Operator's Manual

5. Zet de kamer op de vereiste maaihoogte en
monteer het afstandsstuk in de daarvoor bestemde
maaihoogte-opening en gleuf.
Figuur 3
6. Plaats de met tape omwikkelde plaat in een rechte
lijn met het afstandsstuk.
7. Draai de tapbout met de hand vast.
8. Herhaal stappen 4–7 voor de instelling aan beide
kanten.
9. Draai de drie tapbouten vast met een torsie van
41 Nm.
OPMERKING: bij instellingen van meer dan
3,8 cm kan tijdelijke montage op een tussen-
hoogte noodzakelijk zijn om vastlopen te
voorkomen (bijvoorbeeld als de maaihoogte wordt
gewijzigd van 3,2 cm naar 6,9 cm).
Roller-schraper afstellen
(Fig. 4)
De achterste roller-schraper werkt het best bij een
gelijkmatige afstand van 0,51–1,02 mm tussen de
schraper (vierkante stang) en de roller met een relatief
hoge spanning van de stang.
1. Draai de borgmoer los waarmee één uiteinde van
de stang van de roller-schraper is bevestigd aan
de bevestigingsbeugel (Fig. 4). De eindspeling
van de losgemaakte stang moet ongeveer
0,13–0,51 mm zijn.
Figuur 4
1. Roller-schraper
2. Borgmoer
3. Bevestigingsbeugel
2. Draai de bevestigingsschroeven van de linker-
en de rechter schraperbeugel los totdat de
bevestigingsbeugels kunnen worden afgesteld
met een zachte tik.
3. Schuif de schraperbeugels naar boven of naar
beneden totdat de afstand tussen de stang en de
roller 0,51–1,02 mm bedraagt.
4. Draai de bevestingschroeven vast met een torsie
van 41 Nm.
5. Draai de borgmoer van de schraperstang vast met
een torsie van 8,5 Nm.
OPMERKING: als een uiteinde van de
schraperstang tekenen van slijtage begint te
vertonen, kan deze in de bevestigingsbeugels
180 graden worden gedraaid zodat een nieuwe
kant naar boven komt.
Spatplaat monteren (Fig. 5)
(optioneel)
1. Verwijder grondig alle rommel van de
montagegaten op de achterwand en de linkerwand
van de kamer.
2. Monteer de spatplaat in de achteropening en zet
deze vast met (5) flenskopschroeven.
8
Voor het gebruik
1
2
3
Maaihoogte