Form No. 3409-235 Rev A Groundsmaster® 4500-D en 4700-D tractie-eenheid Modelnr.: 30873—Serienr.: 400000000 en hoger Modelnr.: 30874—Serienr.: 400000000 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Modelnr.: Serienr.: Raadpleeg de meegeleverde documentatie van de motorfabrikant. Deze handleiding wijst u op mogelijke gevaren en bevat veiligheidswaarschuwingen die u kunt herkennen aan het waarschuwingspictogram (Figuur 2), dat wijst op een gevaar dat ernstig letsel of de dood kan veroorzaken indien u nalaat de voorgeschreven maatregelen te treffen.
Inhoud Veiligheidmaatregelen voor onderhoudswerkzaamheden ........................................... 39 De machine klaar maken voor onderhoud..................................................... 39 De machine opkrikken ...................................... 39 De motorkap openen ........................................ 40 Toegang tot het hydraulische hefcompartiment ........................................... 40 Smering ...............................................................
Veiligheid Hydraulische vloeistof verversen ...................... 59 Hydraulische filters vervangen.......................... 59 Hydraulische slangen en leidingen controleren.................................................... 60 Onderhoud van het maaidek ................................ 61 De maaidekken verwijderen ............................. 61 De maaidekken monteren................................. 61 Onderhoud van de voorrol ................................ 61 Onderhoud van maaimessen ..............
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal93-6681 93-6681 1. Ledematen kunnen worden gesneden/geamputeerd, ventilator - Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. decal106-6755 106-6755 1. Motorkoelvloeistof onder druk. 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 2. Risico van explosie – Lees 4.
decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 1. Risico van explosie decal117-4764 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken 117-4764 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden, maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen en houd alle beschermende delen op hun plaats. 3.
decal125-4604 125-4604 Alleen voor Groundsmaster 4700 decal121-3884 121-3884 1. Motor – Afzetten 2. Motor – Voorgloeien 1. Linker maaidek omhoog brengen 3. Motor – Starten 3. Rechter maaidek omhoog brengen 2. Middelste maaidekken omhoog brengen decal121-3887 121-3887 1. Lees de Gebruikershandleiding. decal125-4605 125-4605 decal125-4603 125-4603 Alleen voor Groundsmaster 4500 1. Aandrijving stoel – 10 A 6. Geleverde stroom – 10 A 2. Werkverlichting – 10 A 7. GM4700 bediening – 2 A 3.
decal125-4606 125-4606 1. Lees de Gebruikershandleiding voor onderhoudsinformatie. decal121-3627 121-3627 1.
decal127-6447 127-6447 Alleen voor Groundsmaster 4500 Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker. Raadpleeg de instructies voor gebruik van de machine op hellingen in de Gebruikershandleiding en de omstandigheden voor gebruik van de machine om na te gaan of u de machine op een bepaalde dag op uw terrein kunt gebruiken.
decal127-6448 127-6448 Alleen voor Groundsmaster 4700 Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker. Raadpleeg de instructies voor gebruik van de machine op hellingen in de Gebruikershandleiding en de omstandigheden voor gebruik van de machine om na te gaan of u de machine op een bepaalde dag op uw terrein kunt gebruiken.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Beugel van motorkapvergrendeling Popnagel Ring Schroef (¼" x 2") Borgmoer (¼") 1 2 1 1 1 De motorkapvergrendeling monteren. Geen onderdelen vereist – De rolschrapers afstellen (optioneel). Geen onderdelen vereist – Mulchplaat installeren (optioneel). Geen onderdelen vereist – De machine gebruiksklaar maken.
1 1 2 De motorkapvergrendeling monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Beugel van motorkapvergrendeling 2 Popnagel 1 Ring 1 Schroef (¼" x 2") 1 Borgmoer (¼") G012629 g012629 Figuur 4 1. Beugel van CE-vergrendeling 2. Bout en moer 4. Lijn de ringen uit met de openingen aan de binnenzijde van de motorkap. Procedure 5. Bevestig de beugels en de ringen met de popnagels aan de motorkap (Figuur 4). 1. Haak de motorkapvergrendeling los van de beugel van de motorkapvergrendeling. 6.
3 3 Mulchplaat installeren (optioneel) 2 1 Geen onderdelen vereist G012631 g012631 Figuur 6 1. Bout Procedure 3. Arm van motorkapvergrendeling 1. Zorg dat er zich geen vuil bevindt in de montageopeningen van de achterwand en linkerwand van de kamer. 2. Moer 2. Plaats de mulchplaat in de achterste opening en bevestig deze met 5 flenskopbouten (Figuur 8).
Algemeen overzicht van de machine 4 De machine gebruiksklaar maken Bedieningsorganen Geen onderdelen vereist De bandenspanning controleren Controleer vóór gebruik de bandenspanning; zie Bandenspanning controleren (bladz. 24). Belangrijk: Zorg ervoor dat alle banden steeds de juiste bandenspanning hebben; hierdoor kan de machine optimale maaiprestaties leveren en goed functioneren. Pomp de banden niet te zacht op. g009979 Figuur 9 Vloeistofniveaus controleren 1.
Pedaalvergrendeling Aftakasschakelaar Om de pedaalvergrendeling in werking te stellen, koppelt u de pedalen met de pedaalvergrendeling (Figuur 9). De aftakasschakelaar heeft 2 standen: UIT (START ) en Trek de knop van de aftakasschakelaar uit om de maaidekmessen te activeren. Druk de knop in om de maaidekmessen uit te schakelen (Figuur 10). IN (STOP).
5 bovenste deel van de schakelaar om de lampen in te schakelen. 4 Aansluitpunt 3 Het aansluitpunt Figuur 11 dient voor de aansluiting van optionele elektrische accessoires van 12 V. 2 1 G024916 g024916 Figuur 12 1. Gewichtmeter 4. Instelhendel rugleuning 2. Gewichtinstellingshendel 5. Instelknop armsteun 3. Instelhendel bestuurdersstoel g036845 Figuur 11 1. Aansluitpunt Instelknop armsteun 2. Zakhouder Draai aan de knop om de hoek van de armsteun te verstellen (Figuur 12).
Het InfoCenter lcd-scherm gebruiken Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter SERVICE DUE Het InfoCenter lcd-scherm toont informatie over uw machine, onder meer de bedrijfsstatus en allerlei diagnostische informatie (Figuur 13). Het InfoCenter beschikt over een welkomstscherm en hoofdscherm. U kunt te allen tijde heen en weer gaan tussen het welkomstscherm en het hoofdscherm door om het even welke knop in het InfoCenter te bedienen en dan op de richtingspijl te drukken.
Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter (cont'd.) Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter (cont'd.) De cruise control is ingeschakeld. Symbolen worden vaak gecombineerd in zinnen. Hier volgen enkele voorbeelden Zet de motor af. De bestuurder moet de machine in neutraal zetten. Motor Motor weigert te starten. Contactschakelaar Motor uitgeschakeld. De maaidekken worden omlaag gebracht. Motorkoelvloeistof is te heet. De maaidekken worden omhoog gebracht.
*Alleen gebruikerstekst wordt vertaald. De schermen fouten, onderhoud en diagnostiek hebben betrekking op onderhoud. De titels zijn in de ingestelde taal, maar de menu-items zijn in het Engels. Onderhoud Menu-optie Beschrijving Hours Het totale aantal bedrijfsuren van de machine, motor en ventilator, alsook het aantal uren dat de machine getransporteerd en oververhit is geweest.
Het tegengewicht instellen De instellingen van het beveiligde menu weergeven en veranderen 1. Scroll in het beveiligde menu naar beneden tot u Instellingen beveiligen ziet. 1. Scroll in het instellingenmenu naar beneden tot u de functie tegengewicht ziet en druk op de rechterknop. 2. Om de instellingen te bekijken en veranderen zonder een wachtwoord in te voeren, zet u met de rechterknop Instellingen beveiligen op UIT. 2. Druk op de rechterknop om tussen laag, medium en hoog te schakelen.
Specificaties g198614 Figuur 14 21
Eigenschappen van de machine Beschrijving 4500-D Figuur 14 referentie 4700-D Figuur 14 referentie Maaibreedte 280 cm D 380 cm F Maai-eenheden omlaag 286 cm E 391 cm G Maaidekken omhoog (transport) 224 cm A 224 cm A Vóór 224 cm B 224 cm B Achter 141 cm M 141 cm M 226 cm C 226 cm C Maaidekken omlaag 370 cm H 370 cm H Maaidekken omhoog (transport) 370 cm L 370 cm L Totale breedte Spoorbreedte Hoogte met rolbeugel Totale lengte Afstand tot de grond 15 cm Wielbasi
Gebruiksaanwijzing • Stal de machine of het brandstofvat nooit in de buurt van een open vuur, vonken of een waakvlam zoals die van een boiler of een ander apparaat. Opmerking: Bepaal vanuit de normale • Probeer de motor niet te starten als u brandstof bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. hebt gemorst; voorkom elke vorm van open vuur of vonken totdat de brandstofdampen volledig zijn verdwenen.
minimaal 40 zijn. Koop brandstof in hoeveelheden die binnen 180 dagen kunnen worden gebruikt zodat u altijd verse brandstof heeft. Inhoud brandstoftank: 83 liter. Gebruik zomerbrandstof (nr. 2-D) bij temperaturen boven -7 °C en winterbrandstof (nr. 1-D of nr. 1-D/2-D-mengsel) bij temperaturen onder -7 °C. Gebruik van winterdieselbrandstof bij lage temperaturen biedt een lager vlampunt en een lager stolpunt. Dit vergemakkelijkt het starten en vermindert de kans dat de filters verstopt raken.
en goed functioneren. Pomp de banden niet te zacht op. Controleer de luchtdruk in alle banden voordat u de machine gebruikt. g033359 Figuur 18 Achterwielen WAARSCHUWING Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel. g001055 Figuur 16 Draai de wielmoeren vast met de juiste torsie.
Belangrijk: Doe altijd de veiligheidsgordel om als de rolbeugel omhoog is geklapt en is vergrendeld. Doe de veiligheidsgordel niet om als de rolbeugel omlaag is geklapt. het maaidek 6 mm hoger instellen dan een messenkooimaaier op hetzelfde terrein. Belangrijk: U kunt veel gemakkelijker bij de achtermaaidekken door het maaidek van de machine te verwijderen. De rolbeugel omlaag klappen 1.
Opmerking: Het InfoCenter geeft 'tractie 8. Herhaal stap 4 tot 7 voor elke aanpassing. 9. Draai alle 3 de bouten vast met een torsie van 41 N·m. Draai altijd eerst de voorste bout vast. geweigerd' weer en de machine mag niet bewegen. Als de machine toch beweegt, is er een defect in het veiligheidssysteem. Verhelp dit defect voordat u de machine gebruikt.
• Zet het gras beter rechtop en heeft een hogere GEVAAR afvoersnelheid. Gebruik van het mes met High Lift-vleugel in combinatie met de mulchplaat kan het mes doen breken, wat lichamelijk of dodelijk letsel kan veroorzaken. • Dun of slap gras wordt aanzienlijk beter opgenomen bij hogere maaistanden. • Vochtig of aangekoekt maaisel wordt op effectieve wijze afgevoerd, waardoor het maaidek minder snel verstopt raakt. Gebruik geen messen met een High Lift-vleugel in combinatie met de mulchplaat.
Tijdens gebruik • Als u de machine verlaat, laat deze dan niet draaien. • Doe het volgende voordat u de bestuurderspositie Veiligheid tijdens het werk verlaat (inclusief het legen van de grasvangers of deblokkeren van het kanaal): Algemene veiligheid – Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. • De eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk voor • • • • • • • • • • • • • • – Schakel de aftakas uit en laat de werktuigen zakken.
De machine veilig gebruiken op hellingen 3. Draai het sleuteltje naar de stand LOPEN. Het indicatielampje van de gloeibougie moet gaan branden. • Stel uw eigen procedures en voorschriften op voor • • • • • • • • • • 4. Als het indicatielampje van de gloeibougie dooft, draait u het sleuteltje op START . werken op hellingen. Als onderdeel van deze procedures moet u zeker het terrein onderzoeken om na te gaan op welke hellingen u de machine veilig kunt gebruiken.
regelt de machine het ventilatortoerental en de draairichting op basis van de temperatuur van de koelvloeistof en de hydraulische vloeistof, en gaat de ventilator automatisch omgekeerd draaien om vuil van het achterscherm te blazen. Een omgekeerde cyclus wordt automatisch gestart als de temperatuur van de motorkoelvloeistof of de hydraulische vloeistof een bepaalde waarde bereikt. de eigenschappen ervan anders zijn dan die van veel gazonmachines.
De transportvergrendelingen gebruiken Opmerking: Als u met de machine een helling • Alleen Groundsmaster 4700 Gebruik de 2 achterste transportgrendels voor maaidekken nr. 6 en 7 als u de machine over een lange afstand of oneffen terrein vervoert of als u de machine transporteert of stalt. • • • • afdaalt, zult u soms het achteruitpedaal moeten gebruiken om te stoppen. Maai indien mogelijk hellingopwaarts en hellingafwaarts en niet dwars over een helling.
maaigebied. Als de voorste maaidekken zich boven het maaigebied bevinden laat u de maaidekken zakken. recht om ervoor te zorgen dat er voldoende speling is tussen de rand van het mes en de maaikamer. • Om in een professioneel recht patroon en in De machine onderhouden na het maaien banen te kunnen maaien zoals voor sommige werkzaamheden is vereist, moet u een boom of een ander object in de verte uitkiezen en recht daarop af rijden.
De machine duwen of slepen In noodgevallen kan de machine vooruit worden bewogen door de omloopklep in de regelbare hydraulische pomp in werking te stellen en de machine te duwen of te slepen. Belangrijk: U mag de machine niet sneller dan 3 tot 4,8 km per uur duwen of slepen omdat anders de transmissie intern kan worden beschadigd. De omloopkleppen moeten open zijn als de machine wordt geduwd of gesleept. g036666 1.
De bevestigingspunten bepalen Opmerking: Gebruik in de vier hoeken banden met de juiste specificaties en CE-merk om de machine vast te binden.
Onderhoud Belangrijk: Raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures. Opmerking: Download het elektrische of hydraulische schema gratis op www.Toro.com; u kunt uw machine zoeken via de link Handleidingen op de hoofdpagina. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker– en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na het eerste bedrijfsuur • Wielmoeren aandraaien.
Onderhoudsinterval Vóór de stalling Jaarlijks Onderhoudsprocedure • • • • • Brandstoftank aftappen en reinigen. Controleer de bandenspanning. Alle bevestigingen controleren. Smeer alle smeer- en draaipunten met vet of olie. Beschadigde oppervlakken bijwerken. • Brandstofleidingen en -verbindingen controleren. Controlelijst voor dagelijks onderhoud Kopieer deze pagina ten behoeve van gebruik bij routinecontroles.
Aantekening voor speciale aandachtsgebieden: Controle uitgevoerd door: Item Datum Informatie Onderhoudsschema decal125-4606 Figuur 28 38
Procedures voorafgaande aan onderhoud 6. Draai het contactsleuteltje naar de stand STOP en haal het sleuteltje uit het contact. 7. Laat de onderdelen van de machine afkoelen voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
Toegang tot het hydraulische hefcompartiment Kantel de stoel om bij het hydraulische hefcompartiment te kunnen; zie Figuur 32. g036671 Figuur 30 De motorkap openen Open de kap zodat u bij het chassis kunt; zie Figuur 31.
Smering • Kogelverbinding van stuurcilinder (2); zie Figuur 35 Lagers en lagerbussen smeren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren (Ook na elke wasbeurt). Te gebruiken vet: lithiumvet nr. 2 De smeerpunten en de hoeveelheden zijn: • Lagers van draaipunt van remas (5); zie Figuur 33 g009706 Figuur 35 g009704 Figuur 33 1.
Onderhoud motor • Aslagers van maai-eenheid (2 per maaidek); zie Figuur 37 Opmerking: U kunt beide smeernippels gebruiken: kies de nippel die het makkelijkst te bereiken is. Pomp vet in de nippel tot er vet aan de onderzijde van de asbehuizing verschijnt (aan de onderzijde van het dek). Veiligheid van de motor • U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie.
als het voorfilter 3 onderhoudsbeurten heeft gehad. g198631 g009712 Figuur 41 1. Veiligheidsfilter 2. Stel de indicator (Figuur 39) opnieuw in als deze rood is. Motorolie verversen Het motoroliepeil controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Inhoud oliecarter: ongeveer 5,7 liter met filter. Aanbevolen olie: API klasse CH-4, CI-4 of hoger.
Motorolie verversen en filter vervangen olie bij om het olieniveau bij de volmarkering FULL te brengen. Niet te vol vullen. ALS HET OLIENIVEAU ZICH TUSSEN DE TWEE MARKERINGEN BEVINDT, HOEFT ER GEEN OLIE TE WORDEN BIJGEVULD. Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. Om de 250 bedrijfsuren 1. Start de motor en laat deze 5 minuten lopen zodat de olie warm wordt. 2. Motoroliepeil controleren (Figuur 42). 2.
Onderhoud van de waterafscheider Onderhoud brandstofsysteem Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Verwijder water of ander vuil uit de brandstoffilter/waterafscheider. GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken. Om de 400 bedrijfsuren—Vervang de brandstoffilterbus. Voer onderhoud uit aan de waterafscheider zoals getoond in Figuur 44.
Onderhoud van het brandstoffilter Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren 1. Maak de omgeving van de kop van het brandstoffilter schoon (Figuur 45). g198661 g028799 Figuur 45 1. Kop van brandstoffilter 2. Brandstoffilter 2. Verwijder het filter en reinig het filterkopplaatsingsoppervlak (Figuur 45). 3. Smeer de filterpakking met schone motorolie; raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor voor meer informatie. 4.
Injectors ontluchten Opmerking: Deze procedure mag uitsluitend worden toegepast als het brandstofsysteem is ontlucht met behulp van de normale ontluchtingsprocedures en de motor niet start. 1. Maak de leidingmoer van de brandstofinjector van cilinder nr. 1 los op de injectiepomp (Figuur 47). g036687 Figuur 46 1. Fitting (brandstofaanzuigbuis) 4. Rubberen lagerbus 2. Slangklem 5. Scherm 3. Brandstoftoevoerslang 2. Neem de slang van de fitting (Figuur 46). 3.
Onderhoud elektrisch systeem Veiligheid van het elektrisch systeem • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Bevestig eerst de pluspool van de accu en daarna de minpool. • Laad de accu op in een open, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken en open vuur. Haal de oplader uit het stopcontact voordat u de accu aan- of loskoppelt. Draag beschermende kleding en gebruik geïsoleerd gereedschap.
4. Sluit een acculader van 3 tot 4 A aan op de accupolen. Laad de accu op gedurende 4 tot 8 uur bij 3-4 A. WAARSCHUWING Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. WAARSCHUWING Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen. • Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.
g010255 decal125-4605 Figuur 52 Figuur 50 1. Zekeringen 1. Zet de grendel van het deksel van de opbergbak rechts los en zet het deksel omhoog (Figuur 51) om bij de zekeringhouder te kunnen (Figuur 52). 3. Sluit het deksel van de opbergbak rechts en zet het deksel vast met de grendel (Figuur 51). g009985 Figuur 51 1. Sluiting 2. Opbergbak rechts 2. Vervang de vrije zekering(en) indien nodig (Figuur 52).
Onderhoud aandrijfsysteem 4. Herhaal stap 3 voor het andere aandrijfwiel. 5. Als een wiel beweegt, moet u contact opnemen met uw Toro-distributeur om de planeetaandrijving te laten reviseren. Controleer de planeetaandrijvingen op eindspeling Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren De planeetaandrijvingen/aandrijfwielen mogen geen eindspeling hebben (d.w.z. de wielen mogen niet bewegen wanneer u ze in een richting parallel met de as duwt of trekt). 1.
Oliepeil van de planeetwielaandrijving controleren Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren (controleer op uitwendig lekkage). Om de 400 bedrijfsuren Gebruik hoogwaardige SAE 85W-140 tandwielolie om de olie te verversen. g008862 Figuur 55 1. Controle-/aftapplug 1. Plaats de machine op een egale ondergrond en zet het wiel zodanig dat 1 controleplug zich bovenaan (op 12 uur) en de andere zich rechts (op 3 uur) bevindt (Figuur 54). 2.
Achteras en tandwielkast controleren op lekkage Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Controleer de achteras en de tandwielkast van de achteras visueel op lekkage. g009716 Figuur 58 2. Vulplug 1. Controleplug Het smeermiddel van de achteras verversen Onderhoudsinterval: Na de eerste 200 bedrijfsuren Om de 800 bedrijfsuren Aanbevolen smeermiddel: hoogwaardige SAE 85W-140 transmissieolie g036704 Figuur 57 Asinhoud: 2,4 liter 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak. 2.
Het smeeroliepeil van de tandwielkast van de achteras controleren Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren De achteras is gevuld met SAE 85W-140 smeerolie. De capaciteit bedraagt 0,5 liter. Controleer elke dag op lekkage. g009169 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak. Figuur 61 2. Verwijder de controle/vulplug aan de linkerzijde van de tandwielkast en controleer of de tandwielolie tot aan de onderkant van de opening komt (Figuur 60). 1. Voorzijde van de machine 3.
Onderhoud koelsysteem Veiligheid van het koelsysteem • Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging veroorzaken; buiten het bereik van kinderen en huisdieren houden. • Als u hete, onder druk staande koelvloeistof over u heen krijgt of in aanraking komt met een hete radiateur of omliggende delen, kunt u ernstige brandwonden oplopen. – Laat de motor altijd minstens 15 minuten afkoelen voordat u de radiateurdop losdraait.
Het koelsysteem reinigen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Verwijder het vuil uit de omgeving van de motor, de oliekoeler en de radiateur. Reinig ze vaker als in vuile omstandigheden wordt gemaaid. Deze machine is voorzien van een hydraulisch aangedreven ventilatorsysteem dat automatisch (of handmatig) omkeert om de ophoping van vuil op de radiateur/oliekoeler en het scherm te verminderen.
Onderhouden remmen Onderhoud riemen De bedrijfsremmen afstellen Onderhoud van de riem van de wisselstroomdynamo Stel de bedrijfsremmen af als de rempedalen meer dan 25 mm 'speling' hebben of als de remmen niet naar behoren functioneren. Met speling wordt de afstand bedoeld die het rempedaal wordt ingetrapt voordat er remweerstand wordt gevoeld.
Onderhoud hydraulisch systeem door gebruik van verkeerde vervangende vloeistoffen. Gebruik daarom uitsluitend producten van gerenommeerde fabrikanten die garant staan voor de door hen aanbevolen vloeistoffen.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, laat de maaidekken zakken, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje. 2. Til de motorkap op. 3. Maak de terugvoerleiding van de bak los van de bodem van het hydraulische reservoir en laat de hydraulische vloeistof in een opvangbak lopen. g198718 4. Monteer de slang als er geen hydraulische vloeistof meer naar buiten komt. 5.
3. Laat de bestuurdersstoel zakken en zet hem vast. 4. Plaats het retourfilter terug aan de rechterzijde van de machine (Figuur 70). 5. Start de motor en laat deze ongeveer 2 minuten lopen om lucht uit het systeem te verwijderen. Zet de motor af en controleer op lekkages.
Onderhoud van het maaidek 2. Schuif het draagframe van het maaidek op de draaipen van de hefarm (Figuur 72). Bevestig het maaidek aan de pen; gebruik hiervoor de borgpen (voor Groundsmaster 4500-machines) of de borgmoer (voor Groundsmaster 4700-machines). De maaidekken verwijderen 3. Installeer de hydraulische motor op het dek (Figuur 71). Controleer of de O-ring zich op de juiste plaats bevindt en niet beschadigd is. 1.
De voorrol monteren Onderhoud van maaimessen 1. Druk het eerste lager in de rolbehuizing (Figuur 73). Druk alleen op het buitenste loopvlak of druk evenwijdig op het binnen- en buitenloopvlak. Veiligheid van de messen 2. Plaats het afstandsstuk (Figuur 73). 3. Druk het tweede lager in de rolbehuizing (Figuur 73) en druk evenwijdig op het binnenen buitenloopvlak totdat het binnenloopvlak in contact komt met het afstandsstuk.
12:00 3. Bevestig de maaihoogtebeugel aan het maaidekframe met de overgebleven vulstukken onder de maaihoogtebeugel. 4. Bevestig de inbusbout/het afstandsstuk en een flensmoer. 3:00 9:00 6:00 Opmerking: De inbusbout/het afstandsstuk worden bij elkaar gehouden met afdichtkit zodat het afstandsstuk niet in het maaidekframe valt. 5. Controleer de hoogte in de 12 uur-stand en breng indien nodig aanpassingen aan. G011353 g011353 6.
het platte en het gebogen deel samenkomen (Figuur 77). Opmerking: Omdat het metaal dat het platte en het gebogen deel van het mes verbindt, kan wegslijten door zand en ander schurend materiaal, moet u dit steeds controleren voordat u de maaier gaat gebruiken. Als u een slijtplek ontdekt (Figuur 77), moet u het mes onmiddellijk vervangen. 2 1 G011355 g011355 Figuur 76 1. Mesbout 2. Antiscalpeercup 4.
Stalling Voorbereidingen voor winterstalling g000276 Figuur 78 Tractie-eenheid 1. Onder de oorspronkelijke hoek slijpen. 1. Reinig de tractie-eenheid, de maaidekken en de motor grondig. 2. Controleer de bandenspanning; zie Bandenspanning controleren (bladz. 24). Opmerking: Verwijder de messen en slijp ze op een slijpmachine. Nadat de snijranden zijn geslepen, monteert u het mes met de antiscalpeercup en de mesbout; zie Maaimes(sen) verwijderen en monteren (bladz. 63). 3.
8. Zorg ervoor dat het luchtfilter grondig wordt gereinigd en een onderhoudsbeurt krijgt. 9. Plak de luchtfilterinlaat en de uitlaat af met weerbestendige tape. 10. Controleer de antivriesbescherming en vul het systeem bij met een oplossing die half uit water, half uit ethyleenglycol bestaat. Vul zoveel bij als nodig is met het oog op de plaatselijk te verwachten minimumtemperatuur.
Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw aanspraak op garantie te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie, hetzij direct of via uw lokale Toro dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land.
Toro Garantie Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.