Form No. 3399-297 Rev A CE-verlichtingsset Groundsmaster® 4500-D/4700-D en Reelmaster® 7000-D tractie-eenheid Modelnr.: 31573 Installatie-instructies WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Dit product bevat een chemische stof of chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken. Installatie Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd.
Procedure Hoeveelheid Omschrijving Kolombeugel Knipperlichtmodule Aan-uit-aan tuimelschakelaar Zwaailichtschakelaar Peddelschakelaar Claxonschakelaar Claxonknop Plaatje voor de claxon (Onderdeelnr. 104-6957) Inbusschroef met bolkop Plaatmoer Stuurkolombeugel Houder voor kolombeugel Slotbout (3/8 x 3/4 inch) Flensmoer (3/8 inch) Schuimband Kabelklemband Slotbout (nr. 10 x 5/8 inch) Borgmoer (nr. 10) Sensorplaat Flensmoer (¼ inch) Beugel van sensorplaat Bouten (¼ x ¾ inch) Gleufkopschroef (nr.
1 2 De accu loskoppelen De montageopeningen uitboren Geen onderdelen vereist Geen onderdelen vereist Procedure De openingen boren voor de koplampen en de kabelboom 1. Rij de tractie-eenheid naar een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, laat de maaidekken neer, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact. 1. Verwijder de moeren van de 2 slotbouten waarmee de koplampen aan het frame van de tractie-eenheid zijn bevestigd (Figuur 2). VOORZICHTIG 2.
Figuur 3 1. 6,4 cm 2. 8,9 cm 3. 14,0 cm 4. Diameter van 1,0 cm 5. 1,9 cm De montageopeningen voor de claxonbeugel boren De gaten boren in de voorste voetsteun voor de rempedaalschakelaar Maak gebruik van de afmetingen in (Figuur 4) en markeer en boor 2 openingen van 7 mm door de beide wanden van de rolsteunbuis. Maak gebruik van de afmetingen in (Figuur 5) en markeer en boor 2 openingen van 7 mm door de voorste voetsteun. Figuur 4 1. 1,9 cm 2. 3,8 cm 3. 25,4 cm 4.
3 De koplampen monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Rechter koplampbeugel 1 Linker koplampbeugel 6 Bout (3/8 x 2-1/2 inch) 6 Flensmoer (3/8 inch) 8 Ring (3/8 x 7/8 inch) 2 Rubberen hanger 4 Afstandsstuk 4 Bout (5/16 x 1-1/8 inch) 4 Flensmoer (5/16 inch) 1 Koplamp rechts 1 Koplamp links 2 Gebogen beugel De koplampbeugel monteren op een model met rolbeugel Figuur 5 1. 15,5 cm 2. 32 mm 3. 19 mm 1 1.
De koplampbeugel monteren op een model met cabine Opmerking: Zorg ervoor dat de lens van de richtingaanwijzer van de koplamp naar de buitenkant van de tractie-eenheid is gericht. 1. Monteer een gebogen beugel aan de bovenste hoeken van het onderste voorpaneel van de cabine; gebruik hierbij de gebruikste schroeven zoals wordt getoond in Figuur 8. Figuur 7 Koplamp rechts afgebeeld 1. Rechter koplampbeugel 4. Arm van koplamp 2. Huls van kogelverbinding 5. Borgmoer (10 mm) 3. Kogelverbinding 3.
4 De claxon monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Claxon 1 Claxonbeugel 1 Bout (3/8 x 5/8 inch) 1 Flensmoer (3/8 inch) 2 Bout (¼ x 2 inch) 2 Moer (¼ inch) Procedure 1. Bevestig de claxonband aan de claxonbeugel met een bout (3/8 x 5/8 inch) en een flensmoer (3/8 inch), zoals in Figuur 10. Figuur 9 1. Moer (5/16 inch) 4. Koplampbeugel 2. Ring 5. Lipje van beugel 3. Afstandsstuk 6. Bout (5/16 x 1-5/8 inch) 4.
5 6 De relaisschakelaar monteren De knipperlichtmodule en schakelaars op de kolombeugel monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Relaisschakelaar 1 Getande zeskantige flensbout (nr. 8 x 1/2 inch) 1 Borgmoer (nr. 8) Benodigde onderdelen voor deze stap: Procedure Bevestig de relaisschakelaar onder het accudeksel; gebruik hierbij een getande zeskantige flensbout (nr. 8 x 1/2 inch) en een borgmoer (nr. 8) op de locatie afgebeeld in Figuur 11. Opmerking: Draai de bout niet te vast aan.
2. Breng de claxonsticker (onderdeelnr. 104-6957) aan zoals afgebeeld in Figuur 13. Figuur 13 1. Claxonsticker (onderdeelnummer 104-6957) 7 Figuur 14 De kolombeugel monteren op de stuurkolom Stuurkolombeugel 1 Houder voor kolombeugel 2 Slotbout (3/8 x 3/4 inch) 2 Flensmoer (3/8 inch) 1 Schuimband 1 Kabelklemband 5. De kabelbinder hoort door deze sleuven te gaan. 2. Schuimband 6. Slotbout - 3/8 x 3/4 inch (2) 3. Houder voor kolombeugel 7. Kolombeugel 4.
8 De beugel van de remsensor monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Slotbout (nr. 10 x 5/8 inch) 1 Borgmoer (nr. 10) 1 Sensorplaat 2 Flensmoer (¼ inch) 1 Beugel van sensorplaat 2 Bouten (¼ x ¾ inch) 2 Gleufkopschroef (nr. 6 x 1 inch) 4 Ring (nr. 6) 1 Remsensor 2 Borgmoer (nr. 6) Procedure 1. Demonteer de nabijheidssensoreenheid op de rempedaalhendel (Figuur 15) en leg alle onderdelen opzij, behalve de nabijheidssensor. Figuur 15 1. Voorste voetsteun 4. Nabijheidssensor 2.
Belangrijk: Nadat u de montage van de verlichtingsset hebt voltooid, moet u controleren of de remsensor de remlichten activeert als het rempedaal ingetrapt wordt. Lijn de remsensor indien nodig opnieuw uit. 9 De achterlichten monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Beugel linkerlicht 1 Beugel rechterlicht 4 Schroef (5/8 x 3 inch) 4 Platte ring 2 Contramoer (5/8 inch) 2 Achterlicht Procedure 1.
Opmerking: De beugel van het linkerlicht en die van het rechterlicht zijn verschillend. Zorg ervoor dat u de juiste bevestiging gebruikt. 10 De kabelboom monteren 2 1 Benodigde onderdelen voor deze stap: 3 3 1 Kabelboom 1 Deksel van bedieningspaneelbehuizing 3 Schroef (nr. 10 x ½ inch) 3 Bevestigingsnok 11 Kabelklemband Procedure 3 Gebruik de volgende instructies en illustraties om de kabelboom te leiden en aan te sluiten. G023194 Figuur 18 1. Beugel linkerlicht 3. Achterlicht 2.
1 1 2 2 3 4 G023200 Figuur 23 G023198 Figuur 21 1. Klem van compartiment 2. Afdichting 1. Zelftappende schroeven (nr. 8 x ½ inch) 3. Verbindingsdoos 2. Aardaansluitingenblok 4. Zekeringenhouder van kabelboom 5. Koppel de grote ringaansluiting van de kabelboom aan op de bout van de verbindingsdoos (Figuur 23). 2. Leid het gedeelte met het zekeringenblok van de kabelboom van onder de rechterzijde van de tractie-eenheid naar boven en in de opening in het zekeringencompartiment (Figuur 22). 6.
Figuur 25 1. Platformscherm 2. Koplamp 3. Slotbout en moer 4. Flenskopschroeven en moeren 5. Aansluitingen van koplamp Figuur 27 1. Deksel 2. Inbusschroeven met bolkop 6. Gat voor kabelboom 16. Bevestig de kabelboom aan de kolom; gebruik hierbij de kabelbinder die u aangebracht hebt in de openingen in de houder voor de kolombeugel; zie Figuur 14. 12. Bevestig het scherm en de koplampen aan het frame met de 2 slotbouten en moeren die u eerder verwijderd hebt (Figuur 25). 17.
Figuur 30 Figuur 29 1. Zekering (10 A) 3. Zekering (10 A) 2. Zekering (10 A) 4. Zekering (15 A) 2. Breng de sticker van de zekeringhouder aan op het deksel van het opslagcompartiment (Figuur 31). 20. Koppel de kabelboomaansluiting aan op de verlichtingsaansluiting. 21. Leid de kabelboom naar de kentekenplaatverlichting en sluit de kabelboomaansluiting aan op de verlichtingsaansluiting (indien van toepassing) (Figuur 29).
Gebruiksaanwijzing 12 Bedieningsorganen De accu aansluiten Schakelaar voor gevarenverlichting Druk de gevarenlichtschakelaar (Figuur 33) op Aan om de voorste en achterste waarschuwingsknipperlichten in te schakelen. Geen onderdelen vereist Procedure Sluit de negatieve accukabel aan op de accu (Figuur 32). Figuur 33 Figuur 32 1. Pluskabel van de accu 1. Richtingaanwijzerschakelaar3. Schakelaar voor gevarenverlichting 2. Minkabel van de accu 2. Claxonknop 4.
2. Draai alle montagemoeren precies vast genoeg om de koplamp in positie te houden. 3. Plaats een plat stuk metaal over de kop van de koplamp. 4. Monteer een magnetische protractor op de plaat. 5. Terwijl u de installatie op zijn plaats houdt, kantelt u voorzichtig de koplamp 3 graden en draait dan de moer weer vast. 6. Doe hetzelfde met de andere koplamp.
Opmerkingen: 18
Opmerkingen: 19