats waar het filter wordt gemonteerd schoon is en draai het filter totdat de pakking contact maakt met de bevestigingsplaat; draai het filter vervolgens met ½ slag vast. De maai-eenheden van de tractie-eenheid verwijderen 6. Maak de slang naar de bevestigingsplaat van het filter los. 7.
De maai-eenheid aan de tractie-eenheid koppelen 1. Voer de voorbereiding voor het onderhoud uit, zie De machine klaar maken voor onderhoud (bladz. 39). 2. Plaats de maai-eenheid vóór de tractie-eenheid. 3. Schuif het draagframe van de maai-eenheid op de draaipen van de hefarm en zet vast met de borgpen of de borgmoer (Figuur 70). 4. Monteer de hydraulische motor op de maai-eenheid; gebruik hierbij de montageschroeven van de hydraulische motor (Figuur 69). g011353 Figuur 71 4.
2. Breng vulstukken van 1,5 mm en/of vulstukken van 0,7 mm aan tussen het frame van de maai-eenheid en de beugel om de gewenste maaihoogte te bereiken (Figuur 72). 3. Bevestig de maaihoogtebeugel aan het frame van de maai-eenheid met de overgebleven vulstukken onder de maaihoogtebeugel (Figuur 72). 4. Bevestig de inbusbout, het afstandsstuk en de flensmoer.
5. 6. Controleer of er maximaal 1,5 mm speling is tussen de rolconstructie en de rolmontagebeugels van het frame van de maai-eenheid. Onderhoud van maaimessen Opmerking: Als de opening groter is dan 1,5 mm, plaats dan voldoende ringen met een diameter van ⅝" om de speling aan te passen. Veiligheid van de messen • Controleer op gezette tijden het maaimes op slijtage of beschadigingen. Draai de bevestigingsbout vast met een torsie van 108 N·m. • Wees voorzichtig als u de messen controleert.
g031648 Figuur 75 g011355 Figuur 74 1. Mesbout 1. Snijrand 2. Antiscalpeercup 3. Plaats van beschadiging (slijtage, groef of barst) 2. Vleugel 4. Monteer het mes, de antiscalpeercup en de mesbout; zet de mesbout vast met een torsie van 115 tot 149 N·m. 4. Belangrijk: Het gebogen deel van het mes moet naar de binnenzijde van de maai-eenheid wijzen om een goede maaikwaliteit te garanderen. Controleer de snijranden van al de messen.
totdat de messen volledig tot stilstand zijn gekomen. Als de tijd meer dan 7 seconden bedraagt, moet de remklep worden afgesteld; neem contact op met uw Toro verdeler om u te helpen bij deze afstelling. g276373 Figuur 77 1. Snijrand 2. Onderkant Opmerking: De uiteinden moeten iets lager dan het midden zijn en de snijrand moet lager dan de onderkant van het mes zijn. Deze kenmerken zorgen voor een goede maaikwaliteit en vereisen minder vermogen van de motor.
Stalling kabelklemmen en de accupolen om corrosie te voorkomen. D. Veiligheid tijdens opslag • Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht. De motor gebruiksklaar maken • Bewaar de machine en het brandstofvat niet op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv.
Opmerkingen:
Privacyverklaring EEA/VK Toro’s gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.
Californië Proposition 65 Waarschuwingsinformatie Wat betekent deze waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.
Toro garantie Garantie gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt Onderdelen De Toro Company biedt de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden. Deze garantie geldt voor alle producten met uitzondering van beluchters (zie de afzonderlijke garantieverklaringen voor deze producten).