Form No. 3406-145 Rev B Groundsmaster® 4500-D en 4700-D tractie-eenheid Modelnr.: 30873—Serienr.: 316000001 en hoger Modelnr.: 30874—Serienr.: 316000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Dit product bevat een chemische stof of chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken.
Inhoud Smering ...................................................................40 Lagers en lagerbussen smeren ..................................40 Onderhoud motor .....................................................41 Veiligheid van de motor...........................................41 Onderhoud van het luchtfilter ..................................41 Motorolie verversen................................................42 Onderhoud brandstofsysteem .....................................
Veiligheid De machine gebruiksklaar maken..............................63 De motor gebruiksklaar maken.................................63 Het maaidek voorbereiden.......................................63 Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395:2013 en B71.4-2012 van het ANSI (American National Standards Institute). Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan letsel veroorzaken.
Trillingsniveau Geluidsniveau Model 30873 Hand-arm Deze machine heeft een geluidsniveau van 104 dBA met een onzekerheidswaarde (K) van 0,7 dBA. Model 30873 Het geluidsniveau werd bepaald volgens de procedures in ISO 11094. Gemeten trillingsniveau voor de rechterhand = 0,8 m/s2 Gemeten trillingsniveau voor de linkerhand = 0,8 m/s2 Model 30874 Onzekerheidswaarde (K) = 0,4 m/s2 Deze machine heeft een geluidsniveau van 105 dBA met een onzekerheidswaarde (K) van 0,7 dBA.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal93-7818 93-7818 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding voor instructies om de mesbout/moer vast te zetten met een torsie van 115 tot 149 N·m. decal117-4763 117-4763 1.
decal117-4765 117-4765 1. Lees de Gebruikershandleiding. 2. Geen hulpstartknoppen gebruiken decal117-4766 117-4766 decal120-4159 1. Gevaar op snijwonden of verminking; rotorblad – Hou afstand tot bewegende delen, laat alle beveiligingen op hun plaats. 120-4159 1. Uit 8. Hoog 2. Verlichting 9. Tractie-aandrijving 3. Aan 10. Laag 4. Locatie van lichtschakelaar 5. Snel 6. Snelheidsinstelling 11. Aftakasschakelaar 12. Onderste maaidek links 13. Onderste maaidek midden 7. Langzaam 14.
decal125-4604 125-4604 Voor model 30874 1. Linker maaidek omhoog brengen. 3. Rechter maaidek omhoog brengen. 2. Middelste maaidek omhoog brengen. decal125-4605 125-4605 1. Aandrijving stoel – 10 A 6. Geleverde stroom – 10 A 2. Werkverlichting – 10 A 7. GM4700 bediening – 2 A 3. Motor – 10 A 4. Stroomaansluiting – 10 A 8. Geleverde stroom – 7,5 A 9. GM4500 bediening – 2 A 5. Infocenter – 2 A decal121-3887 121-3887 1. Lees de Gebruikershandleiding. decal125-4603 125-4603 Voor model 30873 1.
decal125-4606 125-4606 1. Lees de Gebruikershandleiding voor onderhoudsinformatie. decal121-3627 121-3627 1.
decal127-6447 127-6447 Voor model 30873 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding, gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 3. Machine kan kantelen – Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 16 graden. 2. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding voor meer informatie over slepen. 4. Laat de maaidekken in de lage stand staan wanneer u hellingen afrijdt; draag altijd een veiligheidsgordel wanneer u de machine gebruikt. 5. Waarschuwing – Parkeer 7.
decal127-6448 127-6448 Voor model 30874 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding, gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 3. Machine kan kantelen – Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 21 graden. 2. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding voor meer informatie over slepen. 4. Laat de maaidekken in de lage stand staan wanneer u hellingen afrijdt; draag altijd een veiligheidsgordel wanneer u de machine gebruikt. 5. Waarschuwing – Parkeer 7.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 Geen onderdelen vereist – De machine gebruiksklaar maken. 2 Vergrendelbeugel Popnagel Ring Schroef (¼" x 2") Borgmoer (¼") 1 2 1 1 1 De motorkapvergrendeling monteren (CE). Instructiemateriaal en aanvullende onderdelen Omschrijving Hoeveelheid Gebruik Gebruikershandleiding 1 Lezen voordat de machine in gebruik wordt genomen.
1 2 De machine gebruiksklaar maken De motorkapvergrendeling monteren Geen onderdelen vereist Benodigde onderdelen voor deze stap: Vloeistofniveaus controleren 1. Controleer het peil van de smeerolie van de achteras voordat de motor voor het eerst gestart wordt; zie Het smeeroliepeil van de achteras controleren (bladz. 51). 2. Controleer het peil van de motorolie voordat u de motor start; zie Het motoroliepeil controleren (bladz. 42).
op de armen van de beugel van de CE-vergrendeling zitten. 3 1 2 2 1 G012631 g012631 Figuur 6 1. Bout G012629 3. Arm van vergrendelbeugel 2. Borgmoer g012629 Figuur 4 1. Beugel van CE-vergrendeling 10. Schroef de borgmoer indien nodig zo ver dat 6 mm schroefdraad van de bout uit het uiteinde van de borgmoer komt. 2. Bout met moer 5. Lijn de ringen uit met de openingen aan de binnenzijde van de motorkap. 3 6. Bevestig de beugels en de ringen met de popnagels aan de motorkap (Figuur 4).
Algemeen overzicht van de machine 4 De mulchplaat monteren Bedieningsorganen Benodigde onderdelen voor deze stap: 5 of 7 Rempedalen Mulchplaat — optioneel Toro onderdeel Gebruik de 2 pedalen (Figuur 9) om de wielremmen afzonderlijk te bedienen in bochten en om de tractie te regelen op hellingen. Procedure Pedaalvergrendeling GEVAAR Gebruik van het mes met High Lift-vleugel in combinatie met de mulchplaat kan het mes doen breken, wat lichamelijk of dodelijk letsel kan veroorzaken.
• Laat het tractiepedaal opkomen en weer terugkeren in de • de aftakasschakelaar in om de messen van het maaidek te stoppen. middelste stand. De machine zal dynamisch remmen en vloeiend tot stilstand komen. Het achteruitrijpedaal aantikken of kortstondig intrappen. Hierdoor stopt de machine sneller dan bij dynamisch remmen. Contactschakelaar De contactschakelaar (Figuur 10) heeft 3 standen: AAN/VOORVERWARMEN en START .
Urenteller 5 4 De urenteller (Figuur 11) geeft aan hoeveel uren de machine in totaal in bedrijf is geweest. 3 Brandstofmeter De brandstofmeter (Figuur 12) geeft aan hoeveel brandstof er in de tank zit. 2 1 G024916 g024916 Figuur 13 1. Gewichtinstelhendel 4. Instelhendel voor de rugleuning 2. Gewichtmeter 5. Instelknop voor de armsteun 3. Instelhendel bestuurdersstoel g036603 Figuur 12 1. Brandstoftank 2. Brandstofmeter 3.
Specificaties g036642 Figuur 14 18
Eigenschappen van de machine Beschrijving Model 30873 Figuur 14 referentie Model 30874 Figuur 14 referentie Maaibreedte 280 cm D 380 cm F Maai-eenheden omlaag 294 cm E 402 cm G Maaidekken omhoog (transport) 213 cm A 213 cm A Vóór 224 cm B 224 cm B Achter 141 cm M 141 cm M 216 cm C 216 cm C Maaidekken omlaag 370 cm H 370 cm H Maaidekken omhoog (transport) 370 cm L 370 cm L Totale breedte Spoorbreedte Hoogte met rolbeugel Totale lengte Afstand tot de grond 15 cm
Brandstofveiligheid Gebruiksaanwijzing GEVAAR Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. In bepaalde omstandigheden is brandstof uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is. Eventueel gemorste brandstof opnemen. • Vul de brandstoftank nooit als de machine in een gesloten aanhanger staat.
Het motoroliepeil controleren acht neemt, kan dit leiden tot beschadiging van de motor. Voordat u de motor start en de machine in gebruik neemt, moet u het oliepeil in het carter van de motor controleren; zie Het motoroliepeil controleren (bladz. 42). Geschikt voor biodiesel Deze machine kan ook gebruik maken van een dieselmengsel tot maximaal B20 (20% biodiesel, 80% petrodiesel). Het deel petrodiesel moet een laag of ultralaag zwavelgehalte hebben.
De bandenspanning controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks GEVAAR Een te lage bandenspanning vermindert de zijdelingse stabiliteit van de machine op hellingen. Hierdoor kan de machine omkantelen, waardoor lichamelijk of dodelijk letsel kan ontstaan. g031874 Pomp de banden niet te zacht op. De luchtdruk in de achterbanden moet 1,38 bar zijn.
g033358 Figuur 17 Voorwielen g011344 Figuur 19 1. Maaihoogtebeugel 3. Afstandsstuk 2. Maaihoogteplaat 4. Verwijder het afstandsstuk terwijl u de maaikamer ondersteunt (Figuur 19). 5. Verplaats de kamer naar de gewenste maaihoogte en plaats een afstandsstuk in de bijbehorende maaihoogte-opening en de sleuf (Figuur 20). g033359 Figuur 18 Achterwielen Maaihoogte instellen Belangrijk: Dit maaidek maait vaak ongeveer 6 mm lager dan een messenkooimaaier met dezelfde instelling.
De interlockschakelaars controleren Het InfoCenter lcd-scherm gebruiken Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Het InfoCenter lcd-scherm toont informatie over uw machine, zoals de bedrijfsstatus en allerlei diagnostische informatie (Figuur 21). Het InfoCenter beschikt over een welkompagina en hoofdpagina. Druk op om het even welke knop in InfoCenter en kies vervolgens de gewenste richtingpijl om heen en weer te gaan tussen de welkompagina en het hoofdscherm.
Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter ONDERHOUD VEREIST Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter (cont'd.) Geeft aan wanneer gepland onderhoud moet worden uitgevoerd Motortoerental/status – het toerental van de motor De motor is uitgeschakeld. Informatiepictogram Motor Bepaalt de maximale tractiesnelheid Contactschakelaar Snel Maaidekken zakken. Maaidekken komen omhoog. Langzaam Pincode De ventilator draait in omgekeerde richting.
Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter (cont'd.) Hoofdmenu (cont'd.) Instellingen In het menu Instellingen kunt u het InfoCenter-scherm configureren en aan uw voorkeuren aanpassen. Machine In het menu Betreffende ziet u het modelnummer, het serienummer en de versie van de software op uw machine. Motor weigert te starten. Motor uitgeschakeld Motorkoelvloeistof is te heet. De hydraulische vloeistof is te heet. Onderhoud Melding opstapeling van as in DPF.
De instellingen van het beveiligde menu weergeven en veranderen Instellingen (cont'd.) Maaisnelheid Regelt de maximumsnelheid in maaimodus (laag bereik). Transportsnelheid Regelt de maximumsnelheid in transportmodus (hoog bereik). Tegengewicht Bepaalt het tegengewicht van de maaidekken. 1. Scroll in het beveiligde menu naar beneden tot u Instellingen beveiligen ziet. 2.
Parallelle High Lift-vleugel 2. Druk op de rechterknop om tussen AAN en UIT te schakelen. GEVAAR 3. Druk op de linkerknop om het menu te verlaten. Gebruik van het mes met High Lift-vleugel in combinatie met de mulchplaat kan het mes doen breken, wat lichamelijk of dodelijk letsel kan veroorzaken. Het tegengewicht instellen 1. Ga in het menu Settings naar Counterbalance. 2. Selecteer counterbalance door op de rechterknop te duwen en kies de gewenste instelling, low, medium of high.
Werktuigen kiezen Optionele apparatuurconfiguraties Mes met gehoekte wiek Mes met parallelle High-Lift vleugel (Niet gebruiken met de mulchplaat) Mulchplaat Rolschraper Gras maaien: maaihoogte van 1,9 tot 4,4 cm Aanbevolen voor de meeste toepassingen Kan goede resultaten opleveren bij schraal of dun gras. Gebruik de schraper als er aangekoekt gras op de rollen blijft zitten of zich grote platte kluiten gras vormen.
• Maai niet in de buurt van steile hellingen, greppels of • • • • • • • • • • • • • • • dijken. De machine kan plotseling omslaan als een wiel over de rand komt, of als de rand afbrokkelt. Vervoer nooit passagiers op deze machine. Gebruik de machine uitsluitend als het zicht goed is en bij geschikte weersomstandigheden. Gebruik de machine niet als het kan bliksemen. Maai niet op nat gras. Als de wielen hun grip verliezen, kan de machine gaan glijden.
Belangrijk: Laat de startmotor niet langer dan 15 seconden achter elkaar draaien omdat de startmotor hierdoor vroegtijdig defect kan raken. Als de motor na 15 seconden nog niet wil starten, moet u het sleuteltje op UIT draaien, de bedieningsorganen en procedures controleren, nog eens 15 seconden wachten en de startprocedure herhalen. Dankzij Toro Smart Power™ hoeft de bestuurder het toerental niet in de gaten te houden in zware omstandigheden.
Maaien met scherpe messen Een scherp mes snijdt het gras netjes af, zonder rukken of scheuren, zoals een bot mes wel zou doen. Als het gras inscheurt of kapot wordt getrokken, wordt het bruin aan de punten, waardoor het gras minder goed groeit en vatbaarder wordt voor ziekten. Maaipatronen veranderen Verander vaak het maaipatroon om te vermijden dat het maairesultaat onvolmaaktheden vertoont die te wijten zijn aan herhaald maaien in 1 richting.
• Laat de motor afkoelen voordat u de machine in een afgesloten ruimte stalt. • Stal de machine of het brandstofvat nooit in de buurt van een open vuur, vonken of een waakvlam zoals die van een boiler of een ander apparaat. De machine slepen en transporteren Veiligheid tijdens het slepen • Sleep uitsluitend met een machine die is voorzien van een trekhaak. Bevestig materiaal dat wordt gesleept, uitsluitend aan het sleeppunt.
g036666 g036665 Figuur 25 De machine duwen of slepen g020510 Figuur 26 In noodgevallen kan de machine vooruit worden bewogen door de omloopklep in de regelbare hydraulische pomp in werking te stellen en de machine te duwen of te slepen. 1. Omloopklep (2) Belangrijk: U mag de machine niet sneller dan 3–4,8 km per uur duwen of slepen omdat anders de transmissie kan worden beschadigd. De omloopklep moet open zijn als u de machine duwt of sleept. 3. Sluit de omloopkleppen voordat u de motor start.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker– en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na de eerste 8 bedrijfsuren Na de eerste 200 bedrijfsuren Bij elk gebruik of dagelijks Onderhoudsprocedure • Wielmoeren aandraaien. • De transmissieolie van de planeetwielaandrijving verversen. • Het smeermiddel van de achteras verversen. • Vervang de hydraulische filters. • • • • • • • • • • Controleer de bandenspanning.
Opmerking: Download het elektrische of hydraulische schema gratis op www.Toro.com; u kunt uw machine zoeken via de link Handleidingen op de hoofdpagina. Kopieer deze pagina ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Controlelijst Dagelijks Onderhoud Voor week van: Gecontroleerde item maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag Werking van interlockschakelaars controleren. Werking van de remmen controleren. Motoroliepeil controleren. Peil van de koelvloeistof controleren.
Onderhoudsschema decal125-4606 Figuur 27 VOORZICHTIG Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.
Procedures voorafgaande aan onderhoud De machine klaar maken voor onderhoud 1. Zorg ervoor dat de aftakas is uitgeschakeld. 2. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 3. Stel de parkeerrem in werking. Veiligheidmaatregelen voor onderhoudswerkzaamheden 4. Laat indien nodig maaidek(ken) zakken. 5. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
Toegang tot het hydraulische hefcompartiment Kantel de stoel om bij het hydraulische hefcompartiment te kunnen; zie Figuur 31. g036671 Figuur 29 De motorkap openen Open de kap zodat u bij het chassis kunt; zie Figuur 30.
Smering • Kogelverbinding van stuurcilinder (2); zie Figuur 34 Lagers en lagerbussen smeren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren (Ook na elke wasbeurt). Te gebruiken vet: lithiumvet nr. 2 De smeerpunten en de hoeveelheden zijn: • Lagers van draaipunt van remas (5); zie Figuur 32 g009704 Figuur 32 g009706 Figuur 34 1.
Onderhoud motor • Aslagers van maai-eenheid (2 per maaidek); zie Figuur 36 Opmerking: U kunt beide smeernippels gebruiken: kies de nippel die het makkelijkst te bereiken is. Pomp vet in de nippel tot er vet aan de onderzijde van de asbehuizing verschijnt (aan de onderzijde van het dek). Veiligheid van de motor U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie.
g031879 g009712 Figuur 40 1. Veiligheidsfilter 2. Stel de indicator (Figuur 38) opnieuw in als deze rood is. Motorolie verversen Het motoroliepeil controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Inhoud oliecarter: ongeveer 9,5 liter met filter. Aanbevolen olie: API klasse CH-4, CI-4 of hoger.
Motorolie verversen en filter vervangen brengen. Niet te vol vullen. ALS HET OLIENIVEAU ZICH TUSSEN DE TWEE MARKERINGEN BEVINDT, HOEFT ER GEEN OLIE TE WORDEN BIJGEVULD. Onderhoudsinterval: Om de 250 bedrijfsuren 1. Start de motor en laat deze 5 minuten lopen zodat de olie warm wordt. 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Motoroliepeil controleren (Figuur 41). 2.
Onderhoud brandstofsysteem Onderhoud van de waterafscheider Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Verwijder water of ander vuil uit de brandstoffilter/waterafscheider. g031881 Om de 400 bedrijfsuren—Vervang de brandstoffilterbus. g031412 Figuur 43 Brandstofleidingen en -verbindingen controleren Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren—Brandstofleidingen en -verbindingen controleren. Jaarlijks—Brandstofleidingen en -verbindingen controleren.
5. Steek de brandstofaanzuigbuis door de rubberen lagerbus en in de tank (Figuur 44). De leidingen en aansluitingen controleren op slijtage, beschadigingen of loszittende verbindingen. Opmerking: Zorg dat de brandstofaanzuigbuis zo ver mogelijk in de rubberen lagerbus zit. Brandstof aftappen uit de brandstoftank 6. Monteer de toevoerslang op de fitting van de brandstofaanzuigbuis en bevestig de slang met de slangklem die u verwijderd hebt in stap 1.
Onderhoud elektrisch systeem 5. Draai de leidingconnector goed vast. 6. Verwijder alle achtergebleven brandstof uit de motor. 7. Herhaal de procedure voor de andere leidingen van de brandstofinjector. Veiligheid van het elektrisch systeem • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Bevestig eerst de pluspool van de accu en daarna de minpool. • Accuzuur is giftig en kan brandwonden veroorzaken.
De zekeringen vinden De zekeringhouder voor de machine bevindt zich in de opbergbak rechts g010255 Figuur 48 1. Zekeringen 3. Sluit het deksel van de opbergbak rechts en zet het deksel vast met de grendel (Figuur 47). decal125-4605 Figuur 46 De toestand van de accu controleren 1. Zet de grendel van het deksel van de opbergbak rechts los en zet het deksel omhoog (Figuur 47) om bij de zekeringhouder te kunnen (Figuur 48).
WAARSCHUWING Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. • Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt. • Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit. 3. Sluit een acculader van 3 tot 4 A aan op de accupolen. 4.
Onderhoud aandrijfsysteem 10. Sluit het deksel van de opbergbak rechts en zet het deksel vast met de grendel Controleer de planeetaandrijvingen op eindspeling Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren De planeetaandrijvingen/aandrijfwielen mogen geen eindspeling hebben (d.w.z. de wielen mogen niet bewegen wanneer u ze in een richting parallel met de as duwt of trekt). 1. Blokkeer de achterwielen en hef de voorzijde van de machine op; laat de vooras/het frame op assteunen rusten.
Het smeermiddel van de planeetwielaandrijving controleren Smeerolie van planeetwielaandrijving verversen. Onderhoudsinterval: Na de eerste 200 bedrijfsuren Om de 800 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren—Controleer het smeeroliepeil van de planeetwielaandrijvingen (controleer ook op olie die naar buiten lekt). Aanbevolen smeermiddel: hoogwaardige SAE 85W-140 transmissieolie 1.
transmissieolie bij totdat het peil de onderkant van de opening van de controleplug bereikt. 6. Giet langzaam 0,65 liter hoogwaardige SAE 85W-140 transmissieolie door de opening in het planeetwiel. Belangrijk: Als het planeetwiel vol is voordat u 0,65 liter olie hebt toegevoegd, moet u een uur wachten of de plug monteren en de machine ongeveer 3 meter verplaatsen om de transmissieolie over het remsysteem te verdelen. Verwijder daarna de plug en voeg de resterende transmissieolie toe. 7. Plaats de plug. 8.
smeermiddel tot aan de onderkant van de opening komt. 7. Plaats de controleplug terug. Smeerolie van de tandwielkast van de achteras controleren Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren U moet het smeeroliepeil controleren voordat u de machine voor de eerste keer in gebruik neemt, en daarna om de 400 bedrijfsuren. g009169 Figuur 59 1. Voorkant van de machine 2. 3 mm minder dan de achterzijde van het wiel Aanbevolen smeermiddel: hoogwaardige SAE 85W-140 transmissieolie 3.
Onderhoud koelsysteem Veiligheid van het koelsysteem VOORZICHTIG Als u hete, onder druk staande koelvloeistof over u heen krijgt of in aanraking komt met een hete radiateur of omliggende delen, kunt u ernstige brandwonden oplopen. • Verwijder de radiateurdop nooit als de motor heet is. Laat de motor minstens 15 minuten afkoelen of wacht totdat de radiateurdop zover is afgekoeld dat u deze kunt aanraken zonder uw hand te branden. • Raak nooit de radiateur en omliggende delen aan als deze heet zijn.
Het koelsysteem reinigen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Verwijder het vuil uit de omgeving van de motor, de oliekoeler en de radiateur. Reinig ze vaker als in vuile omstandigheden wordt gemaaid. Deze machine is voorzien van een hydraulisch aangedreven systeem dat automatisch (of handmatig) in achteruit schakelt om de opeenhoping van vuil op de radiateur/oliekoeler en het scherm te verminderen.
Onderhouden remmen Onderhoud riemen De bedrijfsremmen afstellen Onderhoud van de riem van de wisselstroomdynamo Stel de bedrijfsremmen af als de rempedalen meer dan 25 mm 'speling' hebben of als de remmen niet naar behoren functioneren. Met speling wordt de afstand bedoeld die het rempedaal aflegt als het wordt ingetrapt voordat er remweerstand wordt gevoeld. Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren 1.
Onderhoud hydraulisch systeem ISO VG 46 slijtagewerende hydraulische vloeistof met hoge viscositeitsindex/laag stolpunt Materiaaleigenschappen: Viscositeit, ASTM D445 Veiligheid van het hydraulische systeem Viscositeitsindex ASTM D2270 Stolpunt, ASTM D97 Industriespecificaties: WAARSCHUWING Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken.
Hydraulische vloeistof verversen Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren Als de vloeistof verontreinigd raakt, moet u contact opnemen met uw Toro-dealer omdat het systeem dient te worden schoongespoeld. Verontreinigde vloeistof ziet er in vergelijking met schone hydraulische vloeistof melkachtig of zwart uit. 1. Draai het contactsleuteltje op UIT en til de motorkap op. 2.
Hydraulische filters vervangen Onderhoudsinterval: Na de eerste 200 bedrijfsuren Om de 800 bedrijfsuren Gebruik ter vervanging Toro-filters met onderdeelnr. 94-2621 op de achterkant (maaidekken) van de machine en onderdeelnr. 75-1310 op de voorkant (lading) van de machine. Belangrijk: Als een ander filter wordt gebruikt, kan de garantie van bepaalde onderdelen komen te vervallen. g036709 1.
De maaidekken op de machine monteren Onderhoud van het maaidek 1. Plaats het maaidek vóór de tractie-eenheid. 2. Schuif het draagframe van het maaidek op de draaipen van de hefarm (Figuur 70). Bevestig het maaidek aan de pen met de borgpen (of borgmoer – model 30874). De maaidekken van de machine verwijderen 3. Installeer de hydraulische motor op het dek (Figuur 69). Controleer of de O-ring zich op de juiste plaats bevindt en niet beschadigd is. 1.
De voorrol monteren Onderhoud van maaimessen 1. Druk het eerste lager in de rolbehuizing (Figuur 71). Druk alleen op het buitenste loopvlak of druk evenwijdig op het binnen- en buitenloopvlak. Veiligheid van de messen 2. Plaats het afstandsstuk (Figuur 71). 3. Druk het tweede lager in de rolbehuizing (Figuur 71) en druk evenwijdig op het binnen- en buitenloopvlak totdat het binnenloopvlak in contact komt met het afstandsstuk.
12:00 3. Bevestig de maaihoogtebeugel aan het maaidekframe met de overgebleven vulstukken onder de maaihoogtebeugel. 4. Bevestig de inbusbout/het afstandsstuk en een flensmoer. 3:00 9:00 Opmerking: De inbusbout/het afstandsstuk worden bij elkaar gehouden met afdichtkit zodat het afstandsstuk niet in het maaidekframe valt. 6:00 5. Controleer de hoogte in de 12 uur-stand en breng indien nodig aanpassingen aan. G011353 g011353 6.
2 1 g006924 Figuur 75 G011355 g011355 1. Snijrand Figuur 74 1. Mesbout 3. Slijtage/groef/scheur 2. Vleugel 2. Antiscalpeercup 4. Controleer de snijranden van alle messen. Als de snijranden niet scherp zijn of bramen vertonen, moet u de bovenkant van de snijrand slijpen en de oorspronkelijke snijhoek behouden om te zorgen dat het mes scherp blijft (Figuur 76). 3. Plaats het mes met de vleugel in de richting van het maaidek en bevestig de antiscalpeercup en de mesbout (Figuur 74). 4.
Stalling 10. Controleer de antivriesbescherming en vul het systeem bij met een oplossing die half uit water, half uit ethyleenglycol bestaat. Vul zoveel bij als nodig is met het oog op de plaatselijk te verwachten minimumtemperatuur. De machine gebruiksklaar maken 1. Reinig het chassis van de machine, de maaidekken en de motor grondig. Het maaidek voorbereiden 2. Controleer de bandenspanning; zie De bandenspanning controleren (bladz. 22).
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw aanspraak op garantie te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie, hetzij direct of via uw lokale Toro-dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land.
Toro Garantie Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.