Operator's Manual

Smering (Fig. 6)
Elk maaidek heeft twee smeernippels per as. Elke
smeernippel kan worden gebruikt, kies welke het best
bereikbaar is. Als de machine in normale omstandig-
heden wordt gebruikt, moeten de lagers van de
mesassen (Fig. 6) om de 50 bedrijfsuren worden
gesmeerd met Nr. 2 vet op lithium- of molybdeenbasis
voor algemene doeleinden. Pomp vet in de smeer-
nippel todat er een kleine hoeveelheid naar buiten
komt aan de onderkant van het ashuis (onder het
maaidek).
Figuur 6
Om te voorkomen dat de motor per ongeluk start
terwijl u onderhoudswerkzaamheden verricht, moet u
de motor afzetten en het sleuteltje uit het contact
verwijderen.
Servicevergrendeling van
maaidek (Fig. 7)
Als u onderhoudswerkzaamheden verricht aan het
maaidek, moet u de servicevergrendeling gebruiken
om letsel te voorkomen.
1. Centreer het maaidek met de tractie-eenheid.
2. Hef de maaidekken op in de transportpositie.
3. Stel de parkeerrem in werking en zet de machine
af.
4. Maak de stang van de vergrendeling los van de
voorste borging op het draagframe.
Figuur 7
1. Haak van servicevergrendeling
5. Til de buitenkant van de voormaaidekken omhoog
en plaats de vergrendeling op de frame-pen die
is gemonteerd aan de voorkant van het
bestuurdersplatform.
6. Maak de stang van de vergrendeling los van de
achterste borging op het draagframe.
7. Haak de vergrendeling op de frame-pen aan de
linkerkant van de machine.
8. Neem plaats op de bestuurdersstoel en start de
tractie-eenheid.
9. Laat de maaidekken neer in de maaipositie.
10. Zet de machine af en verwijder het sleuteltje uit
het contact.
11. Om de maaidekken te ontgrendelen, moet u
bovengenoemde procedure in omgekeerde
volgorde uitvoeren.
De maaidekken afkoppelen van
de tractie-eenheid (Fig. 8–9)
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maaidekken neer op de grond, zet de
motor af en stel de parkeerrem in werking.
2. Ontkoppel en verwijder de hydraulische motor
van het maaidek. Bedek de bovenkant van de as
om verontreiniging te voorkomen.
11
Onderhoud
1