Operator's Manual
1.Beweegdepalvandestoeldiezichlinksvan
destoelbevindtnaarachterenomdestoelte
ontgrendelenentrekdebovenkantvandestoel
naarvoren(Figuur16).
g014174
Figuur16
1.Stoelvergrendeling
2.Omdestoelomlaagtebrengen,ontgrendeltu
destoelmetdehendelenbeweegtudestoel
omlaagindevergrendeldestand.
g014265
Figuur17
1.Hendelvanstoelvergrendeling
Tijdensgebruik
Veiligheidtijdenshetwerk
Algemeneveiligheid
•Deeigenaar/gebruikerisverantwoordelijkvoor
ongelukkendiepersoonlijkletselofmateriële
schadekunnenveroorzaken,enhijdientzulke
ongelukkentevoorkomen.
•Draaggeschiktekleding,zoalseen
veiligheidsbril,gripvaste,stevigeschoenen
engehoorbescherming.Draaglanghaarnietlos
endraaggeenlossejuwelen.
•Gebruikdemachinenietalsuziek,moeofonder
deinvloedvanalcoholofdrugsbent.
•Vervoernooitpassagiersopdemachineenhoud
omstandersenhuisdierenwegvandemachine
terwijldezewordtgebruikt.
•Gebruikdemachineuitsluitendbijeengoede
zichtbaarheidzodatukuilenenverborgengevaren
kuntvermijden.
•Gebruikdemachinenietopnatgras.Alsdewielen
hungripverliezen,kandemachinegaanglijden.
•Voordatudemotorstart:zorgdatalle
aandrijvingenindeneutraalstandstaan,de
parkeerreminwerkingisgesteldenuzichinde
bestuurderspositiebevindt.
•Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvan
draaiendeonderdelen.Blijfaltijduitdebuurtvan
deafvoeropening.
•Kijkachteromenomlaagvoordatuachteruitrijdt
omerzekervantezijndatdewegvrijis.
•Weesvoorzichtigbijhetnaderenvanblinde
hoeken,struiken,bomen,enandereobjectendie
uwzichtkunnenbelemmeren.
•Maainietindebuurtvansteilehellingen,greppels
ofdijken.Demachinekanplotselingomslaanals
eenwieloverderandkomt,ofalsderandinstort.
•Stopdemaaimessenalsunietdaadwerkelijk
maait.
•Stopdemachine,verwijderhetsleuteltjeenwacht
totdatallebewegendeonderdelentotstilstand
zijngekomenvoordatuhetwerktuigcontroleert
nadatueenvoorwerpheeftgeraaktofdemachine
abnormaalbeginttetrillen.Voerallenoodzakelijke
reparatiesuitvoordatudemachineweerin
gebruikneemt.
•Verminderuwsnelheidenweesvoorzichtig
alsueenbochtmaaktofwegenenvoetpaden
oversteektmetdemachine.Verleenaltijd
voorrang.
•Schakeldeaandrijvingvandemaai-eenheid
uitenstopdemotorvoordatudemaaihoogte
wijzigt(tenzijudezekuntaanpassenvanuitde
bestuurderspositie).
•Laatdemotornooitlopenineenruimtewaar
uitlaatgassenzichkunnenverzamelen.
•Alsudemachineverlaat,laatdezedanniet
draaien.
24