Form No. 3414-573 Rev C Groundsmaster® 4500-D en 4700-D tractie-eenheid Modelnr.: 30873—Serienr.: 401030001 en hoger Modelnr.: 30874—Serienr.: 401030001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Modelnr.: Serienr.: Raadpleeg de meegeleverde documentatie van de motorfabrikant. Deze handleiding wijst u op mogelijke gevaren en bevat veiligheidswaarschuwingen die u kunt herkennen aan het waarschuwingspictogram (Figuur 2), dat wijst op een gevaar dat ernstig letsel of de dood kan veroorzaken indien u nalaat de voorgeschreven maatregelen te treffen.
Inhoud Procedures voorafgaande aan onderhoud ........... 41 Veiligheidmaatregelen voor onderhoudswerkzaamheden ........................................... 41 De machine klaar maken voor onderhoud..................................................... 41 De machine opkrikken ...................................... 41 De motorkap openen ........................................ 42 Toegang tot het hydraulische hefcompartiment ........................................... 42 Smering .................................
Veiligheid Hydraulische vloeistof verversen ...................... 60 Hydraulische filters vervangen.......................... 61 Hydraulische slangen en leidingen controleren.................................................... 62 Onderhoud van het maaidek ................................ 62 De maaidekken verwijderen ............................. 62 De maaidekken monteren................................. 62 Onderhoud van de voorrol ................................ 63 Onderhoud van maaimessen ..............
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal93-6681 93-6681 1. Ledematen kunnen worden gesneden/geamputeerd, ventilator – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. decal106-6755 106-6755 1. Motorkoelvloeistof onder druk. 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 2. Risico van explosie – Lees 4.
decal117-4766 117-4766 1. Gevaar op snijwonden of verminking; rotorblad – Hou afstand tot bewegende delen, laat alle beveiligingen op hun plaats. decal117-4763 117-4763 1. Om de parkeerrem in te schakelen, moet u de rempedalen vastzetten met de vergrendelpen, de rempedalen intrappen en het pedaal inschakelen. 2. Om de parkeerrem uit te schakelen, moet u de vergrendelpen losmaken en de pedalen loslaten. decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 1.
decal120-4159 120-4159 1. Uit 8. Hoog 2. Verlichting 9. Tractie-aandrijving 3. Aan 10. Laag 4. Locatie van lichtschakelaar 5. Snel 6. Snelheidsinstelling 11. Aftakasschakelaar 7. Langzaam decal120-8947 120-8947 12. Onderste maaidek links 13. Onderste maaidekken midden 14. Onderste maaidek rechts 7 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 4. Als de rolbeugel omhoog is geklapt, draag dan de veiligheidsgordel. 2. Er is geen omkantelbeveiliging als de rolbeugel omlaag is geklapt. 5.
decal127-3700 127-3700 Alleen voor Groundsmaster 4700 decal121-3884 121-3884 1. Motor – Afzetten 2. Motor – Voorgloeien 3. Motor – Starten 1. Linker maaidek omhoog brengen. 4. De cruisecontrol inschakelen. 2. Middelste maaidekken omhoog brengen. 5. De cruisecontrol uitschakelen. 3. Rechter maaidek omhoog brengen. decal121-3887 121-3887 1. Lees de Gebruikershandleiding. decal125-4605 125-4605 decal136-2931 136-2931 Alleen voor Groundsmaster 4500 1. Maaidekken omhoogbrengen. 3.
decal125-4606 125-4606 1. Lees de Gebruikershandleiding voor onderhoudsinformatie. decal121-3627 121-3627 1.
decal127-6447 127-6447 (Aanbrengen op onderdeelnr. 112-5297 voor CE* voor machines uit de serie 4500) Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker.
decal127-6448 127-6448 (Aanbrengen op onderdeelnr. 112-5297 voor CE* voor machines uit de serie 4700) Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 Waarschuwingssticker 1 De waarschuwingssticker vervangen (enkel CE-machines). 2 Beugel van motorkapvergrendeling Popnagel Ring Schroef (¼" x 2") Borgmoer (¼") 1 2 1 1 1 De motorkapvergrendeling monteren. Geen onderdelen vereist – De rolschrapers afstellen (optioneel). Geen onderdelen vereist – De mulchplaat installeren (optioneel).
2 De motorkapvergrendeling monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Beugel van motorkapvergrendeling 2 Popnagel 1 Ring 1 Schroef (¼" x 2") 1 Borgmoer (¼") g012629 Figuur 4 1. Beugel van CE-vergrendeling Procedure 1. Haak de motorkapvergrendeling los van de beugel van de motorkapvergrendeling. 2. Verwijder de 2 popnagels waarmee de beugel van de motorkapvergrendeling is bevestigd aan de motorkap (Figuur 3). Verwijder de beugel van de motorkapvergrendeling van de motorkap. 2.
4 De mulchplaat installeren (optioneel) Geen onderdelen vereist g012631 Figuur 6 1. Bout Procedure 3. Arm van motorkapvergrendeling 1. Zorg dat er zich geen vuil bevindt in de montageopeningen van de achterwand en linkerwand van de kamer. 2. Plaats de mulchplaat in de achterste opening en bevestig deze met 5 flenskopbouten (Figuur 8). 2.
Algemeen overzicht van de machine 5 De machine voorbereiden Bedieningsorganen Geen onderdelen vereist De bandenspanning controleren Controleer vóór gebruik de bandenspanning; zie De bandenspanning controleren (bladz. 25). Belangrijk: Zorg ervoor dat alle banden steeds de juiste bandenspanning hebben; hierdoor kan de machine optimale maaiprestaties leveren en goed functioneren. Pomp de banden niet te zacht op. g009979 Figuur 9 Vloeistofniveaus controleren 1. 2.
Pedaalvergrendeling Aftakasschakelaar Om de pedaalvergrendeling in werking te stellen, koppelt u de pedalen met de pedaalvergrendeling (Figuur 9). De aftakasschakelaar heeft 2 standen: UIT (START ) en Trek de knop van de aftakasschakelaar uit om de maaidekmessen te activeren. Druk de knop in om de maaidekmessen uit te schakelen (Figuur 10). IN (STOP).
bovenste deel van de schakelaar om de lampen in te schakelen. Aansluitpunt Het aansluitpunt Figuur 11 dient voor de aansluiting van optionele elektrische accessoires van 12 V. g024916 Figuur 12 1. Gewichtmeter 4. Instelhendel rugleuning 2. Gewichtinstellingshendel 5. Instelknop armsteun 3. Instelhendel bestuurdersstoel g036845 Figuur 11 1. Aansluitpunt Instelknop armsteun 2. Zakhouder Draai aan de knop om de hoek van de armsteun te verstellen (Figuur 12).
Het InfoCenter lcd-scherm gebruiken Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter SERVICE DUE Het InfoCenter lcd-scherm toont informatie zoals de bedrijfsmodus, diverse diagnostieken en andere informatie over de machine (Figuur 13). Het InfoCenter heeft een startscherm en een hoofdscherm. U kunt te allen tijde heen en weer gaan tussen het welkomstscherm en het hoofdscherm door om het even welke knop in het InfoCenter te bedienen en dan op de richtingspijl te drukken.
Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter (cont'd.) Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter (cont'd.) De bestuurder moet de status wijzigen in wat aangegeven wordt Start de motor. De aftakas is ingeschakeld. Symbolen worden vaak gecombineerd in zinnen. Hier volgen enkele voorbeelden De cruisecontrol is ingeschakeld.
Instellingen Hier kunt u het InfoCenter-scherm configureren en aan uw voorkeuren aanpassen. Auto stationair Bepaalt hoe lang het duurt voordat de motor stationair gaat lopen als hij niet wordt gebruikt Machine Hier ziet u het modelnummer, het serienummer en de versie van de software op uw machine. Maaisnelheid Regelt de maximumsnelheid in maaimodus (laag bereik) Transportsnelheid Regelt de maximumsnelheid in transportmodus (hoog bereik.
6. 7. Druk de middelste knop in om het vierde cijfer in te stellen en druk vervolgens op de rechterknop. Druk op de middelste knop om de code in te voeren. U kunt kiezen of de instellingen in het beveiligde menu worden weergegeven en kunnen worden gewijzigd. Ga naar het beveiligde menu en scroll naar beneden tot u 'Beveiligde Instellingen' ziet. Druk op de rechterknop om de optie Beveiligde Instellingen UIT te schakelen.
Specificaties g198614 Figuur 14 22
Eigenschappen van de machine Beschrijving 4500-D Figuur 14 referentie 4700-D Figuur 14 referentie Maaibreedte 280 cm D 380 cm F Maai-eenheden omlaag 286 cm E 391 cm G Maaidekken omhoog (transport) 224 cm A 224 cm A Vóór 224 cm B 224 cm B Achter 141 cm M 141 cm M 226 cm C 226 cm C Maaidekken omlaag 370 cm H 370 cm H Maaidekken omhoog (transport) 370 cm L 370 cm L Totale breedte Spoorbreedte Hoogte met rolbeugel Totale lengte Afstand tot de grond 15 cm Wielbasi
Gebruiksaanwijzing • Stal de machine of het brandstofvat nooit in de buurt van een open vuur, vonken of een waakvlam zoals die van een boiler of een ander apparaat. Opmerking: Bepaal vanuit de normale • Probeer de motor niet te starten als u brandstof bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. hebt gemorst; voorkom elke vorm van open vuur of vonken totdat de brandstofdampen volledig zijn verdwenen.
minimaal 40 zijn. Koop brandstof in hoeveelheden die binnen 180 dagen kunnen worden gebruikt zodat u altijd verse brandstof heeft. Inhoud brandstoftank: 83 liter. Gebruik zomerbrandstof (nr. 2-D) bij temperaturen boven -7 °C en winterbrandstof (nr. 1-D of nr. 1-D/2-D-mengsel) bij temperaturen onder -7 °C. Gebruik van winterdieselbrandstof bij lage temperaturen biedt een lager vlampunt en een lager stolpunt. Dit vergemakkelijkt het starten en vermindert de kans dat de filters verstopt raken.
en goed functioneren. Pomp de banden niet te zacht op. Controleer de luchtdruk in alle banden voordat u de machine gebruikt. g033359 Figuur 18 Achterwielen WAARSCHUWING Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel. g001055 Figuur 16 Draai de wielmoeren vast met de juiste torsie.
Belangrijk: Doe altijd de veiligheidsgordel om als de rolbeugel omhoog is geklapt en is vergrendeld. Doe de veiligheidsgordel niet om als de rolbeugel omlaag is geklapt. het maaidek 6 mm hoger instellen dan een messenkooimaaier op hetzelfde terrein. Belangrijk: U kunt veel gemakkelijker bij de achtermaaidekken door het maaidek van de machine te verwijderen. De rolbeugel omlaag klappen 1.
8. 9. Opmerking: Het InfoCenter geeft 'tractie Herhaal stap 4 tot 7 voor elke aanpassing. Draai alle 3 de bouten vast met een torsie van 41 N·m. Draai altijd eerst de voorste bout vast. geweigerd' weer en de machine mag niet bewegen. Als de machine toch beweegt, is er een defect in het veiligheidssysteem. Verhelp dit defect voordat u de machine gebruikt.
• Zet het gras beter rechtop en heeft een hogere afvoersnelheid. • Dun of slap gras wordt aanzienlijk beter opgenomen bij hogere maaistanden. • Vochtig of aangekoekt maaisel wordt op effectieve wijze afgevoerd, waardoor het maaidek minder snel verstopt raakt. • Het vereist meer pk om te maaien. • Voert het maaisel verder naar links af en kan bij lagere maaistanden zwaden vormen.
Werktuigen kiezen Mes met gehoekte wiek Mes met parallelle High Lift-vleugel (Niet gebruiken in combinatie met de mulchplaat) Mulchplaat Rolschraper Gras maaien – maaihoogte van 1,9 tot 4,4 cm Aanbevolen voor de meeste toepassingen Kan goede resultaten opleveren bij schraal of dun gras. Gras maaien – maaihoogte van 5 tot 6,4 cm Aanbevolen voor dik of sappig gras Aanbevolen voor schraal of dun gras Gras maaien – maaihoogte van 7 tot 10 cm Kan goede resultaten opleveren bij dik gras.
• Kijk achterom en omlaag voordat u achteruitrijdt en zorg dat alle bevestigingsmateriaal stevig is vastgedraaid. om er zeker van te zijn dat de weg vrij is. • Wees voorzichtig bij het naderen van blinde • Een beschadigde rolbeugel dient vervangen te hoeken, struiken, bomen, en andere objecten die uw zicht kunnen belemmeren. worden. Probeer niet om deze te repareren of aan te passen.
De motor afzetten • Gebruik de machine niet op een nat gazon. De wielen kunnen grip verliezen, ook als de remmen naar behoren werken. Belangrijk: Laat de motor 5 minuten stationair lopen voordat u deze afzet of nadat de machine volledig belast is gebruikt. Hierdoor kan de turbocompressor afkoelen voordat u de motor afzet. Indien u dit nalaat, kunnen er problemen met de turbocompressor ontstaan. • Vermijd starten, stoppen of bochten maken op een helling.
stoelvergrendeling goed vastzit en u de veiligheidsgordel hebt omgedaan. Rij langzaam en maak geen scherpe bochten om omkantelen te voorkomen. Om beter in balans te kunnen blijven tijdens het sturen, moeten de maaidekken zijn neergelaten tijdens het afdalen. Belangrijk: Laat de motor 5 minuten stationair lopen voordat u deze afzet of nadat de machine volledig belast is gebruikt. Hierdoor kan de turbocompressor afkoelen voordat u de motor afzet.
• Oefen met het ontwijken van obstakels met de maaidekken omhoog en omlaag. Wees voorzichtig als u tussen smalle objecten rijdt zodat u de machine of de maaidekken niet beschadigt. • Rijd altijd langzaam op oneffen terrein. • Als u een obstakel tegenkomt, moet u de maaidekken omhoog brengen zodat u er omheen kunt maaien.
De machine onderhouden na het maaien een ander object in de verte uitkiezen en recht daarop af rijden. • Zodra de voorste maaidekken de rand van het Na het maaien moet u de machine grondig schoonspoelen met een tuinslang zonder spuitmond, zodat de afdichtingen en lagers niet worden beschadigd of verontreinigd raken als gevolg van een te hoge waterdruk. Zorg ervoor dat de radiateur en de oliekoeler vrij blijven van vuil en maaisel.
vergrendeling aan (indien voorhanden) voordat u de machine onbeheerd achterlaat. • Laat de motor afkoelen voordat u de machine in een afgesloten ruimte stalt. • Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep is gesloten voordat u de machine stalt of transporteert. • Stal de machine of het brandstofvat nooit in de buurt van een open vuur, vonken of een waakvlam zoals die van een boiler of een ander apparaat.
g036664 Figuur 26 g036665 Figuur 27 37
Onderhoud Belangrijk: Raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures. Opmerking: Download het elektrische of hydraulische schema gratis op www.Toro.com; u kunt uw machine zoeken via de link Handleidingen op de hoofdpagina. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na het eerste bedrijfsuur • Wielmoeren aandraaien.
Onderhoudsinterval Vóór de stalling Jaarlijks Onderhoudsprocedure • • • • • Brandstoftank aftappen en reinigen. Controleer de bandenspanning. Alle bevestigingen controleren. Smeer alle smeer- en draaipunten met vet of olie. Beschadigde oppervlakken bijwerken. • Brandstofleidingen en -verbindingen controleren. Controlelijst voor dagelijks onderhoud Kopieer deze pagina ten behoeve van gebruik bij routinecontroles.
Aantekening voor speciale aandachtsgebieden: Controle uitgevoerd door: Item Datum Informatie Onderhoudsschema decal125-4606 Figuur 28 40
Procedures voorafgaande aan onderhoud 6. Draai het contactsleuteltje naar de stand STOP en haal het sleuteltje uit het contact. 7. Laat de onderdelen van de machine afkoelen voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
Toegang tot het hydraulische hefcompartiment Kantel de stoel om bij het hydraulische hefcompartiment te kunnen; zie Figuur 32. g036671 Figuur 30 De motorkap openen Open de kap zodat u bij het chassis kunt; zie Figuur 31.
Smering • Kogelverbinding van stuurcilinder (2); zie Figuur 35 Lagers en lagerbussen smeren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren (Ook na elke wasbeurt). Te gebruiken vet: lithiumvet nr. 2 De smeerpunten en de hoeveelheden zijn: • Lagers van draaipunt van remas (5); zie Figuur 33 g009706 Figuur 35 g009704 Figuur 33 1.
Onderhoud motor • Aslagers van maai-eenheid (2 per maaidek); zie Figuur 37 Opmerking: U kunt beide smeernippels gebruiken: kies de nippel die het makkelijkst te bereiken is. Pomp vet in de nippel tot er vet aan de onderzijde van de asbehuizing verschijnt (aan de onderzijde van het dek). Veiligheid van de motor • U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie.
als het voorfilter 3 onderhoudsbeurten heeft gehad. g198631 g009712 Figuur 41 1. Veiligheidsfilter 2. Stel de indicator (Figuur 39) opnieuw in als deze rood is. Motorolie verversen Het motoroliepeil controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Inhoud oliecarter: ongeveer 5,7 liter met filter. Aanbevolen olie: API klasse CH-4, CI-4 of hoger.
Motorolie verversen en filter vervangen volmarkering FULL te brengen. Niet te vol vullen. Als het oliepeil zich tussen de twee markeringen FULL en ADD bevindt, hoeft u geen olie bij te vullen. 1. 2. Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. Om de 250 bedrijfsuren Motoroliepeil controleren (Figuur 42). 1. Start de motor en laat deze 5 minuten lopen zodat de olie warm wordt. 2.
Onderhoud van de waterafscheider Onderhoud brandstofsysteem Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Verwijder water of ander vuil uit de brandstoffilter/waterafscheider. GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken. Om de 400 bedrijfsuren—De brandstoffilterbus vervangen. Voer onderhoud uit aan de waterafscheider zoals getoond in Figuur 44.
Onderhoud van het brandstoffilter Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren 1. Maak de omgeving van de kop van het brandstoffilter schoon (Figuur 45). g198661 g028799 Figuur 45 1. Kop van brandstoffilter 2. Brandstoffilter 2. Verwijder het filter en reinig het filterkopplaatsingsoppervlak (Figuur 45). 3. Smeer de filterpakking met schone motorolie; raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor voor meer informatie. 4.
Belangrijk: Gebruik de startmotor niet om de motor te laten draaien en het brandstofsysteem te vullen. g036687 Figuur 46 1. Fitting (brandstofaanzuigbuis) 4. Rubberen lagerbus 2. Slangklem 5. Scherm 3. Brandstoftoevoerslang 2. Neem de slang van de fitting (Figuur 46). 3. Til de brandstofaanzuigbuis van de brandstoftank (Figuur 46). Opmerking: Til de buis recht uit de lagerbus in de tank. 4. Verwijder vuil van het scherm aan het uiteinde van de brandstofaanzuigbuis (Figuur 46). 5.
Onderhoud elektrisch systeem Veiligheid van het elektrisch systeem • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Bevestig eerst de pluspool van de accu en daarna de minpool. • Laad de accu op in een open, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken en open vuur. Haal de oplader uit het stopcontact voordat u de accu aan- of loskoppelt. Draag beschermende kleding en gebruik geïsoleerd gereedschap.
4. WAARSCHUWING Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. Sluit een acculader van 3 tot 4 A aan op de accupolen. Laad de accu op gedurende 4 tot 8 uur bij 3-4 A. WAARSCHUWING Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen. • Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.
g010255 decal125-4605 Figuur 51 Figuur 49 1. Zekeringen 1. Zet de grendel van het deksel van de opbergbak rechts los en zet het deksel omhoog (Figuur 50) om bij de zekeringhouder te kunnen (Figuur 51). 3. g009985 Figuur 50 1. Sluiting 2. 2. Opbergbak rechts Vervang de vrije zekering(en) indien nodig (Figuur 51). 52 Sluit het deksel van de opbergbak rechts en zet het deksel vast met de grendel (Figuur 50).
Onderhoud aandrijfsysteem Controleer de planeetaandrijvingen op eindspeling 5. Als een wiel beweegt, moet u contact opnemen met uw Toro distributeur om de planeetaandrijving te laten reviseren. Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren (controleer op uitwendig lekkage). De planeetaandrijvingen/aandrijfwielen mogen geen eindspeling hebben (d.w.z. de wielen mogen niet bewegen wanneer u ze in een richting parallel met de as duwt of trekt). 2. Herhaal stap 3 voor het andere aandrijfwiel.
de machine ongeveer drie meter verplaatsen om de olie over het remsysteem te verdelen. Verwijder daarna de plug en voeg de resterende olie toe. Gebruik hiervoor hoogwaardige SAE 85W-140 tandwielolie. 1. Zet de machine op een egale ondergrond en draai een wiel zo dat een van de controlepluggen helemaal onderaan staat (op 6 uur) (Figuur 54). 7. Plaats de plug. 8. Herhaal dit bij de planeetwielaandrijving/remsysteem aan de andere kant.
7. Plaats de controleplug terug. Het smeeroliepeil van de tandwielkast van de achteras controleren Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren De achteras is gevuld met SAE 85W-140 smeerolie. De capaciteit bedraagt 0,5 liter. Controleer elke dag op lekkage. g009716 Figuur 57 2. Vulplug 1. Controleplug 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak. 2.
Onderhoud koelsysteem Veiligheid van het koelsysteem • Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging veroorzaken; buiten het bereik van kinderen en huisdieren houden. • Als u hete, onder druk staande koelvloeistof over g009169 Figuur 60 1. Voorzijde van de machine u heen krijgt of in aanraking komt met een hete radiateur of omliggende delen, kunt u ernstige brandwonden oplopen. 3. Midden naar midden afstand 2. 3 mm minder dan de achterzijde 2.
2. Opmerking: Om het scherm te verwijderen, moet u het van de scharnierpennen tillen. Verwijder grondig al het vuil dat zich op het scherm bevindt. g009702 Figuur 62 g198662 1. Expansietank Figuur 63 1. Sluiting van achterscherm 2. Controleer het koelvloeistofpeil in de radiateur. De radiateur moet worden gevuld tot de bovenkant van de vulbuis, en de expansietank tot de VOL-markering (Figuur 62). 3.
Onderhouden remmen Belangrijk: Als u de radiateur of de oliekoeler met water reinigt, ontstaat voortijdig corrosie van onderdelen en gaat vuil aankoeken. 4. De bedrijfsremmen afstellen Sluit het achterscherm en zet het vast met de vergrendeling. Stel de bedrijfsremmen af als de rempedalen meer dan 25 mm 'speling' hebben of als de remmen niet naar behoren functioneren. Met speling wordt de afstand bedoeld die het rempedaal wordt ingetrapt voordat er remweerstand wordt gevoeld. 1.
Onderhoud riemen Onderhoud hydraulisch systeem Onderhoud van de riem van Veiligheid van het de wisselstroomdynamo Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren hydraulische systeem • Verzeker dat alle hydraulische slangen Bij een correcte spanning heeft de riem een speling van 10 mm als u halverwege tussen de poelies op de riem drukt met een kracht van 4,5 kg. Als de speling geen 10 mm bedraagt, moet u de montagebouten van de wisselstroomdynamo losdraaien (Figuur 66).
Gebruik daarom uitsluitend producten van gerenommeerde fabrikanten die garant staan voor de door hen aanbevolen vloeistoffen.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, laat de maaidekken zakken, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje. 2. Til de motorkap op. 3. Maak de terugvoerleiding van de bak los van de bodem van het hydraulische reservoir en laat de hydraulische vloeistof in een opvangbak lopen. 4. Monteer de slang als er geen hydraulische vloeistof meer naar buiten komt. 5.
3. Laat de bestuurdersstoel zakken en zet hem vast. 4. Plaats het retourfilter terug aan de rechterzijde van de machine (Figuur 69). 5. Start de motor en laat deze ongeveer 2 minuten lopen om lucht uit het systeem te verwijderen. Zet de motor af en controleer op lekkages. Onderhoud van het maaidek De maaidekken verwijderen Hydraulische slangen en leidingen controleren 1.
2. De voorrol monteren Schuif het draagframe van het maaidek op de draaipen van de hefarm (Figuur 71). Bevestig het maaidek aan de pen; gebruik hiervoor de borgpen (voor Groundsmaster 4500-machines) of de borgmoer (voor Groundsmaster 4700-machines). 3. Installeer de hydraulische motor op het dek (Figuur 70). Controleer of de O-ring zich op de juiste plaats bevindt en niet beschadigd is. 4. Smeer de as. Onderhoud van de voorrol 1. Druk het eerste lager in de rolbehuizing (Figuur 72).
Onderhoud van maaimessen Veiligheid van de messen Een versleten of beschadigd mes kan breken en een stuk van het mes kan worden uitgeworpen in de richting van de bestuurder of omstanders en ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen. • Controleer op gezette tijden het maaimes op g011353 Figuur 73 slijtage of beschadigingen. • Wees voorzichtig als u de messen controleert. Omwikkel de maaimessen of draag handschoenen en wees voorzichtig als u onderhoudswerkzaamheden aan de maaimessen verricht.
3. Bevestig de maaihoogtebeugel aan het maaidekframe met de overgebleven vulstukken onder de maaihoogtebeugel. 4. Bevestig de inbusbout/het afstandsstuk en een flensmoer. Opmerking: De inbusbout/het afstandsstuk worden bij elkaar gehouden met afdichtkit zodat het afstandsstuk niet in het maaidekframe valt. 5. Controleer de hoogte in de 12 uur-stand en breng indien nodig aanpassingen aan. 6. Bepaal of slechts één of beide maaihoogtebeugels (rechts en links) moeten worden aangepast.
Opmerking: Omdat het metaal dat het platte en het gebogen deel van het mes verbindt, kan wegslijten door zand en ander schurend materiaal, moet u dit steeds controleren voordat u de maaier gaat gebruiken. Als u slijtage (Figuur 76) ziet moet u het mes vervangen. g000276 Figuur 77 1. Onder de oorspronkelijke hoek slijpen. Opmerking: Verwijder de messen en slijp ze op een slijpmachine.
Stalling 7. Zet alle onderdelen van het brandstofsysteem weer goed vast. Voorbereidingen voor winterstalling 8. Zorg ervoor dat het luchtfilter grondig wordt gereinigd en een onderhoudsbeurt krijgt. 9. Plak de luchtfilterinlaat en de uitlaat af met weerbestendige tape. 10. Tractie-eenheid 1. Reinig de tractie-eenheid, de maaidekken en de motor grondig. 2. Controleer de bandenspanning; zie De bandenspanning controleren (bladz. 15). 3.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw aanspraak op garantie te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie, hetzij direct of via uw lokale Toro dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land.
Toro Garantie Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.