Form No. 3409-333 Rev A Walk-Behind veegmachine met roterende borstel Modelnr.: 38700—Serienr.: 400000000 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Als u service, originele Toro-onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende Service Dealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van uw machine te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van de machine is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.
Inhoud Veiligheid Veiligheid ...................................................................... 3 Instructie ............................................................... 3 Vóór ingebruikname................................................ 3 Gebruiksaanwijzing ................................................. 4 Schoonmaken van een verstopte borstel ......................................................................... 4 Onderhoud en opslag...............................................
• – Gebruik een goedgekeurde houder voor de brandstof. – Voeg nooit brandstof toe als de motor loopt of heet is. – Vul de brandstoftank buiten gebouwen, en met grote voorzichtigheid. Vul de brandstoftank in een gebouw. – Zet de tankdop goed vast na het vullen en ruim eventueel gemorste brandstof op. Laat de motor en de machine acclimatiseren aan de buitentemperatuur voordat u sneeuw gaat verwijderen. stilstand zijn gekomen.
• Zorg dat de op de machine aangebrachte veiligheidsinformatie en instructies in goede staat verkeren en vervang ze indien nodig. • Bij sneeuw: laat de machine na het verwijderen van sneeuw enkele minuten draaien om te voorkomen dat de borstel en behuizing vastvriezen. Geluidsdruk Deze machine oefent een geluidsdruk van 89 dBA uit op het gehoor van de gebruiker, met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA. De geluidsdruk is vastgesteld volgens de procedures beschreven in EN ISO 11201:2013.
Hellingsindicator G011841 g011841 Figuur 3 1. De maximale hellingshoek waarbij u de machine veilig kunt gebruiken is 10°. Gebruik de hellingsindicator om de hellingshoek te bepalen voordat u de machine gebruikt. Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 10°. Vouw over de lijn die overeenkomt met de aangeraden helling. 2. Houd deze rand naast een verticaal oppervlak zoals een boom, een gebouw, een paal of dergelijke. 3. Voorbeeld hoe u een helling kunt vergelijken met de vouwrand.
Veiligheids- en instructiestickers Belangrijk: Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang beschadigde stickers. decal112-9028 112-9028 1. Waarschuwing—Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen; laat alle schermen op hun plaats. decal116-8505 116-8505 1. Gevaar van brand en explosies. Lees de Gebruikershandleiding. Stop de motor voor het vullen van de brandstoftank. Laat bovenin de tank 2 cm vrij zodat de brandstof kan uitzetten.
decal116-7370 116-7370 1. Gebruik deze machine uitsluitend als u hiervoor opgeleid bent. Kom niet in de buurt van bewegende onderdelen; zorg dat alle afschermingen op hun plaats zitten. 4. Waarschuwing - Stop de motor en verwijder de bougiekabel voor het bijstellen, onderhouden en schoonmaken van de machine en hulpstukken. Voordat u de bedieningsplaats verlaat: schakel de borstel en de aandrijving uit en stop de motor. Kijk achterom en naar links en naar rechts voordat u van richting verandert.
Algemeen overzicht van de machine g023785 Figuur 5 g030588 Figuur 4 1. Wielkoppelingshendel 6. Tractiehendel 2. Handgreep 7. Brandstoftankdop 3. Borstelhoekhendel 4. Borstelaandrijfhendel 8. Borstel 9. Pen om de borstelhoogte in te stellen 1. Chokeknop 4. Startkoord 2. Brandstofklep 5. Motor aan/uit-schakelaar 3.
Wielkoppelingshendels Snelheidskeuzehendel De wielkoppelingshendels bevinden zich onder de handgrepen links en rechts. De snelheidskeuzehendel bevindt zich op het hoofdbedieningspaneel (Figuur 6). Met de wielkoppelingshendels kunt u de aandrijving van één of beide wielen tijdelijk uitschakelen, terwijl de tractiehendel ingedrukt is. Dit maakt het draaien en manoeuvreren van de machine eenvoudiger (Figuur 6). De snelheidskeuzehendel heeft 6 standen vooruit en 2 achteruit.
Gebruiksaanwijzing GEVAAR Tijdens het bijvullen van benzine kan in bepaalde omstandigheden een statische lading ontstaan die de benzine tot ontbranding kan brengen. Brand of explosie van benzine kan letsel van u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Zet benzinevaten altijd op de grond en uit de buurt van de machine voordat u de brandstoftank bijvult.
Gebruik van de brandstofklep de benzine ruimte nodig heeft om te kunnen uitzetten. Draai de brandstofkraan (onder de choke) naar rechts om de brandstof toe te voeren (Figuur 9). 4. Doe de dop weer op de tank en veeg eventueel gemorste benzine weg (Figuur 7). De motor gebruiken Instelling van de luchtfilterbehuizing op warm of koud weer Belangrijk: Als de motor onder normale omstandigheden wordt gebruikt met de luchtfilterbehuizing in de stand voor koud weer kan dit leiden tot motorschade.
3. Plaats de gashendel in het midden, tussen LANGZAAM en SNEL, rechtsachter op de motor (Figuur 10). 4. Trek langzaam aan het startkoord tot u een weerstand voelt, en stop dan (Figuur 10). Opmerking: Laat het koord teruglopen en trek het dan snel naar buiten. Opmerking: Laat het koord langzaam teruglopen. g001012 Figuur 11 5. Laat de motor enkele minuten warmdraaien en zet de choke dan in de UIT-stand (Figuur 9).
het ook makkelijker om de machine bij uitgeschakelde motor te manoeuvreren en transporteren. Gebruik van de veegmachine GEVAAR Als de machine in werking is zal het aanraken van draaiende of bewegende delen leiden tot ernstig letsel aan de handen en voeten. g001307 Figuur 13 • Voor het instellen, reinigen, inspecteren, bekijken of repareren van de machine moet u de motor uitschakelen en wachten totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen.
4. Schakel de borstel uit en stop de motor. VOORZICHTIG 5. Wacht tot alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Als de borstel in werking is kan deze de machine achteruit duwen. Als de borstelhoogte te laag is ingesteld kan de machine krachtig achteruit bewegen en tot letsel en/of schade leiden. 6. Zet de motor aan/uit-schakelaar in de UIT-stand. 7.
Opmerking: De borstel kan 19° naar links en rechts zwenken, of recht naar voren worden ingesteld. 5. Als de borstel is ingesteld laat u de borstelhoekhendel los. 6. Laat de linker wielkoppelingshendel los en controleer dat de borstel geborgd is. Alternatieve plaats van de zwenkwielen Om in sneeuw te werken monteert u de zwenkwielen achter de borstel (Figuur 18). g030413 Figuur 17 1. Zwenkwielbuis 2. Instelbaar in stappen van 3 mm 3. Pen 4. Instelhuls 6.
– Er kunnen scherpe voorwerpen vastzitten tussen de borstelharen. Draag handschoenen en wees voorzichtig bij het verwijderen van voorwerpen uit de borstel, doe dit niet met blote handen. Voorkomen van bevriezing • Bij sneeuw en koud weer kunnen bedieningselementen en bewegende delen bevriezen. Gebruik niet teveel kracht als u probeert bevroren bedieningselementen te bedienen. Als een bedieningselement of onderdeel niet goed werkt, start de motor dan en laat deze enige minuten draaien.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 2 bedrijfsuren • Tractiekabel controleren • Borstelkabel controleren. Na de eerste 5 bedrijfsuren • Motorolie verversen. Bij elk gebruik of dagelijks • Controleer het motoroliepeil. • Breekpen van de borstelas controleren. • Bevestigingsmiddelen controleren.
Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Schakel de motor uit en laat deze afkoelen. 3. Maak de bougiekabel los en houd deze uit de buurt van de bougie om onbedoeld starten te voorkomen (Figuur 19). g030414 Figuur 20 1. Borstelhoekpen 2. Verwijder de kappen van de aandrijfriem en de motor. 3. Zet de snelheidskeuzehendel in de R2-stand. 4. Smeer de zeshoekige as licht met motorolie, gebruik hierbij een schone, lange en dunne kwast (Figuur 21).
Motoronderhoud 6. Plaats het schuimelement op het papieren luchtfilterelement (Figuur 22). Onderhoud van het luchtfilter Opmerking: Gebruik indien nodig een nieuw papieren filter. Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren—Reinig het schuimelement (dit moet vaker gebeuren in stoffige omstandigheden). Om de 200 bedrijfsuren—Monteer het schuimelement. Om de 300 bedrijfsuren—Vervang het papierelement (dit moet vaker gebeuren in stoffige omstandigheden). 7. Monteer het luchtfilter op de basis (Figuur 22).
6. Plaats de peilstok in de vulopening en draai de peilstok handvast. Motorolie verversen Onderhoudsinterval: Na de eerste 5 bedrijfsuren Om de 100 bedrijfsuren (vaker onder extreme omstandigheden). Olievolume: 0,60 l Opmerking: Tap de motorolie af als de motor warm is. 1. Plaats een opvangvat onder de aftapper en verwijder de aftapdop (Figuur 26). g023794 Figuur 25 1. Vulopening 2. Peilstok 3. Verwijder de peilstok en veeg de olie eraf met een schone doek. 4.
1. Maak de bougiekabel los van de bougie (Figuur 19). 2. Reinig de omgeving van de bougie. 3. Verwijder de bougie uit de cilinderkop door deze naar links te draaien. 4. Controleer de bougie op slijtage of schade (Figuur 27). Belangrijk: Als de bougie gebarsten of vuil is, moet deze worden vervangen. Maak de elektrodes niet schoon omdat vuil dat in de cilinder komt kan leiden tot motorschade. 1 2 3 4 g023828 G019300 Figuur 28 g019300 Figuur 27 1. Massa elektrode 2. Centrale elektrode 1.
Indien de linker tractiekabel niet goed is ingesteld, stel deze dan bij: 4. Plaats de aftapdop weer in de zij-aansluiting van de carburatorbehuizing. 1. Draai de contramoer los (Figuur 31). Onderhoud van het aandrijfsysteem 2. Verstel de spanmoer (strakker/losser) totdat de pen de juiste tussenruimte heeft (Figuur 31). 3. Draai de contramoer vast (Figuur 31). Bandenspanning controleren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren 1.
3. Controleer de breekpennen van de borstelas, aan elke kant van de tandwielkast. g019073 Figuur 33 1. Moer 2. Breekpen 4. Als de breekpen beschadigd is, verwijder en vervang de pen dan en zet deze vast met een moer. g023811 Figuur 34 Versleten of beschadigde borstelsegmenten vervangen 1. Borstelondersteuning 4. Zijlager 2. Borgmoer 5. Slotbout 3. Ring Onderhoudsinterval: Naar behoefte 1. Til de borstel op door de positie van de wielen in te stellen. 3.
6. Neem de bevestigingsmiddelen van de eindplaat (Figuur 35). 7. Verwijder de beschadigde borstelsegmenten. 8. Plaats de nieuwe segmenten zodat de metalen uitlijnvingers verspringen, zoals in Figuur 35. Belangrijk: Als de borstelsegmenten onjuist gemonteerd worden kan dit leiden tot schade aan de borstel. 9. Monteer de borstel op de machine. Belangrijk: Controleer voor gebruik dat de stelschroeven van de lagers goed vast zitten.
g023815 Figuur 39 g023812 Figuur 38 1. Knop 4. Plaatmoer 2. Ring 5. Aandrijfriemkap 1. Afstandsstuk 4. Onderlegring 2. Poeliekap 5. Bout 3. Riemgeleider 3. Motorkap 3. Schuif de riem naar voren, over de voorste groef van de motorpoelie (Figuur 40). 2. Controleer de twee riemen op slijtage en beschadiging. Opmerking: Vervang riemen die beschadigd of versleten zijn. 3. Plaats de kappen van de aandrijfriem en de motor over de machine en de plaatmoer (Figuur 38). 4.
2. Plaats de riem in de groef aan de onderkant van de tandwielkastpoelie (Figuur 40). 3. Plaats de riem in de voorste groef van de motorpoelie (Figuur 40). Opmerking: Controleer dat de riem niet gedraaid is. . 4. Lijn het afstandsstuk uit tussen de motor en de poeliekap en lijn de gaten in het afstandsstuk, motor en kap uit (Figuur 39). 5. Zet de poeliegeleider vast op de machine met de bouten en onderlegringen (Figuur 39) die u in stap 2 van De aandrijfriem van de borstel verwijderen (bladz.
De tractie-aandrijfriem monteren Stalling 1. Lijn de tractie-aandrijfriem uit tussen de frictie-aandrijfplaat en de tractiepoelie (Figuur 43). WAARSCHUWING 2. Lijn de riem uit met de groef onderaan de tractiepoelie (Figuur 42). Benzinedampen zijn bijzonder brandbaar, explosief en gevaarlijk bij inademing. Indien u de machine opslaat in een ruimte met open vuur kunnen de benzinedampen ontstoken worden en tot een explosie leiden.
15. Maak de machine grondig schoon. 16. Tip beschadigd verfwerk bij met de verf die verkrijgbaar is bij een erkende Toro servicedealer. Schuur deze delen voordat u ze verft en gebruik een corrosiebeschermend middel om roesten van de metalen delen te voorkomen. 17. Zet alle losse schroeven, bouten en borgmoeren goed vast. Repareer of vervang beschadigde onderdelen. 18. Dek de machine of en berg deze op een schone, droge plek en buiten bereik van kinderen op.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem De motor start niet, start moeilijk of slaat af. Mogelijke oorzaak 1. De brandstoftank is leeg. 1. Vul de brandstoftank. 2. De brandstofsluitklep is gesloten. 3. De gashendel en choke staan niet in de goede stand. 2. Open de brandstofklep. 3. Zorg dat de gashendel in het midden staat, tussen Snel en Langzaam, en dat de choke aanstaat bij een koude motor, en uitstaat bij een warme motor. 4. Reinig het zeefje en houder van de brandstofklep. 5.
Probleem Mogelijke oorzaak Remedie De borstel stopt niet als de aandrijfhendel wordt losgelaten. 1. De aandrijfriem van de borstel is niet goed ingesteld. 1. Controleer de instelling van de borstelaandrijving. De borstel slijt te snel. 1. De borstelhoogte is onjuist. 1. Stel de borstelhoogte in. De snelheidskeuzehendel loopt zwaar of zit vast. 1. De zeshoekige as moet gesmeerd worden. 1. Smeer de zeshoekige as.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw aanspraak op garantie te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie, hetzij direct of via uw lokale Toro-dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land.
Gazonverbetering Toro Garantie Beperkte garantie (zie onderstaande garantieperiodes) Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt Op basis van een onderlinge overeenkomt geven de Toro Company en de verbonden onderneming Toro Warranty Company gezamenlijk de garantie dat de onderstaande Toro producten geen tekortkomingen hebben wat betreft materiaal of productie. Deze garantie dekt de kosten van onderdelen en arbeid, maar de transportkosten zijn voor rekening van de klant.