Form No. 3385-798 Rev B Groundsmaster®® 3500-D en 3505-D cirkelmaaier Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Registreer uw product op www.Toro.com. Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL) 30807—Serienr.: 30839—Serienr.: 30843—Serienr.: 30849—Serienr.
andere begroeiing langs de snelweg, of voor gebruik in de landbouw. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om schade aan de machine en letsel te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.
Lagers en lagerbussen smeren......................... 45 Onderhoud motor ................................................ 48 Onderhoud van het luchtfilter ............................ 48 Motorolie verversen en filter vervangen ............ 48 Onderhoud brandstofsysteem ............................. 49 Onderhoud van de brandstoftank...................... 49 Brandstofleidingen en -verbindingen controleren.................................................... 49 Waterafscheider aftappen .........................
Veiligheid – als de machine op een helling begint te glijden, kan dat niet met de rem worden gecorrigeerd. De belangrijkste oorzaken voor het verliezen van de controle zijn: Deze machine voldoet minstens aan ISO-norm 5395:2013 (als de correcte stickers zijn aangebracht) en de B71.4-2012 specificaties van het American National Standards Institute (ANSI), die van kracht zijn op het moment van productie als de machine is uitgerust met het gewicht dat wordt vermeld in het gedeelte Ballast achter.
• • • • • • • • • • • benzine. Benzine is uiterst brandbaar en de dampen ervan zijn explosief. Doof alle sigaretten, sigaren, pijpen en andere ontstekingsbronnen. Gebruik uitsluitend een goedgekeurd vat of blik voor de brandstof. Verwijder nooit de dop van de brandstoftank en vul nooit brandstof bij terwijl de motor loopt. Laat de motor afkoelen voordat u brandstof bijvult. U mag de brandstoftank nooit binnenshuis bijvullen.
• Als u de machine parkeert, stalt of onbewaakt – Brandstof bijvullen achterlaat, moet u de maaidekken neerlaten, tenzij u een betrouwbare mechanische vergrendeling gebruikt. – Voordat u de maaihoogte instelt, tenzij die vanaf de bestuurderspositie kan worden ingesteld • Schakel de aandrijvingen uit, breng de maaidekken • Zet de gashendel terug voordat u de motor afzet. omlaag, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het contactsleuteltje.
Veiligheid Toro-maaiers • Houd handen, voeten en kledingstukken uit De volgende lijst bevat veiligheidsinstructies die specifiek zijn toegesneden op Toro-producten, of andere veiligheidsinstructies die niet zijn opgenomen in de CEN-, ISO- of ANSI-normen • • Dit product kan handen of voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig of mogelijk dodelijk letsel te voorkomen.
• • • • • • • • Als de motor moet lopen om onderhouds- of bestuurder ernstig lichamelijk of dodelijk letsel oploopt, zeer hoog is. Om beter in balans te kunnen blijven tijdens het sturen, moeten de maaidekken worden neergelaten als u hellingafwaarts rijdt. Vermijd plotseling stoppen en starten. Trap het achteruit-pedaal in om te remmen. Let op het verkeer als u in de buurt van een weg werkt of deze oversteekt. Verleen altijd voorrang.
De gemeten waarden zijn bepaald volgens de procedures in EN 836. Gehele lichaam Gemeten trillingsniveau = 0,44 m/s2 Onzekerheidswaarde (K) = 0,5 m/s2 Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal94-3353 94-3353 1. Handen kunnen bekneld raken – Houd uw handen uit de buurt. decal93-7276 93-7276 1.
decal93-6681 93-6681 (uitsluitend CE) 1. Ledematen kunnen worden gesneden/geamputeerd, ventilator – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. decal104-1086 104-1086 1. Maaihoogte decal106-6755 106-6755 1. Motorkoelvloeistof onder druk. 3. Waarschuwing – raak het hete oppervlak niet aan. 2. Risico van explosie – lees de Gebruikershandleiding. 4. Waarschuwing – lees de Gebruikershandleiding.
decal108-9015 108-9015 (Model 30849) decal106-6754 106-6754 1. Waarschuwing – raak het hete oppervlak niet aan. 2. Ledematen kunnen worden gesneden/geamputeerd en worden gegrepen, ventilator, riem – blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. decal104-5181 104-5181 (Uitsluitend CE) 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 99-3444 2. Machine kan kantelen – Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 15 graden en doe de veiligheidsgordel om als de rolbeugel is gemonteerd. 3.
decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1. Risico van explosie 2. Geen vonken of vuur en niet roken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding. 6. Houd omstanders op veilige afstand van de accu. 7. Draag oogbescherming; explosieve gassen kunnen blindheid en ander letsel veroorzaken 8. Accuzuur kan blindheid of ernstige brandwonden veroorzaken. 9.
decal117-5103 117-5103 (Modellen 30849, 30839 en 30843) decal121-3532 121-3532 (Model 30807) 1. Lees de gebruikershandleiding. 4. Optionele verlichting: 15 A 2. SCM: 2 A 3. Hoofd: 15 A 5. Meters: 10 A 6.
decal121-3580 121-3580 (Modellen 30807, 30839 en 30843) 1. Indrukken om aftakas uit te schakelen. 2. Omhoogtrekken om aftakas in te schakelen. 8. Motor – Afzetten 9. Motor – Lopen 3. Maaidek omlaag brengen. 10. Motor – Starten 4. Maaidek omhoog brengen. 11. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over het starten van de motor.
decal121-3581 121-3581 (Model 30849) 7. Motor – Lopen 1. Indrukken om aftakas uit te schakelen. 2. Omhoogtrekken om aftakas in te schakelen. 8. Motor – Starten 3. Maaidek omlaag brengen. 9. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over het starten van de motor. 1) Ga op de bestuurdersstoel zitten; 2) Draai het contactsleuteltje naar de stand Lopen 3) Wacht tot het lampje van de elektrische voorverwarming uitgaat; 4) Draai het sleuteltje naar de startstand; 5) Zet de parkeerrem vrij. 4.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Omschrijving Hoeveelheid Gebruik 1 Geen onderdelen vereist – De accu in gebruik nemen, opladen en aansluiten. 2 Inclinometer 1 De hoekindicator controleren controleren (Uitsluitend modellen 30839, 30843 en 30807).
1 De accu in gebruik nemen, opladen en aansluiten Geen onderdelen vereist g008874 Figuur 3 Procedure 1. Accudeksel WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen. Van deze stoffen is bekend dat ze kanker en schade aan de voortplantingsorganen veroorzaken. Was altijd uw handen nadat u met deze onderdelen in aanraking bent geweest. 3.
WAARSCHUWING 2 Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. De hoekindicator controleren (Uitsluitend modellen 30839, 30843 en 30807) • Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt. • Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit.
de montagebeugel is bevestigd, de indicator aanpassen zodat deze nul graden aangeeft en de bouten vastdraaien. 3 De CE-stickers aanbrengen Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Waarschuwingssticker (104-5181) 1 Waarschuwingssticker (99-3558) 3 Waarschuwingssticker (107-1972) g012628 Figuur 6 1. Beugel van motorkapvergrendeling Procedure 3. Als deze machine wordt gebruikt in de EU, moet u de waarschuwingssticker aanbrengen over de Engelse waarschuwingssticker. 4 2.
g012630 Figuur 8 1. Motorkapvergrendeling 7. Schroef de bout in de andere arm van de vergrendelbeugel om de sluiting te vergrendelen (Figuur 9). De bout stevig aandraaien, maar de moer niet. g008875 Figuur 10 1. Uitlaatscherm 2. 6 g012631 Figuur 9 1. Bout Bevestig het uitlaatscherm aan het frame met 4 zelftappende schroeven (Figuur 10). De hefarmen afstellen 3. Arm van vergrendelbeugel 2. Moer Geen onderdelen vereist Procedure 5 1.
g008876 Figuur 11 maaidekken verwijderd ter verduidelijking 1. Hefarm 3. Speling C. Verwijder de pen uit het uiteinde van de stang en draai de gaffel. D. Plaats de pen en controleer de speling. Herhaal deze procedure indien nodig. E. Draai de contramoer van de gaffelpen vast. 2. Controleer of de speling tussen elke hefarm en de aanslagbouten 0,13 tot 1,02 mm bedraagt (Figuur 12). Als de afstand zich niet in dit bereik bevindt, moet u de aanslagbouten verstellen om de juiste speling te verkrijgen.
Belangrijk: Als de speling bij de vooraanslagen of de achterste slijtbalk te klein is, kan er schade ontstaan aan de hefarmen. 7 Ballast achter Geen onderdelen vereist Procedure g011343 Figuur 16 Model 30843, 30839 en 30807 voldoen aan CEN-norm EN 836:1997 en ANSI-norm B71.4-2004 als er 22,6 kg calciumchloride als ballast is toegevoegd aan de achterwielen. Model 30849 voldoet aan CEN-norm EN 836:1997 en ANSI-norm B71.
hoger instellen dan de instelling van een messenkooimaaier in hetzelfde gebied. 8. Herhaal de stappen 4 tot en met 7 voor elke aanpassing. Belangrijk: U kunt beter bij de achterste 9. Draai alle drie bouten vast tot 41 N·m. Draai altijd eerst de voorste bout vast. maaidekken door het maaidek van de tractor te verwijderen. Als de machine is uitgerust met een Sidewinder®, beweeg de maaidekken dan naar rechts, verwijder het achterste maaidek en schuif het naar rechts eruit. 1.
Algemeen overzicht van de machine 11 De mulchplaat instaleren (optioneel) Bedieningsorganen Geen onderdelen vereist Procedure 1. Zorg dat er zich geen vuil bevindt in de montage-openingen van de achterwand en linkerzijwand van de kamer. 2. Plaats de mulchplaat in de achteropening en bevestig deze met 5 flenskopbouten (Figuur 20). g008887 Figuur 21 1. Tractiepedaal voor vooruit 2. Tractiepedaal voor achteruit 3. Schuif voor maaien/transport 4. Hendel om stuurwiel te verstellen 5.
g008888 Figuur 22 1. Borgschroef voor snelheid g008889 Hendel om stuurwiel te verstellen Figuur 23 Trek de hendel om het stuur te verstellen (Figuur 21) naar achteren om het stuurwiel in de gewenste stand te zetten. Duw daarna de hendel naar voren om het stuur in deze stand te vergrendelen. 1. Gashendel 2. Urenteller 4. Oliedruklampje 10. Parkeerrem Sleuf voor indicator 5. Waarschuwingslampje van gloeibougie 11. Vergrendeling hefhendel Uitsluitend modellen 30839, 30849 en 30807 6.
Brandstofmeter Opmerking: De hendel mag niet in vooruit-stand worden gehouden als de maaidekken omlaag worden gebracht. De brandstofmeter (Figuur 24) geeft aan hoeveel brandstof er in de tank zit. GEVAAR Bij model 30839, 30849 en 30807 vermindert de stabiliteit van de machine als de maaidekken worden verplaatst terwijl de machine heuvelafwaarts rijdt. Hierdoor kan de machine omkantelen, waardoor lichamelijk of dodelijk letsel kan ontstaan. Schakel de maaidekken als u een helling op rijdt.
Specificaties Gebruiksaanwijzing Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen Opmerking: Bepaal vanuit de normale zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Gebruik van zomerdieselbrandstof bij temperaturen boven -7° C zal bijdragen aan een langere levensduur van de pomp dan bij gebruik van winterdieselbrandstof. Geschikt voor biodiesel Deze machine kan ook gebruik maken van een dieselmengsel tot maximaal B20 (20% biodiesel, 80% petrodiesel). Het deel petrodiesel moet een laag of ultralaag zwavelgehalte hebben.
Het koelsysteem bevat een oplossing die half uit water, half uit permanente ethyleenglycol-antivries bestaat. Controleer elke dag vóór het starten van de motor het koelvloeistofpeil. GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken. De inhoud van het koelsysteem is ongeveer 5,7 liter.
Belangrijk: Veel hydraulische vloeistoffen zijn bijna kleurloos, zodat het moeilijk is lekkages op te sporen. Er is een rode kleurstof voor de vloeistof in het hydraulisch systeem verkrijgbaar in flesjes van 20 ml. Één flesje is voldoende voor 15-22 liter hydraulische vloeistof. U kunt deze kleurstof bestellen bij een erkende Toro-dealer, onderdeelnr. 44-2500. Het reservoir van het hydraulische systeem is in de fabriek gevuld met ongeveer 13,2 liter hoogwaardige hydraulische vloeistof.
achtereen hebt gestart, moet u 60 seconden wachten voordat u een nieuwe startpoging doet. GEVAAR Een te lage bandenspanning vermindert de stabiliteit van de machine op hellingen. Hierdoor kan de machine omkantelen, waardoor lichamelijk of dodelijk letsel kan ontstaan. 5. Pomp de banden niet te zacht op. De wielmoeren aandraaien Draai het stuurwiel naar links en naar rechts om de stuurreactie te controleren.
Opmerking: Normaal gesproken zal de motor na bovenstaande ontluchtingsprocedure starten. Indien de motor echter niet start, kan er lucht tussen de injectiepomp en de injectors zitten; zie Injectors ontluchten. GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken.
Als de machine over een grote afstand moet worden verplaatst, moet u deze vervoeren op een vrachtwagen of een aanhanger. 1. spanning op een van de drie contactpunten voor de output is. De output-circuits stellen niet vast of het output-apparaat correct functioneert, zodat in geval van problemen met de elektrische functies ook de LEDs en de werking van de gewone apparatuur en de kabelboom moeten worden gecontroleerd.
g008893 Figuur 33 de output, de aansluitingen en het onderdeel controleren. Indien nodig repareren. Hier vindt u in logische volgorde de stappen die u moeten nemen op de SCM om problemen te verhelpen. 1. Stel vast welke output-storing u wilt verhelpen (aftakas, Starten of ETR). 2. Draai het contactsleutel op Aan en kijk of de rode LED voor het vermogen brandt. 3. Beweeg alle input-schakelaars om er zeker van te zijn dat alle LEDs van status veranderen. 4.
• Vochtig of aangekoekt maaisel wordt op effectieve • (+) Geeft aan dat een circuit is geactiveerd wijze afgevoerd, waardoor het maaidek minder snel verstopt raakt. (koppelingspoel, solenoïde, of input voor starten) LED AAN • Een leeg vakje geeft aan dat de tabel niet van de • Vereist meer pk om te maaien. toepassing is op een circuit. • Voert het maaisel verder naar links af en kan bij Om problemen te verhelpen, moet u het sleuteltje omdraaien zonder de motor te starten.
Werktuigen kiezen Optionele apparatuurconfiguraties Mes met gehoekte wiek Mes met parallelle hoge wiek (Niet gebruiken met de mulchplaat) Mulchplaat Rolschraper Gras maaien: maaihoogte van 1,9 tot 4,4 cm Aanbevolen voor de meeste toepassingen Kan goede resultaten opleveren bij schraal of dun gras. Gras maaien: maaihoogte van 5 tot 6,4 cm Aanbevolen voor dik of sappig gras Aanbevolen voor schraal of dun gras Gras maaien: maaihoogte van 7 tot 10 cm Kan goede resultaten opleveren bij dik gras.
Tips voor bediening en gebruik De machine is daarnaast uitgerust met een hoekindicator die is gemonteerd op de stuurbuis. De indicator toont de hoek van de helling waarop de machine zich bevindt, en geeft de aanbevolen maximale hoek van 25 graden aan. Algemene tips voor model 30839, 30843 en 30807 Doe altijd de veiligheidsgordel om.
• Beweeg de maaidekken niet heen en weer, tussen maairesultaat en tractie in de meeste omstandigheden. De instelling van het tegengewicht verlagen kan het maaidek stabieler maken, maar de tractie verminderen. De instelling verhogen kan zorgen voor meer tractie, maar resulteren in problemen met het maairesultaat. Raadpleeg de onderhoudshandleiding van uw tractie-eenheid voor instructies om de druk van het tegengewicht aan te passen.
Algemene tips voor model 30849 • GEVAAR De hellinghoek waarbij de machine zal omkantelen, is afhankelijk van een groot aantal factoren. Dit zijn onder meer: maaiomstandigheden, zoals een vochtig of oplopend en aflopend gazon, snelheid (vooral in bochten), de bandenspanning en de ervaring van de bestuurder. • • Bij een hellinghoek van 15 graden of minder is er weinig risico dat de machine omrolt.
Kies de juiste maaihoogteinstelling voor de omstandigheden omhoog brengen, de schuif voor maaien/transport naar links op transport zetten en de gashendel op Snel zetten. Verwijder bij het maaien ongeveer 2,5 cm of niet meer dan 1/3 van de lengte van het gras. Bij zeer lang, mals en dicht gras moet u wellicht de maaihoogte-instelling een stap omhoog zetten. Maaitechnieken • Om te beginnen met maaien, schakelt u de maaidekken in en rijdt u langzaam naar het maaigebied.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na het eerste bedrijfsuur Onderhoudsprocedure • De wielmoeren aandraaien. Na de eerste 10 bedrijfsuren • De wielmoeren aandraaien. • De conditie en de spanning van alle riemen controleren. • Vervang het hydraulische filter. Na de eerste 50 bedrijfsuren • Motorolie verversen en oliefilter vervangen.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Voor week van: Gecontroleerde item Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Zo. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van de remmen controleren. Motoroliepeil controleren. Peil van de koelvloeistof controleren. Brandstoffilter/waterafscheider aftappen. Luchtfilter, stofkap en ontluchtingsventiel controleren. Controleren of motor ongewone geluiden maakt.
Aantekening voor speciale aandachtsgebieden: Controle uitgevoerd door: Item Datum Informatie Onderhoudsschema decal117-5103 Figuur 34 Procedures voorafgaande aan onderhoud 2. De motorkap verwijderen De motorkap kan eenvoudig worden verwijderd om onderhoudswerkzaamheden in het motorgedeelte van de machine uit te voeren. 1. Ontgrendel en open de motorkap. 43 Verwijder de R-pen waarmee het draaipunt van de motorkap aan de montagebeugels is bevestigd (Figuur 35).
frame-pan die zich aan de voorzijde van het bestuurdersplatform bevindt (Figuur 36). g008908 Figuur 35 1. R-pen 3. Schuif de motorkap naar de rechterkant, til de andere kant omhoog en trek de motorkap uit de beugels. Opmerking: Monteer de motorkap in de omgekeerde volgorde. De onderhoudsvergrendeling van het maaidek gebruiken Gebruik de onderhoudsvergrendeling tijdens het onderhoud van de maaidekken om letsel te voorkomen. 1. Centreer de Sidewinder van het maaidek met de tractie-eenheid. 2.
Smering Lagers en lagerbussen smeren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren (Smeer alle lagers en bussen dagelijks in stoffige en vuile omstandigheden.) Om de 500 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) De machine is voorzien van smeerpunten die regelmatig moeten worden gesmeerd met nr. 2 smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis. De lagers en de lagerbussen moeten elke dag worden gesmeerd als de machine in zeer stoffige en vuile omstandigheden wordt gebruikt.
g008901 Figuur 44 • Schuif voor maaien/transport (Figuur 45) g008898 Figuur 41 • Draaipunt van voorste hefarm links en hefcilinder (2) (Figuur 42) g008902 Figuur 45 • Draaipunt riemspanning (Figuur 46) g008899 Figuur 42 • Draaipunt van voorste hefarm rechts en hefcilinder (2) (Figuur 43) g008903 Figuur 46 • Stuurcilinder (Figuur 47) g008900 Figuur 43 • Afstelmechanisme neutraalstand (Figuur 44) 46
g011349 Figuur 50 Opmerking: Controleer of de smeergroef g008904 in beide rolbevestigingen is uitgelijnd met de smeeropeningen in beide uiteinden van de rolas. Als hulp bij het uitlijnen van de groef en de opening bevindt zich verder een merkteken op één uiteinde van de rolas. Figuur 47 Opmerking: Desgewenst kan een extra smeernippel worden gemonteerd op het andere uiteinde van de stuurcilinder.
Onderhoud motor 4. Verwijder en vervang het voorfilter (Figuur 52). Het wordt afgeraden het gebruikte element te reinigen omdat dit kan leiden tot beschadiging van de filtermedia. Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren (Vaker in zeer stoffige of vuile omstandigheden) • Controleer de luchtfilterbehuizing op schade die een luchtlek kan veroorzaken. Vervang de luchtfilterbehuizing indien deze beschadigd is.
Onderhoud brandstofsysteem Onderhoud van de brandstoftank Onderhoudsinterval: Om de 2 jaar—Brandstoftank aftappen en reinigen. De tank moet worden afgetapt en gereinigd als het brandstofsysteem vervuild raakt of wanneer de machine voor langere tijd wordt opgeslagen. Gebruik schone brandstof om de tank uit te spoelen. g008911 Figuur 53 1. Aftapplug motorolie 2. Brandstofleidingen en -verbindingen controleren Verwijder het oliefilter (Figuur 54).
Brandstoffilterbus vervangen Onderhoud elektrisch systeem Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren Onderhoud van de accu 1. Reinig de omgeving van de plaats waar de filterbus wordt gemonteerd (Figuur 55). 2. Verwijder de filterbus en reinig de plaats waar deze wordt gemonteerd. 3. Smeer schone olie op de pakking van de filterbus. 4. Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Zuurpeil controleren. (Elke 30 dagen controleren als de machine is opgeslagen.
Onderhoud aandrijfsysteem Als er op de accupolen corrosie ontstaat, moet u de kabels losmaken, de min (–) kabel eerst, en de klemmen en polen afzonderlijk schoonkrabben. Zet de kabels weer vast, de plus (+) kabel eerst, en smeer de accupolen in met vaseline. De tractie-aandrijving afstellen voor de neutraalstand WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen.
Onderhoud koelsysteem WAARSCHUWING 5. De motor moet lopen opdat u een laatste afstelling van de afstelnok van de tractie kunt uitvoeren. Contact met hete of bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken. Het koelsysteem van de motor reinigen Houd uw handen, voeten, gezicht en andere lichaamsdelen uit de buurt van de geluidsdemper, andere hete motoronderdelen en draaiende delen. Verwijder dagelijks het vuil van de oliekoeler en de radiateur.
4. Onderhouden remmen Plaats het inspectieluik en sluit de motorkap. Parkeerrem afstellen Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren—Controleer de afstelling van de parkeerrem. 1. Draai de stelschroef los waarmee de knop is bevestigd aan de parkeerremhendel (Figuur 60). g008923 Figuur 60 1. Parkeerremhendel 2. Knop 53 3. Stelschroef 2. Draai aan de knop totdat een kracht van 41-68 N·m nodig is om de hendel te bedienen. 3. Draai de stelschroef vast nadat de correcte afstelling is verkregen.
De Hydrostat aandrijfriem vervangen Onderhoud riemen 1. Onderhoud van de riemen van de motor Steek een dopschroevendraaier of een stukje buis in het uiteinde van de spanveer van de riem. WAARSCHUWING Onderhoudsinterval: Na de eerste 10 bedrijfsuren—De conditie en de spanning van alle riemen controleren. Wees voorzichtig als u de veer ontspant omdat de veerbelasting hoog is. 2. Om de 100 bedrijfsuren—De conditie en de spanning van alle riemen controleren.
Onderhoud bedieningsysteem Onderhoud hydraulisch systeem De gashendel afstellen Hydraulisch filter vervangen 1. 2. Zet de gashendel naar achteren zodat deze tegen de sleuf in het bedieningspaneel aan komt. Onderhoudsinterval: Na de eerste 10 bedrijfsuren Om de 200 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) Maak de klem van de gaskabel op de hefboomarm van de injectiepomp los (Figuur 63). Als u het filter vervangt, moet u een origineel Toro filter (onderdeelnr. 86-3010) monteren.
Hydraulische vloeistof verversen Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren Als de vloeistof verontreinigd raakt, moet u contact opnemen met uw plaatselijke Toro dealer omdat het systeem dient te worden schoongespoeld. Verontreinigde hydraulische vloeistof ziet er in vergelijking met schone vloeistof melkachtig of zwart uit. 1. 2. Zet de motor af en open de motorkap.
Onderhoud van het maaidek WAARSCHUWING Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken. Het maaidek van de tractie-eenheid verwijderen • Controleer of alle hydraulische slangen en leidingen in goede staat verkeren en alle hydraulische aansluitingen en verbindingsstukken stevig vastzitten voordat u druk zet op het hydraulische systeem.
De maaidekken aan de tractie-eenheid bevestigen 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak en zet de motor af. 2. Plaats het maaidek vóór de tractie-eenheid. 3. Schuif het draagframe van het maaidek op de draaipen van de hefarm. Bevestig dit met een lynchpen of borgmoer (Figuur 68). 4. Installeer de hydraulische motor op het dek (Figuur 67). Controleer of de O-ring zich op de juiste plaats bevindt en niet beschadigd is. 5. g011353 Figuur 69 Smeer de as. Onderhoud van het maaimes 5.
3. Bevestig de maaihoogtebeugel aan het maaidekframe met de overgebleven vulstukken onder de maaihoogtebeugel. 4. Bevestig de inbusbout/het afstandsstuk en een flensmoer. Opmerking: De inbusbout/het afstandsstuk worden bij elkaar gehouden met Loctite zodat het afstandsstuk niet in het maaidekframe valt. 5. Controleer de hoogte in de 12 uur-stand en breng indien nodig aanpassingen aan. 6. Bepaal of een of beide maaihoogtebeugels (rechts en links) moeten worden aangepast.
van het mes zijn. Dit mes zorgt voor een goede maaikwaliteit en vereist minimaal vermogen van de motor. Als echter de uiteinden van het mes hoger dan het midden zijn of de snijrand hoger dan de onderkant is, betekent dit dat het mes krom of verbogen is, en moet het worden vervangen. GEVAAR Als het mes gaat slijten, kan er een groef ontstaan tussen de vleugel en het platte deel van het mes (Figuur 72).
Stalling Opslag van de accu Als u de machine langer dan 30 dagen gaat opslaan, moet u de accu verwijderen en volledig opladen. Sla de accu op in een koele omgeving om te voorkomen dat de accu snel ontlaadt. Om te voorkomen dat de accu bevriest, moet deze volledig zijn opgeladen. Het soortelijk gewicht van een volledig opgeladen accu is 1,265-1,299. g011356 Figuur 74 1. Voorrol 3. Lager 2. Montagebout 4. Afstandsstuk van lager Voorbereidingen voor winteropslag 3. Druk het tweede lager eruit.
F. U moet de accu in een koel gebied apart opslaan of op de machine plaatsen. De accukabels mogen niet aangesloten zijn op de accu als u deze op de machine plaatst. Motor 1. Tap de motorolie af uit het carter en plaats de aftapplug weer terug. 2. Verwijder het oliefilter en gooi het weg. Plaats een nieuw oliefilter. 3. Vul het oliecarter met ongeveer 3,8 liter SAE 15W-40 motorolie. 4. Start de motor en laat deze ongeveer twee minuten stationair lopen. 5. Zet de motor af. 6.
Opmerkingen:
De Toro Total Coverage-garantie Beperkte garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.