Form No. 3383-291 Rev A Guardian® Recycler® maaier van 183 cm Maaier van 183 cm met zijafvoer Groundsmaster® 3280-D tractie-eenheid Modelnr.: 31335—Serienr.: 314000001 en hoger Modelnr.: 31336—Serienr.: 314000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Inhoud Inleiding Inleiding ....................................................................... 2 Veiligheid ...................................................................... 3 Veilige bediening .....................................
Veiligheid • Inspecteer het terrein waarop u de maaimachine gaat gebruiken en verwijder eventuele voorwerpen die door de machine kunnen worden uitgeworpen. Deze machine voldoet minstens aan CEN-norm EN 836:1997, ISO-norm 5395:1990 en de B71.4-2004 specificaties van het American National Standards Institute (ANSI), van kracht op het moment van productie. • Controleer of de dodemansknop, de veiligheidsschakelaars en de veiligheidsschermen zijn bevestigd en naar behoren werken.
• • • • • • • • • • • • • • • • om als de rolbeugel omhoog is geklapt. Doe de veiligheidsgordels niet om als de rolbeugel omlaag is geklapt. Verminder uw snelheid en wees extra voorzichtig op hellingen. Rij op hellingen in de aanbevolen richting. De gazonomstandigheden kunnen van invloed zijn op de stabiliteit van de machine. Wees voorzichtig als u dicht in de buurt van een steile helling werkt. Verminder uw snelheid en wees voorzichtig als u op een helling een bocht maakt of van richting verandert.
Veiligheid Toro-maaiers • Zorg ervoor dat alle aansluitstukken van de hydraulische De volgende lijst bevat veiligheidsinstructies die specifiek zijn toegesneden op Toro-producten, of andere veiligheidsinstructies die niet zijn opgenomen in de CEN-, ISO- of ANSI-normen • Houd lichaam en handen uit de buurt van kleine lekgaten leidingen vastzitten en alle hydraulische slangen en leidingen in goede staat verkeren voordat u druk zet op het hydraulische systeem.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 93-7818 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding voor instructies om de mesbout/moer vast te zetten met een torsie van 115–149 Nm. 120-6604 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders uit de buurt van de machine. 2.
93-6697 1. Lees de Gebruikershandleiding. 2. Vul om de 50 bedrijfsuren bij met SAE 80w-90 (API GL-5) olie. 100-5622 1. Maaihoogte-instelling 117–4979 1. Ledematen kunnen worden gegrepen – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen en houd alle beschermende delen op hun plaats. 107-2908 Uitsluitend model 31336 107-1622 Uitsluitend model 31336 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 2.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 5 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Geen onderdelen vereist – Bevestig de grasgeleider Hefarm, rechts Hefarm, links 1 1 Bevestig de hefarmen aan de tractie-eenheid Geen onderdelen vereist – Bevestig de hefarmen aan het maaidek Geen onderdelen vereist – Bevestig de aftakas aan de tandwielkast van het maaidek. Geen onderdelen vereist – Smeer de machine.
2 1 Belangrijk: Als het maaidek van 183 cm (modelnummer 31336) wordt bevestigd op tractie-eenheid model 30307, 30308, 30309, 30343, 30344 of 30345 met een serienummer vóór 311000301 moet de uitlijnset met onderdeelnummer 120-6599 op het maaidek worden gemonteerd voordat deze aan de tractie-eenheid wordt bevestigd. 3 4 1 De grasgeleider bevestigen (alleen model 31336) 5 G018264 Figuur 2 Geen onderdelen vereist 1. Grasgeleider 4.
4 3 5 2 Figuur 3 1. Draaipen 4. Contraveer van rem 2. Hefarm 5. Lip 1 3. Draaibeugel 8. Monteer de wielen en banden. Haal de wielmoeren aan met 102 tot 108 Nm. 9. Herhaal deze procedure aan de andere kant van de machine. g018216 3 Figuur 4 De hefarmen aan het maaidek bevestigen 1. Beugel van zwenkwielarm 4. Hefarm 2. R-pen 5. Drukring 3. Gaffelpen 4. Bevestig de hefarm aan de zwenkwielarm met (2) drukringen, een gaffelpen en een R-pen.
Algemeen overzicht van de machine Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Figuur 5 1. Aftakas 2. Bouten en borgmoeren 3. Tandwielkast 4. Rolpen Maaibreedte 1,829 m Maaihoogte Instelbaar van 25 tot 127 mm in stappen van 13 mm. Nettogewicht Model 31335 – 251 kg Model 31336 – 292 kg 2. Bevestig deze met een rolpen. Werktuigen/accessoires 3. Draai de bouten en moeren vast.
Gebruiksaanwijzing u de assen van de zwenkwielen in de bovenste of onderste gaten van de zwenkwielvorken. Vervolgens moet u een gelijk aantal afstandsstukken op de zwenkwielvorken aanbrengen of verwijderen. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. 1. Start de motor en breng het maaidek omhoog zodat deze vrijkomt van de grond en de maaihoogte kan worden gewijzigd. Zet de motor af en verwijder het sleuteltje nadat het maaidek omhoog is gebracht.
Zorg ervoor dat de ringen (en niet de afstandsstukken) contact maken met de bovenzijde en de onderzijde van de zwenkwielarm. 1. Verwijder de klemkapjes van de spilas (Figuur 7) en schuif de as uit de zwenkwielarm. Plaats de twee opvulstukken (van 3 mm) op de spilas zoals deze oorspronkelijk waren geplaatst. Deze opvulstukken zijn nodig om ervoor te zorgen dat de maaidekken over de gehele breedte horizontaal staan.
Figuur 13 Figuur 11 1. Interne rollen Glijders afstellen 1. Antiscalpeerrol 4. Flensmoer 2. Afstandsstuk 3. Lagerbus 5. Bout 2. Kies een opening en let er hierbij op dat de antiscalpeerrol is geplaatst bij de dichtstbijzijnde, door u gewenste corresponderende maaihoogte. De glijders moeten in de laagste stand worden gemonteerd als de machine wordt gebruikt bij een maaihoogte van meer dan 64 mm, en in de hoogste stand als de machine wordt gebruikt bij een maaistand van minder dan 64 mm. 3.
1 2 3 4 Figuur 16 G008961 Figuur 14 1. Hendel ontgrendelen 3. Plaats de afvoerplaat 2. Draai de sluitnok om de sluitdruk te doen toe- of afnemen 4. Hendel vergrendelen Stand C Dit is de volledig open stand. Deze stand wordt aanbevolen voor de volgende gevallen. • Maaiomstandigheden met hoog, dicht gras. Stand van afvoerplaat instellen • Vochtige omstandigheden. (Uitsluitend model 31336) • Vermindert het energieverbruik van de motor.
7. Om het mesvlak gemakkelijker te meten, moet u de machine in de hoogste maaistand zetten; zie Maaihoogte afstellen. 5. Trek de afstand aan de voorkant van de afstand aan de achterkant om de schuinstand te berekenen. 6. Stel de ringen van de voorste of achterste zwenkwielen af om de gewenste schuinstand van de maai-eenheid te verkrijgen (Figuur 18). 8. Laat het maaidek neer op een vlak oppervlak. Verwijder de kappen van de bovenkant van de maaidekken. 9.
Kies de juiste maaihoogte-instelling voor de omstandigheden Verwijder bij het maaien ongeveer 25 mm of niet meer dan 1/3 van de grassprieten. Bij zeer lang, mals en dicht gras moet u wellicht de maaihoogte-instelling een stap omhoog zetten. Maai met correcte tussenpozen In de meeste normale condities moet u ongeveer om de 4–5 dagen uw gazon maaien. Houd er echter rekening mee dat gras niet het hele jaar door even snel groeit.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 2 bedrijfsuren • Draai de moeren van de zwenkwielen vast Na de eerste 10 bedrijfsuren • Draai de moeren van de zwenkwielen vast • Draai de mesbouten vast Bij elk gebruik of dagelijks • Smeer de lagerbussen van de zwenkwielarmen • Smeer de zwenkwiellagers • Maaimessen controleren Om de 50 bedrijfsuren • • • • • • Controleer de smeerolie van de tandwielkast Spuit vet in alle smeernippels Draai de moeren van de
Smering Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren De machine is voorzien van smeerpunten die regelmatig moeten worden gesmeerd met nr. 2 smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis. Als de machine in normale omstandigheden wordt gebruikt, moet u alle lagers en lagerbussen om de 50 bedrijfsuren of direct na een wasbeurt smeren. 1.
3. Rol het maaidek bij de tractie-eenheid vandaan en ontkoppel het mannelijke en vrouwelijke gedeelte van de aftakas (Figuur 25). Figuur 25 Figuur 23 1. Aftakas 1. Peilstok/vulplug GEVAAR Vooronderhoud Als de motor wordt gestart en de aftakas kan draaien, kan dit ernstig letsel tot gevolg hebben. Belangrijk: De bevestigingen op de deksels van deze machine zijn zo ontworpen dat ze op het deksel blijven zitten nadat de bevestiging is losgemaakt.
4 3 5 2 Figuur 27 1. Buis van zwenkwielarm 2. Lagerbussen 1 5. Smeer vet aan de binnen- en buitenkant van de nieuwe lagerbussen. Druk de lagerbussen voorzichtig in de bevestigingsbuis met behulp van een hamer en een vlakke plaat. 6. Controleer de zwenkwielas op slijtage en vervang deze in geval van beschadiging. 7. Steek de zwenkwielas door de lagerbussen en de bevestigingsbuis. Schuif de drukring en afstandsstuk(ken) op de as.
2. Pak het uiteinde van het mes vast met een doek of een dikke, gevoerde handschoen. Verwijder de mesbout, de antiscalpeercup en het mes van de as (Figuur 30). 3. Controleer de lagers, het afstandsstuk en de binnenkant van de wielnaaf op slijtage. Beschadigde delen vervangen. 4. Om het zwenkwiel in elkaar te zetten, drukt u het lager in de wielnaaf. Om de lagers te monteren, moet u op de buitenste loopring van het lager drukken. 5. Schuif het afstandsstuk van het lager in de wielnaaf.
wordt gemaaid. De vleugel zal echter tijdens het gebruik langzaam slijten, en dit is normaal. Als de vleugel slijt, zal de maaikwaliteit geleidelijk aan enigszins afnemen, hoewel de snijranden scherp blijven. De snijrand van het mes moet scherp zijn zodat het gras wordt gemaaid en niet wordt afgescheurd. De snijrand is kennelijk bot als de punten van de grassprieten bruin zijn of kapot zijn gescheurd. Slijp de snijranden om dit te verhelpen.
onderdeelnr. 3256-24, tussen de spilbehuizing en de onderkant van het maaidek worden geplaatst. Ga verder en controleer de uitlijning van de messen en plaats opvulstukken totdat de randen van de messen binnen de gewenste afstand blijven. Belangrijk: Gebruik niet meer dan drie opvulstukken voor één opening. Gebruik minder opvulstukken in naastgelegen openingen indien er meer dan één opvulstuk voor één opening is gebruikt. Figuur 34 7. Plaats de drijfriemkappen terug. 1.
2. Plaats een afstandsstuk en de veer op de grasgeleider. Plaats het Leind van de veer achter de rand van het maaidek. Opmerking: Zorg ervoor dat het L-vormige uiteinde van de veer achter de rand van het maaidek is geplaatst voordat u de bout bevestigt zoals wordt getoond in Figuur 36. 3. Monteer de bout en de moer. Plaats het J-vormige haakeind van de veer om de grasgeleider (Figuur 36). Belangrijk: De grasgeleider moet volledig omlaag kunnen klappen.
Opmerkingen: 26
Inbouwverklaring The Toro Company, 8111 Lyndale Ave. South, Bloomington, MN, VS verklaart dat de volgende eenheid/eenheden voldoet/voldoen aan de vermelde richtlijnen als ze volgens de bijgeleverde instructies gemonteerd worden op bepaalde Toro-machines, zoals beschreven in de relevante gelijkvormigheidsattesten. Modelnr.: Serienr.
De garantie totaaldekking van Toro Beperkte garantie Gedekte voorwaarden en producten De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.