Form No. 3428-958 Rev B Groundsmaster® 4500-D en 4700-D cirkelmaaier Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Registreer uw product op www.Toro.com. Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL) 30873—Serienr.: 403450001 en hoger 30873TE—Serienr.: 400000000 en hoger 30874—Serienr.: 403450001 en hoger 30874TE—Serienr.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Raadpleeg de meegeleverde documentatie van de motorfabrikant. Inleiding g284120 Figuur 1 1. Plaats van modelnummer en serienummer Deze machine is een zitmaaier met draaiende messen bedoeld voor gebruik door professionele bestuurders in commerciële toepassingen.
Inhoud Procedures voorafgaande aan onderhoud ........... 45 De machine opkrikken ...................................... 45 De motorkap openen ........................................ 45 Toegang tot het hydraulische hefcompartiment ........................................... 46 Smering ............................................................... 46 Lagers en lagerbussen smeren......................... 46 Onderhoud motor ................................................ 48 Veiligheid van de motor..........
Veiligheid De maai-eenheden monteren ........................... 69 Onderhoud van de voorrol ................................ 69 Onderhoud van maaimessen ............................... 71 Veiligheid van de messen ................................. 71 Onderhoud van het maaimes............................ 71 Mes(sen) van de maai-eenheden verwijderen en monteren............................... 72 Mes(sen) van de maai-eenheid controleren en slijpen.......................................................
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal93-6681 93-6681 1. Ledematen kunnen worden gesneden/geamputeerd, ventilator – blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. decal106-6755 106-6755 1. Motorkoelvloeistof onder druk. 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 2. Risico van explosie – Lees 4.
decal117-4766 117-4766 1. Gevaar op snijwonden of verminking; rotorblad – Hou afstand tot bewegende delen, laat alle beveiligingen op hun plaats. decal117-4763 117-4763 1. Om de parkeerrem in te schakelen, moet u de rempedalen vastzetten met de vergrendelpen, de rempedalen intrappen en het pedaal inschakelen. 2. Om de parkeerrem uit te schakelen, moet u de vergrendelpen losmaken en de pedalen loslaten. decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 1.
decal120-4159 120-4159 1. Uit 8. Hoog 2. Verlichting 9. Tractie-aandrijving 3. Aan 10. Laag 4. Locatie van lichtschakelaar 5. Snel 11. Aftakasschakelaar decal120-8947 120-8947 12. Maai-eenheid links omlaag 6. Snelheidsinstelling 13. Middelste maai-eenheden omlaag 7. Langzaam 14. Maai-eenheid rechts omlaag 7 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 4. Als de rolbeugel omhoog is geklapt, draag dan de veiligheidsgordel. 2.
decal127-3700 127-3700 Alleen voor Groundsmaster 4700 decal121-3884 121-3884 1. Motor – Afzetten 2. Motor – Voorgloeien 3. Motor – Starten 1. Maai-eenheid links omhoog. 4. De cruisecontrol inschakelen. 2. Middelste maai-eenheden omhoog. 5. De cruisecontrol uitschakelen. 3. Maai-eenheid rechts omhoog. decal121-3887 121-3887 1. Lees de Gebruikershandleiding. decal125-4605 125-4605 decal136-2931 136-2931 Alleen voor Groundsmaster 4500 1. Breng de maaidekken omhoog. 3.
decal138-6978 138-6978 1. Lees de Gebruikershandleiding. decal121-3627 121-3627 1.
decal127-6447 127-6447 Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker. Raadpleeg de instructies voor gebruik van de machine op hellingen in de Gebruikershandleiding en de omstandigheden waarin u de machine zou gebruiken om na te gaan of u de machine op een bepaalde dag en op het terrein in kwestie kunt gebruiken.
decal127-6448 127-6448 Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker. Raadpleeg de instructies voor gebruik van de machine op hellingen in de Gebruikershandleiding en de omstandigheden waarin u de machine zou gebruiken om na te gaan of u de machine op een bepaalde dag en op het terrein in kwestie kunt gebruiken.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 5 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Waarschuwingssticker CE-sticker Productiejaar sticker Beugel van motorkapvergrendeling Popnagel Ring Schroef (¼" x 2") Borgmoer (¼") 1 1 1 1 2 1 1 1 Geen onderdelen vereist – De rolschraper afstellen (optioneel). Geen onderdelen vereist – De mulchplaat monteren (optioneel). Geen onderdelen vereist – De machine voorbereiden.
1 De stickers aanbrengen (uitsluitend voor CE-machines) Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Waarschuwingssticker 1 CE-sticker 1 Productiejaar sticker Procedure Op machines die moeten voldoen aan CE-normen dient u de waarschuwingssticker, de CE-sticker en de sticker met het productiejaar vervangen (Figuur 3). g279018 Figuur 3 1. Waarschuwingssticker 3. Productiejaar sticker 2.
2 De motorkapvergrendeling monteren Alleen CE-machines Benodigde onderdelen voor deze stap: g012629 1 Beugel van motorkapvergrendeling 2 Popnagel 1 Ring 1 Schroef (¼" x 2") 1 Borgmoer (¼") Figuur 5 1. Beugel van CE-vergrendeling Procedure 1. Haak de motorkapvergrendeling los van de beugel van de motorkapvergrendeling. 2. Verwijder de 2 popnagels waarmee de motorkapvergrendeling aan de motorkap is bevestigd (Figuur 4). 2. Bout en moer 5.
4 De mulchplaat monteren Optioneel Geen onderdelen vereist g012631 Figuur 7 1. Bout Procedure 3. Arm van motorkapvergrendeling Neem contact op met uw erkende Toro verdeler voor de juiste mulchplaat. 2. Moer 3 1. Zorg dat er zich geen vuil bevindt in de montageopeningen van de achterwand en linkerwand van de kamer. 2. Plaats de mulchplaat in de achterste opening en bevestig deze met 5 flenskopbouten (Figuur 9).
5 De machine voorbereiden Geen onderdelen vereist Procedure 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Breng de maai-eenheden omlaag. 3. Stel de parkeerrem in werking. 4. Zet de motor af en verwijder het sleuteltje. 5. Controleer vóór gebruik de bandenspanning; zie De bandenspanning controleren (bladz. 29). Belangrijk: Zorg ervoor dat alle banden steeds de juiste bandenspanning hebben; hierdoor kan de machine optimale maaiprestaties leveren en goed functioneren.
Algemeen overzicht van de machine Pedaalvergrendeling Om de pedaalvergrendeling in werking te stellen, koppelt u de pedalen met de pedaalvergrendeling (Figuur 10). Bedieningsorganen Pedaal van parkeerrem Om de parkeerrem in te schakelen, (Figuur 10) sluit u de pedalen op elkaar aan met de borgpen en drukt u het rechter rempedaal in terwijl u het andere pedaal inschakelt. Om de parkeerrem uit te schakelen, trapt u 1 van de rempedalen in totdat de vergrendeling van de parkeerrem wordt ingetrokken.
voorzijde van de schakelaar kan de gewenste rijsnelheid worden ingesteld. Opmerking: Ook door een rempedaal in te drukken of het tractiepedaal in achteruit te zetten gedurende 1 seconde kunt u de pedaalstand vrijstellen. Hefschakelaars Met de hefschakelaars kunt u de maai-eenheden omhoog en omlaag brengen (Figuur 11). Druk de schakelaars naar voren om de maai-eenheden omlaag te brengen en naar achteren om de maai-eenheden omhoog te brengen.
Zakhouder de luchtdruk te verhogen en druk de hendel omlaag om de luchtdruk te verlagen. De instelling is juist als de gewichtsmeter in het groene gedeelte staat. Gebruik de zakhouder voor opslagdoeleinden (Figuur 13). Het InfoCenter lcd-scherm gebruiken Stoelinstellingen Instelhendel bestuurdersstoel Het InfoCenter lcd-scherm toont informatie zoals de bedrijfsmodus, diverse diagnostieken en andere informatie over de machine (Figuur 15). Het InfoCenter heeft een startscherm en een hoofdscherm.
Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter SERVICE DUE Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter (cont'd.) Geeft aan wanneer gepland onderhoud moet worden uitgevoerd Uren resterend tot onderhoud De cruisecontrol is ingeschakeld.
De menu's gebruiken Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter (cont'd.) Druk in het hoofdscherm op de menuknop om naar het InfoCenter menusysteem te gaan. U gaat naar het hoofdmenu. Raadpleeg de volgende tabellen voor een overzicht van de opties die u hebt in de menu's: Symbolen worden vaak gecombineerd in zinnen.
Left Cutting Unit Center Cutting Unit Right Cutting Unit Traction Raadpleeg de Gebruikershandleiding of vraag een erkende Toro distributeur voor meer informatie over het menu Engine Run en de informatie die het bevat.
Beveiligde menu's Instelling automatisch stationair aanpassen In het instellingenmenu van het InfoCenter kunt u 5 configuratie-instellingen voor de bediening veranderen: automatisch stationair, maximale maaisnelheid, maximale transportsnelheid, Smart Power, tegengewicht maai-eenheid en omkeerfunctie. Deze instellingen bevinden zich in het beveiligde menu. 1. Scroll in het instellingenmenu naar beneden tot u de functie Auto Stationair ziet. 2.
2. Druk op de rechterknop om tussen AAN en UIT te schakelen. 3. Druk op de linkerknop om het menu te verlaten. Het brandstofverbruik controleren In het onderhoudsmenu kunt u nagaan hoeveel brandstof de machine gedurende zijn levensduur verbruikt heeft.
Specificaties g198614 Figuur 16 25
Eigenschappen van de machine Specificatietabel Beschrijving 4500-D Figuur 16 referentie 4700-D Figuur 16 referentie Maaibreedte 280 cm D 380 cm F Maai-eenheden neergelaten 286 cm E 391 cm G Maai-eenheden opgeheven (transport) 224 cm A 224 cm A Vóór 224 cm B 224 cm B Achter 141 cm M 141 cm M 226 cm C 226 cm C Maai-eenheden neergelaten 370 cm H 370 cm H Maai-eenheden opgeheven (transport) 370 cm L 370 cm L Totale breedte Spoorbreedte Hoogte met rolbeugel Totale le
Gebruiksaanwijzing • Gebruik uitsluitend een goedgekeurd vat of blik Opmerking: Bepaal vanuit de normale • Wanneer de motor loopt of heet is, mag u de voor de brandstof. brandstofdop niet verwijderen of geen brandstof toevoegen. bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. • Geen brandstof bijvullen of aftappen in een afgesloten ruimte. Voor gebruik • Bewaar de machine en het brandstofvat niet op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv.
Brandstoftank vullen Inhoud brandstoftank: 83 liter. lager stolpunt. Dit vergemakkelijkt het starten en vermindert de kans dat de filters verstopt raken. Gebruik bij temperaturen boven -7 °C zomer- in plaats van winterdieselbrandstof om de brandstofpomp langer te laten meegaan en meer vermogen te ontwikkelen. Brandstof Biodiesel gebruiken Belangrijk: Gebruik uitsluitend diesel met Deze machine kan ook gebruikmaken van een dieselmengsel tot maximaal B20 (20% biodiesel, 80% petrodiesel).
De bandenspanning controleren Brandstof tanken Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks De luchtdruk in de achterbanden moet 1,38 bar zijn. Belangrijk: Zorg ervoor dat alle banden steeds de aanbevolen bandenspanning hebben, hierdoor kan de machine optimale maaiprestaties leveren en goed functioneren. Pomp de banden niet te zacht op. Controleer de luchtdruk in alle banden voordat u de machine gebruikt.
g033359 Figuur 20 Achterwielen WAARSCHUWING g011344 Figuur 21 Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel. 1. Maaihoogtebeugel 3. Afstandsstuk 2. Maaihoogteplaat Draai de wielmoeren vast met de juiste torsie. De maaihoogte instellen Belangrijk: De maai-eenheden maaien vaak 4. Verwijder het afstandsstuk terwijl u de maaikamer ondersteunt (Figuur 21). 5.
Om deze stoptijd te controleren moet u iemand vragen om op minimaal 6 m afstand van de maai-eenheden te gaan staan en de messen op een van de maai-eenheden te bekijken. Schakel de aftakas uit en noteer de tijd die er nodig is totdat de messen volledig tot stilstand zijn gekomen. Als dit langer dan 7 seconden duurt, moet u de remklep afstellen. Neem contact op met uw erkende Toro distributeur als u hulp nodig heeft bij deze afstelling.
WAARSCHUWING Gebruik van een mes met High Lift-vleugel in combinatie met de mulchplaat kan het mes doen breken, wat lichamelijk of dodelijk letsel kan veroorzaken. Gebruik geen messen met een High Lift-vleugel in combinatie met de mulchplaat. Atomic mulchmes Dit mes is ontworpen voor uitstekende bladmulch-resultaten.
Werktuigen kiezen Optionele apparatuurconfiguraties Mes met gehoekte wiek Mes met parallelle High Lift-vleugel (Niet gebruiken in combinatie met de mulchplaat) Mulchplaat Rolschraper Gras maaien: maaihoogte van 1,9 tot 4,4 cm Aanbevolen voor de meeste toepassingen Kan goede resultaten opleveren bij schraal of dun gras.
Bescherming van de rolbeugel • Gebruik de machine uitsluitend bij een goede • • • • • • • • • • • • • • zichtbaarheid zodat u kuilen en verborgen gevaren kunt vermijden. Gebruik de machine niet op nat gras. Als de wielen hun grip verliezen, kan de machine gaan glijden. Houd uw handen en voeten uit de buurt van draaiende onderdelen. Blijf uit de buurt van de afvoeropening. Kijk achterom en omlaag voordat u achteruitrijdt om er zeker van te zijn dat de weg vrij is.
Belangrijk: Laat de startmotor niet langer betreffende terrein kunt gebruiken. Veranderingen in het terrein kunnen tot gevolg hebben dat de machine anders reageert op hellingen. Vermijd starten, stoppen of bochten maken op hellingen. Vermijd plotse veranderingen van snelheid of richting. Draai langzaam en geleidelijk. Gebruik een machine nooit in omstandigheden waarbij u twijfelt over tractie, sturen of stabiliteit.
de maaimessen of andere werktuigen van invloed zijn op de prestaties van de machine. Dankzij Toro Smart Power™ hoeft de bestuurder het toerental niet in de gaten te houden bij zware belasting. Smart Power voorkomt dat de motor te zwaar belast wordt in zware maaiomstandigheden door de machinesnelheid automatisch te regelen en de maaiprestaties te optimaliseren. U kunt de remmen gebruiken ter ondersteuning bij het draaien van de machine.
Tips voor bediening en gebruik Cruisecontrol gebruiken Met de schakelaar van de cruisecontrol vergrendelt u het pedaal zodat de gewenste rijsnelheid behouden wordt. Druk op de achterzijde van de schakelaar om de cruisecontrol uit te schakelen. Met de middelste stand van de schakelaar wordt de cruisecontrol ingeschakeld en met de voorzijde van de schakelaar kan de gewenste rijsnelheid worden ingesteld. Gebruik van de machine • Start de motor.
tractie, maar resulteren in een slecht maairesultaat; zie Het tegengewicht instellen (bladz. 23). Controleer of het mes in een goede staat verkeert en over een volledige vleugel beschikt. Problemen met het maairesultaat oplossen De toestand van de maai-eenheid controleren Raadpleeg de After-cut Appearance Troubleshooting Guide (gids voor het oplossen van problemen met het maairesultaat) op www.Toro.com. Controleer of de maaikamers in een goede staat zijn.
Na gebruik Algemene veiligheid • Zet de motor af, verwijder het sleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, schoonmaakt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht. • Verwijder gras en vuil van de maai-eenheden, de geluiddempers en het motorcompartiment om brand te voorkomen. Veeg gemorste olie en brandstof op.
g225485 Figuur 27 1. Opening in versterkingsplaat (rolsteun) g225483 2. Lus van trekkoord Figuur 26 1. Inkeping in draagas (buitenste frontmaaieenheid) 2. Lus van trekkoord De machine transporteren • Verwijder het sleuteltje en sluit de 6. Schuif de lus van de trekkoord over de draagas tot de trekkoord stevig in de inkeping in de as zit (Figuur 26). 7. Herhaal stappen 5 en 6 voor de buitenste frontmaai-eenheid aan de andere kant van de machine.
2. Draai de omloopkleppen 3 slagen linksom om deze te openen en de vloeistof inwendig om te laten leiden. De bevestigingspunten bepalen Opmerking: Draai de klep niet meer dan 3 slagen los. Omdat de vloeistof wordt omgeleid, kan de machine traag worden voortbewogen zonder dat de transmissie wordt beschadigd. Opmerking: Gebruik in de vier hoeken banden met de juiste specificaties en CE-merk om de machine vast te binden.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Belangrijk: Raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures. Opmerking: Download het elektrische of hydraulische schema gratis op www.Toro.com; u kunt uw machine zoeken via de link Handleidingen op de hoofdpagina. Veiligheid bij onderhoud • Voer indien mogelijk geen onderhoudswerkzaamheden uit als de motor draait. Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Om de 100 bedrijfsuren • De conditie en de spanning van de riem van de wisselstroomdynamo/ventilator controleren. Om de 200 bedrijfsuren • Wielmoeren aandraaien. Om de 250 bedrijfsuren • Motorolie verversen en filter vervangen. Om de 400 bedrijfsuren • Geef het luchtfilter een onderhoudsbeurt (sneller als de indicator van het luchtfilter rood is, en vaker in erg vuile of stoffige omstandigheden). • Brandstofleidingen en -verbindingen controleren.
Voor week van: Gecontroleerde item maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag Luchtfilter, stofkap en ontluchtingsventiel controleren. Controleren of motor ongewone geluiden maakt.1 Radiateur en scherm controleren op vuil. Controleren op ongewone geluiden tijdens het gebruik. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof. Hydraulische slangen en leidingen op schade controleren. Controleren op lekkages. Brandstofpeil controleren. De bandenspanning controleren.
Procedures voorafgaande aan onderhoud De machine opkrikken Gebruik de volgende locaties om de machine op te krikken: Vooraan de machine – op het machineframe, voor de aandrijfmotoren van de wielen (Figuur 31) Belangrijk: Krik de machine niet op aan de aandrijfmotoren van de wielen. Houd de krikken uit de buurt van hydraulische buizen en slangen. g036671 Figuur 32 De motorkap openen Open de kap zodat u bij het chassis kunt; zie Figuur 33.
Toegang tot het hydraulische hefcompartiment Smering Lagers en lagerbussen smeren Kantel de stoel om bij het hydraulische hefcompartiment te kunnen; zie Figuur 34. Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren (ook na elke reinigingsbeurt). Te gebruiken vet: lithiumvet nr.
• Kogelverbinding van stuurcilinder (2); zie Figuur 37 • Aslagers van maai-eenheid (2 per maai-eenheid); zie Figuur 39 Opmerking: U kunt beide smeernippels gebruiken: kies de nippel die het makkelijkst te bereiken is. Pomp vet in de nippel tot er een beetje vet aan de onderzijde van de asbehuizing verschijnt (aan de onderzijde van de maai-eenheid). g009706 Figuur 37 g009708 1.
Onderhoud motor Veiligheid van de motor • Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie. g198631 • Verander de snelheid van de toerenregelaar niet en laat de motor het maximale toerental niet overschrijden. Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren Controleer de luchtfilterbehuizing op schade die een luchtlek kan veroorzaken. Vervang deze in geval van beschadiging.
voor- en nadat de motor voor de eerste keer wordt gestart. als het voorfilter 3 onderhoudsbeurten heeft gehad. Belangrijk: Controleer het motoroliepeil dagelijks. Als de niveau van de motorolie hoger is dan het Vol-merkteken op de peilstok kan de olie verdund zijn met brandstof, in dat geval moet de olie vervangen worden. De beste tijd om de motorolie te controleren is wanneer de motor koud is voordat deze is gestart voor de dag.
Olievolume in het carter Opmerking: Als u andere olie gaat gebruiken, moet u eerst alle oude olie aftappen uit het carter voordat u dit vult met nieuwe olie. Ongeveer 5,7 liter inclusief het filter. Motorolie verversen en filter vervangen Onderhoudsinterval: Om de 250 bedrijfsuren Inhoud oliecarter: ongeveer 5,7 liter met filter. 1. Start de motor en laat deze 5 minuten lopen zodat de olie warm wordt. 2.
Onderhoud van brandstof/waterafscheider Onderhoud brandstofsysteem GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken. • Gebruik een trechter om de brandstoftank te vullen en doe dit in de open lucht wanneer de motor uitgeschakeld is en koud staat. Eventueel gemorste brandstof opnemen.
De brandstoffilterbus vervangen Onderhoud van het brandstoffilter Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren—De brandstoffilterbus vervangen. Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren Vervang de brandstoffilterbus zoals wordt getoond in Figuur 48. 1. Maak de omgeving van de kop van het brandstoffilter schoon (Figuur 49). g028799 Figuur 49 1. Kop van brandstoffilter g031412 Figuur 48 52 2. Brandstoffilter 2. Verwijder het filter en reinig het filterkopplaatsingsoppervlak (Figuur 49). 3.
Rooster van brandstofaanzuigbuis reinigen Brandstofsysteem gebruiksklaar maken De brandstofaanzuigbuis bevindt zich in de brandstoftank en is voorzien van een rooster dat voorkomt dat er vuil in het brandstofsysteem komt. Verwijder de brandstofaanzuigbuis en reinig het rooster als dit nodig is. Laat het brandstofsysteem voorinspuiten voordat u de motor voor de eerste keer start, nadat u zonder brandstof bent gevallen en nadat er onderhoud is uitgevoerd aan het brandstofsysteem (bv.
Onderhoud elektrisch systeem Veiligheid van het elektrisch systeem • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Bevestig eerst de pluspool van de accu en daarna de minpool. • Laad de accu op in een open, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken en open vuur. Haal de oplader uit het stopcontact voordat u de accu aan- of loskoppelt. Draag beschermende kleding en gebruik geïsoleerd gereedschap.
4. WAARSCHUWING Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. Sluit een acculader van 3 tot 4 A aan op de accupolen. Laad de accu op gedurende 4 tot 8 uur bij 3-4 A. WAARSCHUWING Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen. • Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.
g010255 decal125-4605 Figuur 55 Figuur 53 1. Zekeringen 1. Zet de grendel van het deksel van de opbergbak rechts los en zet het deksel omhoog (Figuur 54) om bij de zekeringhouder te kunnen (Figuur 55). 3. g009985 Figuur 54 1. Sluiting 2. 2. Opbergbak rechts Vervang de vrije zekering(en) indien nodig (Figuur 55). 56 Sluit het deksel van de opbergbak rechts en zet het deksel vast met de grendel (Figuur 54).
Onderhoud aandrijfsysteem 3. Neem een van de voorste aandrijfwielen en duw/trek het naar de machine toe en van de machine weg; controleer of het beweegt. g028798 Figuur 57 1. Voorste aandrijfwielen g225611 Figuur 56 Controleer de planeetaandrijvingen op eindspeling De planeetaandrijvingen/aandrijfwielen mogen geen eindspeling hebben (d.w.z. de wielen mogen niet bewegen wanneer u ze in een richting parallel met de as duwt of trekt). 2. Herhaal stap 3 voor het andere aandrijfwiel. 5.
Oliepeil van de planeetwielaandrijving verversen Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren Om de 800 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Aanbevolen smeermiddel: hoogwaardige SAE 85W-140 transmissieolie Smeermiddelcapaciteit planeetwiel- en remkast: 0,65 liter De olie uit de planeetwielaandrijving verwijderen g225612 Figuur 58 1. Vulplug (bovenaan) 2. Controleplug (rechts) 1.
6. Plaats een opvangbak onder de remkast, verwijder de aftapplug en laat al de olie in de bak lopen (Figuur 61). 2. Plaats de vulplug en de controleplug. 3. Veeg de planeetwiel- en remkast schoon (Figuur 63). g225608 g225607 Figuur 61 1. Aftapopening (remkast) 7. Figuur 63 2. Aftapplug 4. Controleer de O-ring van de plug op slijtage of schade en monteer de aftapplug in de remkast. Opmerking: Vervang de O-ring indien nodig. De planeetwielaandrijving vullen met smeermiddel 1.
Het smeeroliepeil van de achteras controleren Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren De achteras is gevuld met SAE 85W-140 smeerolie. De capaciteit bedraagt 2,4 liter. Controleer elke dag op lekkage. 1. 2. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, laat de maai-eenheden zakken, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje. g009717 Figuur 66 1.
3. Om het toespoor af te stellen, moet u de pen en moer van één van de kogelverbindingen van de trekstang verwijderen (Figuur 69). Verwijder de kogelverbinding van de trekstang uit de steun van de differentieelbehuizing. g011488 g009718 Figuur 67 1. Tandwielkast Figuur 69 2. Controle-/vulplug 1. Klem van de trekstang Toespoor achterwiel controleren 2. Kogelverbinding van trekstang 4. Draai de klemmen aan beide uiteinden van de trekstangen los (Figuur 69). 5.
Onderhoud koelsysteem Veiligheid van het koelsysteem • Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging veroorzaken; buiten het bereik van kinderen en huisdieren houden. • Als u hete, onder druk staande koelvloeistof over u heen krijgt of in aanraking komt met een hete radiateur of omliggende delen, kunt u ernstige brandwonden oplopen. – Laat de motor altijd minstens 15 minuten afkoelen voordat u de radiateurdop losdraait.
Het koelsysteem reinigen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Verwijder het vuil uit de omgeving van de motor, de oliekoeler en de radiateur (reinig vaker als in vuile omstandigheden wordt gemaaid). Deze machine is voorzien van een hydraulisch aangedreven ventilatorsysteem dat automatisch (of handmatig) omkeert om de ophoping van vuil op de radiateur/oliekoeler en het scherm te verminderen.
Onderhouden remmen Onderhoud riemen De bedrijfsremmen afstellen Onderhoud van de riem van de wisselstroomdynamo Stel de bedrijfsremmen af als de rempedalen meer dan 25 mm 'speling' hebben of als de remmen niet naar behoren functioneren. Met speling wordt de afstand bedoeld die het rempedaal wordt ingetrapt voordat er remweerstand wordt gevoeld. Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren 1.
Onderhoud hydraulisch systeem Hydraulische vloeistof controleren. Veiligheid van het hydraulische systeem Specificaties hydraulische vloeistof Het reservoir is in de fabriek gevuld met hoogwaardige hydraulische vloeistof. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof voordat u de motor voor het eerst start, en vervolgens dagelijks; zie Het peil van de hydraulische vloeistof controleren (bladz. 66). • Waarschuw onmiddellijk een arts als er hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in de huid.
Belangrijk: Toro Premium synthetische, biologisch afbreekbare hydraulische vloeistof is de enige biologisch afbreekbare vloeistof die door Toro is goedgekeurd. Deze vloeistof is compatibel met de elastomeren die worden gebruikt in hydraulische systemen van Toro, en is geschikt voor een groot aantal temperatuursomstandigheden.
machine en onderdeelnr. 75-1310 op de voorkant (druk) van de machine. Inhoud hydraulische vloeistof: 28,4 liter Als de vloeistof verontreinigd raakt, moet u contact opnemen met uw erkende Toro distributeur omdat het systeem dient te worden schoongespoeld. Verontreinigde hydraulische vloeistof ziet er in vergelijking met schone vloeistof melkachtig of zwart uit. 1.
Hydraulische slangen en leidingen controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Om de 2 jaar Controleer dagelijks de hydraulische leidingen en slangen op lekkages, kinken, loszittende steunen, slijtage, loszittende aansluitingen, slijtage door weersinvloeden en de inwerking van chemicaliën. Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine in gebruik neemt. g036709 WAARSCHUWING Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken.
De maai-eenheden monteren Onderhoud van de maai-eenheid De maai-eenheden verwijderen 1. 2. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, laat de maai-eenheden zakken, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje. Ontkoppel de hydraulische motor en verwijder deze van de maai-eenheid (Figuur 78). Bedek de bovenzijde van de as zodat deze niet vuil wordt. 1. Plaats de maai-eenheid vóór de machine. 2.
De voorrol monteren 80). Vervang beschadigde onderdelen en zet de constructie weer in elkaar. 1. Druk het eerste lager in de rolbehuizing (Figuur 80). Druk alleen op het buitenste loopvlak of druk evenwijdig op het binnen- en buitenloopvlak. 2. Plaats het afstandsstuk (Figuur 80). 3. Druk het tweede lager in de rolbehuizing (Figuur 80). Druk evenwijdig op het binnen- en buitenloopvlak totdat het binnenloopvlak het afstandsstuk raakt. 4. Plaats de rolconstructie in het frame van de maai-eenheid. 5.
Onderhoud van maaimessen Veiligheid van de messen • Controleer op gezette tijden het maaimes op slijtage of beschadigingen. • Wees voorzichtig als u de messen controleert. Omwikkel de maaimessen of draag handschoenen en wees voorzichtig als u onderhoudswerkzaamheden aan de maaimessen verricht. De maaimessen mogen alleen worden vervangen of geslepen, probeer ze nooit recht te maken of er aan te lassen. g011353 Figuur 81 5.
3. Bevestig de maaihoogtebeugel aan het frame van de maai-eenheid met de overgebleven vulstukken onder de maaihoogtebeugel. 4. Bevestig de inbusbout/het afstandsstuk en een flensmoer. Opmerking: De inbusbout/het afstandsstuk worden bij elkaar gehouden met afdichtkit zodat het afstandsstuk niet in het frame van de maai-eenheid valt. 5. Controleer de hoogte in de 12 uur-stand en breng indien nodig aanpassingen aan. 6.
Mes(sen) van de maai-eenheid controleren en slijpen Als u het maaimes controleert en een onderhoudsbeurt geeft, moet u op twee plaatsen letten: de vleugel en de snijrand. Zowel de snijranden als de vleugel – dat is het deel dat naar boven steekt tegenover de snijrand – zorgen ervoor dat het mes een goede maaikwaliteit levert. De vleugel is belangrijk omdat deze het gras rechtop zet zodat het gelijkmatig wordt gemaaid. De vleugel zal tijdens gebruik langzaam slijten.
Stalling Opmerking: Verwijder de messen en slijp ze op een slijpmachine. Nadat de snijranden zijn geslepen, monteert u het mes met de antiscalpeercup en de mesbout; zie Mes(sen) van de maai-eenheid controleren en slijpen (bladz. 73). 4. Veiligheid tijdens opslag • Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
D. Laad de accu om de 60 dagen 24 uur lang op om loodsulfatie van de accu te voorkomen. De motor gebruiksklaar maken 1. Tap de motorolie af uit het carter en plaats de aftapplug weer terug. 2. Verwijder het oliefilter en gooi het weg. Plaats een nieuw oliefilter. 3. Vul het oliecarter met de aangegeven hoeveelheid motorolie. 4. Draai het contactsleuteltje op AAN, start de motor en laat hem ongeveer 2 minuten stationair draaien. 5. Draai het contactsleuteltje naar de stand UIT. 6.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Privacyverklaring EEA/VK Toro's gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.
Toro garantie Garantie gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt Onderdelen De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.
van uw product of in het documentatiemateriaal van de fabrikant van de motor. Andere landen dan de Verenigde Staten en Canada Kopers van Toro producten die zijn geëxporteerd uit de Verenigde Staten of Canada moeten contact opnemen met hun Toro-distributeur (dealer) voor de garantiebepalingen die in hun land, provincie of staat van toepassing zijn.