Form No. 3397-652 Rev A Groundsmaster® 4300-D tractie-eenheid Modelnr.: 30853—Serienr.: 315000170 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. de voetsteun bevindt. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder. Modelnr.: WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Dit product bevat een chemische stof of chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken.
Inhoud Procedures voorafgaande aan onderhoud ......................35 Veiligheidmaatregelen voor onderhoudswerkzaamheden ................................................................35 De machine opkrikken ............................................36 Smering ...................................................................36 Lagers en lagerbussen smeren ..................................36 Onderhoud motor .....................................................38 Veiligheid van de motor................
Veiligheid Geluidsniveau Deze machine heeft een geluidsniveau van 105 dBA met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA. Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395:2013 en B71.4-2012 van het ANSI (American National Standards Institute). Het geluidsniveau werd bepaald volgens de procedures in EN 11094. Algemene veiligheid Geluidsdruk Dit product kan handen of voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig letsel te voorkomen.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 93–6689 1. Gevaar - Ga niet op het kunststof scherm zitten. 106-6755 93-7272 1. Motorkoelvloeistof onder druk. 1. Ledematen kunnen worden gesneden/geamputeerd; ventilator – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 2.
110-8973 (Aanbrengen over onderdeelnummer 110-8869 voor CE*-conformiteit) 110-8869 1. Waarschuwing - Lees de Gebruikershandleiding, gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. * Deze veiligheidssticker waarschuwt voor gebruik op hellingen en is vereist voor 2. De machine kan voorwerpen uitwerpen - Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. conformiteit met de Europese norm voor grasmaaiers EN ISO 5395:2013.
117-4764 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen - Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden, maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen en houd alle beschermende delen op hun plaats. 117–0169 1. Raadpleeg de gebruikershandleiding. 3. Handen of voeten kunnen worden gesneden, maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen en houd alle beschermende delen op hun plaats. 2. Aansluitpunt: 10 A 3. Koplampen: 10 A 4. Stroom: 10 A 5.
Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1. Risico van explosie 2. Geen vonken of vuur en niet roken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding. 121-5644 1. Lichtschakelaar 6. Langzaam 2. Inschakelen 7. Omlaag 3. Aftakas 8. Omhoog 4. Uitschakelen 9. Lees de Gebruikershandleiding. 5. Snel 104-1086 1. Maaihoogte 8 6. Houd omstanders op veilige afstand van de accu. 7.
125-8753 1. Lees de Gebruikershandleiding voor meer onderhoudsinformatie.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 Geen onderdelen vereist – De positie van de bedieningsstang instellen. 2 Geen onderdelen vereist – De transportblokken en -pennen verwijderen. 3 4 5 6 7 8 9 Achtergewichten (aantal is afhankelijk van de configuratie) Variabel Achtergewichten monteren (te bestellen bij uw Toro-dealer).
1 2 De positie van de bedieningsstang instellen De transportblokken en -pennen verwijderen Geen onderdelen vereist Geen onderdelen vereist Procedure Procedure 1. Verwijder de transportblokken uit de maaidekken en werp de blokken weg. De stand van de bedieningsarm kan worden aangepast aan de wensen van de gebruiker. 2. Verwijder de transportpennen uit de armen van de maaidekken en werp de pennen weg. 1.
3 Achtergewichten monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Variabel Achtergewichten (aantal is afhankelijk van de configuratie) Procedure De Groundsmaster 4300-D tractie-eenheid voldoet aan de norm EN ISO 5395:2013 en de normen van ANSI B71.4-2012, als de achterwielen worden verzwaard met achtergewichten en/of 40,8 kg calciumchloride. Gebruik onderstaande tabellen om te bepalen welke gewichtscombinaties zijn vereist voor uw configuratie. U kunt onderdelen bestellen bij uw Toro-dealer.
4. Steek het haakeind van de sluiting vanaf de buitenkant van de motorkap door de opening in de motorkap; zorg ervoor dat de rubberen afdichtring aan de buitenkant van de motorkap blijft (Figuur 5). 4 De motorkapvergrendeling monteren om te voldoen aan de CE-regels 5. Breng vanaf de binnenkant van de motorkap de metalen ring aan op de sluiting, en bevestig met de moer. Zorg ervoor dat de sluiting vastklikt in de haak in het frame als u de motorkap sluit.
Achterste maaidek afstellen 6 Het draagframe afstellen De maaidekken voor en achter moeten in verschillende standen worden gemonteerd. Het achterste maaidek is voorzien van 1 montagestand voor een juiste uitlijning met het onderframe van de Sidewinder. Geen onderdelen vereist Monteer voor alle maaihoogten het achterste maaidek in de achterste montageopeningen (Figuur 7). Voorste maaidekken afstellen 7 De maaidekken voor en achter moeten in verschillende standen worden gemonteerd.
8 9 De mulchplaat installeren (optioneel) De machine gebruiksklaar maken Geen onderdelen vereist Geen onderdelen vereist Procedure Bandenspanning controleren 1. Zorg dat er zich geen vuil bevindt in de montageopeningen van de achterwand en linkerzijwand van de kamer. Controleer vóór gebruik de bandenspanning; zie Bandenspanning controleren (bladz. 23).
Algemeen overzicht van de machine Parkeerrem Om de parkeerrem in werking te stellen, (Figuur 11) moet u het rempedaal intrappen en de bovenkant naar voren drukken om dit vast te zetten. Om de parkeerrem uit te schakelen, trapt u het rempedaal in totdat de vergrendeling van de parkeerrem wordt ingetrokken. Bedieningsorganen Afstelknoppen van stoel Met de stoelverstelhendel (Figuur 10) kunt u de stoel naar voren en naar achteren schuiven.
Figuur 12 Figuur 13 1. Maai-/hefhendel 4. Activerings/blokkeringsschakelaar 2. Contactschakelaar 3. InfoCenter 5. Gashendel 6. Schakelaar van koplampen 1. Indicator verstopping hydraulisch filter Aansluitpunt Het aansluitpunt is geschikt voor 12 V elektrische apparaten (Figuur 14). Contactschakelaar De contactschakelaar (Figuur 12) heeft 3 standen: AAN/VOORVERWARMEN en START .
Verklaring van pictogrammen in InfoCenter (cont'd.) 1 TORO Neem plaats op de bestuurdersstoel. De parkeerrem is ingeschakeld. Het bereik is hoog (transport). Neutraalstand 4 2 3 g020650 Het bereik is laag (maaien). Figuur 15 1. Controlelampje 3. Middelste knop 2. Knop naar rechts 4. Linkerknop Koelvloeistoftemperatuur (°C of °F) Temperatuur (heet) • Linkerknop, knop toegang tot menu/terug – druk op deze knop om naar de menu's van het InfoCenter te gaan.
Verklaring van pictogrammen in InfoCenter (cont'd.) Onderhoud Onderdeelmenu Beschrijving Uren Het totale aantal bedrijfsuren van de machine, motor en aftakas, alsook het aantal uren dat de machine getransporteerd is geweest en de tijd tot het volgende onderhoudsinterval. Counts Een overzicht van talrijke tellingen die de machine heeft uitgevoerd. Wijzigen in de aangegeven status. Symbolen worden vaak gecombineerd in zinnen. Hier volgen enkele voorbeelden Zet de machine in neutraal.
Model Het modelnummer van de machine. Serienummer Het serienummer van de machine. Machine Controller Revision De softwareversie van de hoofdbedieningseenheid. InfoCenter softwareversie De softwareversie van het InfoCenter. CAN Bus De status van de communicatiebus van de machine. 3. Om de instellingen te bekijken en veranderen met een wachtwoord, stelt u met de linkerknop Instellingen beveiligen in op AAN. Stel vervolgens het wachtwoord in, en draai het contactsleuteltje UIT en daarna weer AAN.
Brandstofveiligheid Gebruiksaanwijzing GEVAAR Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. In bepaalde omstandigheden is brandstof uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is. Eventueel gemorste brandstof opnemen.
• Her deel biodiesel van de brandstof moet voldoen aan de niet te vol. Plaats de brandstofdop terug en maak hem stevig vast. specificatie ASTM D6751 of EN 14214. • Het dieselmengsel moet beantwoorden aan ASTM D975 Het motoroliepeil controleren of EN 590. • Gelakte oppervlakken kunnen worden beschadigd door Voordat u de motor start en de machine in gebruik neemt, moet u het oliepeil in het carter van de motor controleren; zie Het motoroliepeil controleren (bladz. 39). biodiesel.
Bandenspanning controleren maaidekken dan naar rechts, verwijder het achterste maaidek en schuif het naar rechts eruit. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks 1. Breng het maaidek omlaag tot de grond, draai het contactsleuteltje op UIT en verwijder het sleuteltje. De voor- en achterbanden moeten een spanning hebben van 12 tot 15 psi (83 tot 103 kPa). 2. Draai de bout los waarmee de maaihoogtebeugel aan de maaihoogteplaat is bevestigd (aan de voorzijde en de zijkanten) (Figuur 18).
De machine inrijden 2. Open de motorkap. Om ervoor te zorgen dat het remsysteem optimaal functioneert, moet u de remmen gebruiksklaar maken (inrijden) voordat u het voertuig gaat gebruiken. Stel de voorwaartse tractiesnelheid in op 6,4 km/uur zodat deze overeenstemt met de achterwaartse tractiesnelheid. (Alle 8 afstandsstukken verplaatst naar de bovenkant van de maaitoerenregelaar.) Rij vooruit met de motor op hoog stationair en de maaitoerentalbegrenzer ingeschakeld en rem gedurende 15 seconden.
De interlockschakelaars controleren De messen van het maaidek moeten volledig tot stilstand zijn gekomen binnen ongeveer 5 seconden nadat u het maaidek uitschakelt met de aan/uit-schakelaar. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Opmerking: Zorg ervoor dat de maaidekken omlaag zijn gebracht op een schoon gedeelte van het gazon of op een hard oppervlak om te voorkomen dat er stof en vuil opwaait. VOORZICHTIG 1.
4. Selecteer counterbalance door op de rechterknop te duwen en kies de gewenste instelling: low, medium of high. WAARSCHUWING Gebruik geen messen met een High Lift-vleugel in combinatie met de mulchplaat. De kans bestaat dat het mes dan breekt, wat lichamelijk of dodelijk letsel kan veroorzaken. Opmerking: Verplaats de machine naar een testgebied zodra de aanpassing is voltooid en gebruik de machine met de nieuwe instelling.
Werktuigen kiezen Optionele apparatuurconfiguraties Mes met gehoekte vleugel Mes met parallelle High Lift-vleugel (Niet gebruiken met de mulchplaat) Mulchplaat Rolschraper Gras maaien: maaihoogte van 1,9 tot 4,4 cm Aanbevolen voor de meeste toepassingen Kan goede resultaten opleveren bij schraal of dun gras.
Tijdens gebruik • Verminder uw snelheid en wees voorzichtig als u een Veiligheid tijdens het werk • Algemene veiligheid • • De eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk voor • • • • • • • • • • • • • • ongelukken die hem/haar letsel kunnen toebrengen of materiële schade kunnen veroorzaken, en hij kan zulke ongelukken en beschadigingen voorkomen. Draag geschikte kleding, zoals een veiligheidsbril, gripvaste, stevige schoenen en gehoorbescherming.
Belangrijk: Laat de motor 5 minuten stationair lopen voordat u deze afzet of nadat de machine volledig belast is gebruikt. Indien u dit nalaat, kunnen er problemen met een turbo-dieselmotor ontstaan. toestand van het gras kan van invloed zijn op de stabiliteit van de machine. • Vermijd starten, stoppen of bochten maken op een helling. Als de wielen grip verliezen, moet u de maaimessen uitschakelen en de heuvel langzaam in een rechte lijn afrijden. 2.
Begin altijd te maaien met scherpe messen. spanband moet naar beneden en naar de buitenkant van de machine lopen. • Laat de motor afkoelen voordat u de machine in een Een scherp mes snijdt het gras netjes af, zonder rukken of scheuren, zoals een bot mes wel zou doen. Als het gras inscheurt of kapot wordt getrokken, wordt het bruin aan de punten, waardoor het gras minder goed groeit en vatbaarder wordt voor ziekten. Controleer of het mes in een goede conditie is en de wiek volledig aanwezig is.
2. Sluit de omloopklep voordat u de motor start. Sluit de klep met een torsie van maximaal 7-11 N·m. Belangrijk: Als u de motor laat lopen met een geopende omloopklep, zal de transmissie oververhit raken. De machine transporteren Gebruik een aanhanger of vrachtwagen voor zwaar vervoer om de machine te transporteren. Zorg ervoor dat de aanhanger of vrachtwagen is voorzien van alle benodigde remmen, verlichting en aanduidingen die wettelijk vereist zijn. Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies.
De machine laden GEVAAR Als een machine wordt geladen op een aanhanger of een vrachtwagen, wordt de kans vergroot dat de machine achteroverkantelt. Dit kan ernstig lichamelijk letsel of de dood veroorzaken. • Ga zeer voorzichtig te werk als u een machine een hellingbaan op-/afrijdt. • Controleer of de rolbeugel omhoog staat en gebruik de veiligheidsgordel terwijl de machine wordt geladen. Zorg ervoor dat de rolbeugel het dak van een dichte aanhanger niet raakt.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na het eerste bedrijfsuur Onderhoudsprocedure • Draai de wielmoeren vast met een torsie van 94 tot 122 N·m. Na de eerste 8 bedrijfsuren • De conditie en de spanning van de wisselstroomdynamo/ventilator controleren. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Draai de wielmoeren vast met een torsie van 94 tot 122 N·m.
Controlelijst Dagelijks Onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Voor week van: Gecontroleerde item Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van de remmen controleren. Het peil van de motorolie en de brandstof controleren. Brandstoffilter/waterafscheider aftappen. Indicator voor verstopping in luchtfilter controleren. Radiator en scherm controleren op rommel. Controleren of motor ongewone geluiden maakt.
Opmerking: Download het elektrische of hydraulische schema gratis op www.Toro.com; u kunt uw machine zoeken via de link Handleidingen op de hoofdpagina. Onderhoudsschema Figuur 27 Procedures voorafgaande aan onderhoud • Als u de machine parkeert, stalt of onbewaakt achterlaat, moet u de maaidekken neerlaten, tenzij u een betrouwbare mechanische vergrendeling gebruikt. • Voer indien mogelijk geen onderhoudswerkzaamheden uit aan de machine als de motor draait.
De machine opkrikken Smering Opmerking: Plaats de machine op kriksteunen indien dit nodig is. Lagers en lagerbussen smeren Gebruik de volgende locaties om de machine op te krikken: Als de machine in normale omstandigheden wordt gebruikt, moet u alle lagers en lagerbussen om de 50 bedrijfsuren smeren met nr. 2 smeervet op lithiumbasis. Wij adviseren lagers en lagerbussen onmiddellijk na elke wasbeurt te smeren, ongeacht de voorgeschreven interval.
• Draaipunt van draagframe van maaidek (1 elk) (Figuur 31) • Draaipunt van asbesturing (1) (Figuur 34) Figuur 34 • Kogelverbindingen van stuurcilinder (2) en achteras (1) Figuur 31 (Figuur 35) • Draaias van hefarm (1 elk) (Figuur 32) Figuur 32 • Trekstang van achteras (2) (Figuur 33) G011614 Figuur 35 • Rempedaal (1) (Figuur 36) G011615 Figuur 36 Figuur 33 37
Onderhoud motor • Lagers van spilas van maaidek (2 per maaidek) (Figuur 37) Opmerking: Beide smeernippels kunnen worden gebruikt, kies de nippel die het makkelijkst te bereiken is. Pomp vet in de nippel tot er vet aan de onderzijde van de asbehuizing verschijnt (aan de onderzijde van het dek). Veiligheid van de motor U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie.
Motorolie verversen Het motoroliepeil controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Het carter van de motor is in de fabriek gevuld met olie; het oliepeil moet echter worden gecontroleerd voor- en nadat de motor voor de eerste keer wordt gestart. De carterinhoud is ongeveer 5,2 liter met filter. Gebruik hoogwaardige motorolie die moet beantwoorden aan de volgende specificaties: • Vereiste onderhoudsclassificatie van API: CH-4, CI-4 of hoger.
Motorolie verversen en filter vervangen Figuur 40 Belangrijk: Zorg ervoor dat het oliepeil tussen de markeringen voor het minimum- en het maximumpeil op de peilstok staat. De motor kan defect raken als er te veel of te weinig olie in het carter is. Figuur 41 Belangrijk: Draai het filter niet te vast. Het carter met olie vullen, zie Het motoroliepeil controleren (bladz. 39).
De gashendel afstellen Onderhoud brandstofsysteem 1. Zet de gashendel naar voren zodat deze ongeveer 3 mm van de voorkant van de sleuf in de bedieningsarm zit. 2. Maak de klem van de gaskabel op de gaskabel los. Deze zit naast de hefboom van de injectiepomp (Figuur 42).
Onderhoud van de waterafscheider Onderhoud van de brandstofaanzuigbuis Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren De brandstofaanzuigbuis bevindt zich in de brandstoftank en is voorzien van een rooster dat voorkomt dat er vuil in het brandstofsysteem komt. Verwijder de brandstofaanzuigbuis en reinig het rooster als dit nodig is.
Zekeringen vervangen Onderhoud elektrisch systeem Er zijn 8 zekeringen in het elektrische systeem. De zekeringhouder (Figuur 45) bevindt zich achter het inspectieluik op de bedieningsarm. Veiligheid van het elektrisch systeem • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Bevestig eerst de pluspool van de accu en daarna de minpool. • Accuzuur is giftig en kan brandwonden veroorzaken.
Onderhoud aandrijfsysteem 5. Draai de borgmoer vast om de afstelling te borgen. 6. Draai het contactsleuteltje op UIT, verwijder de kriksteunen en laat de machine neer op de grond. 7. Maak een proefrit met de machine om er zeker van te zijn dat deze niet kruipt. De tractieaandrijving afstellen voor de neutraalstand Toespoor achterwielen afstellen De machine mag niet kruipen als het tractiepedaal niet is ingetrapt. Als de machine kruipt, moet u de tractieaandrijving als volgt afstellen: 1.
Vuil verwijderen uit het koelsysteem Onderhoud koelsysteem Het koelsysteem controleren 1. Draai het contactsleuteltje op UIT en verwijder het sleuteltje. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Controleer het koelvloeistofpeil in de expansietank en verwijder vuil van het rooster, de oliekoeler en de voorkant van de radiateur. 2. Verwijder grondig al het vuil dat zich rond het motorgedeelte bevindt. 3. Maak de sluiting los en draai het achterscherm open (Figuur 50).
Onderhouden remmen Parkeerremmen afstellen Stel de remmen af als de rempedaal meer dan 25 mm speling heeft (Figuur 53), of als er meer remkracht nodig is. Met speling wordt de afstand bedoeld die het rempedaal wordt ingetrapt voordat er remweerstand wordt gevoeld. Figuur 51 1. Vergrendelingen van oliekoeler 2. Oliekoeler Figuur 53 6. Reinig beide zijden van de oliekoeler en de radiator grondig Figuur 52) met perslucht. 1.
Vergrendeling van parkeerrem afstellen Onderhoud riemen Riem van wisselstroomdynamo spannen Als de parkeerrem niet werkt of vergrendelt, moet de pal van de parkeerrem worden afgesteld. 1. Draai de 2 schroeven los waarmee de pal van de parkeerrem is bevestigd aan het frame (Figuur 55). 1. Open de motorkap. 2. Controleer de spanning van de riem door deze (Figuur 56) midden tussen poelies van de wisselstroomdynamo en de krukas in te drukken met een kracht van 10 kg. Figuur 55 1. Remkabels 3.
Onderhoud hydraulisch systeem aantal temperatuursomstandigheden. Deze vloeistof is compatibel met gangbare minerale olie, maar met het oog op maximale biologische afbreekbaarheid en goede prestaties moet het hydraulische systeem grondig met gewone vloeistof worden gespoeld. De olie is verkrijgbaar in emmers van 19 liter of vaten van 208 liter bij een Mobil-verdeler.
2. Plaats een grote opvangbak onder de fitting aan de onderzijde van het hydraulische reservoir (Figuur 58). Figuur 58 1. Slang 3. Maak de slang los van de onderkant van de nippel en laat de hydraulische vloeistof in de opvangbak lopen. 4. Monteer de slang als er geen hydraulische vloeistof meer naar buiten komt. 5. Vul het reservoir met ongeveer 56,7 liter hydraulische vloeistof; zie Het peil van de hydraulische vloeistof controleren (bladz. 48).
3. Draai het contactsleuteltje op AAN, start de motor en laat hem ongeveer 2 minuten draaien om het systeem te ontluchten. 4. Draai het contactsleuteltje op UIT en controleer op lekken. Hydraulische slangen en leidingen controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt. Figuur 59 1.
Solenoïde Onderhoud van het maaidek Functie S1 Maaidekken omlaag brengen S2 Maaidekken omlaag brengen Het maaidek van de tractie-eenheid verwijderen 1. Plaats de machine op een vlakke ondergrond, laat de maaidekken op de grond zakken, draai het contactsleuteltje op UIT en stel de parkeerrem in werking. 2. Ontkoppel de hydraulische motor en verwijder deze van het dek (Figuur 61). Bedek de bovenzijde van de as zodat deze niet vuil wordt. Figuur 61 1. Montageschroeven van de motor 3.
De maaidekken aan de tractie-eenheid bevestigen Onderhoud van maaimessen 1. Plaats de machine op een vlakke ondergrond en draai het contactsleuteltje op UIT. Veiligheid van de messen 2. Plaats het maaidek vóór de tractie-eenheid. 3. Schuif het draagframe van het maaidek op de draaipen van de hefarm en zet vast met de borgpen (Figuur 62).
12:00 3. Bevestig de maaihoogtebeugel aan het maaidekframe met de overgebleven vulstukken onder de maaihoogtebeugel. 4. Bevestig de inbusbout/het afstandsstuk en een flensmoer. 3:00 9:00 6:00 Figuur 63 Opmerking: De inbusbout/het afstandsstuk worden bij elkaar gehouden met afdichtkit zodat het afstandsstuk niet in het maaidekframe valt. 5. Controleer de hoogte in de 12 uur-stand en breng indien nodig aanpassingen aan. G011353 6.
3. Plaats het mes met de vleugel in de richting van het maaidek en bevestig de antiscalpeercup en de mesbout (Figuur 65). Draai de mesbout vast met een torsie van 115 tot 149 N·m. ze worden geslepen. Slijp alleen de bovenkant van de snijrand en behoud de oorspronkelijke snijhoek om ervoor te zorgen dat het mes scherp blijft (Figuur 67). 6. Als het mes bot of gekerfd is, slijp dan alleen de bovenkant van de snijrand en zorg dat de oorspronkelijke snijhoek behouden blijft (Figuur 67).
Onderhoud diversen 6. Als de opening groter is dan 1,5 mm, plaats dan voldoende ringen met een diameter van 5/8 inch om de speling aan te passen. Onderhoud van de voorrol Belangrijk: Als de rolconstructie wordt bevestigd met een opening die groter is dan 1,5 mm zorgt dit voor een zijdelingse belasting van het lager. Dit kan leiden tot voortijdige slijtage van het lager. Controleer de voorrol op slijtage, wiebelen of klemmen.
Stalling 8. Zet alle onderdelen van het brandstofsysteem goed vast. Voorbereidingen voor stalling 9. Zorg ervoor dat het luchtfilter grondig wordt gereinigd en een onderhoudsbeurt krijgt. 10. Plak de luchtfilterinlaat en de uitlaat af met weerbestendige tape. De tractie-eenheid gebruiksklaar maken 1. Reinig de tractie-eenheid, de maaidekken en de motor grondig. 11. Controleer de antivriesbescherming en vul zoveel bij als nodig is met het oog op de plaatselijk te verwachten minimumtemperatuur. 2.
Opmerkingen: 57
Opmerkingen: 58
Lijst met internationale dealers Dealer: Land: Telefoonnummer: Dealer: Land: Agrolanc Kft Asian American Industrial (AAI) B-Ray Corporation Brisa Goods LLC Casco Sales Company Ceres S.A. CSSC Turf Equipment (pvt) Ltd. Cyril Johnston & Co. Cyril Johnston & Co. Fat Dragon Femco S.A. FIVEMANS New-Tech Co., Ltd ForGarder OU G.Y.K. Company Ltd.
Toro Garantie Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.