Form No. 3376-476 Rev A Groundsmaster® 3500-G tractie-eenheid Modelnr.: 30809—Serienr.: 313000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven in Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring.
Inhoud De tractie-aandrijving afstellen voor de neutraalstand......................................................41 Onderhoud koelsysteem .............................................41 Het koelsysteem van de motor reinigen......................41 Onderhouden remmen ..............................................42 Parkeerrem afstellen ...............................................42 Onderhoud riemen ....................................................42 Onderhoud van de riemen van de motor .............
Veiligheid belangrijkste oorzaken voor het verliezen van de controle zijn: ◊ Onvoldoende grip van de wielen ◊ Te snel rijden ◊ Onjuist gebruik van de rem ◊ Het type machine is niet geschikt voor het specifieke werk ◊ Zich onvoldoende bewust zijn van de specifieke omstandigheden van het terrein, met name op hellingen ◊ Onjuiste bevestiging en verdeling van lasten Deze machine voldoet minstens aan CEN-norm EN 836:1997 (als de correcte stickers zijn aangebracht) en de B71.
werken. Gebruik de machine uitsluitend als deze naar behoren werkt. – Voordat u de maaihoogte instelt, tenzij die vanaf de bestuurderspositie kan worden ingesteld. – Voordat u verstoppingen verwijdert Gebruiksaanwijzing – Voordat u de maaimachine gaat controleren, schoonmaken of werkzaamheden daaraan gaat verrichten • Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte lopen, • • • • • • • • • • • • omdat zich daar giftige koolmonoxidedampen kunnen verzamelen.
• Houd de motor, geluiddemper/knalpot, accubehuizing, • • • • • • • • • • • • • Gebruik van dit product voor andere doeleinden dan het bedoelde gebruik kan gevaarlijk zijn voor de bestuurder of omstanders. brandstofopslagplaats, maaidekken en aandrijvingen vrij van overtollig vet, gras en bladeren om brandgevaar te verminderen. Neem gemorste olie of brandstof meteen op. Vervang versleten of beschadigde onderdelen met het oog op een veilig gebruik.
leidingen in goede staat verkeren voordat u druk zet op het hydraulische systeem. het geval is, raadpleeg dan het hoofdstuk Onderhoud van deze handleiding om de tractieaandrijving af te stellen. • Rij zeer voorzichtig als u werkt op steile hellingen of • Houd lichaam en handen uit de buurt van kleine lekgaten in de buurt van zandkuilen, greppels, sloten of andere gevaarlijke punten. of spuitmonden waaruit onder hoge druk hydraulische vloeistof ontsnapt.
Geluidsniveau Deze machine heeft een geluidsniveau van 105 dBA met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA. Het geluidsniveau werd bepaald volgens de procedures in ISO 11094. Geluidsdruk Deze machine oefent een geluidsdruk van 92 dBA uit op het gehoor van de bestuurder (met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA). De geluidsdruk werd bepaald volgens de procedures in EN 836. Trillingsniveau Hand-arm Gemeten trillingsniveau voor de rechterhand = 0.5 m/s2 Gemeten trillingsniveau voor de linkerhand = 0.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 94-3353 1. Handen kunnen bekneld raken - Houd uw handen uit de buurt. 107-7801 (Alleen CE) Deze veiligheidssticker waarschuwt voor gebruik op hellingen en moet worden aangebracht op de machine volgens de Europese veiligheidsnorm voor gazonmaaiers EN 836:1997.
Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1. Explosiegevaar 104-5181 Uitsluitend CE 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken. 1. Waarschuwing - Lees de Gebruikershandleiding. 2. Machine kan kantelen – Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 15 graden en doe de veiligheidsgordel om als de rolbeugel is gemonteerd. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 3.
106-9290 1. Inputs 5. In stoel 2. Niet geactiveerd 6. Aftakasschakelaar 3. Uitschakeling bij te hoge temperatuur 7. Parkeerrem buiten werking 11. START 4. Waarschuwingslampje te hoge temperatuur 8. Neutraalstand 9. Outputs 13. Start 14. Vermogen 10. Aftakas 12. ETR (Activeren om te lopen) 121–3531 1. Aftakas inschakelen 6. Naar links 2. Aftakas uitschakelen 7. Vergrendelen 11.
104-1086 1. Maaihoogte 121–3533 1. Lees de Gebruikershandleiding voor onderhoudsinformatie.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 2 3 4 5 6 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Inclinometer 1 Hoekindicator controleren Waarschuwingssticker (104–5181) 1 EU-stickers aanbrengen indien vereist. Vergrendelbeugel Popnagel Ring Schroef, 1/4 x 2 inch Borgmoer, 1/4 inch 1 2 1 1 1 De motorkapvergrendeling monteren (CE) Geen onderdelen vereist – Hefarmen afstellen. Geen onderdelen vereist – Ballast achter.
1 De accu in gebruik nemen, opladen en aansluiten Geen onderdelen vereist Figuur 3 Procedure 1. Accudeksel WAARSCHUWING 3. Verwijder de vuldoppen van de accu en giet langzaam accuzuur in elke cel totdat het zuurpeil net boven de platen komt. CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen. Van deze stoffen is bekend dat ze kanker en schade aan de voortplantingsorganen veroorzaken.
WAARSCHUWING 2 Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. Hoekindicator controleren Benodigde onderdelen voor deze stap: • Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt. 1 • Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit.
1 2 3 EU-stickers aanbrengen Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Waarschuwingssticker (104–5181) Procedure G012628 Figuur 6 Als deze machine wordt gebruikt in de EU, moet u de waarschuwingssticker (104-5181) aanbrengen over de Engelse waarschuwingssticker 104-0484. 1. Beugel van motorkapvergrendeling 4 2. Popnagels 3. Plaats de beugel van de CE-vergrendeling en de beugel van de motorkapvergrendeling op de motorkap en lijn de montage-openingen uit.
1 G012630 Figuur 8 Figuur 10 maaidekken verwijderd ter verduidelijking 1. Motorkapvergrendeling 1. Hefarm 7. Schroef de bout in de andere arm van de vergrendelbeugel om de sluiting te vergrendelen (Figuur 9). De bout stevig aandraaien, maar de moer niet. 3. Speling 2. Beugel van vloerplaat Als de afstand zich niet in dit bereik bevindt, pas deze dan als volgt aan: 3 A. Draai de aanslagbouten los (Figuur 11). 2 1 G012631 Figuur 9 1. Bout 3. Arm van vergrendelbeugel 2. Moer Figuur 11 1.
D. Plaats de pen en controleer de speling. Herhaal deze procedure indien nodig. 6 E. Draai de contramoer van de gaffelpen vast. 2. Controleer of de speling tussen elke hefarm en de aanslagbouten 0,13-1,02 mm bedraagt (Figuur 11). Als de afstand zich niet in dit bereik bevindt, moet u de aanslagbouten verstellen om de juiste speling te verkrijgen. Ballast achter 3.
Algemeen overzicht van de machine Bedieningsorganen Figuur 16 1. Borgschroef voor snelheid Hendel om stuurwiel te verstellen Trek de hendel om het stuur te verstellen (Figuur 15) naar achteren om het stuurwiel in de gewenste positie te zetten. Duw daarna de hendel naar voren om het stuur in deze positie te vergrendelen. Sleuf voor indicator Figuur 15 1. Tractiepedaal voor vooruit 2. Tractiepedaal voor achteruit 3.
GEVAAR Als de maaidekken worden geschakeld terwijl de machine heuvelafwaarts rijdt, vermindert de stabiliteit van de machine. Hierdoor kan de machine omkantelen, waardoor lichamelijk of dodelijk letsel kan ontstaan. Schakel de maaidekken als u een helling op rijdt. Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur g021539 Figuur 17 1. Gashendel 2. Urenteller 3. Temperatuurlampje 4.
Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker– en rechterzijde van de machine. Het motoroliepeil controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Het carter van de motor is in de fabriek gevuld met olie; het oliepeil moet echter worden gecontroleerd voordat en nadat de motor voor de eerste keer wordt gestart. De carterinhoud is ongeveer 3,3 liter met filter.
Brandstoftank vullen De Toro® Company raadt u met aandrang aan gebruik te maken van verse, schone, loodvrije normale benzine voor Toro-producten met een benzinemotor. Loodvrije benzine verbrandt schoner, verlengt de levensduur van de motor en zorgt ervoor dat de motor goed start, doordat hierdoor afzettingen in de verbrandingskamer worden verminderd. gebruik brandstof met een octaangetal van minimaal 87. 1 2 De inhoud van de brandstoftank is ongeveer 38 liter.
GEVAAR GEVAAR In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen waardoor vonken ontstaan die benzinedampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken.
Figuur 24 1. Expansietank Figuur 23 1. Radiator/oliekoeler Hydraulische vloeistof controleren Het koelsysteem bevat een oplossing die half uit water, half uit permanente ethyleenglycol-antivries bestaat. Controleer elke dag vóór het starten van de motor het koelvloeistofpeil. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Het peil van de hydraulische vloeistof controleren.
Bandenspanning controleren Opmerking: Veel hydraulische vloeistoffen zijn bijna kleurloos, zodat het moeilijk is lekkages op te sporen. Er is een rode kleurstof voor de vloeistof in het hydraulisch systeem verkrijgbaar in flesjes van 20 ml. Één flesje is voldoende voor 15-22 liter hydraulische vloeistof. U kunt deze kleurstof bestellen bij een erkende Toro-dealer, Onderdeelnr. 44-2500. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks De banden worden in de fabriek opzettelijk te hard opgepompt.
het sleuteltje uit het contact om te voorkomen dat de motor per ongeluk start. Het veiligheidssysteem controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Figuur 26 VOORZICHTIG 1. Omloopventiel Niet-aangesloten of beschadigde interlockschakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben op de werking van de machine. Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken. 2. Voordat u de motor start, moet u het omloopventiel sluiten door deze 90° (1/4 slag) te draaien.
en registreert geen periodieke gegevens over storingen en problemen. Des sticker op de SCM bevat uitsluitend symbolen. Het output-vak bevat symbolen voor de LEDs van de drie outputs. Alle andere LEDs zijn inputs. Op de onderstaande tabel (Figuur 27) staan de symbolen. Figuur 27 Hier vindt u in logische volgorde de stappen die u moeten nemen op de SCM om problemen te verhelpen. 1. Stel vast welke output-storing u wilt verhelpen (aftakas, Starten of ETR). 2.
Tips voor bediening en gebruik • (+) Geeft aan dat een circuit is geactiveerd (koppelingspoel, solenoïde, of input voor starten) LED AAN Algemene tips • Een leeg vakje geeft aan dat de tabel niet van de toepassing is op een circuit. GEVAAR Om problemen te verhelpen, moet u het sleuteltje omdraaien zonder de motor te starten. Bepaal welke specifieke functie een storing vertoont, en ga volgens de tabel te werk.
• De Sidewinder heeft een overhang van maximaal 33 cm, • Start de motor en laat deze op halfgas stationair lopen • • • • • • • • • zodat u dichter langs de rand van zandkuilen en andere obstakels kunt maaien, terwijl tegelijkertijd de wielen van de tractor zo ver mogelijk uit buurt van de rand van kuilen, sloten en vijvers blijven. om warm te worden.
reiniging verdient het aanbeveling de machine te controleren op eventuele lekken in het hydraulische systeem, beschadiging of slijtage van de hydraulische en mechanische onderdelen, en te kijken of de maaimessen scherp genoeg zijn. uw maaiwerkzaamheden. De maaidekken kunnen ook worden ingesteld op verschillende bandbreedten. • De maaidekken werpen het gras meestal naar de linkerzijde van de machine.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na het eerste bedrijfsuur Onderhoudsprocedure • De wielmoeren aandraaien. Na de eerste 8 bedrijfsuren • De conditie en de spanning van alle riemen controleren. Na de eerste 10 bedrijfsuren • De wielmoeren aandraaien. • Hydraulisch filter vervangen. Na de eerste 50 bedrijfsuren • Motorolie verversen en oliefilter vervangen.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Kopieer deze pagina ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Voor week van: Gecontroleerd item Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van de remmen controleren. Motoroliepeil controleren. Peil van de koelvloeistof controleren. Luchtfilter, stofkap en ontluchtingsventiel controleren. Controleren of motor ongewone geluiden maakt.2 Radiateur en scherm controleren op vuil Controleren op ongewone geluiden tijdens het gebruik.
Onderhoudsschema Figuur 28 Procedures voorafgaande aan onderhoud Motorkap verwijderen De motorkap kan eenvoudig worden verwijderd om onderhoudswerkzaamheden in het motorgedeelte van de machine uit te voeren. Figuur 29 1. R-pen 1. Ontgrendel en open de motorkap. 2. Verwijder de R-pen waarmee het draaipunt van de motorkap aan de montagebeugels is bevestigd (Figuur 29). 3. Schuif de motorkap naar de rechterkant, til de andere kant omhoog en trek de motorkap uit de beugels.
Smering • Uiteinden van cilinder van Sidewinder (2) (Figuur 32) Lagers en lagerbussen smeren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren (Smeer alle lagers en bussen dagelijks in stoffige en vuile omstandigheden.) Om de 500 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) De machine is voorzien van smeerpunten die regelmatig moeten worden gesmeerd met nr. 2 smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis.
• Draaipunt van achterste hefarm en hefcilinder (2) (Figuur • Afstelmechanisme neutraalstand (Figuur 37) 34) Figuur 37 • Schuif voor maaien/transport (Figuur 38) Figuur 34 • Draaipunt van voorste hefarm links en hefcilinder (2) (Figuur 35) Figuur 38 • Draaipunt riemspanning (Figuur 39) Figuur 35 • Draaipunt van voorste hefarm rechts en hefcilinder (2) (Figuur 36) Figuur 39 Figuur 36 35
• Stuurcilinder (Figuur 40) • Lagers van achterrol (2 per maaidek) (Figuur 43) G011349 Figuur 43 Opmerking: Om vet in verzonken nippels op de rollen te spuiten (Figuur 43), moet u een verloopstuk op de vetspuit plaatsen. U kunt het verloopstuk bestellen bij een erkende Toro-dealer, Onderdeelnr. 107-1998. Figuur 40 Belangrijk: U mag de dwarsbuis van de Sidewinder niet smeren. De lagerblokken zijn zelfsmerend.
Onderhoud motor 5. Plaats het nieuwe filter door de buitenring van het element aan te drukken om dit vast te zetten in de filterbus. 6. Reinig de opening van de vuiluitlaat die zich in het afneembare deksel bevindt. Verwijder de rubberen uitlaatklep van het deksel, maak de holte schoon en plaats de klep terug. 7. Monteer het deksel met de rubberen uitlaatklep naar beneden gericht – in een stand tussen ongeveer 5:00 tot 7:00 uur, gezien vanaf het uiteinde. 8.
Bougies vervangen 1. Verwijder de aftapplug (Figuur 46) en laat de olie in een opvangbak lopen. Als er geen olie meer naar buiten stroomt, plaatst u de aftapplug terug. Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren De bougies hebben meestal een lange levensduur. U moet de bougies echter verwijderen en controleren als de motor slecht functioneert, of elke 400 bedrijfsuur. Vervang de bougies om te zorgen voor goede motorprestaties en om het emissieniveau te verminderen.
Onderhoud brandstofsysteem Het brandstofpompfilter vervangen Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren GEVAAR g021236 In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken Figuur 50 1. Brandstofpomp 3. Brandstofslang/brandstoffilter 2. Slangklem • Tap de benzine af uit de brandstoftank wanneer de motor koud is. Doe dit buiten op een open terrein. Eventueel gemorste benzine opnemen.
Onderhoud elektrisch systeem afzonderlijk schoonkrabben. Zet de kabels weer vast, de plus (+) kabel eerst, en smeer de accupolen in met vaseline. WAARSCHUWING Onderhoud van de accu CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen. Van deze stoffen is bekend dat ze kanker en schade aan de voortplantingsorganen veroorzaken. Was altijd uw handen nadat u met deze onderdelen in aanraking bent geweest.
Onderhoud aandrijfsysteem Onderhoud koelsysteem Het koelsysteem van de motor De tractie-aandrijving afstellen reinigen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks voor de neutraalstand Om de 2 jaar Als de machine beweegt wanneer het tractiepedaal in de neutraalstand staat, moet de afstelnok van de tractie worden afgesteld. Verwijder dagelijks het vuil van de oliekoeler/radiateur. Reinig ze vaker als in vuile omstandigheden wordt gemaaid. 1.
Onderhouden remmen Onderhoud riemen Parkeerrem afstellen Onderhoud van de riemen van de motor Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren—Controleer de afstelling van de parkeerrem. Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren—De conditie en de spanning van alle riemen controleren. 1. Draai de stelschroef los waarmee de knop is bevestigd aan de parkeerremhendel (Figuur 53). Om de 200 bedrijfsuren—De conditie en de spanning van alle riemen controleren.
Onderhoud hydraulisch systeem 2. Druk het uiteinde van de veer omlaag en naar voren (Figuur 55) om deze los te maken van de beugel en de veerspanning op te heffen. Hydraulisch filter vervangen Onderhoudsinterval: Na de eerste 10 bedrijfsuren Om de 200 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) Als u het filter vervangt, moet u een origineel Toro-filter (onderdeelnr. 86-3010) monteren.
5. Controleer het vloeistofpeil en vul voldoende vloeistof bij totdat het peil tussen de markeringen op de peilstok staat. Niet te vol vullen. te worden schoongespoeld. Verontreinigde hydraulische vloeistof ziet er in vergelijking met schone vloeistof melkachtig of zwart uit. 1. Zet de motor af en open de motorkap. Hydraulische slangen en leidingen controleren 2.
Motor Stalling 1. Tap de motorolie af uit het carter en plaats de aftapplug weer terug. Opslag van de accu 2. Verwijder het oliefilter en gooi het weg. Plaats een nieuw oliefilter. Als u de machine langer dan 30 dagen gaat opslaan, moet u de accu verwijderen en volledig opladen. Sla de accu op in een koele omgeving om te voorkomen dat de accu snel ontlaadt. Om te voorkomen dat de accu bevriest, moet deze volledig zijn opgeladen. Het soortelijk gewicht van een volledig opgeladen accu is 1,265-1,299. 3.
12. Zet alle onderdelen van het brandstofsysteem weer goed vast. 13. Zorg ervoor dat het luchtfilter grondig worden gereinigd en een onderhoudsbeurt krijgt. 14. Plak de luchtfilterinlaat en de uitlaat af met weerbestendige tape.
Schema's g021399 Hydraulisch schema (Rev.
De garantie totaaldekking van Toro Beperkte garantie Gedekte voorwaarden en producten De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.