Form No. 3448-391 Rev A Groundsmaster® 4500-D cirkelmaaier Modelnr.: 30893—Serienr.: 408000000 en hoger Modelnr.: 30893TE—Serienr.: 408000000 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Raadpleeg de meegeleverde documentatie van de motorfabrikant. Inleiding g284120 Figuur 1 1. Plaats van modelnummer en serienummer Deze machine is een zitmaaier met draaiende messen bedoeld voor gebruik door professionele bestuurders in commerciële toepassingen.
Inhoud De koelventilator van de motor bedienen ....................................................... 41 Tips voor bediening en gebruik ......................... 41 Na gebruik ........................................................... 42 Algemene veiligheid ......................................... 42 Het trekkoord voor het stallen van de maai-eenheid gebruiken ............................... 42 De transportvergrendelingen gebruiken............ 44 De machine transporteren ................................
Veiligheid Veiligheid van het koelsysteem ......................... 66 Koelvloeistof ..................................................... 66 Het koelsysteem controleren ............................ 67 Het koelsysteem reinigen ................................. 67 Onderhouden remmen ........................................ 69 De bedrijfsremmen afstellen ............................. 69 Onderhoud riemen .............................................. 69 Onderhoud van de riem van de wisselstroomdynamo ........
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal93-6681 93-6681 1. Ledematen kunnen worden gesneden/geamputeerd, ventilator – blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. decal106-6755 106-6755 1. Motorkoelvloeistof onder druk. 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 2. Risico van explosie – Lees 4.
decal112-5297 112-5297 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding, gebruik deze machine uitsluitend als u hiervoor getraind bent. decal117-4764 2. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding voordat u de machine gaat slepen. 117-4764 1. Gevaar op weggeslingerde objecten – Houd omstanders op een afstand. 3.
decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 1. Risico van explosie 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding. 6. Houd omstanders uit de buurt van de accu. 7. Draag oogbescherming; explosieve gassen kunnen blindheid en ander letsel veroorzaken. 8. Accuzuur kan blindheid of ernstige brandwonden veroorzaken. 9.
decal127-3700 127-3700 Alleen voor Groundsmaster 4700 decal121-3884 121-3884 1. Motor – Afzetten 2. Motor – Voorgloeien 3. Motor – Starten 1. Maai-eenheid links omhoog. 4. De cruisecontrol inschakelen. 2. Middelste maai-eenheden omhoog. 5. De cruisecontrol uitschakelen. 3. Maai-eenheid rechts omhoog. decal121-3887 121-3887 1. Lees de Gebruikershandleiding. decal136-2931 136-2931 Alleen voor Groundsmaster 4500 1. Breng de maaidekken omhoog. 2. De cruisecontrol inschakelen. 8 3.
decal136-3185 136-3185 1. Koplampen – UIT 5. Laag 2. Koplampen – AAN 6. Breng het linkermaaidek omlaag. 3. Hoog/laag – Auto 7. Breng het middelste maaidek omlaag. 4. Tractiebediening 8. Breng het rechtermaaidek omlaag. decal136-3338 136-3338 1. TEC – 7,5 A 6. Aandrijving stoel – 10 A 2. Stroom: 10 A 3. Infocenter – 2 A 4. Hulpaggregaat – 10 A 7. Motor – 10 A 8. TEC – 2 A 9. Telematica – 10 A 5. Werkverlichting – 10 A 9 10.
decal136-3566 136-3566 1. Lees de Gebruikershandleiding voor meer informatie over het onderhoud van de machine. decal121-3627 121-3627 1.
Aanbrengen op onderdeelnr. 112-5297 voor CE* voor machines uit de serie 4500 decal127-6447 127-6447 Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker.
Aanbrengen op onderdeelnr. 112-5297 voor CE* voor machines uit de serie 4700 decal127-6448 127-6448 Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 5 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Waarschuwingssticker CE-sticker Productiejaar sticker Beugel van motorkapvergrendeling Popnagel Ring Schroef (¼" x 2") Borgmoer (¼") 1 1 1 1 2 1 1 1 Geen onderdelen vereist – De rolschraper afstellen (optioneel). Geen onderdelen vereist – De mulchplaat monteren (optioneel). Geen onderdelen vereist – De machine voorbereiden.
1 2 De stickers aanbrengen (uitsluitend voor CE-machines) De motorkapvergrendeling monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Benodigde onderdelen voor deze stap: Alleen CE-machines 1 Waarschuwingssticker 1 Beugel van motorkapvergrendeling 1 CE-sticker 2 Popnagel 1 Productiejaar sticker 1 Ring 1 Schroef (¼" x 2") 1 Borgmoer (¼") Procedure Op machines die moeten voldoen aan CE-normen dient u de waarschuwingssticker, de CE-sticker en de sticker met het productiejaar vervangen (Figuur
g012631 Figuur 7 g012629 1. Bout Figuur 5 1. Beugel van CE-vergrendeling 2. Bout en moer 3. Arm van motorkapvergrendeling 2. Moer 5. Lijn de ringen uit met de openingen aan de binnenzijde van de motorkap. 6. Bevestig de beugels en de ringen met de popnagels aan de motorkap (Figuur 5). 7. Haak de sluiting op de vergrendelbeugel van de motorkap (Figuur 6).
4 5 De mulchplaat monteren De machine voorbereiden Optioneel Geen onderdelen vereist Geen onderdelen vereist Procedure 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Zorg dat er zich geen vuil bevindt in de montageopeningen van de achterwand en linkerwand van de kamer. Voor Groundsmaster 4500 en 4700 machines: maak de kabels van maai-eenheid nr. 4 en nr. 5 los (Figuur 32). 3. Plaats de mulchplaat in de achterste opening en bevestig deze met 5 flenskopbouten (Figuur 9).
Algemeen overzicht van de machine het rechter rempedaal in terwijl u het andere pedaal inschakelt. Om de parkeerrem uit te schakelen, trapt u 1 van de rempedalen in totdat de vergrendeling van de parkeerrem wordt ingetrokken. Bedieningsorganen Pedaal voor stuurverstelling Om het stuur in uw richting te kantelen, moet u het pedaal intrappen, de stuurkolom naar u toe trekken in een positie die voor u het meest comfortabel is, en uw voet van het pedaal halen (Figuur 10).
Opmerking: De maai-eenheden kunnen niet omlaag worden gebracht in het hoge snelheidsbereik en kunnen ook niet omhoog of omlaag worden gebracht als u niet in de stoel zit. Bovendien kunnen de maai-eenheden omlaag worden gebracht met het contactsleuteltje in de stand AAN en u op de stoel. Selecteer de stand LAAG zodat enkel de lage snelheid wordt gebruikt.
g024916 Figuur 14 1. Gewichtmeter 4. Instelhendel rugleuning 2. Gewichtinstellingshendel 5. Instelknop armsteun 3. Instelhendel bestuurdersstoel Instelknop armsteun Draai aan de knop om de hoek van de armsteun te verstellen (Figuur 14). Instelhendel rugleuning Verplaats de hendel om de hoek van de rugleuning van de stoel in te stellen (Figuur 14).
Specificaties g322289 Figuur 15 1. Maai-eenheid 1 3. Maai-eenheid 3 5. Maai-eenheid 5 2. Maai-eenheid 2 4. Maai-eenheid 4 6. Maai-eenheid 6 (uitsluitend 4700) 20 7.
Eigenschappen van de machine Specificatietabel Beschrijving 4500-D Figuur 15 referentie 4700-D Figuur 15 referentie Maaibreedte 280 cm D 380 cm F Maai-eenheden neergelaten 286 cm E 391 cm G Maai-eenheden opgeheven (transport) 224 cm A 224 cm A Vóór 224 cm B 224 cm B Achter 141 cm M 141 cm M 226 cm C 226 cm C Maai-eenheden neergelaten 370 cm H 370 cm H Maai-eenheden opgeheven (transport) 370 cm L 370 cm L Totale breedte Spoorbreedte Hoogte met rolbeugel Totale le
Gebruiksaanwijzing • Gebruik uitsluitend een goedgekeurd vat of blik Opmerking: Bepaal vanuit de normale • Wanneer de motor loopt of heet is, mag u de voor de brandstof. brandstofdop niet verwijderen of geen brandstof toevoegen. bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. • Geen brandstof bijvullen of aftappen in een afgesloten ruimte. Voor gebruik • Bewaar de machine en het brandstofvat niet op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv.
Brandstoftank vullen langer te laten meegaan en meer vermogen te ontwikkelen. Inhoud brandstoftank Biodiesel gebruiken Inhoud brandstoftank: 83 liter. Deze machine kan ook gebruikmaken van een dieselmengsel tot maximaal B20 (20% biodiesel, 80% petrodiesel). Brandstof Belangrijk: Gebruik diesel met een laag Zwavelgehalte: ultralaag (<15 ppm) zwavelgehalte. Als de onderstaande waarschuwingen niet worden opgevolgd kan dit leiden tot schade aan de motor.
De bandenspanning controleren Brandstof tanken Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks De luchtdruk in de achterbanden moet 1,38 bar zijn. Belangrijk: Zorg ervoor dat alle banden steeds de aanbevolen bandenspanning hebben, hierdoor kan de machine optimale maaiprestaties leveren en goed functioneren. Pomp de banden niet te zacht op. Controleer de luchtdruk in alle banden voordat u de machine gebruikt.
g033359 Figuur 19 Achterwielen WAARSCHUWING g011344 Figuur 20 Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel. 1. Maaihoogtebeugel 3. Afstandsstuk 2. Maaihoogteplaat Draai de wielmoeren vast met de juiste torsie. De maaihoogte instellen Belangrijk: De maai-eenheden met draaiende 4. Verwijder het afstandsstuk terwijl u de maaikamer ondersteunt (Figuur 20). 5.
Om deze stoptijd na te gaan, kunt u op de stoel gaan zitten en de aftakas uitschakelen. Luister naar de draaiende messen en noteer de tijd die er nodig is totdat de messen volledig tot stilstand zijn gekomen. Als dit langer dan 7 seconden duurt, moet u de remklep afstellen. Neem contact op met uw erkende Toro distributeur als u hulp nodig heeft bij deze afstelling. VOORZICHTIG Niet-aangesloten of beschadigde interlockschakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben op de werking van de machine.
WAARSCHUWING Gebruik van een mes met High Lift-vleugel in combinatie met de mulchplaat kan het mes doen breken, wat lichamelijk of dodelijk letsel kan veroorzaken. Gebruik geen messen met een High Lift-vleugel in combinatie met de mulchplaat. Atomic mulchmes Dit mes is ontworpen voor uitstekende bladmulch-resultaten.
Werktuigen kiezen Optionele apparatuurconfiguraties Mes met gehoekte wiek Mes met parallelle High Lift-vleugel (Niet gebruiken in combinatie met de mulchplaat) Mulchplaat Rolschraper Gras maaien: maaihoogte van 1,9 tot 4,4 cm Aanbevolen voor de meeste toepassingen Kan goede resultaten opleveren bij schraal of dun gras.
Het InfoCenter lcd-scherm gebruiken Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter SERVICE DUE Het InfoCenter lcd-scherm toont informatie zoals de bedrijfsmodus, diverse diagnostieken en andere informatie over de machine (Figuur 22). Het InfoCenter heeft een startscherm en een hoofdscherm. U kunt te allen tijde heen en weer gaan tussen het welkomstscherm en het hoofdscherm door om het even welke knop in het InfoCenter te bedienen en dan op de richtingspijl te drukken.
Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter (cont'd.) Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter (cont'd.
Onderhoud Menu-optie Beschrijving Hours Het totale aantal bedrijfsuren van de machine, motor en ventilator, alsook het aantal uren dat de machine getransporteerd en oververhit is geweest Counts Left Cutting Unit Raadpleeg de Gebruikershandleiding of vraag een erkende Toro distributeur voor meer informatie over het menu Engine Run en de informatie die het bevat.
2. pincode moet u de contactschakelaar op UIT zetten en dan terug op AAN om deze optie te activeren en op te slaan. Scroll in het INSTELLINGENMENU met de middelste knop naar beneden tot het BEVEILIGDE MENU en druk op de rechterknop (Figuur 24A). De instellingen van het beveiligde menu weergeven en veranderen 1. Scroll in het beveiligde menu naar beneden tot u Instellingen beveiligen ziet. 2.
1. 2. 3. 4. Scroll in het instellingenmenu naar beneden tot u de functie transportsnelheid ziet en druk op de rechterknop. Druk op de rechterknop om de maximale transportsnelheid in stappen van 5% te verhogen tussen 50% en 100%. Druk op de rechterknop om de maximale transportsnelheid in stappen van 5% te verminderen tussen 50% en 100%. Druk op de linkerknop om het menu te verlaten. 3. 2. 3. • De eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk voor Ga in het instellingenmenu naar Smart Power.
• • • • • • • • • Houd de rolbeugel in deugdelijke staat door deze reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt. Verminder uw snelheid en wees voorzichtig als u een bocht maakt of wegen en voetpaden oversteekt met de machine. Verleen altijd voorrang.
• Als de motor zich in laag stationair bevindt, • Vermijd starten, stoppen of bochten maken op • • • • • • • verhoogt het uitvoeren van een functie, zoals het opheffen van de maai-eenheden of het indrukken van het tractiepedaal, het motortoerental naar een minimale werksnelheid en wordt voldoende vermogen geleverd om de functie efficiënt uit te voeren. hellingen. Vermijd plotse veranderingen van snelheid of richting. Draai langzaam en geleidelijk.
tractiepedaal in de NEUTRAALSTAND staat en de wielen niet meer bewegen. omhoogbrengen. Hierdoor kan het tractiepedaal werken zoals een auto. • Rijd altijd langzaam op oneffen terrein. Opmerking: De maai-eenheden kunnen niet omlaag worden gebracht van de transportstand terwijl u met de machine rijdt in het hoge snelheidsbereik.
Het tractiepedaal gebruiken De maximale tractiesnelDit pedaal regelt de snelheid vooruit en achteruit van heid (pedaalaanslag) de machine en het dynamisch remmen wanneer u het instellen pedaal laat terugkeren naar de neutraalstand. • Het tractiepedaal werkt zoals in een auto – het Met deze functie kunt u instellen wat de maximale snelheid van de machine is wanneer het pedaal helemaal ingedrukt is (Figuur 26). U kunt een afzonderlijke snelheid instellen voor het lage en het hoge bereik (Figuur 25).
Doe het volgende om de cruisecontrol uit te schakelen: Alleen in het lage snelheidsbereik kunt u de remmen afzonderlijk gebruiken om te keren of om de tractie te verbeteren. Doe het volgende als u de remmen afzonderlijk gebruikt: • In het hoge snelheidsbereik drukt u op het tractiepedaal voor achteruit, op de bedrijfsremmen, of op de schakelaar van de cruisecontrol (naar de stand UIT). • Koppel de pedaalvergrendeling af (Figuur 28).
• Laag – lage acceleratie en vertraging • Medium – middelmatige snelle acceleratie en • vertraging Hoog – snelste acceleratie en vertraging Wat is de omkeerfunctie? In de handige omkeerfunctie kunt u met één druk op de knop de maai-eenheden omhoogbrengen boven het gras en de maaimessen tijdelijk tot stilstand brengen. Zo kunt u uw aandacht richten op het rijden met de machine aan het eind van een werkgang of langs obstakels. g321767 Figuur 30 1. Geeft de snelheid van de cruisecontrol aan 3.
Belangrijk: Zet de motor af en laat hem De mogelijke instellingen van het tegengewicht zijn als volgt: • Laag – het meeste gewicht op de maai-eenheden en het minste gewicht op de aandrijfwielen • Medium – middelmatig gewicht op de maai-eenheden en de aandrijfwielen • Laag – het minste gewicht op de maai-eenheden en het meeste gewicht op de aandrijfwielen van de machine afkoelen voordat u controleert op olielekken, losse onderdelen of andere waarneembare defecten.
Opmerking: De keerstand is alleen is of voordat u met de machine de werkplaats of opslagplaats binnenrijdt. beschikbaar als hij is geactiveerd in de beveiligde menu's in het InfoCenter. Wanneer u drukt op de tuimelschakelaar zonder deze ingedrukt te houden, worden de maai-eenheden omhooggebracht naar de keerstand en wordt de rotatie van de messen gestopt tot de maai-eenheden omlaag worden gebracht. 7. Trek de aftakasschakelaar uit om de maai-eenheden in te schakelen.
zodat de afdichtingen en lagers niet worden beschadigd of verontreinigd raken als gevolg van een te hoge waterdruk. Zorg ervoor dat de radiateur en de oliekoeler vrij blijven van vuil en maaisel. Na reiniging moet u de machine controleren op eventuele lekken in het hydraulische systeem, beschadiging of slijtage van de hydraulische en mechanische onderdelen. Controleer tevens of de messen van de maaidekken scherp genoeg zijn. een ander object in de verte uitkiezen en recht daarop af rijden.
g225484 Figuur 32 De maai-eenheden vastmaken g225483 Figuur 33 1. Zorg ervoor dat de aftakas is uitgeschakeld. 2. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 3. Stel de parkeerrem in werking. 4. Breng de maai-eenheden volledig omhoog. 6. 5. Breng de trekkoord in het verlengde van de draagas aan de hefarm voor de buitenste frontmaai-eenheid (Figuur 33). Schuif de lus van de trekkoord over de draagas tot de trekkoord stevig in de inkeping in de as zit (Figuur 33). 7.
g225485 Figuur 34 1. Opening in versterkingsplaat (rolsteun) 2. Lus van trekkoord g038610 Figuur 35 De transportvergrendelingen gebruiken De machine transporteren Alleen Groundsmaster 4700 • Verwijder het sleuteltje en sluit de brandstofafsluitklep (indien aanwezig) voordat u de machine stalt of sleept. Gebruik de 2 achterste transportgrendels voor maai-eenheden nr. 6 en nr. 7 (Figuur 15) als u de machine over een lange afstand of oneffen terrein vervoert of als u de machine transporteert of stalt.
1. 2. • Aan beide zijden van het frame, bij het Open de motorkap en zoek de omloopkleppen (Figuur 36) bovenaan de pomp, achter de accu en het opslagcompartiment. bestuurdersplatform (Figuur 38) • Aan de achterbumper (Figuur 38) Draai de omloopkleppen 3 slagen linksom om deze te openen en de vloeistof inwendig om te laten leiden. Opmerking: Draai de klep niet meer dan 3 slagen los. Omdat de vloeistof wordt omgeleid, kunt u de machine langzaam voortbewegen zonder dat de transmissie wordt beschadigd.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Belangrijk: Raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures. Opmerking: Download het elektrische of hydraulische schema gratis op www.Toro.com; u kunt uw machine zoeken via de link Handleidingen op de hoofdpagina. Veiligheid bij onderhoud • Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel verlaat: – Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na het eerste bedrijfsuur • Wielmoeren aandraaien. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Wielmoeren aandraaien. Na de eerste 50 bedrijfsuren • Olie van voorste planeetwielaandrijving verversen. Na de eerste 200 bedrijfsuren Bij elk gebruik of dagelijks • Het smeermiddel van de achteras verversen. • • • • • • • • • • • • De bandenspanning controleren. Controleer de interlockschakelaars. De stoptijd van het mes controleren.
Onderhoudsinterval Vóór de stalling Om de 2 jaar Onderhoudsprocedure • • • • • Brandstoftank aftappen en reinigen. Controleer de bandenspanning. Alle bevestigingen controleren. Smeer alle smeer- en draaipunten met vet of olie. Beschadigde oppervlakken bijwerken. • Tap de hydraulische tank af en spoel deze schoon. • Vervang de hydraulische slangen. Controlelijst Dagelijks Onderhoud Kopieer deze pagina ten behoeve van gebruik bij routinecontroles.
Belangrijk: Zie de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures.
Procedures voorafgaande aan onderhoud De machine opkrikken Gebruik de volgende locaties om de machine op te krikken: Vooraan de machine – op het machineframe, voor de aandrijfmotoren van de wielen (Figuur 39) Belangrijk: Krik de machine niet op aan de aandrijfmotoren van de wielen. Houd de krikken uit de buurt van hydraulische buizen en slangen. g036671 Figuur 40 De motorkap openen Open de kap zodat u bij het chassis kunt; zie Figuur 41.
Toegang tot het hydraulische hefcompartiment Smering Lagers en lagerbussen smeren Kantel de stoel om bij het hydraulische hefcompartiment te kunnen; zie Figuur 42. Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren (ook na elke reinigingsbeurt). Te gebruiken vet: lithiumvet nr.
• Kogelverbinding van stuurcilinder (2); zie Figuur 45 • Aslagers van maai-eenheid (2 per maai-eenheid); zie Figuur 47 Opmerking: U kunt beide smeernippels gebruiken: kies de nippel die het makkelijkst te bereiken is. Pomp vet in de nippel tot er een beetje vet aan de onderzijde van de asbehuizing verschijnt (aan de onderzijde van de maai-eenheid). g009706 Figuur 45 g009708 1.
Onderhoud motor Veiligheid van de motor • Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie. g198631 • Verander de snelheid van de toerenregelaar niet en laat de motor het maximale toerental niet overschrijden. Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren Controleer de luchtfilterbehuizing op schade die een luchtlek kan veroorzaken. Vervang deze in geval van beschadiging.
voor- en nadat de motor voor de eerste keer wordt gestart. als het voorfilter 3 onderhoudsbeurten heeft gehad. Belangrijk: Controleer het motoroliepeil dagelijks. Als de niveau van de motorolie hoger is dan het Vol-merkteken op de peilstok kan de olie verdund zijn met brandstof, in dat geval moet de olie vervangen worden. De beste tijd om de motorolie te controleren is wanneer de motor koud is voordat deze is gestart voor de dag.
Opmerking: Als u andere olie gaat gebruiken, moet 4. u eerst alle oude olie aftappen uit het carter voordat u dit vult met nieuwe olie. Olievolume in het carter Ongeveer 5,7 liter inclusief het filter. Motorolie verversen en filter vervangen Onderhoudsinterval: Om de 250 bedrijfsuren Opmerking: Raadpleeg De timer ‘Onderhoud vereist’ instellen (bladz. 33) om de indicator ‘onderhoud vereist’ terug op nul te zetten in het InfoCenter. 1.
Onderhoud van brandstof/waterafscheider Onderhoud brandstofsysteem GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken. • Gebruik een trechter om de brandstoftank te vullen en doe dit in de open lucht wanneer de motor uitgeschakeld is en koud staat. Eventueel gemorste brandstof opnemen.
De brandstoffilterbus vervangen Onderhoud van het brandstoffilter Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren—De brandstoffilterbus vervangen. Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren Vervang de brandstoffilterbus zoals wordt getoond in Figuur 56. 1. Nadat u de waterafscheider heeft vervangen, moet u het brandstofsysteem laten voorinspuiten; zie Brandstofsysteem gebruiksklaar maken (bladz. 58). Maak de omgeving van de kop van het brandstoffilter schoon (Figuur 57). g028799 Figuur 57 1.
Rooster van brandstofaanzuigbuis reinigen Brandstofsysteem gebruiksklaar maken De brandstofaanzuigbuis bevindt zich in de brandstoftank en is voorzien van een rooster dat voorkomt dat er vuil in het brandstofsysteem komt. Verwijder de brandstofaanzuigbuis en reinig het rooster als dit nodig is. Laat het brandstofsysteem voorinspuiten voordat u de motor voor de eerste keer start, nadat u zonder brandstof bent gevallen en nadat er onderhoud is uitgevoerd aan het brandstofsysteem (bv.
Onderhoud elektrisch systeem GEVAAR Accuzuur bevat zwavelzuur; deze stof is dodelijk bij inname en veroorzaakt ernstige brandwonden. Veiligheid van het elektrisch systeem • U mag accuzuur nooit inslikken en moet elk contact met huid, ogen of kleding vermijden. Draag een veiligheidsbril en rubberhandschoenen om uw ogen en handen te beschermen. • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool.
De zekeringen vinden De zekeringhouder voor de machine bevindt zich in de opbergbak rechts g009986 Figuur 59 1. Pluskabel van de accu 4. 2. Minkabel van de accu decal136-3338 Sluit een acculader van 3 tot 4 A aan op de accupolen. Laad de accu op gedurende 4 tot 8 uur bij 3-4 A. Figuur 60 1. WAARSCHUWING Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen.
Onderhoud aandrijfsysteem g225611 g010255 Figuur 63 Figuur 62 1. Zekeringen 3. Controleer de planeetaandrijvingen op eindspeling Sluit het deksel van de opbergbak rechts en zet het deksel vast met de grendel (Figuur 61). Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren De planeetaandrijvingen/aandrijfwielen mogen geen eindspeling hebben (d.w.z. de wielen mogen niet bewegen wanneer u ze in een richting parallel met de as duwt of trekt). 1.
3. Neem een van de voorste aandrijfwielen en duw/trek het naar de machine toe en van de machine weg; controleer of het beweegt. g028798 Figuur 64 1. Voorste aandrijfwielen g225612 Figuur 65 4. Herhaal stap 3 voor het andere aandrijfwiel. 5. Als een wiel beweegt, moet u contact opnemen met uw erkende Toro distributeur om de planeetaandrijving te laten reviseren. 1. Vulplug (bovenaan) 2. Controleplug (rechts) 3. Aftapplug (onderaan) 2.
Oliepeil van de planeetwielaandrijving verversen 6. Plaats een opvangbak onder de remkast, verwijder de aftapplug en laat al de olie in de bak lopen (Figuur 68). Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren Om de 800 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Aanbevolen smeermiddel: hoogwaardige SAE 85W-140 transmissieolie Smeermiddelcapaciteit planeetwiel- en remkast: 0,65 liter g225608 De olie uit de planeetwielaandrijving verwijderen 1. 2. Figuur 68 1.
2. Plaats de vulplug en de controleplug. 3. Veeg de planeetwiel- en remkast schoon (Figuur 70). Het smeeroliepeil van de achteras controleren Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren De achteras is gevuld met SAE 85W-140 smeerolie. De capaciteit bedraagt 2,4 liter. Controleer elke dag op lekkage. 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, laat de maai-eenheden zakken, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje. 2.
g009717 Figuur 73 1. Locatie van aftapplug 3. Verwijder de controlepluggen voor het oliepeil en de vuldop op de hoofdas zodat de transmissieolie gemakkelijk kan weglopen. 4. Verwijder de aftappluggen zodat de transmissieolie in de opvangbakken kan lopen. 5. Plaats de pluggen. 6. Verwijder een controleplug en vul de as met ongeveer 2,4 liter 85W-140 tandwielsmeer of totdat het smeermiddel tot aan de onderkant van de opening komt. 7. g011488 Figuur 74 1.
3. Onderhoud koelsysteem Om het toespoor af te stellen, moet u de pen en moer van één van de kogelverbindingen van de trekstang verwijderen (Figuur 76). Verwijder de kogelverbinding van de trekstang uit de steun van de differentieelbehuizing. Veiligheid van het koelsysteem • Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging • g009718 Figuur 76 1. Klem van de trekstang 2. Kogelverbinding van trekstang • 4. Draai de klemmen aan beide uiteinden van de trekstangen los (Figuur 76). 5.
Normen voor extended life koelvloeistof (cont'd.) ATSM International SAE International D3306 en D4985 J1034, J814 en 1941 Belangrijk: De koelvloeistofconcentratie dient een mengsel te zijn dat half uit water, half uit koelvloeistof bestaat. • Bij voorkeur: Wanneer u koelvloeistof van een concentraat mengt, meng het dan met gedestilleerd water. • Voorkeursoptie: Indien er geen gedestilleerd water beschikbaar is, moet u een vooraf gemengde koelvloeistof gebruiken in plaats van een concentraat.
de maai-eenheden zakken, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje. 2. Laat de machine afkoelen; zie Veiligheid bij onderhoud (bladz. 46) en Veiligheid van het koelsysteem (bladz. 66). 3. Ontgrendel en draai het achterscherm open (Figuur 78). Opmerking: Om het scherm te verwijderen, moet u het van de scharnierpennen tillen. 4. Verwijder grondig al het vuil dat zich op het scherm bevindt. g020509 Figuur 79 1.
Onderhouden remmen Onderhoud riemen De bedrijfsremmen afstellen Onderhoud van de riem van de wisselstroomdynamo Stel de bedrijfsremmen af als de rempedalen meer dan 25 mm 'speling' hebben of als de remmen niet naar behoren functioneren. Met speling wordt de afstand bedoeld die het rempedaal wordt ingetrapt voordat er remweerstand wordt gevoeld. Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren 1.
Onderhoud hydraulisch systeem Opmerking: Toro aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik van verkeerde vervangende vloeistoffen. Gebruik daarom uitsluitend producten van gerenommeerde fabrikanten die garant staan voor de door hen aanbevolen vloeistoffen.
Inhoud hydraulische vloeistof: 28,4 liter Als de vloeistof verontreinigd raakt, moet u contact opnemen met uw erkende Toro distributeur omdat het systeem dient te worden schoongespoeld. Verontreinigde hydraulische vloeistof ziet er in vergelijking met schone vloeistof melkachtig of zwart uit. g198718 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, laat de maai-eenheden zakken, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje. 2. Til de motorkap op. 3.
machine en onderdeelnr. 75-1310 op de voorkant (druk) van de machine. Belangrijk: Als u een ander filter gebruikt, kan de garantie van bepaalde onderdelen komen te vervallen. 1. Kantel de bestuurdersstoel om bij het drukfilter van de maaier te komen; zie Toegang tot het hydraulische hefcompartiment (bladz. 51) g036709 g201858 Figuur 83 2. Vervang het hydraulische drukfilter bij het hydraulische hefcompartiment; zie Figuur 84. g031621 Figuur 84 3. 4. 5.
Onderhoud van de maai-eenheid WAARSCHUWING Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken. De maai-eenheden verwijderen • Waarschuw onmiddellijk een arts als er vloeistof is geïnjecteerd in de huid. • Controleer of alle hydraulische slangen en leidingen in goede staat verkeren en alle hydraulische aansluitingen en fittings stevig vastzitten voordat u druk zet op het hydraulische systeem.
De maai-eenheden monteren 87). Vervang beschadigde onderdelen en zet de constructie weer in elkaar. De voorrol monteren 1. Plaats de maai-eenheid vóór de machine. 2. Schuif het draagframe van de maai-eenheid op de draaipen van de hefarm (Figuur 86). Bevestig de maai-eenheid aan de pen; gebruik hiervoor de borgpen (voor Groundsmaster 4500-machines) of de borgmoer (voor Groundsmaster 4700-machines). 3. Monteer de hydraulische motor op de maai-eenheid (Figuur 85).
Onderhoud van maaimessen Veiligheid van de messen • Controleer op gezette tijden het maaimes op slijtage of beschadigingen. • Wees voorzichtig als u de messen controleert. Omwikkel de maaimessen of draag handschoenen en wees voorzichtig als u onderhoudswerkzaamheden aan de maaimessen verricht. De maaimessen mogen alleen worden vervangen of geslepen, probeer ze nooit recht te maken of er aan te lassen. g011353 Figuur 88 5.
3. Bevestig de maaihoogtebeugel aan het frame van de maai-eenheid met de overgebleven vulstukken onder de maaihoogtebeugel. 4. Bevestig de inbusbout/het afstandsstuk en een flensmoer. Opmerking: De inbusbout/het afstandsstuk worden bij elkaar gehouden met afdichtkit zodat het afstandsstuk niet in het frame van de maai-eenheid valt. 5. Controleer de hoogte in de 12 uur-stand en breng indien nodig aanpassingen aan. 6.
Opmerking: Omdat het metaal dat het platte en het gebogen deel van het mes verbindt, kan wegslijten door zand en ander schurend materiaal, moet u dit steeds controleren voordat u de maaier gaat gebruiken. Het mes vervangen als dit versleten is (Figuur 91). g000276 Figuur 92 1. Onder de oorspronkelijke hoek slijpen. Opmerking: Verwijder de messen en slijp ze op een slijpmachine.
Stalling D. Veiligheid tijdens opslag De motor gebruiksklaar maken • Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje 1. en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht. 2. 3. • Bewaar de machine en het brandstofvat niet op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv.
Privacyverklaring EEA/VK Toro's gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.
Toro garantie Garantie gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt Onderdelen De Toro Company biedt de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden. Deze garantie geldt voor alle producten met uitzondering van beluchters (zie de afzonderlijke garantieverklaringen voor deze producten).