Operator's Manual

9.HetInfoCentertoonthethoofdschermenhet
pictogram‘regeneratietoegestaan’.
Opmerking:TerwijldeDPF-regeneratiebezig
is,wordthetpictogramhogeuitlaattemperatuur
weergegeveninhetInfoCenter.
10.Wanneerdecomputervandemotoreen
geparkeerdeofherstelregeneratievoltooid
heeft,verschijnteenmeldingophetInfoCenter.
Drukopgelijkwelkeknopomhethoofdscherm
teverlaten.
Opmerking:Alsderegeneratienietkan
wordenvoltooid,volgdandeinstructiesvande
meldingendrukopomhetevenwelkeknopom
hetschermteverlatenennaarhethoofdscherm
tegaan.
Eengeparkeerdeofherstelregeneratie
annuleren
MetdeinstellingenPARKEDREGENCANCELen
RECOVERYREGENCANCELkuntueengeparkeerdeof
herstelregeneratieinuitvoeringafbreken.
1.ScrollinhetmenuDPFRegenerationomlaag
naardeoptiePARKEDREGENofRECOVERY
REGEN.
2.DrukophetvolgendeschermomeenParked
RegenofRecoveryRegenteannuleren.
Startenvandemotor
1.Gazittenopdebestuurdersstoelenmaakde
veiligheidsgordelvast.
2.Ganaofdeparkeerremingeschakeldisende
aftakasuitgeschakeldis.
3.Voorverwarmdemotordoorhetcontactsleuteltje
tedraaiennaardestandAAN/VOORGLOEIEN.
Opmerking:Eenautomatischetijdschakelaar
zorgtervoordatdemotor6secondenwordt
voorgegloeid.
4.DraaihetsleuteltjenaarSTART,probeerde
motornietlangerdan15secondentestarten
enlaathetsleuteltjeterugkerennaardestand
AAN/VOORGLOEIEN.
Opmerking:Alsdemotornogmaalsmoet
wordenvoorgegloeid,draaituhetsleuteltjeeerst
opUITenvervolgensopAAN/VOORGLOEIEN.
Herhaalditindiennodig.
5.Laatdemotorstationairofhalfgaslopentot
dezeopgewarmdis.
Resettenvande
aftakasaandrijving
Opmerking:Alsudebestuurderstoelverlaatterwijl
deaftakasschakelaaropAANstaat,zaldemotor
automatischwordenuitgeschakeld.
Doehetvolgendeomdeaftakasaandrijvingte
resetten:
1.Drukdeaftakasschakelaarnaarbeneden.
2.Startdemotor;zieStartenvandemotor(bladz.
40).
3.Trekdeaftakasschakelaaromhoog.
Demotorafzetten
1.Gebruikdegashendelomhetmotortoerentalte
verlagen.
2.ZetdeaftakasschakelaarindestandUIT.
3.DraaihetcontactsleuteltjenaarUITenverwijder
hetuitdeschakelaar.
Nagebruik
Veiligheidnahetwerk
Algemeneveiligheid
Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.Laatdemachine
afkoelenvoordatudezeafstelt,reinigt,staltofer
onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
Verwijdergrasenvuilvandemaai-eenheden,
degeluiddempersenhetmotorcompartiment
ombrandtevoorkomen.Veeggemorsteolieen
brandstofop.
Alsdemaai-eenhedenindetransportstand
staan,brengdaneenpositievemechanische
vergrendelingaan(indienvoorhanden)voordatu
demachineonbeheerdachterlaat.
Laatdemotorafkoelenvoordatudemachinein
eenafgeslotenruimtestalt.
Verwijderhetsleuteltjeensluitde
brandstofafsluitklep(indienaanwezig)voordatu
demachinestaltofsleept.
Staldemachineofhetbrandstofvatnooitinde
buurtvaneenopenvuur,vonkenofeenwaakvlam
zoalsdievaneenboilerofeenanderapparaat.
Onderhoudenreinigdeveiligheidsgordel(s)indien
nodig
40