Operator's Manual

voortinplaatsvanhetwegtevegen.Ditkan
leidentotschadeaandeborstelharenenhet
aandrijfsysteem.
2.Drukdetractiehendellangzaamnaardelinker
handgreep(Figuur14).
Opmerking:Houdetractiehendeltegende
handgreepombeidewielenaantedrijven.
g326524
Figuur14
3.Omdetractie-aandrijvinguitteschakelenlaat
udetractiehendellos.
4.Gebruikvandewielkoppelingshendels:
Opmerking:
Omrechtnaarvorenterijdenbedient
udetractiehendel,maarnietde
wielkoppelingshendels(Figuur15).
g326528
Figuur15
Omeenbochtnaarlinkstemaken
bedientudetractiehendelendelinker
wielkoppelingshendel(Figuur16).
g326521
Figuur16
Opmerking:Nahetmakenvandebocht
laatudewielkoppelingshendellos.Beide
wielenwordendanaangedreven.
Omeenbochtnaarrechtstemaken
bedientudetractiehendelenderechter
wielkoppelingshendel(Figuur17).
g326522
Figuur17
Opmerking:Nahetmakenvandebocht
laatudewielkoppelingshendellos.Beide
wielenwordendanaangedreven.
Bedienderechteroflinkerwielkoppelings-
hendelkort,enlaatdezedanweerlos,om
stuurcorrectiestemaken,enomdemachine
ineenrechtelijntelatenrijden,vooralin
diepesneeuw.
5.Omdetractie-aandrijvinguitteschakelenlaat
udetractiehendellos.
Metdemachineachteruitrijden
1.Zetdesnelheidskeuzehendelindegewenste
standomachteruittegaanencontroleerdat
dezeindeuitkepingvalt.
2.Omnaarachterentegaanschakeltude
tractie-aandrijvinginendruktudelinker
tractiehendelinderichtingvandehandgreep.
Opmerking:Methetkortindrukken
endanloslatenvandelinkerofrechter
wielkoppelingshendelkuntustuurcorrecties
makenomdemachineineenrechtelijntelaten
bewegen.
Opmerking:Omnaarrechtstedraaiendrukt
uderechterwielkoppelingshendelnaarde
handgreep.Zowordtdeaandrijvingvanhet
rechterwieluitgeschakeldterwijlhetlinkerwiel
blijftrijden,endemachinedraaitnaarrechts.
Opmerking:Enalsudelinker
wielkoppelingshendelindruktzaldemachine
naarlinksdraaien.
Opmerking:Hettegelijkindrukkenvanbeide
wielkoppelingshendelsontkoppeltdeaandrijvingvan
beidewielen.Zokuntudemachineachteruittrekken
zondertestoppenomdezeindeachteruitstandte
schakelen.Ditmaakthetookmakkelijkeromde
machinebijuitgeschakeldemotortemanoeuvreren
entransporteren.
14