Operator's Manual

Figuur 8
1. Bevestigingsschroeven van de motor
3. Verwijder de lynch-pen waarmee het draagframe
van het maaidek is bevestigd aan de draaipen van
de hefarm.
Figuur 9
1. Lynch-pen
2. Draaipen van hefarm
4. Rol de maaieenheid weg van de tractie-eenheid.
De maaidekken vastkoppelen
aan de tractie-eenheid
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak
en zet de motor af.
2. Plaats het maaidek vóór de tractie-eenheid.
3. Schuif het draagframe van het maaidek op de
draaipen van de hefarm. Zet deze vast met een
lynch-pen.
4. Monteer de hydraulische motor op het maaidek.
Zorg ervoor dat de 0-ring op zijn plaats zit en niet
is beschadigd.
5. Smeer de as.
Mesvlak
De maaihoogte van het roterende maaidek is in de
fabriek ingesteld op 5,1 cm en de mesriek op 0,70 cm.
De maaihoogten aan de linker- en rechterkant zijn
eveneens ingesteld in de fabriek op hoogten die
maximaal ± 0,79 mm van elkaar mogen afwijken.
Het maaidek is ontworpen om stoten van het mes te
kunnen weerstaan zonder dat de kamer wordt
vervormd. Als u een massief object raakt, moet u
controleren of het mes is beschadigd en het mesvlak
correct is.
Mesvlak controleren (Fig. 10)
1. Verwijder de hydraulische motor van het maaidek
en koppel het maaidek los van de tractor.
2. Plaats het maaidek met behulp van een takel (of
met minimaal twee personen) op een vlakke tafel.
3. Markeer een uiteinde van het mes met een viltstift
of een kraspen. Gebruik dit uiteinde om alle
maaihoogten te controleren.
4. Plaats de snijrand van het gemarkeerde uiteinde
van het mes in de 12 uur-stand (recht naar voren
in de maairichting) en meet de hoogte vanaf de
tafel tot de snijrand van het mes.
Figuur 10
12
Onderhoud
1
1
1
2
6 uur
12 uur
9 uur
3 uur