Form No. 3379-429 Rev A Groundsmaster® 4300-D tractie-eenheid Modelnr.: 30859—Serienr.: 310000001 en hoger Modelnr.: 30861—Serienr.: 310000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Modelnr.: Serienr.: WAARSCHUWING Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd met het volgende veiligheidssymbool (Figuur 1) dat duidt op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.
Inhoud Onderhoud elektrisch systeem ....................................38 Onderhoud van de accu...........................................38 Zekeringen ............................................................39 Onderhoud aandrijfsysteem ........................................39 De tractieaandrijving afstellen voor de neutraalstand......................................................39 Toespoor achterwielen afstellen................................40 Onderhoud koelsysteem ............................
Veiligheid ◊ het type machine is niet geschikt voor het specifieke werk, Deze machine voldoet minstens aan CEN-norm EN 836:1997, ISO-norm 5395:1990 en de B71.4-2004 specificaties van American National Standards Institute (ANSI), van kracht op het moment van productie als deze is uitgerust met een achtergewicht. Zie het hoofdstuk Achtergewichten monteren in deze handleiding.
• Alle werktuigkoppelingen uitschakelen, versnelling in de • • • • • • • • • • neutraalstand zetten en de parkeerrem in werking stellen voordat u de motor start. Denk eraan dat elke helling gevaarlijk is. Het rijden op met gras begroeide hellingen vereist bijzondere zorgvuldigheid.
• Plaats onderdelen op kriksteunen indien dit nodig is. • Haal voorzichtig de druk van onderdelen met opgeslagen • • • – Rij niet te dicht langs bunkers, greppels, sloten of andere gevaarlijke punten. energie. Maak de accukabels los voordat u reparatiewerkzaamheden gaat verrichten. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Sluit eerst de pluspool van de accu aan en daarna de minpool. Houd uw handen en voeten uit de buurt van bewegende onderdelen.
• Ten behoeve van de veiligheid en een nauwkeurige afstelling moet u het maximale motortoerental door een erkende Toro-dealer laten controleren met een toerenteller. • Indien belangrijke reparaties nodig zijn of hulp is vereist, moet u contact opnemen met een erkende Toro-dealer. • Gebruik uitsluitend door Toro goedgekeurde werktuigen en onderdelen. De garantie kan komen te vervallen als werktuigen worden gebruikt die niet zijn goedgekeurd.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 108-5278 1. Lees de Gebruikershandleiding. 110-8973 (Aanbrengen op onderdeelnr. 110-8869 voor CE*)* Deze veiligheidssticker waarschuwt voor gebruik op hellingen en moet worden aangebracht op de machine volgens de Europese veiligheidsnorm voor gazonmaaiers EN 836:1997.
117–0169 1. Lees de Gebruikershandleiding. 2. Aansluitpunt: 10 A 3. Koplampen: 10 A 4. Vermogen: 10 A 117–0170 5. Motor starten: 15 A 6. Optionele luchtgeveerde stoel: 20 A 1. Koplampen 6. Continu verstelbare snelheidsregeling 8. Beheer motorcomputer B: 7.5 A 2. Inschakelen 7. Langzaam 9. Beheer motorcomputer A: 7.5 A 3. Aftakasschakelaar 4. Uitschakelen 8. Maaidekken neerlaten 9. Maaidekken opheffen 7. Beheer motorcomputer C: 7.5 A 5. Snel 10. Lees de Gebruikershandleiding. 93-6681 1.
110-0986 106-6755 1. Trap het rempedaal en de parkeerrem in om de parkeerrem in werking te stellen. 1. Motorkoelvloeistof onder druk. 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 2. Trap het rempedaal in om te remmen. 2. Explosiegevaar – Lees de Gebruikershandleiding. 4. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 3. Trap het tractiepedaal in om vooruit te rijden. 4. Messenkooien ingeschakeld 5. Transport-modus 117-0168 1. Lees de Gebruikershandleiding.
Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1. Explosiegevaar 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding. 6. Houd omstanders op veilige afstand van de accu. 7. Draag oogbescherming; explosieve gassen kunnen blindheid en ander letsel veroorzaken 8. Accuzuur kan blindheid of ernstige brandwonden veroorzaken. 9. Ogen direct met water spoelen en snel arts raadplegen. 10.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 2 3 Geen onderdelen vereist – Banden op juiste spanning brengen. Geen onderdelen vereist – Maaihoogte instellen. Geen onderdelen vereist – De stand van de bedieningsstang instellen.
Figuur 2 1. Treeplank 2. Beugels van treeplank Figuur 3 1. Bedieningsarm 2. Zet de treeplank op de gewenste hoogte en zet de beugels weer vast aan het frame met de 2 bouten en moeren. 3. Bouten (2) 2. Bevestigingsbeugels 2. Draai de bedieningsarm in de gewenste stand en zet de 2 bouten weer vast. 3. Herhaal deze procedure bij de andere treeplank.
5 Achtergewichten monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Variabel Achtergewichten (aantal is afhankelijk van de configuratie) Procedure De Groundsmaster 4300–D tractie-eenheid voldoet aan CEN-norm EN 836:1997, ISO-norm 5395:1990 en de normen van ANSI B71.4-2004, als de achterwielen worden verzwaard met achtergewichten en/of 41 kg calciumchloride. Gebruik onderstaande tabellen om te bepalen welke gewichtscombinaties zijn vereist voor uw configuratie.
Figuur 4 1. Verdeelstuk van tractie 5. Gewicht(en) 2. Afstandsstukken 3. Bouten 4. Ringen 6. Slotbout 7. Moer • Verwijder de 3 bouten, ringen en afstandsstukken waarmee het verdeelstuk van de tractie is bevestigd aan de onderkant van de achterbumper (Figuur 4a). • Plaats het vereiste gewicht op en/of onder de achterbumper • Monteer het gewicht (of de gewichten) en het verdeelstuk van de tractie aan de bumper met de 3 bouten, ringen en afstandsstukken die u eerder hebt verwijderd (Figuur 4b).
Figuur 6 1. Motorkapvergrendeling 3. Rubberen ring 2. Moer 4. Metalen ring Figuur 7 1. Aanslag 4. Steek het haakeind van de sluiting vanaf de buitenkant van de motorkap door de opening in de motorkap. Controleer of de rubberen afdichtring aan de buitenkant van de motorkap blijft. 3. Start de motor en laat deze vijf tot tien minuten stationair lopen. 4. Stel het hoge toerental in op 2860 tpm terwijl de maaidekken zijn uitgeschakeld. 5.
Algemeen overzicht van de machine Bedieningsorganen Instelknoppen bestuurdersstoel Met de stoelverstelhendel (Figuur 8) kunt u de stoel naar voren en naar achteren schuiven. Met de instelhendel voor het gewicht kan de stoel worden aangepast aan het gewicht van de bestuurder. De meter voor de instelling van het gewicht geeft aan wanneer de stoel is ingesteld naar het gewicht van de bestuurder. Met de instelknop voor de hoogte kan de stoel worden aangepast aan de lengte van de bestuurder. Figuur 9 1.
Gashendel Diagnoselampje Zet de gashendel naar voren (Figuur 10) om het motortoerental te verhogen en naar achteren om het toerental te verlagen. Dit gaat branden als er een fout in het systeem wordt ontdekt. 5 6 Maai-/hefhendel 7 Met deze hendel (Figuur 10) kunt u de maaidekken opheffen en neerlaten om te maaien en de messen starten en tot stilstand brengen als de maaidekken in de maaistand zijn gezet.
Indicator Verstopping in hydraulische filter Laat de motor lopen bij een normale bedrijfstemperatuur en kijk op de indicator (Figuur 12), deze moet in de groene zone staan. Als de indicator in de rode zone staat, moeten de hydraulische filters worden vervangen. Figuur 14 1. Schakelaar van koplampen Figuur 12 1. Indicator Verstopping in hydraulische filter Aansluitpunt Brandstofmeter Het aansluitpunt is geschikt voor 12 V elektrische apparaten (Figuur 15).
Specificaties Gebruiksaanwijzing Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Transportbreedte 226 cm Maaibreedte 229 cm Lengte 320 cm Hoogte 218 cm Nettogewicht* 1.412 kg Inhoud brandstoftank 51 liter Transportsnelheid 0–16 km/u Maaisnelheid 0–13 km/u Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
6. Plaats de vuldop en sluit de kap. Het koelsysteem controleren Verwijder dagelijks het vuil van de radiateur, de oliekoeler en de voorkant van de radiateur. Vaker reinigen bij extreem stoffige en vuile omstandigheden. Zei het hoofdstuk Vuil verwijderen uit het koelsysteem in Onderhoud. Het koelsysteem bevat een mengsel met een 50/50 verhouding van water en permanente ethyleenglycol-antivries. Controleer elke dag vóór het starten van de motor het koelvloeistofpeil in de expansietank.
• De kans bestaat dat een brandstoffilter na verloop van 3. Plaats de dop van de expansietank terug. tijd verstopt raakt, nadat u bent overgestapt op een biodieselmengsel. Brandstof bijvullen • Neem contact op met uw leverancier als u informatie over biodiesel wenst. Gebruik uitsluitend schone, verse dieselbrandstof of biodiesel met een laag <500 ppm) of ultralaag (<15 ppm) zwavelgehalte. Het cetaangetal moet minimaal 40 zijn.
4. Vul de tank met dieselbrandstof tot aan de onderkant van de vulbuis. GEVAAR In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen waardoor vonken ontstaan die brandstofdampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Zet brandstofvaten altijd op de grond en uit de buurt van de machine voordat u de tank bijvult.
WAARSCHUWING Biologisch afbreekbare hydraulische vloeistof – Mobil 224H Toro biologisch afbreekbare hydraulische vloeistof (verkrijgbaar in emmers van 19 liter of vaten van 208 liter. (Zie de onderdelencatalogus van de Toro-dealer voor de onderdeelnummers). Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel.
Laat de motor bij het starten langer dan 15 seconden draaien. Laat het sleuteltje los zodra de motor start. Als de motor nogmaals moet worden voorgegloeid, draait u het sleuteltje eerst op Uit en vervolgens op Aan/Voorgloeien. Herhaal dit indien nodig. 4. Laat de motor op een laag stationair toerental lopen totdat deze is opgewarmd. Motor afzetten 1.
2. Sluit de omloopklep voordat u de motor start. Sluit de klep met een torsie van maximaal 7-11 Nm. Belangrijk: Als u de motor laat lopen met een geopende omloopklep, zal de transmissie oververhit raken. Opkrikpunten Opmerking: Plaats de machine op kriksteunen indien dit nodig is. • Voor – rechthoekig blok, onder de asbuis, aan de binnenzijde van beide voorwielen (Figuur 23). Figuur 24 1. Voorste bevestigingspunt • Achter – Beide zijden van het achterframe van de machine (Figuur 25). Figuur 23 1.
Display van Diagnostische ACE afslaat, blijft het lampje onafgebroken branden totdat het sleuteltje in een andere stand wordt gedraaid. Het lampje gaat knipperen als het besturingssysteem een elektrische storing ontdekt. Het lampje houdt op met knipperen en wordt automatisch opnieuw ingesteld als het sleuteltje naar de stand Uit wordt gedraaid. De machine is uitgerust met een elektronisch besturingssysteem dat de meeste functies van de machine regelt.
trap het tractiepedaal in, enz.) en controleer of de juiste LED op de Diagnostische ACE gaat knipperen als de corresponderende schakelaar wordt gesloten. Herhaal deze procedure bij elke schakelaar die met de hand van de open in de gesloten stand kan worden gezet. 9. Als de schakelaar wordt gesloten zonder dat de bijbehorende LED gaat branden, moet u alle kabels en aansluitingen naar de schakelaar controleren en/of de schakelaar doormeten met een weerstandsmeter.
Functies van de hydraulische solenoïdeklep gezet die nodig is om deze functie in te schakelen. Controleer of de schakelaar correct functioneert. Als de output-LEDs branden zoals is gespecificeerd, maar de machine niet naar behoren werkt, duidt dit op een defect dat niet van elektrische aard is. Indien nodig repareren. Raadpleeg onderstaande lijst voor een beschrijving van de verschillende functies van de solenoïdes in het verdeelstuk van het hydraulische systeem.
Kies de juiste maaihoogte-instelling voor de omstandigheden Verwijder bij het maaien ongeveer 2,5 cm of niet meer dan 1/3 van de lengte van het gras. Bij zeer lang, mals en dicht gras moet u wellicht de maaihoogte-instelling een stap omhoog zetten. Begin altijd te maaien met scherpe messen. Een scherp mes snijdt het gras netjes af, zonder rukken of scheuren, zoals een bot mes wel zou doen.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker– en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na het eerste bedrijfsuur Onderhoudsprocedure • Draai de wielmoeren vast met een torsie van 94 tot 122 Nm. Na de eerste 8 bedrijfsuren • De conditie en de spanning van de wisselstroomdynamo/ventilator controleren. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Draai de wielmoeren vast met een torsie van 94 tot 122 Nm.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Kopieer deze pagina ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Voor week van: Gecontroleerd item Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van de remmen controleren. Het peil van de motorolie en de brandstof controleren. Brandstoffilter/waterafscheider aftappen. Indicator voor verstopping in luchtfilter controleren. Radiateur en scherm controleren op vuil. Controleren of motor ongewone geluiden maakt.
Onderhoudsschema Figuur 29 VOORZICHTIG Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u en andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine. Smering Lagers en lagerbussen smeren Als de machine in normale omstandigheden wordt gebruikt, moet u alle lagers en lagerbussen om de 50 bedrijfsuren smeren met nr.
Figuur 35 • Kogelverbindingen van stuurcilinder (2) en achteras (1) Figuur 32 (Figuur 36) • As van draaipunt van hefarmen (1 elk) (Figuur 33) Figuur 33 • Trekstang van achteras (2) (Figuur 34) G011614 Figuur 36 • Rempedaal (1) (Figuur 37) G011615 Figuur 37 Figuur 34 • Draaipunt van asbesturing (1) (Figuur 35) 34
Onderhoud motor beschadigd element mag niet worden gebruikt. Plaats het nieuwe filter door de buitenring van het element aan te drukken om dit vast te zetten in de filterbus. Druk niet op het flexibele midden van het filter. Onderhoud van het luchtfilter Controleer de luchtfilterbehuizing op schade die een luchtlek kan veroorzaken. Vervang de luchtfilterbehuizing indien deze beschadigd is. Controleer het gehele luchtinlaatsysteem op lekken, beschadiging of losse slangklemmen.
De gashendel afstellen 1. Zet de gashendel naar voren zodat deze ongeveer 3,2 mm van de voorkant van de sleuf in de bedieningsarm zit. 2. Maak de klem van de gaskabel op de gaskabel los. Deze zit naast de hefboomarm van de injectiepomp (Figuur 42). Figuur 40 1. Aftapplug carterolie 2. Als er geen olie meer naar buiten stroomt, plaatst u de aftapplug terug. 3. Verwijder het oliefilter (Figuur 41). Figuur 42 1. Draaipunt van gaskabel 2. Hefboomarm van injectiepomp 3.
Onderhoud brandstofsysteem 1. Plaats een schone opvangbak onder het brandstoffilter. 2. Draai de aftapplug onder de filterbus los. GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken. • Gebruik een trechter of tuit; brandstof uitsluitend in de open lucht bij een afgezette of koude motor bijvullen. Eventueel gemorste brandstof opnemen.
Onderhoud elektrisch systeem Belangrijk: Voordat u laswerkzaamheden aan de machine verricht, moet u beide accukabels loskoppelen van de accu, beide stekkers van de kabelboom losmaken van de ECM en de accupoolconnector uit de wisselstroomdynamo halen om beschadiging van het elektrische systeem te voorkomen. Onderhoud van de accu Figuur 44 WAARSCHUWING 1. Brandstofinjectors CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen.
Zekeringen Onderhoud aandrijfsysteem Er zijn 8 zekeringen in het elektrische systeem. De zekeringhouder (Figuur 45) bevindt zich achter het inspectieluik op de bedieningsarm. De tractieaandrijving afstellen voor de neutraalstand De machine mag niet kruipen als het tractiepedaal niet is ingetrapt. Als de machine kruipt, moet u de tractieaandrijving als volgt afstellen: 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, zet de motor af en laat de maaidekken neer op de grond. 2.
Onderhoud koelsysteem 5. Draai de borgmoer vast om de afstelling te borgen. 6. Zet de motor af. Haal de kriksteunen weg en laat de machine neer op de grond. Vuil verwijderen uit het koelsysteem 7. Maak een proefrit met de machine om er zeker van te zijn dat deze niet kruipt. Verwijder elke dag het vuil van het scherm, de oliekoelers en de radiateur. Vaker reinigen bij gebruik in vuile omstandigheden. Toespoor achterwielen afstellen 1. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 1.
Onderhouden remmen De serviceremmen afstellen Stel de serviceremmen af als de rempedalen meer dan 2,5 cm speling hebben of als de remmen niet naar behoren functioneren. Met speling wordt de afstand bedoeld die het rempedaal wordt ingetrapt voordat er remweerstand wordt gevoeld. Opmerking: Gebruik de speling van de wielmotor om de trommels heen en weer te bewegen om te controleren of deze voor en na het afstellen vrij kunnen bewegen. 1. Om de speling op de rempedalen te verkleinen, draait u de remmen vast.
Onderhoud riemen De conditie en de spanning van de riem van de wisselstroomdynamo moeten na de eerste gebruiksdag worden gecontroleerd en vervolgens om de 100 bedrijfsuren. Riem van wisselstroomdynamo spannen 2 4 1 1. Open de motorkap. 3 2. Controleer de spanning van de riem door deze (Figuur 54) midden tussen poelies van de wisselstroomdynamo en de krukas in te drukken met een kracht van 10 kg. Figuur 53 1. Remkabels 3. Pal van parkeerrem 2. Schroeven (2) 4. Remvergrendeling 2.
Onderhoud hydraulisch systeem 9. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof en vul voldoende vloeistof bij totdat het peil de Vol-markering op de peilstok bereikt. Belangrijk: Vul niet teveel vloeistof bij. Hydraulische vloeistof verversen Hydraulische filters vervangen Het hydraulische systeem is voorzien van een onderhoudsintervalindicator (Figuur 56). Laat de motor lopen en kijk op de indicator; deze moet in de Groene zone staan.
WAARSCHUWING Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken. • Controleer of alle hydraulische slangen en leidingen in goede staat verkeren en alle hydraulische aansluitingen en verbindingsstukken stevig vastzitten voordat u druk zet op het hydraulische systeem. • Houd lichaam en handen uit de buurt van kleine lekgaten of spuitmonden waaruit onder hoge druk hydraulische vloeistof ontsnapt.
Stalling De tractie-eenheid gebruiksklaar maken 1. Reinig de tractie-eenheid, de maaidekken en de motor grondig. 2. Controleer de bandenspanning. Breng alle banden op een spanning van 0,83 tot 1,03 bar. Figuur 60 3. Controleer of alle bevestigingen vastzitten; zet ze vast indien nodig. 5. Draai het sleuteltje naar de stand LOPEN maar start de machine NIET. 4. Smeer alle smeer- en draaipunten. Neem overtollig vet op. 6. De huidige instelling voor het tegengewicht knippert op het diagnoselampje.
11. Controleer de antivriesbescherming en vul zoveel bij als nodig is met het oog op de plaatselijk te verwachten minimumtemperatuur.
Schema's G011593 Hydraulisch schema (Rev.
Elektrisch schema (Rev.
Elektrisch schema (Rev.
Opmerkingen: 50
De garantie totaaldekking van Toro Beperkte garantie Gedekte voorwaarden en producten De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.
Andere landen dan de Verenigde Staten en Canada Kopers van Toro-producten die zijn geëxporteerd uit de Verenigde Staten of Canada, moeten contact opnemen met hun Toro Distributeur (Dealer) voor de garantiebepaling die in hun land, provincie of staat van toepassing zijn. Als u om een of andere reden ontevreden bent over de service van uw distributeur of moeilijk informatie over de garantie kunt krijgen, verzoeken wij u contact op te nemen met de Toro-importeur.