Form No. 3410-998 Rev A Groundsmaster® 4300-D tractie-eenheid Modelnr.: 30853—Serienr.: 400000000 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
bevinden zich op een plaatje dat zich links op het frame onder de voetsteun bevindt. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. WAARSCHUWING Modelnr.: CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Dit product bevat een chemische stof of chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken.
Inhoud Procedures voorafgaande aan onderhoud ......................37 Veiligheidmaatregelen voor onderhoudswerkzaamheden ................................................................37 De machine opkrikken ............................................38 Smering ...................................................................38 Lagers en lagerbussen smeren ..................................38 Onderhoud motor .....................................................40 Veiligheid van de motor................
Veiligheid Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395:2013 en B71.4-2012 van het ANSI (American National Standards Institute). Belangrijk: Voor informatie aangaande Europese voorschriften raadpleegt u het gelijkvormigheidsattest dat bij de machine werd geleverd. Algemene veiligheid Dit product kan handen of voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig letsel te voorkomen.
Hellingsindicator G011841 g011841 Figuur 2 Deze pagina mag worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik. 1. De maximale hellingshoek waarbij u de machine veilig kunt gebruiken is 15 graden. Gebruik het hellingsschema om de hellingshoek te bepalen voordat u de machine bedient. Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 15 graden. Langs de betreffende lijn van de aanbevolen hellingshoek vouwen. 2. Lijn deze rand uit met een verticaal oppervlak, bijvoorbeeld een boom, gebouw of hek. 3.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal93-6689 93-6689 1. Gevaar – Ga niet op het kunststof scherm zitten. decal106-6755 106-6755 decal93-7272 1. Motorkoelvloeistof onder druk. 93-7272 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 2. Risico van explosie – Lees 4. Waarschuwing – Lees de de Gebruikershandleiding.
decal117-4764 117-4764 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden, maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen en houd alle beschermende delen op hun plaats. decal117-0169 117-0169 1. Lees de Gebruikershandleiding. 3. Handen of voeten kunnen worden gesneden, maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen en houd alle beschermende delen op hun plaats. 2. Aansluitpunt (10 A) 3.
decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1. Risico van explosie 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding. 6. Houd omstanders op een veilige afstand van de accu. 7. Draag oogbescherming; explosieve gassen kunnen blindheid en ander letsel veroorzaken. 8. Accuzuur kan blindheid of ernstige brandwonden veroorzaken. 9.
decal125-8753 125-8753 1. Lees de Gebruikershandleiding voor meer onderhoudsinformatie. decal133-2930 133-2930 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding; gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 4. De machine kan kantelen – Verminder dus uw snelheid voordat u een bocht neemt; maak geen bocht bij een hoge snelheid; de maaidekken moeten altijd neergelaten zijn als u op een helling rijdt; draag altijd een veiligheidsgordel. 2. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. 5.
decal133-2931 133-2931 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding; gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 4. De machine kan kantelen – Rijd nooit van of dwars op hellingen met een hellingshoek groter dan 15 graden; de maaidekken moeten altijd neergelaten zijn als u op een helling rijdt; draag altijd een veiligheidsgordel. 2. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. 5.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 Geen onderdelen vereist – De stand van de bedieningsarm aanpassen. 2 Geen onderdelen vereist – De transportblokken en -pennen verwijderen. 3 4 5 6 7 8 9 Achtergewichten (aantal is afhankelijk van de configuratie) Variabel De achtergewichten monteren (te bestellen bij uw Toro-dealer).
1 2 De stand van de bedieningsarm aanpassen De transportblokken en -pennen verwijderen Geen onderdelen vereist Geen onderdelen vereist Procedure Procedure 1. Verwijder de transportblokken uit de maaidekken en werp de blokken weg. U kunt de stand van de bedieningsarm aanpassen met het oog op uw comfort. 2. Verwijder de transportpennen uit de armen van de maaidekken en werp de pennen weg. 1. Draai de 2 bouten los waarmee de bedieningsarm is vastgezet aan de bevestigingsbeugel (Figuur 3).
3 De achtergewichten monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Variabel Achtergewichten (aantal is afhankelijk van de configuratie) Procedure De Groundsmaster 4300-D tractie-eenheid voldoet aan de norm EN ISO 5395:2013 en de normen van ANSI B71.4-2012, als de achterwielen worden verzwaard met achtergewichten en/of 40,8 kg calciumchloride. Gebruik onderstaande tabellen om te bepalen welke gewichtscombinaties zijn vereist voor uw configuratie. U kunt onderdelen bestellen bij uw Toro-dealer.
g194425 g031632 Figuur 4 4 De motorkapvergrendeling monteren om te voldoen aan de CE-regels Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Motorkapsluiting 1 Ring Procedure g004143 Figuur 5 1. Ontgrendel en open de motorkap. 1. Rubberen ring 2. Verwijder de rubberen ring uit de opening in de linkerkant van de motorkap (Figuur 5). 3. Verwijder de moer van de motorkapsluiting (Figuur 6).
g003946 Figuur 6 1. Motorkapvergrendeling 3. Rubberen ring 2. Moer 4. Metalen ring g012149 Figuur 7 1. Aanslag 4. Steek het haakeind van de sluiting vanaf de buitenkant van de motorkap door de opening in de motorkap; zorg ervoor dat de rubberen afdichtring aan de buitenkant van de motorkap blijft (Figuur 6). 2. Stelschroef 3. Draai het contactsleuteltje op AAN en laat de motor 5 tot 10 minuten draaien. 4. Stel het hoge toerental in op 2.860 tpm terwijl de maaidekken zijn uitgeschakeld. 5.
1 2 3 G011346 g011346 Figuur 9 1. Rolschraper 3. Smeernippel 2. Montageschroef 2. Schuif de schraper omhoog of omlaag tot er een opening van 0,5 tot 1 mm is tussen de stang en de rol. g011343 Figuur 8 1. Bovenste montageopening voorste maaidek 3. Bevestig de smeernippel en draai vast met een torsie van 41 N·m. Schroef beide onderdelen om de beurt steeds een klein stukje verder vast. 3. Montage-opening achterdek 2. Onderste montageopening voorste maaidek 8 2.
Algemeen overzicht van de machine 3. Controleer of de mulchplaat de punt van de messen niet raakt en niet in het oppervlak van de achterwand van de kamer steekt. GEVAAR Bedieningsorganen Gebruik geen messen met een High Lift-vleugel in combinatie met de mulchplaat. De kans bestaat dat het mes dan breekt, wat lichamelijk of dodelijk letsel kan veroorzaken. Instelknoppen bestuurdersstoel Met de stoelverstelhendel (Figuur 11) kunt u de stoel naar voren en naar achteren schuiven.
Parkeerrem Om de parkeerrem in werking te stellen, (Figuur 12) moet u het rempedaal intrappen en de bovenkant naar voren drukken om het te vergrendelen. Om de parkeerrem vrij te zetten, trapt u het rempedaal in totdat de vergrendeling van de parkeerrem wordt ingetrokken. g025902 Figuur 13 1. Maai-/hefhendel 4. Activerings/blokkeringsschakelaar 2. Contactschakelaar 3. InfoCenter 5. Gashendel 6.
1 TORO g031683 Figuur 14 4 2 3 g020650 g020650 1. Indicator verstopping hydraulisch filter Figuur 16 Aansluitpunt Het aansluitpunt is geschikt voor 12 V elektrische apparaten (Figuur 15). 1. Controlelampje 3. Middelste knop 2. Knop naar rechts 4. Linkerknop • Linkerknop, knop toegang tot menu/terug – druk op deze knop om naar de menu's van het InfoCenter te gaan. De knop dient om het huidige menu te verlaten. • Middelste knop – gebruik deze knop om naar beneden door menu's te bewegen.
Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter SERVICE DUE Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter (cont'd.
De menu's gebruiken Druk in het hoofdscherm op de menuknop om naar het InfoCenter menusysteem te gaan. U gaat naar het hoofdmenu. Raadpleeg de volgende tabellen voor een overzicht van de opties die u hebt in de menu's: PTO Geeft de invoer, bepalende factoren en uitvoer voor het inschakelen van het aftakascircuit aan. Engine Run Geeft de invoer, bepalende factoren en uitvoer voor het inschakelen van de motor aan.
Beveiligde menu's In het instellingenmenu van het InfoCenter kunt u 1 configuratie-instelling voor de bediening veranderen: tegengewicht. U kunt deze instelling vergrendelen door middel van de Beveiligde menu's. Opmerking: Bij levering van de machine is de oorspronkelijke code geprogrammeerd door uw distributeur. Naar de instellingen van het beveiligde menu gaan 1. Scroll in het hoofdmenu naar beneden tot het instellingenmenu en druk op de rechterknop. 2.
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Totale lengte (maaistand) G 315 cm 53 liter Inhoud brandstoftank Transportsnelheid 0 tot 16 km/uur Maaisnelheid 0 tot 13 km/uur 1412 kg Nettogewicht (inclusief maaidekken en vloeistoffen) Specificaties maaidek Lengte 86,4 cm Breedte 86,4 cm Hoogte 24,4 cm tot draagframe 26,7 cm bij een maaihoogte van 1,9 cm 34,9 cm bij een maaihoogte van 10,2 cm Gewicht 88 kg Werktuigen/accessoires Een selectie van door Toro goedgekeurde werktuigen en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine o
Gebruiksaanwijzing • Stal de machine of het brandstofvat nooit in de buurt van een open vuur, vonken of een waakvlam zoals die van een boiler of een ander apparaat. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. • Probeer de motor niet te starten als u brandstof hebt gemorst; voorkom elke vorm van open vuur of vonken totdat de brandstofdampen volledig zijn verdwenen.
Het koelsysteem controleren • De kans bestaat dat een brandstoffilter na verloop van tijd verstopt raakt, nadat u bent overgestapt op een biodieselmengsel. Voordat u de motor start en de machine gaat gebruiken, moet u het koelsysteem controleren; zie Het koelsysteem controleren (bladz. 47). • Neem contact op met uw leverancier als u informatie over biodiesel wenst. Hydraulische vloeistof controleren Brandstoftank vullen Opmerking: Vul de brandstoftank na elk gebruik indien dit mogelijk is.
WAARSCHUWING Indien de wielmoeren niet steeds zijn aangedraaid met de correcte torsie, kan dit leiden tot defecten of verlies van een wiel, waardoor lichamelijk letsel kan worden veroorzaakt. Draai na 10 bedrijfsuren de voorste en achterste wielmoeren vast met een torsie van 135 tot 150 N·m. Draai de wielmoeren vervolgens om de 250 uur aan. g026184 Figuur 21 6. Plaats de getapte plaat op één lijn met het afstandsstuk. De maaihoogte instellen 7. Draai de bout met de hand vast.
5. Zet de ontluchtschroef weer vast en draai het sleuteltje op UIT. GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken. • Gebruik een trechter of tuit; brandstof uitsluitend in de open lucht bij een afgezette of koude motor bijvullen. Eventueel gemorste brandstof opnemen. • Vul de brandstoftank niet helemaal.
Eigenschappen: toch beweegt, is er een defect in het veiligheidssysteem. Verhelp dit defect voordat u de machine gebruikt. 5. Start de motor terwijl de aftakas ingeschakeld is. • Zet gras beter rechtop en heeft hogere afvoersnelheid. • Dun of slap gras wordt aanzienlijk beter opgenomen bij Opmerking: Als de motor aanslaat, is er een defect in het veiligheidssysteem. Verhelp dit defect voordat u de machine gebruikt. hogere maaistanden.
De instellingen van het tegengewicht veranderen Tijdens verschillende momenten in het maaiseizoen of als de gazoncondities variëren, moet de hoeveelheid tegengewicht op de maaidekken worden aangepast aan de condities. 1. Plaats de machine op een egale ondergrond, laat de maaidekken zakken, draai het contactsleuteltje op UIT en schakel de parkeerrem in. 2. Draai het contactsleuteltje naar de stand DRAAIEN. 3. Ga in het InfoCenter-menu Settings naar Counterbalance. 4.
Werktuigen kiezen Optionele apparatuurconfiguraties Mes met gehoekte wiek Mes met parallelle hoge wiek (Niet gebruiken met de mulchplaat) Mulchplaat Rolschraper Gras maaien: maaihoogte van 1,9 tot 4,4 cm Aanbevolen voor de meeste toepassingen Kan goede resultaten opleveren bij schraal of dun gras. Gras maaien: maaihoogte van 5 tot 6,4 cm Aanbevolen voor dik of sappig gras Aanbevolen voor schraal of dun gras Gras maaien: maaihoogte van 7 tot 10 cm Kan goede resultaten opleveren bij dik gras.
De machine veilig gebruiken op hellingen • Wees voorzichtig bij het naderen van blinde hoeken, • • • • • • • • • • • struiken, bomen, en andere objecten die uw zicht kunnen belemmeren. Maai niet in de buurt van steile hellingen, greppels of dijken. De machine kan plotseling omslaan als een wiel over de rand komt, of als de rand instort. Stop de maaimessen als u niet daadwerkelijk maait.
De toestand van de maaimessen controleren volledig belast is gebruikt. Indien u dit nalaat, kunnen er problemen met een turbo-dieselmotor ontstaan. Controleer of de maaikamers in een goede staat zijn. Buig eventueel onderdelen van de maaikamer recht om ervoor te zorgen dat er voldoende ruimte is tussen de rand van het mes en de maaikamer. 2. Draai het contactsleuteltje op UIT en verwijder het sleuteltje.
1. De omloopklep bevindt zich links van de hydrostaat (Figuur 26). Draai de omloopklep 1½ slag om deze te openen en de olie inwendig om te laten leiden. Omdat de vloeistof wordt omgeleid, kan de machine worden voortbewogen zonder dat de transmissie wordt beschadigd. G031851 g031851 Figuur 24 1. Voorste bevestigingspunt g003995 Figuur 26 • Achterkant van de machine – Beide zijden van het 1. Omloopklep achterframe van de machine (Figuur 25). 2. Sluit de omloopklep voordat u de motor start.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker– en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na het eerste bedrijfsuur Onderhoudsprocedure • Draai de wielmoeren vast met een torsie van 94 tot 122 N·m. Na de eerste 8 bedrijfsuren • De conditie en de spanning van de wisselstroomdynamo/ventilator controleren. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Draai de wielmoeren vast met een torsie van 94 tot 122 N·m.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Voor week van: Gecontroleerde item Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Werking van interlockschakelaars controleren. Werking van de remmen controleren. Het peil van de motorolie en de brandstof controleren. Brandstoffilter/waterafscheider aftappen. Controleer de blokkage-indicator van het luchtfilter. Radiator en scherm controleren op rommel. Controleren of motor ongewone geluiden maakt.
Opmerking: Download het elektrische of hydraulische schema gratis op www.Toro.com; u kunt uw machine zoeken via de link Handleidingen op de hoofdpagina. Schema met onderhoudsintervallen decal125-8753 Figuur 27 Procedures voorafgaande aan onderhoud • Plaats de machine of onderdelen ervan op assteunen indien dit nodig is. • Haal voorzichtig de druk van onderdelen met opgeslagen energie.
De machine opkrikken Smering Opmerking: Plaats de machine op assteunen indien dit nodig is. Lagers en lagerbussen smeren Gebruik de volgende locaties om de machine op te krikken: Als de machine in normale omstandigheden wordt gebruikt, moet u alle lagers en lagerbussen om de 50 bedrijfsuren smeren met nr. 2 smeervet op lithiumbasis. Wij adviseren lagers en lagerbussen onmiddellijk na elke wasbeurt te smeren, ongeacht de voorgeschreven interval.
• Draaipunt van draagframe van maaidek (1 elk) – Figuur 31 • Draaipunt van asbesturing (1) – Figuur 34 g004169 Figuur 34 • Kogelverbindingen van stuurcilinder (2) en achteras (1) g011613 Figuur 31 – Figuur 35 • Draaias van hefarm (1 elk) – Figuur 32 g004157 Figuur 32 • Trekstang van achteras (2) – Figuur 33 G011614 g011614 Figuur 35 • Rempedaal (1) – Figuur 36 G011615 g011615 Figuur 36 g003987 Figuur 33 39
Onderhoud motor • Lagers van spilas van maaidek (2 per maaidek) – Figuur 37 Opmerking: U kunt beide smeernippels gebruiken: kies de nippel die het makkelijkst te bereiken is. Pomp vet in de nippel tot er vet aan de onderzijde van de asbehuizing verschijnt (aan de onderzijde van het dek). Veiligheid van de motor • U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie.
Motorolie verversen Het motoroliepeil controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Het carter van de motor is in de fabriek gevuld met olie; het oliepeil moet echter worden gecontroleerd voor- en nadat de motor voor de eerste keer wordt gestart. g194209 De carterinhoud is ongeveer 5,2 liter met filter.
Motorolie verversen en filter vervangen g194204 g194203 g031256 Figuur 40 Belangrijk: Zorg ervoor dat het oliepeil tussen de markeringen voor het minimum- en het maximumpeil op de peilstok staat. De motor kan defect raken als er te veel of te weinig olie in het carter is. g031853 Figuur 41 Belangrijk: Draai het filter niet te vast. Vul het carter met olie; zie Motorolie verversen (bladz. 41).
Onderhoud van de waterafscheider Onderhoud brandstofsysteem Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren Onderhoud van brandstofsysteem Brandstof aftappen uit de brandstoftank Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren Vóór de stalling g194210 De tank moet worden afgetapt en gereinigd als het brandstofsysteem vervuild raakt of wanneer de machine voor langere tijd wordt gestald. Gebruik schone brandstof om de tank uit te spoelen.
Onderhoud van de brandstofaanzuigbuis Onderhoud elektrisch systeem De brandstofaanzuigbuis bevindt zich in de brandstoftank en is voorzien van een rooster dat voorkomt dat er vuil in het brandstofsysteem komt. Verwijder de brandstofaanzuigbuis en reinig het rooster als dit nodig is. Veiligheid van het elektrisch systeem • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine Brandstofinjectors ontluchten verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool.
Zekeringen vervangen Accu opladen Er zijn 8 zekeringen in het elektrische systeem. De zekeringhouder (Figuur 44) bevindt zich achter het inspectieluik op de bedieningsarm. WAARSCHUWING Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen. Rook niet in de buurt van de accu en zorg ervoor dat er geen vonken of vlammen vlakbij de accu komen. Belangrijk: Houd de accu volledig geladen. Dit is vooral belangrijk om beschadiging van de accu te voorkomen bij temperaturen beneden 0 °C. 1.
Onderhoud aandrijfsysteem 4. Draai het contactsleuteltje op AAN, start de motor en draai de zeskantige moer van de nok in een van beide richtingen tot de wielen stoppen met draaien. 5. Draai de borgmoer vast om de afstelling te borgen. De tractieaandrijving afstellen voor de neutraalstand 6. Draai het contactsleuteltje op UIT, verwijder de assteunen en laat de machine neer op de grond. 7. Maak een proefrit met de machine om er zeker van te zijn dat deze niet kruipt.
Onderhoud koelsysteem Veiligheid van het koelsysteem • Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging veroorzaken; buiten het bereik van kinderen en huisdieren houden. • Als u hete, onder druk staande koelvloeistof over u heen krijgt of in aanraking komt met een hete radiateur of omliggende delen, kunt u ernstige brandwonden oplopen. – Laat de motor altijd minstens 15 minuten afkoelen voordat u de radiateurdop losdraait.
Onderhouden remmen 4. Reinig het scherm grondig met perslucht. 5. Draai de vergrendelingen naar binnen om de oliekoeler los te maken (Figuur 51). Parkeerremmen afstellen Stel de remmen af als de rempedaal meer dan 25 mm speling heeft (Figuur 53), of als er meer remkracht nodig is. Met speling wordt de afstand bedoeld die het rempedaal wordt ingetrapt voordat er remweerstand wordt gevoeld. g026816 g031688 Figuur 53 Figuur 51 1. Vergrendelingen van oliekoeler 1. Speling 2.
Vergrendeling van parkeerrem afstellen Onderhoud riemen Riem van wisselstroomdynamo spannen Als de parkeerrem niet werkt of vergrendelt, moet de pal van de parkeerrem worden afgesteld. 1. Draai de 2 schroeven los waarmee de pal van de parkeerrem is bevestigd aan het frame (Figuur 55). 1. Open de motorkap. 2. Controleer de spanning van de riem door deze (Figuur 56) midden tussen poelies van de wisselstroomdynamo en de krukas in te drukken met een kracht van 10 kg. g031690 Figuur 55 1. Remkabels 3.
Onderhoud hydraulisch systeem Viscositeitsindex ASTM D2270 140 tot 160 Stolpunt, ASTM D97 -37 °C tot -45 °C Industriespecificaties: Veiligheid van het hydraulische systeem Vickers I-286-S (kwaliteitsniveau), Vickers M-2950-S (kwaliteitsniveau), Denison HF-0 Belangrijk: De ISO VG 46 Multigrade vloeistof blijkt een optimale werking te bieden bij een groot aantal temperatuuromstandigheden.
Hydraulische vloeistof verversen Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren Als de vloeistof verontreinigd raakt, moet u contact opnemen met uw Toro-dealer omdat het systeem dient te worden schoongespoeld. Verontreinigde hydraulische vloeistof ziet er in vergelijking met schone vloeistof melkachtig of zwart uit. 1. Draai het contactsleuteltje op UIT en til de motorkap op. 2. Plaats een grote opvangbak onder de fitting aan de onderzijde van het hydraulische reservoir (Figuur 58).
Hydraulische filters vervangen Het hydraulische systeem is voorzien van een onderhoudsintervalindicator (Figuur 59). Laat de motor lopen en kijk op de indicator; deze moet in de Groene zone staan. Als de indicator in de rode zone staat, moeten de hydraulische filters worden vervangen. g194208 g031683 Figuur 59 1. Indicator verstopping in hydraulisch filter Belangrijk: Als andere filters worden gebruikt, kan de garantie van bepaalde onderdelen komen te vervallen. 1.
Hydraulische slangen en leidingen controleren Onderhoud van het maaidek Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Het maaidek van de tractie-eenheid verwijderen Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt. WAARSCHUWING 1. Plaats de machine op een vlakke ondergrond, laat de maaidekken op de grond zakken, draai het contactsleuteltje op UIT en stel de parkeerrem in werking.
De maaidekken aan de tractie-eenheid bevestigen Onderhoud van maaimessen 1. Plaats de machine op een vlakke ondergrond en draai het contactsleuteltje op UIT. Veiligheid van de messen 2. Plaats het maaidek vóór de tractie-eenheid. 3. Schuif het draagframe van het maaidek op de draaipen van de hefarm en zet vast met de borgpen (Figuur 62).
12:00 3:00 9:00 6:00 G011353 g011353 Figuur 63 5. Draai het gemarkeerde uiteinde van het mes naar 3 uur en naar 9 uur (Figuur 63) en meet de hoogte. g031692 Figuur 64 1. Maaihoogtebeugel 6. Vergelijk de gemeten hoogte op 12 uur met de maaihoogte-instelling. De afstand moet binnen een marge van 0,7 mm vallen. De hoogten op 3 uur en 9 uur moeten 1,6 tot 6,0 mm hoger zijn dan de instelling op 12 uur en binnen 6,0 mm van elkaar vallen. 2. Vulstukken 3.
in werking. Zet het maaidek vast zodat dit niet per ongeluk naar beneden kan vallen. GEVAAR Als het mes gaat slijten, kan er een groef ontstaan tussen de vleugel en het platte deel van het mes (Figuur 65). Uiteindelijk kan dan een stuk van het mes afbreken en van onder de maaikast worden weggeslingerd waardoor de bestuurder of een omstander ernstig letsel kan oplopen. 2. Pak het uiteinde van het mes vast met een doek of een dikke, gevoerde handschoen.
Onderhoud diversen Opmerking: Plaats de uiteinden van het mes iets lager dan het midden en de snijrand lager dan de onderkant van het mes. Dit mes zorgt voor een goede maaikwaliteit en vereist minimaal vermogen van de motor. Als echter de uiteinden van het mes hoger dan het midden zijn of de snijrand hoger dan de onderkant is, betekent dit dat het mes krom of verbogen is, en moet het worden vervangen. Onderhoud van de voorrol Controleer de voorrol op slijtage, wiebelen of klemmen.
Stalling 6. Als de opening groter is dan 1,5 mm, plaats dan voldoende ringen met een diameter van ⅝" om de speling aan te passen. Voorbereidingen voor stalling Belangrijk: Als de rolconstructie wordt bevestigd met een opening die groter is dan 1,5 mm zorgt dit voor een zijdelingse belasting van het lager. Dit kan leiden tot voortijdige slijtage van het lager. De tractie-eenheid gebruiksklaar maken 1. Reinig de tractie-eenheid, de maaidekken en de motor grondig. 7.
9. Zorg ervoor dat het luchtfilter grondig wordt gereinigd en een onderhoudsbeurt krijgt. 10. Plak de luchtfilterinlaat en de uitlaat af met weerbestendige tape. 11. Controleer de antivriesbescherming en vul zoveel bij als nodig is met het oog op de plaatselijk te verwachten minimumtemperatuur. Maaidek stallen Als het maaidek langere tijd wordt verwijderd van de tractie-eenheid, plaats dan een plug in de bovenzijde van de as om te voorkomen dat er vuil of water in de as terecht kan komen.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw aanspraak op garantie te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie, hetzij direct of via uw lokale Toro dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land.
Toro Garantie Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.