Form No. 3439-579 Rev A Groundsmaster® 4500-D en 4700-D cirkelmaaier Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Registreer uw product op www.Toro.com. Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL) 30893—Serienr.: 406680000 en hoger 30893TE—Serienr.: 406680000 en hoger 30899—Serienr.: 406680000 en hoger 30899TE—Serienr.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Raadpleeg de meegeleverde documentatie van de motorfabrikant. Inleiding g284120 Figuur 1 1. Plaats van modelnummer en serienummer Deze machine is een zitmaaier met draaiende messen bedoeld voor gebruik door professionele bestuurders in commerciële toepassingen.
Inhoud De koelventilator van de motor bedienen ....................................................... 41 Tips voor bediening en gebruik ......................... 41 Na gebruik ........................................................... 42 Algemene veiligheid ......................................... 42 Het trekkoord voor het stallen van de maai-eenheid gebruiken ............................... 42 De transportvergrendelingen gebruiken............ 44 De machine transporteren ................................
Veiligheid Veiligheid van het koelsysteem ......................... 67 Het koelsysteem controleren ............................ 67 Het koelsysteem reinigen ................................. 67 Onderhouden remmen ........................................ 69 De bedrijfsremmen afstellen ............................. 69 Onderhoud riemen .............................................. 69 Onderhoud van de riem van de wisselstroomdynamo .................................... 69 Onderhoud hydraulisch systeem .........
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal93-6681 93-6681 1. Ledematen kunnen worden gesneden/geamputeerd, ventilator – blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. decal106-6755 106-6755 1. Motorkoelvloeistof onder druk. 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 2. Risico van explosie – Lees 4.
decal112-5297 112-5297 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding, gebruik deze machine uitsluitend als u hiervoor getraind bent. decal117-4764 2. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding voordat u de machine gaat slepen. 117-4764 1. Gevaar op weggeslingerde objecten – Houd omstanders op een afstand. 3.
decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 1. Risico van explosie 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding. 6. Houd omstanders uit de buurt van de accu. 7. Draag oogbescherming; explosieve gassen kunnen blindheid en ander letsel veroorzaken. 8. Accuzuur kan blindheid of ernstige brandwonden veroorzaken. 9.
decal127-3700 127-3700 Alleen voor Groundsmaster 4700 decal121-3884 121-3884 1. Motor – Afzetten 2. Motor – Voorgloeien 3. Motor – Starten 1. Maai-eenheid links omhoog. 4. De cruisecontrol inschakelen. 2. Middelste maai-eenheden omhoog. 5. De cruisecontrol uitschakelen. 3. Maai-eenheid rechts omhoog. decal121-3887 121-3887 1. Lees de Gebruikershandleiding. decal136-2931 136-2931 Alleen voor Groundsmaster 4500 1. Breng de maaidekken omhoog. 2. De cruisecontrol inschakelen. 8 3.
decal136-3185 136-3185 1. Koplampen – UIT 5. Laag 2. Koplampen – AAN 6. Breng het linkermaaidek omlaag. 3. Hoog/laag – Auto 7. Breng het middelste maaidek omlaag. 4. Tractiebediening 8. Breng het rechtermaaidek omlaag. decal136-3338 136-3338 1. TEC – 7,5 A 6. Aandrijving stoel – 10 A 2. Stroom: 10 A 3. Infocenter – 2 A 4. Hulpaggregaat – 10 A 7. Motor – 10 A 8. TEC – 2 A 9. Telematica – 10 A 5. Werkverlichting – 10 A 9 10.
decal136-3566 136-3566 1. Lees de Gebruikershandleiding voor meer informatie over het onderhoud van de machine. decal121-3627 121-3627 1.
Aanbrengen op onderdeelnr. 112-5297 voor CE* voor machines uit de serie 4500 decal127-6447 127-6447 Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker.
Aanbrengen op onderdeelnr. 112-5297 voor CE* voor machines uit de serie 4700 decal127-6448 127-6448 Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 5 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Waarschuwingssticker CE-sticker Productiejaar sticker Beugel van motorkapvergrendeling Popnagel Ring Schroef (¼" x 2") Borgmoer (¼") 1 1 1 1 2 1 1 1 Geen onderdelen vereist – De rolschraper afstellen (optioneel). Geen onderdelen vereist – De mulchplaat monteren (optioneel). Geen onderdelen vereist – De machine voorbereiden.
1 2 De stickers aanbrengen (uitsluitend voor CE-machines) De motorkapvergrendeling monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Benodigde onderdelen voor deze stap: Alleen CE-machines 1 Waarschuwingssticker 1 Beugel van motorkapvergrendeling 1 CE-sticker 2 Popnagel 1 Productiejaar sticker 1 Ring 1 Schroef (¼" x 2") 1 Borgmoer (¼") Procedure Op machines die moeten voldoen aan CE-normen dient u de waarschuwingssticker, de CE-sticker en de sticker met het productiejaar vervangen (Figuur
g012631 Figuur 7 g012629 1. Bout Figuur 5 1. Beugel van CE-vergrendeling 2. Bout en moer 3. Arm van motorkapvergrendeling 2. Moer 5. Lijn de ringen uit met de openingen aan de binnenzijde van de motorkap. 6. Bevestig de beugels en de ringen met de popnagels aan de motorkap (Figuur 5). 7. Haak de sluiting op de vergrendelbeugel van de motorkap (Figuur 6).
4 5 De mulchplaat monteren De machine voorbereiden Optioneel Geen onderdelen vereist Geen onderdelen vereist Procedure 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Zorg dat er zich geen vuil bevindt in de montageopeningen van de achterwand en linkerwand van de kamer. Voor Groundsmaster 4500 en 4700 machines: maak de kabels van maai-eenheid nr. 4 en nr. 5 los (). 3. Plaats de mulchplaat in de achterste opening en bevestig deze met 5 flenskopbouten (Figuur 9).
Algemeen overzicht van de machine het rechter rempedaal in terwijl u het andere pedaal inschakelt. Om de parkeerrem uit te schakelen, trapt u 1 van de rempedalen in totdat de vergrendeling van de parkeerrem wordt ingetrokken. Bedieningsorganen Pedaal voor stuurverstelling Om het stuur in uw richting te kantelen, moet u het pedaal intrappen, de stuurkolom naar u toe trekken in een positie die voor u het meest comfortabel is, en uw voet van het pedaal halen (Figuur 10).
Opmerking: De maai-eenheden kunnen niet omlaag worden gebracht in het hoge snelheidsbereik en kunnen ook niet omhoog of omlaag worden gebracht als u niet in de stoel zit. Bovendien kunnen de maai-eenheden omlaag worden gebracht met het contactsleuteltje in de stand AAN en u op de stoel. Selecteer de stand LAAG zodat enkel de lage snelheid wordt gebruikt.
g024916 Figuur 14 1. Gewichtmeter 4. Instelhendel rugleuning 2. Gewichtinstellingshendel 5. Instelknop armsteun 3. Instelhendel bestuurdersstoel Instelknop armsteun Draai aan de knop om de hoek van de armsteun te verstellen (Figuur 14). Instelhendel rugleuning Verplaats de hendel om de hoek van de rugleuning van de stoel in te stellen (Figuur 14).
Specificaties g198614 Figuur 15 1. Maai-eenheid 1 3. Maai-eenheid 3 5. Maai-eenheid 5 2. Maai-eenheid 2 4. Maai-eenheid 4 6. Maai-eenheid 6 (uitsluitend 4700) 20 7.
Eigenschappen van de machine Specificatietabel Beschrijving 4500-D Figuur 15 referentie 4700-D Figuur 15 referentie Maaibreedte 280 cm D 380 cm F Maai-eenheden neergelaten 286 cm E 391 cm G Maai-eenheden opgeheven (transport) 224 cm A 224 cm A Vóór 224 cm B 224 cm B Achter 141 cm M 141 cm M 226 cm C 226 cm C Maai-eenheden neergelaten 370 cm H 370 cm H Maai-eenheden opgeheven (transport) 370 cm L 370 cm L Totale breedte Spoorbreedte Hoogte met rolbeugel Totale le
Gebruiksaanwijzing • Gebruik uitsluitend een goedgekeurd vat of blik Opmerking: Bepaal vanuit de normale • Wanneer de motor loopt of heet is, mag u de voor de brandstof. brandstofdop niet verwijderen of geen brandstof toevoegen. bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. • Geen brandstof bijvullen of aftappen in een afgesloten ruimte. Voor gebruik • Bewaar de machine en het brandstofvat niet op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv.
Brandstoftank vullen langer te laten meegaan en meer vermogen te ontwikkelen. Inhoud brandstoftank Biodiesel gebruiken Inhoud brandstoftank: 83 liter. Deze machine kan ook gebruikmaken van een dieselmengsel tot maximaal B20 (20% biodiesel, 80% petrodiesel). Brandstof Belangrijk: Gebruik diesel met een laag Zwavelgehalte: ultralaag (<15 ppm) zwavelgehalte. Als de onderstaande waarschuwingen niet worden opgevolgd kan dit leiden tot schade aan de motor.
De bandenspanning controleren Brandstof bijvullen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks De luchtdruk in de achterbanden moet 1,38 bar zijn. Belangrijk: Zorg ervoor dat alle banden steeds de aanbevolen bandenspanning hebben, hierdoor kan de machine optimale maaiprestaties leveren en goed functioneren. Pomp de banden niet te zacht op. Controleer de luchtdruk in alle banden voordat u de machine gebruikt.
g033359 Figuur 19 Achterwielen WAARSCHUWING g011344 Figuur 20 Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel. 1. Maaihoogtebeugel 3. Afstandsstuk 2. Maaihoogteplaat Draai de wielmoeren vast met de juiste torsie. De maaihoogte instellen Belangrijk: De maai-eenheden met draaiende 4. Verwijder het afstandsstuk terwijl u de maaikamer ondersteunt (Figuur 20). 5.
Om deze stoptijd na te gaan, kunt u op de stoel gaan zitten en de aftakas uitschakelen. Luister naar de draaiende messen en noteer de tijd die er nodig is totdat de messen volledig tot stilstand zijn gekomen. Als dit langer dan 7 seconden duurt, moet u de remklep afstellen. Neem contact op met uw erkende Toro distributeur als u hulp nodig heeft bij deze afstelling. VOORZICHTIG Niet-aangesloten of beschadigde interlockschakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben op de werking van de machine.
WAARSCHUWING Gebruik van een mes met High Lift-vleugel in combinatie met de mulchplaat kan het mes doen breken, wat lichamelijk of dodelijk letsel kan veroorzaken. Gebruik geen messen met een High Lift-vleugel in combinatie met de mulchplaat. Atomic mulchmes Dit mes is ontworpen voor uitstekende bladmulch-resultaten.
Werktuigen kiezen Optionele apparatuurconfiguraties Mes met gehoekte wiek Mes met parallelle High Lift-vleugel (Niet gebruiken in combinatie met de mulchplaat) Mulchplaat Rolschraper Gras maaien: maaihoogte van 1,9 tot 4,4 cm Aanbevolen voor de meeste toepassingen Kan goede resultaten opleveren bij schraal of dun gras.
Het InfoCenter lcd-scherm gebruiken Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter SERVICE DUE Het InfoCenter lcd-scherm toont informatie zoals de bedrijfsmodus, diverse diagnostieken en andere informatie over de machine (Figuur 22). Het InfoCenter heeft een startscherm en een hoofdscherm. U kunt te allen tijde heen en weer gaan tussen het welkomstscherm en het hoofdscherm door om het even welke knop in het InfoCenter te bedienen en dan op de richtingspijl te drukken.
Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter (cont'd.) Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter (cont'd.
Onderhoud Menu-optie Beschrijving Hours Het totale aantal bedrijfsuren van de machine, motor en ventilator, alsook het aantal uren dat de machine getransporteerd en oververhit is geweest Counts Left Cutting Unit Raadpleeg de Gebruikershandleiding of vraag een erkende Toro distributeur voor meer informatie over het menu Engine Run en de informatie die het bevat.
2. zetten en dan terug op AAN om deze optie te activeren en op te slaan. Scroll in het INSTELLINGENMENU met de middelste knop naar beneden tot het BEVEILIGDE MENU en druk op de rechterknop (A). De instellingen van het beveiligde menu weergeven en veranderen 1. Scroll in het beveiligde menu naar beneden tot u Instellingen beveiligen ziet. 2. Om de instellingen te bekijken en veranderen zonder een PIN-code in te voeren, zet u met de rechterknop Instellingen beveiligen op UIT. 3.
2. 3. 4. Druk op de rechterknop om de maximale transportsnelheid in stappen van 5% te verhogen tussen 50% en 100%. Druk op de rechterknop om de maximale transportsnelheid in stappen van 5% te verminderen tussen 50% en 100%. Druk op de linkerknop om het menu te verlaten. 3. Tijdens gebruik Veiligheid tijdens het werk Algemene veiligheid Smart Power in-/uitschakelen 1. 2. 3. • De eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk voor Ga in het instellingenmenu naar Smart Power.
• Verminder uw snelheid en wees voorzichtig • • • • • • • en zorg dat alle bevestigingsmateriaal stevig is vastgedraaid. als u een bocht maakt of wegen en voetpaden oversteekt met de machine. Verleen altijd voorrang. Schakel de aandrijving van de maai-eenheid uit, schakel de motor uit, verwijder het sleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de maaihoogte wijzigt (tenzij u deze kunt aanpassen vanuit de bestuurderspositie).
• Als de motor zich in laag stationair bevindt, • Vermijd starten, stoppen of bochten maken op • • • • • • • verhoogt het uitvoeren van een functie, zoals het opheffen van de maai-eenheden of het indrukken van het tractiepedaal, het motortoerental naar een minimale werksnelheid en wordt voldoende vermogen geleverd om de functie efficiënt uit te voeren. hellingen. Vermijd plotse veranderingen van snelheid of richting. Draai langzaam en geleidelijk.
tractiepedaal in de NEUTRAALSTAND staat en de wielen niet meer bewegen. omhoogbrengen. Hierdoor kan het tractiepedaal werken zoals een auto. • Rijd altijd langzaam op oneffen terrein. Opmerking: De maai-eenheden kunnen niet omlaag worden gebracht van de transportstand terwijl u met de machine rijdt in het hoge snelheidsbereik.
Het tractiepedaal gebruiken helemaal ingedrukt is (). U kunt een afzonderlijke snelheid instellen voor het lage en het hoge bereik (). Dit pedaal regelt de snelheid vooruit en achteruit van de machine en het dynamisch remmen wanneer u het pedaal laat terugkeren naar de neutraalstand. • Het tractiepedaal werkt zoals in een auto – het motortoerental en de snelheid van de machine corresponderen met de beweging van het pedaal.
bedrijfsremmen, of u zet de aftakasschakelaar u, of u zet de schakelaar van de cruisecontrol naar de stand UIT. rijrichting. Hierdoor kunt u een kleinere draaicirkel maken. Opmerking: Ga voorzichtig te werk indien u de • rempedalen afzonderlijk gebruikt, in het bijzonder op zacht of nat gras, omdat het gazon per ongeluk kan scheuren. Voor tractiehulp oefent u lichte druk uit op het rempedaal aan de kant van het voorwiel dat slipt.
Tips voor het gebruik van de cruisecontrol • Stel een cruisesnelheid in voor lange afstanden • • zonder veel obstakels. Gebruik het InfoCenter om de snelheid te regelen op ruw terrein. Gebruik de cruisecontrol als volgt voor te keren: 1. Stel de cruisecontrol in op een lagere snelheid waarbij u zich comfortabel en veilig voelt wanneer u keert. 2. Trap het tractiepedaal in om de snelheid te verhogen voor het maaien tijdens de maaiwerkgang. 3.
Opmerking: De Smart Power functie is standaard INGESCHAKELD. Starten van de motor 2. Stel de parkeerrem in werking. 3. Draai het contactsleuteltje op UIT. 4. Verwijder het sleuteltje om te voorkomen dat de motor per ongeluk start. Belangrijk: Ontlucht het brandstofsysteem in de Gras maaien met de machine volgende gevallen: • De motor is gestopt omdat de brandstof op was. • Er is onderhoud uitgevoerd aan componenten van het brandstofsysteem. 1.
Opmerking: Oefen om ervoor te zorgen dat de maai-eenheden niet te vroeg omlaag worden gebracht of een onbedoeld gebied maaien. 9. Begin met het maaien van het gebied. 10. Wanneer u de maaiwerkgang hebt afgerond, drukt u de hefschakelaar (GM4500) of de middelste hefschakelaar (GM4700) naar achteren om de maai-eenheden op te heffen naar de keerstand. 11. Maak een druppelvormige bocht om de machine snel voor de volgende baan uit te lijnen. 12.
• Zodra de voorste maai-eenheden de rand van het oliekoeler vrij blijven van vuil en maaisel. Na reiniging moet u de machine controleren op eventuele lekken in het hydraulische systeem, beschadiging of slijtage van de hydraulische en mechanische onderdelen. Controleer tevens of de messen van de maaidekken scherp genoeg zijn. maaigebied bereiken, brengt u de maai-eenheden omhoog en maakt u een druppelvormige bocht om snel in de juiste positie te komen voor de volgende baan.
g225484 Figuur 32 De maai-eenheden vastmaken g225483 Figuur 33 1. Zorg ervoor dat de aftakas is uitgeschakeld. 2. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 3. Stel de parkeerrem in werking. 4. Breng de maai-eenheden volledig omhoog. 6. 5. Breng de trekkoord in het verlengde van de draagas aan de hefarm voor de buitenste frontmaai-eenheid (Figuur 33). Schuif de lus van de trekkoord over de draagas tot de trekkoord stevig in de inkeping in de as zit (Figuur 33). 7.
g225485 Figuur 34 1. Opening in versterkingsplaat (rolsteun) 2. Lus van trekkoord g038610 Figuur 35 De transportvergrendelingen gebruiken De machine transporteren Alleen Groundsmaster 4700 • Verwijder het sleuteltje en sluit de brandstofafsluitklep (indien aanwezig) voordat u de machine stalt of sleept. Gebruik de 2 achterste transportgrendels voor maai-eenheden nr. 6 en nr. 7 () als u de machine over een lange afstand of oneffen terrein vervoert of als u de machine transporteert of stalt.
1. Open de motorkap en zoek de omloopkleppen (Figuur 36) bovenaan de pomp, achter de accu en het opslagcompartiment. 2. Draai de omloopkleppen 3 slagen linksom om deze te openen en de vloeistof inwendig om te laten leiden. testaansluiting voor de achterwaartse tractiedruk (op de hydrostaat) en op de aansluiting tussen de aansluitingen M8 en P2 van de achterste tractieverdeler (achter het voorwiel). De slangeenheid bevat 1 slang (onderdeelnr. 95-8843), 2 koppelingen (onderdeelnr.
g036665 Figuur 38 46
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Belangrijk: Raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures. Opmerking: Download het elektrische of hydraulische schema gratis op www.Toro.com; u kunt uw machine zoeken via de link Handleidingen op de hoofdpagina. Veiligheid bij onderhoud • Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel verlaat: – Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na het eerste bedrijfsuur • Wielmoeren aandraaien. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Wielmoeren aandraaien. Na de eerste 50 bedrijfsuren • Olie van voorste planeetwielaandrijving verversen. Na de eerste 200 bedrijfsuren Bij elk gebruik of dagelijks • Het smeermiddel van de achteras verversen. • • • • • • • • • • • • De bandenspanning controleren. Controleer de interlockschakelaars. De stoptijd van het mes controleren.
Onderhoudsinterval Vóór de stalling Om de 2 jaar Onderhoudsprocedure • • • • • Brandstoftank aftappen en reinigen. Controleer de bandenspanning. Alle bevestigingen controleren. Smeer alle smeer- en draaipunten met vet of olie. Beschadigde oppervlakken bijwerken. • Tap de hydraulische tank af en spoel deze schoon. • Vervang de hydraulische slangen. Controlelijst Dagelijks Onderhoud Kopieer deze pagina ten behoeve van gebruik bij routinecontroles.
Belangrijk: Zie de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures. Aantekening voor speciale aandachtsgebieden: Controle uitgevoerd door: Item Datum Procedures voorafgaande aan onderhoud Informatie Belangrijk: Krik de machine niet op aan de trekstang.
g036706 Figuur 42 g036674 Figuur 41 Toegang tot het hydraulische hefcompartiment Kantel de stoel om bij het hydraulische hefcompartiment te kunnen; zie Figuur 42.
Smering • Kogelverbinding van stuurcilinder (2); zie Figuur 45 Lagers en lagerbussen smeren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren (ook na elke reinigingsbeurt). Te gebruiken vet: lithiumvet nr. 2 De smeerpunten en de hoeveelheden zijn: • Lagers van draaipunt van remas (5); zie Figuur 43 g009706 Figuur 45 g009704 Figuur 43 1.
Onderhoud motor • Aslagers van maai-eenheid (2 per maai-eenheid); zie Figuur 47 Opmerking: U kunt beide smeernippels gebruiken: kies de nippel die het makkelijkst te bereiken is. Pomp vet in de nippel tot er een beetje vet aan de onderzijde van de asbehuizing verschijnt (aan de onderzijde van de maai-eenheid). Veiligheid van de motor • Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie.
als het voorfilter 3 onderhoudsbeurten heeft gehad. g198631 g009712 Figuur 51 1. Veiligheidsfilter 2. Stel de indicator (Figuur 49) opnieuw in als deze rood is.
Opmerking: Als u andere olie gaat gebruiken, moet voor- en nadat de motor voor de eerste keer wordt gestart. u eerst alle oude olie aftappen uit het carter voordat u dit vult met nieuwe olie. Belangrijk: Controleer het motoroliepeil dagelijks. Als de niveau van de motorolie hoger is dan het Vol-merkteken op de peilstok kan de olie verdund zijn met brandstof, in dat geval moet de olie vervangen worden. Olievolume in het carter Ongeveer 5,7 liter inclusief het filter.
4. Onderhoud brandstofsysteem Vul het carter met olie; zie Olievolume in het carter (bladz. 55) en Het motoroliepeil controleren (bladz. 54). GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken. • Gebruik een trechter om de brandstoftank te vullen en doe dit in de open lucht wanneer de motor uitgeschakeld is en koud staat. Eventueel gemorste brandstof opnemen.
De brandstoffilterbus vervangen Onderhoud van brandstof/waterafscheider Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren—De brandstoffilterbus vervangen. Vervang de brandstoffilterbus zoals wordt getoond in Figuur 56. g198661 Figuur 54 Water verwijderen uit de brandstof/waterafscheider Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Verwijder water of ander vuil uit de brandstoffilter/waterafscheider Verwijder water uit de brandstof/waterafscheider zoals getoond in (Figuur 55).
g036687 Figuur 58 g028799 Figuur 57 1. Kop van brandstoffilter 2. Brandstoffilter 2. Verwijder het filter en reinig het filterkopplaatsingsoppervlak (Figuur 57). 3. Smeer de filterpakking met schone motorolie; raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor voor meer informatie. 4. Monteer de droge filterbus met de hand totdat de pakking contact maakt en draai deze vervolgens nog een halve slag verder. 5. Voed het filter en de leidingen naar de hogedrukpomp; zie (bladz. ). 6.
B. Onderhoud elektrisch systeem Draai het contactsleuteltje 30 tot 40 seconden naar de stand UIT. Opmerking: Zo kan de ECU uitgeschakeld worden. C. Draai het contactsleuteltje 15 tot 20 seconden naar de stand AAN. D. Controleer op lekken rond het filter en de slangen. Veiligheid van het elektrisch systeem • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Bevestig eerst de pluspool van de accu en daarna de minpool.
GEVAAR Accuzuur bevat zwavelzuur; deze stof is dodelijk bij inname en veroorzaakt ernstige brandwonden. • U mag accuzuur nooit inslikken en moet elk contact met huid, ogen of kleding vermijden. Draag een veiligheidsbril en rubberhandschoenen om uw ogen en handen te beschermen. • Vul de accu alleen bij op plaatsen waar schoon water aanwezig is om indien nodig uw huid af te spoelen. 2. Verwijder de rubberen stofhuls van de positieve pool en inspecteer de accu. 3.
De zekeringen vinden De zekeringhouder voor de machine bevindt zich in de opbergbak rechts g010255 Figuur 62 1. Zekeringen decal136-3338 3. Figuur 60 1. Zet de grendel van het deksel van de opbergbak rechts los en zet het deksel omhoog (Figuur 61) om bij de zekeringhouder te kunnen (Figuur 62). g009985 Figuur 61 1. Sluiting 2. 2. Opbergbak rechts Vervang de vrije zekering(en) indien nodig (Figuur 62). 61 Sluit het deksel van de opbergbak rechts en zet het deksel vast met de grendel (Figuur 61).
Onderhoud aandrijfsysteem 3. Neem een van de voorste aandrijfwielen en duw/trek het naar de machine toe en van de machine weg; controleer of het beweegt. g028798 Figuur 64 1. Voorste aandrijfwielen g225611 Figuur 63 Controleer de planeetaandrijvingen op eindspeling De planeetaandrijvingen/aandrijfwielen mogen geen eindspeling hebben (d.w.z. de wielen mogen niet bewegen wanneer u ze in een richting parallel met de as duwt of trekt). 2. Herhaal stap 3 voor het andere aandrijfwiel. 5.
Oliepeil van de planeetwielaandrijving verversen Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren Om de 800 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Aanbevolen smeermiddel: hoogwaardige SAE 85W-140 transmissieolie Smeermiddelcapaciteit planeetwiel- en remkast: 0,65 liter De olie uit de planeetwielaandrijving verwijderen g225612 Figuur 65 1. Vulplug (bovenaan) 2. Controleplug (rechts) 1.
6. Plaats een opvangbak onder de remkast, verwijder de aftapplug en laat al de olie in de bak lopen (Figuur 68). 2. Plaats de vulplug en de controleplug. 3. Veeg de planeetwiel- en remkast schoon (Figuur 70). g225608 g225607 Figuur 68 1. Aftapopening (remkast) 7. Figuur 70 2. Aftapplug 4. Controleer de O-ring van de plug op slijtage of schade en monteer de aftapplug in de remkast. Opmerking: Vervang de O-ring indien nodig. De planeetwielaandrijving vullen met smeermiddel 1.
Het smeeroliepeil van de achteras controleren Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren De achteras is gevuld met SAE 85W-140 smeerolie. De capaciteit bedraagt 2,4 liter. Controleer elke dag op lekkage. 1. 2. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, laat de maai-eenheden zakken, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje. g009717 Figuur 73 1.
3. Om het toespoor af te stellen, moet u de pen en moer van één van de kogelverbindingen van de trekstang verwijderen (Figuur 76). Verwijder de kogelverbinding van de trekstang uit de steun van de differentieelbehuizing. g011488 g009718 Figuur 74 1. Tandwielkast Figuur 76 2. Controle-/vulplug 1. Klem van de trekstang Toespoor achterwiel controleren 2. Kogelverbinding van trekstang 4. Draai de klemmen aan beide uiteinden van de trekstangen los (Figuur 76). 5.
Onderhoud koelsysteem Veiligheid van het koelsysteem • Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging veroorzaken; buiten het bereik van kinderen en huisdieren houden. • Als u hete, onder druk staande koelvloeistof over u heen krijgt of in aanraking komt met een hete radiateur of omliggende delen, kunt u ernstige brandwonden oplopen. – Laat de motor altijd minstens 15 minuten afkoelen voordat u de radiateurdop losdraait.
de maai-eenheden zakken, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje. 2. Laat de machine afkoelen; zie (bladz. ) en (bladz. ). 3. Ontgrendel en draai het achterscherm open (Figuur 78). Opmerking: Om het scherm te verwijderen, moet u het van de scharnierpennen tillen. 4. Verwijder grondig al het vuil dat zich op het scherm bevindt. g020509 Figuur 79 1.
Onderhouden remmen Onderhoud riemen De bedrijfsremmen afstellen Onderhoud van de riem van de wisselstroomdynamo Stel de bedrijfsremmen af als de rempedalen meer dan 25 mm 'speling' hebben of als de remmen niet naar behoren functioneren. Met speling wordt de afstand bedoeld die het rempedaal wordt ingetrapt voordat er remweerstand wordt gevoeld. Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren 1.
Onderhoud hydraulisch systeem Opmerking: Toro aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik van verkeerde vervangende vloeistoffen. Gebruik daarom uitsluitend producten van gerenommeerde fabrikanten die garant staan voor de door hen aanbevolen vloeistoffen.
Inhoud hydraulische vloeistof: 28,4 liter Als de vloeistof verontreinigd raakt, moet u contact opnemen met uw erkende Toro distributeur omdat het systeem dient te worden schoongespoeld. Verontreinigde hydraulische vloeistof ziet er in vergelijking met schone vloeistof melkachtig of zwart uit. g198718 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, laat de maai-eenheden zakken, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje. 2. Til de motorkap op. 3.
machine en onderdeelnr. 75-1310 op de voorkant (druk) van de machine. Belangrijk: Als u een ander filter gebruikt, kan de garantie van bepaalde onderdelen komen te vervallen. 1. Kantel de bestuurdersstoel om bij het drukfilter van de maaier te komen; zie Toegang tot het hydraulische hefcompartiment (bladz. 51) g036709 g201858 Figuur 83 2. Vervang het hydraulische drukfilter bij het hydraulische hefcompartiment; zie Figuur 84. g031621 Figuur 84 3. 4. 5.
Onderhoud van de maai-eenheid WAARSCHUWING Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken. De maai-eenheden verwijderen • Waarschuw onmiddellijk een arts als er vloeistof is geïnjecteerd in de huid. • Controleer of alle hydraulische slangen en leidingen in goede staat verkeren en alle hydraulische aansluitingen en fittings stevig vastzitten voordat u druk zet op het hydraulische systeem.
De maai-eenheden monteren 87). Vervang beschadigde onderdelen en zet de constructie weer in elkaar. De voorrol monteren 1. Plaats de maai-eenheid vóór de machine. 2. Schuif het draagframe van de maai-eenheid op de draaipen van de hefarm (Figuur 86). Bevestig de maai-eenheid aan de pen; gebruik hiervoor de borgpen (voor Groundsmaster 4500-machines) of de borgmoer (voor Groundsmaster 4700-machines). 3. Monteer de hydraulische motor op de maai-eenheid (Figuur 85).
Onderhoud van maaimessen Veiligheid van de messen • Controleer op gezette tijden het maaimes op slijtage of beschadigingen. • Wees voorzichtig als u de messen controleert. Omwikkel de maaimessen of draag handschoenen en wees voorzichtig als u onderhoudswerkzaamheden aan de maaimessen verricht. De maaimessen mogen alleen worden vervangen of geslepen, probeer ze nooit recht te maken of er aan te lassen. g011353 Figuur 88 5.
3. Bevestig de maaihoogtebeugel aan het frame van de maai-eenheid met de overgebleven vulstukken onder de maaihoogtebeugel. 4. Bevestig de inbusbout/het afstandsstuk en een flensmoer. Opmerking: De inbusbout/het afstandsstuk worden bij elkaar gehouden met afdichtkit zodat het afstandsstuk niet in het frame van de maai-eenheid valt. 5. Controleer de hoogte in de 12 uur-stand en breng indien nodig aanpassingen aan. 6.
Opmerking: Omdat het metaal dat het platte en het gebogen deel van het mes verbindt, kan wegslijten door zand en ander schurend materiaal, moet u dit steeds controleren voordat u de maaier gaat gebruiken. Het mes vervangen als dit versleten is (Figuur 91). g000276 Figuur 92 1. Onder de oorspronkelijke hoek slijpen. Opmerking: Verwijder de messen en slijp ze op een slijpmachine.
Stalling D. Veiligheid tijdens opslag De motor gebruiksklaar maken • Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje 1. en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht. 2. 3. • Bewaar de machine en het brandstofvat niet op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv.
Privacyverklaring EEA/VK Toro’s gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.
Toro garantie Garantie gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.