Form No. 3424-120 Rev B Groundsmaster® 3505-D cirkelmaaier Modelnr.: 30849—Serienr.: 403207001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Inleiding Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Deze machine is een multifunctionele machine bedoeld voor gebruik door professionele bestuurders in commerciële toepassingen. De machine is voornamelijk ontworpen voor het maaien van gras van goed onderhouden gazons in parken, golfbanen, sportvelden en terreinen die voor commerciële doeleinden gebruikt worden.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud .............. 35 Procedures voorafgaande aan onderhoud ........... 36 Veiligheid bij onderhoud.................................... 36 De machine klaar maken voor onderhoud..................................................... 36 De motorkap verwijderen.................................. 36 De onderhoudsvergrendeling van het maaidek gebruiken ....................................... 37 Smering ...............................................................
Veiligheid Opslag van de accu .......................................... 58 De tractie-eenheid gebruiksklaar maken........... 58 De motor gebruiksklaar maken ......................... 59 Het maaidek voorbereiden................................ 59 Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395:2013 en B71.4-2017 van het ANSI (American National Standards Institute). Algemene veiligheid Dit product kan handen of voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal93-6681 93-6681 1. Ledematen kunnen worden gesneden/geamputeerd, ventilator – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. decal106-6755 106-6755 1. Motorkoelvloeistof onder druk 3. Waarschuwing – raak het hete oppervlak niet aan. 2.
decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1. Risico van explosie decal117-4764 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken 117-4764 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden, maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen en houd alle beschermende delen op hun plaats. 3.
decal106-9290 106-9290 1. Inputs 5. In stoel 2. Niet geactiveerd 6. Aftakasschakelaar 10. Aftakasschakelaar 3. Uitschakeling wegens te hoge temperatuur 7. Parkeerrem uit 11. START 4. Waarschuwing te hoge temperatuur 8. Neutraalstand 12. ETR (Activeren om te starten) 9. Outputs decal121-3598 121-3598 Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker.
decal121-3627 121-3627 1. Maaihoogte-instellingen decal121-3623 121-3623 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding, gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 5. Gevaar op weggeslingerde objecten – Houd omstanders op een afstand. 2. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding voordat u de 6. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. machine gaat slepen. 3.
decal121-3619 121-3619 6. Motor – Uit 7. Motor – Lopen 1. Aftakas – Uitschakelen 2. Aftakas – Inschakelen 3. Breng de maaidekken omlaag. 8. Motor – Starten 4. Breng de maaidekken omhoog. 9. Snel 5. Vergrendelen 10.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Omschrijving Hoeveelheid Gebruik 1 Geen onderdelen vereist – De accu in gebruik nemen, opladen en aansluiten. 2 Sticker (121-3598) 1 De CE-stickers aanbrengen (indien vereist). Beugel van motorkapvergrendeling Popnagel Ring Schroef (¼" x 2") Borgmoer (¼") Uitlaatscherm Zelftappende schroef 1 2 1 1 1 1 4 Geen onderdelen vereist – De hefarmen afstellen.
WAARSCHUWING 1 Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen. De accu in gebruik nemen, opladen en aansluiten • Houd vonken en open vuur uit de buurt van de accu. • Rook nooit in de buurt van de accu. Geen onderdelen vereist 4. Als de accu is opgeladen, haalt u de acculader uit het stopcontact en maakt u deze los van de accupolen. 5. Verwijder de vuldoppen. 6. Giet langzaam accuzuur in elke cel totdat het peil net boven de vulring komt.
3 De motorkapvergrendeling monteren Alleen CE-machines Benodigde onderdelen voor deze stap: g031568 Figuur 4 1. Minkabel (-) van de accu 2. Pluskabel (+) van de accu Belangrijk: Als u ooit de accu verwijdert, moet u de bouten van de accuklem monteren met de boutkoppen aan de onderkant en de moeren aan de bovenkant. Als de bouten van de klembeugels andersom zitten, kunnen zij in aanraking komen met de hydraulische leidingen als de maaidekken worden verplaatst. 9.
g012631 Figuur 8 g012629 1. Bout Figuur 6 1. Beugel van CE-vergrendeling 2. Bout en moer 3. Arm van motorkapvergrendeling 2. Moer 5. Lijn de ringen uit met de openingen aan de binnenzijde van de motorkap. 6. Bevestig de beugels en de ringen met de popnagels aan de motorkap (Figuur 6). 7. Haak de sluiting op de vergrendelbeugel van de motorkap (Figuur 7).
5 De hefarmen afstellen Geen onderdelen vereist Procedure 1. Start de motor, breng de maaidekken omhoog en controleer of de afstand tussen elke hefarm en de vloerplaatbeugel 5 tot 8 mm bedraagt; zie Figuur 10. g008875 Figuur 9 1. Uitlaatscherm 2. Bevestig het uitlaatscherm aan het frame met 4 zelftappende schroeven (Figuur 9). g031571 Figuur 10 Maai-eenheden verwijderd ter verduidelijking 1. Vloerplaatbeugel 3. Hefarm 2.
B. Draai de contramoer op de cilinder los (Figuur 12). A. Breng de maaidekken omlaag en draai de contramoer op de cilinder los (Figuur 14). g031575 Figuur 14 g031573 Figuur 12 1. Achterste cilinder C. Verwijder de pen uit het uiteinde van de stang en draai de gaffel. D. Plaats de pen en controleer de speling. B. Pak de cilinderstang vlak bij de moer beet met een tang en een doek en draai aan de stang. C. Breng de maaidekken omhoog en controleer de speling.
dezelfde instelling. Mogelijk moet u het cirkelmaaidek 6 mm hoger instellen dan een messenkooimaaier in hetzelfde gebied. Belangrijk: U kunt veel beter bij de achterste maaidekken door het maaidek van de machine te verwijderen. Als de machine is uitgerust met een Sidewinder-eenheid, beweeg de maaidekken dan naar rechts, verwijder het achterste maaidek en schuif het naar rechts eruit. 1. Laat de maaidekken neer op de grond, zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 2.
7. Draai de bout met de hand vast. 8. Herhaal stap 4 tot 7 voor elke aanpassing. 9. Draai de 3 bouten vast met een torsie van 41 N·m. 9 De mulchplaat monteren Opmerking: Draai eerst de voorste bout vast. Optioneel Opmerking: Voor aanpassingen van meer dan 3,8 cm moet u de maaihoogte mogelijk eerst op een hoogte ertussenin instellen om klemmen te voorkomen (bijvoorbeeld bij het veranderen van de maaihoogte van 3,1 cm naar 7 cm). Geen onderdelen vereist Procedure 8 De rolschraper afstellen 1.
Algemeen overzicht van de machine Bedieningsorganen g031597 Figuur 21 g196137 Figuur 20 1. Hendel om stuurwiel te verstellen 4. Schuif voor maaien/transport 2. Tractiepedaal voor achteruit 3. Tractiepedaal voor vooruit 5. Sleuf voor indicator 1. Parkeerrem 7. Indicatielampje van gloeibougies 2. Schakelhendel van maaidek 3. Schakelaar van maaidekaandrijving 8. Urenteller 9. Gashendel 4. Lampje van wisselstroomdynamo 10. Contactschakelaar 5. Oliedruklampje 11. Vergrendeling hefhendel 6.
Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur motor Contactschakelaar De contactschakelaar wordt gebruikt om de motor te starten, te stoppen en voor te gloeien. De contactschakelaar heeft 3 standen: UIT, AAN/VOORGLOEIEN en START . Draai het sleuteltje naar AAN/VOORGLOEIEN totdat het indicatielampje van de gloeibougie uitgaat (ongeveer 7 seconden); draai daarna het contactsleuteltje naar START om de startmotor in werking te stellen. Laat het sleuteltje los zodra de motor start (Figuur 21).
Sleuf voor indicator De indicatorsleuf in het bestuurdersplatform geeft aan wanneer de maaidekken zich in de centrale stand bevinden (Figuur 20). Gashendel Zet de hendel naar voren om het motortoerental te verhogen en naar achteren om het toerental te verlagen (Figuur 21). Schakelaar van maaidekaandrijving De schakelaar van de maaidekaandrijving heeft 2 standen: INSCHAKELEN en UITSCHAKELEN. De tuimelschakelaar bedient een solenoïdeklep op de kleppenset om de maaidekken aan te drijven (Figuur 21).
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Beschrijving Figuur 24 referentie Afmetingen of gewicht Totale breedte in maaistand A 192 cm Totale breedte in transportstand B 184 cm Hoogte C 197 cm Breedte wielbasis D 146 cm Lengte wielbasis E 166 cm Totale lengte in maaistand F 295 cm Totale lengte in transportstand G 295 cm Afstand tot de grond 15 cm Gewicht 963 kg Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing • Bewaar de machine en het brandstofvat niet op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een boiler of een ander toestel) aanwezig kunnen zijn. Voor gebruik • Probeer de motor niet te starten als u brandstof Opmerking: Bepaal vanuit de normale hebt gemorst; voorkom elke vorm van open vuur of vonken totdat de brandstofdampen volledig zijn verdwenen. bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Hydraulische vloeistof controleren • Gebruik B5 (biodieselinhoud 5%) of mengsels met een lager percentage in koud weer. • Controleer afdichtingen, slangen en pakkingen, die in contact met brandstof komen, omdat zij in de loop der tijd hierdoor kunnen worden aangetast. Voordat u de motor start en de machine gaat gebruiken, moet u het hydraulische systeem controleren; zie Hydraulische vloeistof controleren (bladz. 51).
• Het vereist meer pk om te maaien. GEVAAR • Het voert het maaisel verder naar links af en kan Gebruik van het mes met High Lift-vleugel in combinatie met de mulchplaat kan het mes doen breken, wat lichamelijk of dodelijk letsel kan veroorzaken. bij lagere maaistanden zwaden vormen. Gebruik geen messen met een High Lift-vleugel in combinatie met de mulchplaat.
• Geef uw volledige aandacht als u de machine VOORZICHTIG gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders kunnen er letsels ontstaan of kan eigendom worden beschadigd. Niet-aangesloten of beschadigde interlockschakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben voor de werking van de machine. Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken. • U mag niet knoeien met de beveiligingen.
• • • • Vermijd starten, stoppen of bochten maken op – Schakel de aftakas uit en laat de werktuigen zakken. – Stel de parkeerrem in werking. – de motor af te zetten en het sleuteltje te verwijderen; – te wachten tot alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen. Gebruik de machine niet als het kan bliksemen. De machine niet gebruiken als sleepvoertuig. Gebruik alleen door The Toro® Company goedgekeurde accessoires, werktuigen en reserveonderdelen.
De output-circuits worden geactiveerd door correcte input-condities. De 3 outputs omvatten Aftakas, ETR en STARTEN. De output-leds controleren de toestand van de relais en geven aan dat er elektrische spanning op een van de drie contactpunten voor de output is. achtereen hebt gestart, moet u 60 seconden wachten voordat u een nieuwe startpoging doet. 5. Laat het sleuteltje los zodra de motor start.
4. Zet de input-apparaten in de juiste stand om de correcte output te verkrijgen. Opmerking: Gebruik de volgende tabel om de correcte input-conditie te bepalen. 5. Controleer het volgende als een specifieke output-LED gaat branden en voer de nodige reparaties uit. • Als een specifieke output-LED brandt zonder de juiste output-functie, moet u de bedrading van de output, de aansluitingen en het onderdeel controleren. Opmerking: Indien nodig repareren.
Elke (horizontale) rij op de onderstaande tabel geeft de input- en output-vereisten voor elke specifieke functie van het product aan. De functies van het product worden vermeld in de linkerkolom. De symbolen geven de toestand van een specifiek circuit aan zoals: geactiveerd voor spanning, gesloten om massa te maken en geopend om massa te maken. Inputs Functie Stroom AAN In NEUTRAALSTAND Start AAN Rem AAN Outputs Aftakas AAN In stoel Hoge temp.
Tips voor bediening en gebruik Maaipatronen veranderen Verander vaak het maaipatroon om te vermijden dat het maairesultaat onvolmaaktheden vertoont die te wijten zijn aan herhaald maaien in één richting. Gebruik van de machine • Start de motor en laat deze op HALFGAS stationair • Tegengewicht lopen om warm te worden. Duw de gashendel helemaal naar voren, breng de maaidekken omhoog, zet de parkeerrem vrij, druk het tractiepedaal in om vooruit te rijden in en rij voorzichtig naar een open terrein.
• • Controleer tevens of de messen van de maaidekken scherp genoeg zijn. kunt de maaidekken ook verplaatsen zodat de bandensporen elders lopen. De maaidekken werpen het gras meestal naar de linkerzijde van de machine. Als u rond een bunker maait, maai dan rechtsom om te voorkomen dat er maaisel in de bunker wordt geworpen. Er zijn met bouten monteerbare mulchplaten verkrijgbaar voor de maai-eenheden. De mulchplaten leveren uitstekende prestaties als u het gazon volgens een vast schema onderhoudt.
De machine duwen of slepen Opmerking: Gebruik in de vier hoeken banden met de juiste specificaties en CE-merk om de machine vast te binden. • Twee aan de voorzijde van het bestuurdersplatform In noodgevallen kan u de machine over een kleine afstand bewegen door de omloopklep in de hydraulische pomp in werking te stellen en de machine te duwen of te slepen. • Achterwiel Belangrijk: U mag de machine niet sneller dan 3 tot 4,8 km per uur duwen of slepen.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker– en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na het eerste bedrijfsuur Onderhoudsprocedure • Wielmoeren aandraaien. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Wielmoeren aandraaien. • De conditie en de spanning van alle riemen controleren. • Vervang het hydraulische filter. Na de eerste 50 bedrijfsuren • Ververs de motorolie en vervang het oliefilter.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Kopieer deze pagina ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Voor week van: Gecontroleerde item maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag Werking van interlockschakelaars controleren. Werking van de remmen controleren. Motoroliepeil controleren. Peil van de koelvloeistof controleren. Brandstoffilter/waterafscheider aftappen. Luchtfilter, stofkap en ontluchtingsventiel controleren. Controleren of motor ongewone geluiden maakt.
Aantekening voor speciale aandachtsgebieden: Controle uitgevoerd door: Item Datum Procedures voorafgaande aan onderhoud Informatie 2. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 3. Stel de parkeerrem in werking. 4. Laat indien nodig de maaidekken zakken. 5. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. 6. Draai het contactsleuteltje naar de stand STOP en haal het sleuteltje uit het contact. 7.
De onderhoudsvergrendeling van het maaidek gebruiken Smering Lagers en lagerbussen smeren Gebruik de onderhoudsvergrendeling tijdens het onderhoud van de maaidekken om letsel te voorkomen. Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren—Smeer alle lagers en bussen. 1. Centreer de Sidewinder van het maaidek met de tractie-eenheid. 2. Breng de maaidekken omhoog in de transportstand. 3. Stel de parkeerrem in werking en zet de machine af. 4.
g008898 Figuur 35 • 2 draaipunten en hefcilinder van voorste hefarm, links (Figuur 36) g008896 Figuur 33 • Draaipunt (Figuur 34) g008899 Figuur 36 • 2 draaipunten en hefcilinder van voorste hefarm, rechts (Figuur 37) g195307 Figuur 34 • 2 achterste draaipunten en hefcilinder van hefarm (Figuur 35) g008900 Figuur 37 • Afstelmechanisme neutraalstand (Figuur 38) 38
g008901 Figuur 38 g008906 Figuur 41 • Schuif voor maaien/transport (Figuur 39) • Lagers van achterrol (2 per maaidek) (Figuur 42) g008902 Figuur 39 g195309 Figuur 42 • Draaipunt riemspanning (Figuur 40) Opmerking: Controleer of de smeergroef in beide rolbevestigingen is uitgelijnd met de smeeropening in beide uiteinden van de rolas. Als hulp bij het uitlijnen van de groef en de opening bevindt zich verder een merkteken op één uiteinde van de rolas.
Onderhoud motor Veiligheid van de motor • Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie. • Verander de snelheid van de toerenregelaar niet en laat de motor het maximale toerental niet overschrijden. Onderhoud van het luchtfilter Controleer de luchtfilterbehuizing op schade die een luchtlek kan veroorzaken, en vervang de luchtfilterbehuizing indien nodig.
Belangrijk: Probeer het veiligheidsfilter tot 7 uur gezien vanaf het uiteinde. Maak de vergrendeling vast (Figuur 44). niet te reinigen. Plaats steeds een nieuw veiligheidsfilter als het voorfilter 3 onderhoudsbeurten heeft gehad (Figuur 45). Motorolie verversen Het motoroliepeil controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Het carter van de motor is in de fabriek gevuld met olie; het oliepeil moet echter worden gecontroleerd voor- en nadat u de motor voor de eerste keer start.
4. Vervang het oliefilter van de motor zoals wordt getoond in Figuur 48. g029301 Figuur 46 Motorolie verversen en filter vervangen g027477 Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren Om de 150 bedrijfsuren 1. Start de motor en laat deze 5 minuten lopen zodat de olie warm wordt. 2. Parkeer de machine op een horizontaal vlak, zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 3.
Brandstoffilter vervangen Onderhoud brandstofsysteem Brandstof aftappen uit de brandstoftank 1. Reinig de omgeving van de montagelocatie van het filter (Figuur 49). 2. Verwijder het filter en reinig het montageoppervlak. 3. Smeer de pakking op het filter met schone olie. 4. Monteer het filter met de hand totdat de pakking contact maakt en draai vervolgens nog een halve slag verder. Onderhoudsinterval: Om de 1000 bedrijfsuren—Brandstoftank aftappen en reinigen.
5. Onderhoud elektrisch systeem Draai het contactsleuteltje naar de stand AAN. Opmerking: De elektrische brandstofpomp wordt geactiveerd, waarbij er lucht bij de ontluchtschroef naar buiten komt. Laat het sleuteltje op AAN staan totdat er een volle straal brandstof bij de schroef naar buiten komt. 6. Veiligheid van het elektrisch systeem Zet de ontluchtschroef weer vast en draai het sleuteltje op UIT.
Onderhoud aandrijfsysteem De accukabels moeten stevig op de accupolen zitten zodat ze goed contact maken. WAARSCHUWING Een verkeerde geleiding van de accukabels kan schade aan de tractor en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen, waardoor lichamelijk letsel kan ontstaan.
WAARSCHUWING WAARSCHUWING Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel. De motor moet lopen opdat u een laatste afstelling van de afstelnok van de tractie kunt uitvoeren. Contact met hete of bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken. Draai de wielmoeren vast met de juiste torsie.
Onderhoud koelsysteem Het koelsysteem bevat een oplossing die half uit water, half uit permanente ethyleenglycol-antivries bestaat. Controleer elke dag vóór het starten van de motor het koelvloeistofpeil. Veiligheid van het koelsysteem De inhoud van het koelsysteem is ongeveer 5,7 liter. • Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging VOORZICHTIG veroorzaken; buiten het bereik van kinderen en huisdieren houden.
Het koelsysteem reinigen Onderhouden remmen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks 1. Til de motorkap op. De parkeerrem afstellen 2. Verwijder grondig al het vuil dat zich rond het motorgedeelte bevindt. 3. Gebruik perslucht; begin aan de voorkant van de radiateur en blaas het vuil eruit naar de achterkant. Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren—Controleer de afstelling van de parkeerrem. 4. 1.
De drijfriem van de hydrostaat vervangen Onderhoud riemen 1. Onderhoud van de riemen van de motor VOORZICHTIG Onderhoudsinterval: Na de eerste 10 bedrijfsuren—De conditie en de spanning van alle riemen controleren. De veer die de riem spant, staat onder grote druk en de veer op de verkeerde manier ontspannen kan letsel veroorzaken. Om de 100 bedrijfsuren—De conditie en de spanning van alle riemen controleren. Wees voorzichtig bij het ontspannen van de veer en het vervangen van de riem.
Onderhoud bedieningsysteem Onderhoud hydraulisch systeem Het reservoir is in de fabriek gevuld met ongeveer 13,2 liter hoogwaardige hydraulische vloeistof. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof voordat de motor voor het eerst wordt gestart, en vervolgens dagelijks. Aanbevolen wordt het reservoir bij te vullen met de volgende hydraulische vloeistof: Toro Premium All-Season hydraulische vloeistof (verkrijgbaar in emmers van 19 liter of vaten van 208 liter.
van 19 liter of vaten van 208 liter bij een Mobil-leverancier. Belangrijk: Veel hydraulische vloeistoffen zijn bijna kleurloos, zodat het moeilijk is lekkages op te sporen. Er is een rode kleurstof voor de vloeistof in het hydraulisch systeem verkrijgbaar in flesjes van 20 ml. Eén flesje is voldoende voor 15 tot 22 liter hydraulische vloeistof. U kunt deze kleurstof bestellen bij een erkende Toro dealer, onderdeelnr. 44-2500.
g031643 g195308 Figuur 63 Figuur 62 1. Hydraulisch filter 1. Hydraulische leiding 4. Smeer de nieuwe filterpakking en vul het filter met hydraulische vloeistof. 3. 5. Controleer of de plaats waar het filter wordt gemonteerd schoon is en draai het filter totdat de pakking contact maakt met de bevestigingsplaat; draai het filter vervolgens met ½ slag vast. Monteer de hydraulische leiding als er geen hydraulische vloeistof meer naar buiten komt (Figuur 63). 4.
8. Onderhoud van maaidek Controleer het vloeistofpeil en vul vloeistof bij totdat het peil de FULL-markering (Vol) op de peilstok bereikt. De maaidekken van de tractie-eenheid verwijderen Opmerking: Niet te vol vullen. Hydraulische slangen en leidingen controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks 1. Voer de voorbereiding voor het onderhoud uit, zie De machine klaar maken voor onderhoud (bladz. 36). 2.
De maaidekken aan de tractie-eenheid bevestigen 1. Voer de voorbereiding voor het onderhoud uit, zie De machine klaar maken voor onderhoud (bladz. 36). 2. Plaats het maaidek vóór de tractie-eenheid. 3. Schuif het draagframe van het maaidek op de draaipen van de hefarm en zet vast met de lynchpen of de borgmoer (Figuur 66). 4. Monteer de hydraulische motor op het maaidek; gebruik hierbij de montageschroeven van de hydraulische motor (Figuur 65).
2. Breng vulstukken van 1,5 mm en/of vulstukken van 0,7 mm aan tussen het maaidekframe en de beugel om de gewenste maaihoogte-instelling te bereiken (Figuur 68). 3. Bevestig de maaihoogtebeugel aan het maaidekframe met de overgebleven vulstukken onder de maaihoogtebeugel (Figuur 68). 4. Bevestig de inbusbout, het afstandsstuk en de flensmoer. Opmerking: De inbusbout en het afstandsstuk worden bij elkaar gehouden met Loctite zodat het afstandsstuk niet in het maaidekframe valt. 5. 6.
5. Onderhoud van maaimessen Controleer of er maximaal 1,5 mm speling is tussen de rolconstructie en de montagebeugels van het maaidekframe. Opmerking: Als de opening groter is dan 1,5 mm, plaats dan voldoende ringen met een diameter van ⅝" om de speling aan te passen. 6. Veiligheid van de messen Draai de bevestigingsbout vast met een torsie van 108 N·m.
4. Controleer de snijranden van al de messen. Als de snijranden niet scherp zijn of bramen vertonen, mag u alleen de bovenkant van de snijrand slijpen en moet u de oorspronkelijke snijhoek behouden om te zorgen dat het mes scherp blijft (Figuur 72). Opmerking: Het mes blijft in balans als u van beide snijranden dezelfde hoeveelheid metaal verwijdert. g011355 Figuur 70 1. Mesbout 2. Antiscalpeercup g006926 Figuur 72 4. 5.
Stalling maai-eenheden uit en noteer de tijd die er nodig is totdat de messen volledig tot stilstand zijn gekomen. Als de tijd meer dan 7 seconden bedraagt, moet de remklep worden afgesteld; neem contact op met uw Toro verdeler om u te helpen bij deze afstelling. Volg deze procedures elke keer als u de machine langer dan 30 dagen stalt. Opslag van de accu Als u de machine langer dan 30 dagen stalt, moet u de accu verwijderen en volledig opladen.
op de kabelklemmen en de accupolen om corrosie te voorkomen. F. Bewaar de accu afzonderlijk of op de machine op een koele plaats. De accukabels mogen niet aangesloten zijn op de accu als u deze in het voertuig laat zitten. De motor gebruiksklaar maken 1. Tap de motorolie af uit het carter en plaats de aftapplug. 2. Verwijder het oliefilter en plaats een nieuw. 3. Vul de motor met ongeveer 3,8 liter SAE 15W-40 motorolie. 4. Start de motor en laat deze ongeveer twee minuten stationair lopen. 5.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw aanspraak op garantie te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie, hetzij direct of via uw lokale Toro dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land.
Californië Proposition 65 Waarschuwingsinformatie Wat betekent deze waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.
Toro garantie Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.