Form No. 3353-710 Rev A Workman® 200 Spuitsysteem Workman-voertuigen voor zwaar gebruik Modelnr.: 41235—Serienr. 260000001 og højere Registreer uw product op www.Toro.
Inleiding Figuur 2 Lees deze handleiding zorgvuldig, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze kunt gebruiken en onderhouden. De informatie in deze handleiding kan u en anderen helpen letsel en schade te voorkomen. Hoewel Toro Toro veilige producten ontwerpt en fabriceert, blijft u verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine. U kunt rechtstreeks met Toro op www.Toro.
Algemeen overzicht van de machine................... 28 Bedieningsorganen ........................... 28 Specificaties ...................................... 33 Gebruiksaanwijzing........................................... 34 Veiligheid staat voorop ...................... 34 Bediening en gebruik van de spuitmachine ..................... 34 Spuittank vullen................................. 35 De spuitbomen bedienen................... 35 Spuiten.............................................. 36 Spuittips ......
Veiligheid DIENT U DE VOLGENDE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES IN ACHT TE NEMEN. Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan letsel veroorzaken. Om het risico van letsel te vermijden, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool te letten, dat betekent VOORZICHTIG, WAARSCHUWING of GEVAAR – "instructie voor persoonlijke veiligheid". Niet-naleving van de instructie kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.
• Houd u aan de instructies van de fabrikant voor het veilig gebruik van de chemische stof. • Bestuur de machine nooit als u onder invloed van drugs of alcohol verkeert. Ook receptgeneesmiddelen en medicijnen tegen verkoudheid kunnen slaperigheid veroorzaken. • Zorg voor een goede ventilatie van de ruimte waar u werkt met chemische stoffen. • Bestuur de machine niet als u moe bent. Neem af en toe pauze. Het is zeer belangrijk dat u te allen tijde alert bent.
– Rook nooit als u omgaat met benzine. passeren en de spuitbomen en uw hoofd niets raken. – Vul de brandstoftank tot ongeveer 25 mm vanaf de bovenkant van de tank (de onderkant van de vulbuis). Doe dit in de open lucht. Niet te vol vullen. • Als u de motor start: – Neem plaats op de bestuurdersstoel en stel de parkeerrem in werking. – Neem eventueel gemorste benzine op. – Schakel de aftakas (indien aanwezig) uit en zet de gashendel (indien aanwezig) op Uit.
– Passeer een voertuig dat in dezelfde richting rijdt, nooit op een kruising, een onoverzichtelijk punt of andere gevaarlijke plaatsen. controleren. Repareer alle schade voordat u de machine weer in gebruik neemt. • Voordat u de bestuurdersstoel verlaat: – Breng de machine tot stilstand. – Als u vloeistof loost, mag u niemand achter de machine laten staan en moet u voorkomen dat iemand de vloeistof over zijn of haar voeten krijgt.
De machine beladen • Geef niet te snel gas en trap niet abrupt op het rempedaal als u achteruit een helling afrijdt, zeker niet als u een lading vervoert. Het gewicht van de lading kan verandering brengen in het zwaartepunt van de Workman en de wijze waarop u de machine moet gebruiken.
staat verkeren voordat u druk zet op het hydraulische systeem. door een erkende TORO-dealer laten controleren met een toerenteller. • Houd lichaam en handen uit de buurt van kleine lekgaten of spuitmonden waaruit onder hoge druk hydraulische vloeistof ontsnapt. U kunt lekken in het hydraulische systeem opsporen met behulp van karton of papier. Doe dit niet met uw handen. • Indien belangrijke reparaties nodig zijn of hulp is vereist, moet u contact opnemen met een erkende ToroToro-dealer.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 106-5065 107-8621 1. Mengen AAN 2. Continu snelheidsregeling 3. 1. AAN 2. Afvoer van tank Mengen UIT 3. UIT 106-5016 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2.
106-1354 1. 540 tpm 108-3307 106-1355 1. Waarschuwing – Stap niet in de tank. 108-3309 106-1365 1. Ledematen kunnen bekneld raken, tank van spuitmachine – Houd omstanders op een veilige afstand van de tank van de spuitmachine en lees de Gebruikershandleiding 106-1434 1. Ledematen kunnen bekneld raken, tank van spuitmachine – Lees de Gebruikershandleiding alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. 11 1. 2. 3. 4. 5. 6.
107-2825 1. Monitor 2. AAN 6. 7. Verminderen Vergrendeld 11. Middelste spuitboom 12. Rechter spuitboom 16. 17. 3. UIT 8. Ontgrendeld 13. Spuiten AAN 18. 4. Continu verstelbare regeling, spuitdruk 5. Verhogen 9. Hoofdschakelaar van de spuitbomen Linker spuitboom 14. Spuiten UIT 19. Handmatig Schuimmarkeerder van linker spuitboom Schuimmarkeerder van rechter spuitboom Spuitboom neerlaten 15. Automatisch 20. Spuitboom opheffen 10.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Stap 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Geen onderdelen vereist – Aanwezige laadbak verwijderen. Geen onderdelen vereist – De Workman® gebruiksklaar maken.
Stap 10 11 12 14 Omschrijving Hoeveelheid Knop J-clips Bout (1/4 x 3/4 inch) Flensmoer (1/4 inch) Spray Pro-sticker, VS Spray Pro-sticker, EG Middelste spuitboom Bout (3/8 x 1-1/4 inches) Borgmoer (3/8 inch) Transporthouder van spuitbomen Bout (1/2 x 1-1/4 inches) Flensmoer (1/2 inch) Verlengstuk van linker spuitboom Verlengstuk van rechter spuitboom Slangklemmen R-klem Borstbout Ring Moer Gebruikershandleiding Instructiemateriaal voor gebruiker Onderdelencatalogus Registratiekaart Selectiegids Contro
2 de bevestigingsplaten van de laadbak, door de pennen naar binnen te drukken (Figuur 3). 4. Verwijder de lynch-pennen en de gaffelpennen waarmee de draaibeugels zijn bevestigd aan de framebalken (Figuur 4) De Workman® gebruiksklaar maken Geen onderdelen vereist Procedure 1. Parkeer de machine in een veilige werkruimte met een hefinstallatie binnen bereik. 2. Zet de motor af en verwijder het contactsleuteltje. 3. Maak de minkabel van de accu los van de accupool.
4 Montage van de kabelboom Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 1 2 1 1 2 1 1 8 1 Figuur 5 1. Kap 2. Bout 3. 4. Transaxle-huis Beugel van geluidsdemper 2. Breng het RTV-afdichtmiddel aan op het nieuwe scherm voordat u deze monteert op het transaxle-huis. 3. Monteer de nieuwe kap op het transaxle-huis met behulp van de vier bouten die u hebt verwijderd bij Stap 1 (Figuur 6). De kap is in de juiste positie gemonteerd als afdichting naar boven wijst en is gekeerd naar de linkerkant van de machine.
zekeringhouder met behulp van de twee schroeven (#10-24 x 3/4 inch) en twee borgmoeren (#10-24) zoals wordt getoond in Figuur 8. 8. Verwijder vuil en vet van de sticker van de aanwezige zekeringhouder en maak het oppervlak schoon en droog. Breng de sticker aan. 9. Plaats de zekeringen en de thermale onderbrekers: A. Plaats de 15 A zekering in de gleuf voor de zekering van de schuimmarkeerder (Figuur 8). B.
13. Monteer de elektrische connector aan de snelheidssensor. 14. Gebruik kabelklembanden om de kabelboom te bevestigen aan de aanwezige bedrading en plaats deze uit de buurt van bewegende onderdelen en hittebronnen. 15. Plaats de voorkap en zet deze vast met de schroeven die u eerder hebt verwijderd. 5 Figuur 10 1. Bevestigingsplaat van bedieningskast 2. Dashboard Montage van de bevestigingsplaat van de bedieningskast Bout (5/16 x 1 inch) 4.
6 Montage van de steunstang Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 2 2 1 1 1 Steunbeugel Inbusbouten (3/8 x 1 inch) Borgmoer (3/8 inch) Steunstang Gaffelpen Borgpen Figuur 13 Buitenaanzicht, getoond zonder spatscherm. 1. 2. Steunbeugel Linker framerail 3. Inbusbout (3/8 x 1 inch) Procedure 1. Verwijder het complete linker achterwielstel. Bewaar alle onderdelen. 4. Zet de steunstang, de contramoer en gaffel indien nodig losjes aan elkaar (Fig. 13). 2.
7 8 Montage van de bevestigingsbeugels van het werktuig Montage van het radiatorscherm Benodigde onderdelen voor deze stap: Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 1 4 Bevestigingsbeugels Radiatorscherm Bout (1/4 x 3/4 inch) Procedure Procedure Het radiatorscherm wordt geleverd met een extra paneel dat wordt gemonteerd op voertuigen met luchtkoeling. Als het scherm wordt gemonteerd op een voertuig met vloeistofkoeling, moet het extra paneel worden verwijderd. 1.
9 Montage van het tankframe Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 2 4 2 4 2 Tank en tankframe Gaffelpennen Lynch-pennen Bout (1/2 x 1-1/2 inches) Ringen (1/2 inch) Moeren (1/2 inch) Figuur 17 1. 2. Procedure Tankframe Steunstang, 90° gedraaid. 3. Rustpunt voor steunstang 3. Als de steunstang door het rustpunt heen is, draait u de stang 90° om deze daarin vast te zetten en laat u het tankframe verder zakken op het frame van de machine.
9. Plaats de voorste bevestigingsbeugels op een lijn met de bevestigingsbeugels die u eerder hebt gemonteerd. 10. Bevestig het tankframe aan het frame van de machine met een bout (1/2 x 1-1/2 inches), twee ringen (1/2 inch) en een borgmoer (1/2 inch) zoals wordt getoond in Figuur 21. Figuur 19 Linkerkant getoond 1. Scharnierende lip 2. Gaffelpen (3/4 inch) 3. 4. Lynchpen Frame van machine Figuur 21 Linkerkant getoond 6.
1. Verwijder de gaffelpen en de borgpen waarmee de bedieningskast wordt bevestigd aan het tankframe. 2. Monteer de bedieningskast, met de bedieningsorganen gericht naar de bestuurder, op de bevestigingsplaat met behulp van de gaffelpen en de borgpen, die u eerder hebt verwijderd. 3. Monteer de knop om de bedieningskast te stabiliseren. Met de hand aandraaien. 4. Bevestig de Spray Pro-sticker op de monitor (Figuur 22). 7.
2. Monteer de transporthouders aan de middelste spuitboom met 6 bouten (3/8 x 1-1/4 inches) en 6 borgmoeren (3/8 inch). Plaats deze zoals wordt getoond in Figuur 25 4. Sluit de kabels van de actuators van de spuitboom aan op de corresponderende stekkers op de kabelboom van het spuitsysteem. 5. Stel het systeem in werking en schuif de stangen van de actuators van de spuitboom naar buiten met behulp van de schakelaars van de spuitboomlift.
12 Montage van de spuitboomslangen Benodigde onderdelen voor deze stap: 3 2 2 2 2 Slangklemmen R-klem Borstbout Ring Moer Procedure 1. Leid de spuitboomslangen zoals wordt getoond in Figuur 28. Figuur 28 1. Spuitboomslang, linker verlengstuk 2. Spuitboomslang, midden 3. Spuitboomslang, rechter verlengstuk 4. Moer 5. Ring 6. R-klem 7. Borstbout 2. Bevestig de slangen van de linker- en rechter spuitboom met de R-klemmen aan de voorkant van de middelste spuitboom.
13 3. Smeer vloeibare zeep op de ribbel van de T-verbindingen op beide verlengstukken (Figuur 29). Schuif de slang van het verlengstuk van de spuitboom over de ribbel en zet deze vast met een klem. De spuitdoppen monteren Geen onderdelen vereist Procedure De spuitdoppen waarmee u chemische stoffen spuit, zijn verschillend, afhankelijk van de benodigde gebruiksdosis; daarom worden de spuitdoppen niet geleverd bij de machine.
14 Montage: Meer informatie over uw product. Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 1 1 1 1 1 Gebruikershandleiding Instructiemateriaal voor gebruiker Onderdelencatalogus Registratiekaart Selectiegids Controlelijst voor levering Procedure 1. Lees de handleidingen. 2. Bekijk het instructiemateriaal voor de gebruiker. 3. Gebruik de Selectiegids Spuitdoppen om de juiste spuitdoppen voor uw specifieke toepassing te kiezen. 4. Bewaar het documentatiemateriaal op een veilige plaats.
Algemeen overzicht van de machine Figuur 30 1. Voedingsschakelaar, Spray Pro™ monitor 2. Spray Pro™ monitor 4. 3. Schakelaar voor gebruiksdosis 6. 5. Vergrendelschakelaar voor gebruiksdosis Hoofdschakelaar van de spuitbomen Schakelaar van linker spuitboom 7. Schakelaar van middelste spuitboom 8. Schakelaar van rechter spuitboom 9. Schakelaar van spuitboomlift, links Bedieningsorganen 10. Schakelaar van spuitboomlift, rechts of buiten werking te stellen (Figuur 30).
Schakelaar voor gebruiksdosis Als u de klep met de hand wilt bedienen, moet u de stekker op de klep lostrekken; daarna kunt u de knop op de klep met de hand draaien totdat de gewenste gebruiksdosis is bereikt. De schakelaar voor de gebruiksdosis bevindt zich op de linkerzijde van het bedieningspaneel (Figuur 30). U moet de schakelaar omhoog drukken en in die positie blijven houden om de gebruiksdosis te verhogen, of indrukken en ingedrukt houden om de gebruiksdosis te verminderen.
Opmerking: De kunststofmoer op de afvoerbuis van de tank moet stevig worden vastgedraaid om lekkage bij de aftaphendel te voorkomen. om de inhoud van de tank te mengen en op 3 uur om te stoppen met mengen. Figuur 33 1. Aftaphendel van tank Figuur 32 1. Mengregelklep 2. Tankdeksel Drukmeter Het tankdeksel bevindt zich midden op de tank (Figuur 34). Op het deksel te openen, moet u de motor afzetten, de parkeerrem in werking stellen, de voorste helft van het deksel naar links draaien en open klappen.
verontreinigd door de chemische stoffen in de tank. Belangrijk: Zorg ervoor dat de slangaansluiting niet in contact komt met de vloeistof in de tank. U mag de slang niet verlengen zodat deze in contact kan komen met de vloeistof in de tank.
Spray Pro™ monitor bekijken en te controleren. De monitor controleert niet de gebruiksdosis. De Spray Pro-monitor biedt de mogelijkheid allerlei gegevens over de prestaties van het systeem, zoals snelheid van de machine en gebruiksdoses, te De monitor heeft een LCD-scherm dat de geselecteerde gegevens toont, een keuzeschijf en 4 knoppen om de monitor te kalibreren (Figuur 35). Figuur 35 1. 2. 3. 4. LCD-scherm Keuzeschijf Totale Oppervlak Snelheid 5. Maateenheden 6. 7. 8. 9. 10.
het Totale Oppervlak verandert. Als u op de kalibratieknop Terugstellen drukt, wordt Sub Hoeveelheid teruggesteld. • Snelheid/Afstand • Vloeistofstroommeter Specicaties • Afstand Toont de afstand die u hebt afgelegd in voeten (US en TURF) of in meters (SI) sinds u voor de laatste keer de kalibratieknop Terugstellen voor deze instelling hebt ingedrukt. Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing klaar bent, reinigt u de tank. Het is belangrijk dat u deze drie stappen vlak na elkaar uitvoert om schade aan de spuitmachine te voorkomen. Zo kunt u beter chemische stoffen niet ’s avonds in de tank gieten en mengen en pas de volgende ochtend gaan spuiten. Hierdoor bestaat de kans dat de chemische stoffen worden gescheiden, hetgeen schade kan toebrengen aan de onderdelen van de spuitmachine.
Spuittank vullen 6. Draai de mengregelklep op 9 uur om te gaan mengen in de tank. 7. Voeg de correcte hoeveelheid het chemische concentraat toe in de tank volgens de instructies van de fabrikant. Belangrijk: De chemische stoffen die u gebruikt, moeten geschikt zijn voor Viton (raadpleeg het fabrieksetiket; dit moet aangeven of de chemische stoffen geschikt zijn). Chemische stoffen die niet geschikt zijn voor Viton, zullen de O-ringen in de spuitmachine aantasten waardoor lekkage ontstaat.
transport per ongeluk in aanraking komen met een laag overhangend object, kunnen zij uit de transporthouder worden gedrukt. In dit geval komen de spuitbomen in een bijna horizontale stand op de achterkant van de machine te rusten. Aangezien de spuitbomen hierbij geen schade oplopen, dienen zij onmiddellijk te worden teruggeplaatst in de transporthouder. C. Controleer of de monitor de correcte gebruiksdosis toont.
Opmerking: Indien nodig kunt u een reinigings-/neutraliseermiddel toevoegen aan het water. Gebruik alleen schoon water voor de laatste spoeling. 1. Breng de spuitmachine tot stilstand, stel de parkeerrem in werking, zet de schakelhendel in de neutraalstand en zet de motor af. 2. Gebruik de aftaphendel van de tank om ongebruikt materiaal uit de tank te laten lopen en af te voeren volgens de plaatselijk geldende voorschriften en de instructies van de fabrikant van de chemische stoffen. 4. Start de motor. 5.
Kalibratie van de Spray Pro-monitor Figuur 39 1. 2. 3. 4. LCD-scherm Keuzeschijf Totale Oppervlak Snelheid 5. Maateenheden 6. 7. 8. 9. 10. Gebruiksdosis Afstand Sub Oppervlak Sub Hoeveelheid 11. 12. 13. 14. Totale Hoeveelheid 15. Keuze spuitboom De Spray Pro-monitor heeft een kalibratiemodus waarmee u verschillende instellingen kunt veranderen om het scherm aan te passen en de monitor te kalibreren overeenkomstig uw wensen.
8. Herhaal indien nodig stappen 4 tot en met 7 voor de andere spuitbomen. Stel de spuitbomen in werking totdat er geen lucht meer in de leiding zit en schakel ze daarna uit met de hoofdschakelaar. 9. Druk op de kalibratieknop totdat het rode lampje dooft. U kunt de kalibratiemodus ook verlaten door te gaan rijden met de spuitmachine. 5. Draai de keuzeschijf op Totale Hoeveelheid. 6. Druk net zolang op de Kalibratieknop terugstellen totdat "0" op het scherm verschijnt. Maateenheden instellen 7.
1. Controleer of alle banden de vereiste spanning hebben; zie de Gebruikershandleiding van de Workman. 2. Vul de schoonwatertank. 3. Vul de tank van de spuitmachine voor de helft met water. 4. Kies een recht, vlak stuk grond dat overeenkomt met de omstandigheden van uw gazon. 15. Als de waarde van de afstand op het scherm verschijnt, moet u deze met de kalibratieknoppen Verhogen of Verminderen wijzigen in 500 voet.
7. Zet de pompschakelaar op AAN om de pomp in werking te stellen. 8. Zet de schakelaar van elke spuitboom en de hoofdschakelaar van de spuitbomen op AAN. 9. Stel de druk in op de waarde die wordt aangegeven op de drukmeter, totdat de druk zich bevindt in het bereik voor de spuitdoppen die u hebt geïnstalleerd op de spuitbomen (normaal 276 kPa [40 psi]). Dit doet u met behulp van de schakelaar voor de gebruiksdosis. Figuur 41 10. Noteer de waarde op de drukmeter. 1. 2. 11.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Bij elk gebruik of dagelijks Onderhoudsprocedure • Zuigkorf reinigen (vaker bij gebruik van bevochtigbaar poeder). Om de 50 bedrijfsuren • De pomp smeren. Om de 100 bedrijfsuren • Vet in alle smeernippels spuiten. • Spuitboomscharnieren smeren.
Controlelijst Dagelijks Onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerde item Voor week van: Ma. Wo. Di. Do. Vr. Werking van rem en parkeerrem controleren. Werking van schakelinrichting/neutraalstand controleren. Brandstofpeil controleren. Motoroliepeil controleren alvorens de tank te vullen. Transaxle-oliepeil controleren alvorens de tank te vullen. Luchtlter controleren alvorens de tank te vullen.
Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u en andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Haal het sleuteltje uit het contact en maak de bougiekabel(s) los voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine. Druk de kabel(s) opzij, zodat deze niet onbedoeld contact kan (kunnen) maken met de bougie(s). Procedures voorafgaande aan onderhoud te verdelen en te voorkomen dat de tank achterover kantelt. 4.
3. Veeg overtollig vet weg. 4. Herhaal deze procedure bij alle draaiarmen van de spuitbomen. Lagers van de actuatorstang smeren Het uiteinde van de lagers van de actuatorstangen van beide spuitbomen moeten om de 400 bedrijfsuren en/of jaarlijks worden gesmeerd. Figuur 42 1. Pomp 2. Smeernippel 3. Type vet: Nr.2 Smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis. Drukdemper 1. Klap de spuitbomen in de spuitstand. Spuitboomscharnieren smeren 2. Verwijder de borgpen van de draaipen (Figuur 44).
inwendige onderdelen van de pomp op schade laten controleren: • Pompmembraan • Blaas van drukdemper • Afsluitkleppen van pomp Vervang deze onderdelen indien noodzakelijk. Actuator van spuitboom afstellen U moet de hydraulische vloeistof van de actuator om de 400 bedrijfsuren controleren op luchtbelletjes. Figuur 45 1. Plaats de spuitmachine op een horizontaal oppervlak en laat de spuitbomen neer in de spuitstand. Rechter spuitboom 1. Lager smeren 2.
Gebruik van de handmatig regelbare ontlastklep kan de spuitboom plotseling in beweging brengen en letsel veroorzaken bij de bestuurder en andere personen. • Wees voorzichtig en stel de ontlastklep langzaam in. • Controleer of er niets in de omgeving is en niemand zich binnen het werkbereik van de spuitboom bevindt. Figuur 46 1. Als de ontlastklep wordt ingesteld met behulp van een elektrische voedingsbron, kan de actuator onregelmatig gaan werken en u en anderen letsel toebrengen.
Figuur 48 1. Beschermkap 2. Schoepenwiel 4. 5. Behuizing van vloeistofstroommeter 2. Trek het schoepenwiel voorzichtig uit de behuizing. Figuur 47 1. Draaipen 2. Bout 3. Moer 3. Nylon draaibus Draaibeugel 3. Gebruik warm water, een zachte borstel en indien nodig een mild reinigingsmiddel om de behuizing van de vloeistofstroommeter en het schoepenwiel te reinigen. Verwijder kleine stukjes metaal. 4.
Figuur 49 1. Zuigkorf 2. Maak de slang los van de tank. 3. Trek de zuigkorf uit het gat. 4. Reinig de zuigkorf met schoon stromend water. 5. Plaats de zuigkorf volledig terug in het gat,. 6. Sluit de slang aan op de bovenkant van de tank en zet deze vast met de borgveer.
Stalling 12. Werk alle krassen en beschadigingen van de lak bij. 1. Parkeer de spuitmachine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, schakel de aftakas uit, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact. Bijwerklak is verkrijgbaar bij een erkende Service Dealer. 13. Stal de machine in een schone, droge garage of opslagruimte. 2. Verwijder vuil en vet van de gehele machine, inclusief de buitenkant van de cilinder, de koelribben van de cilinderkop en het ventilatorhuis.
7. Als u de tank van de machine hebt gehaald, plaatst u de vier meegeleverde kriksteunen, die u vastzet met de eveneens meegeleverde gaffelpennen. 8. Stal de machine op een veilige plaats.
Problemen, oorzaak en remedie Problemen met het spuitsysteem verhelpen Probleem Een spuitboom werkt niet. Mogelijke oorzaak Remedie 1. De elektrische aansluiting op de klep van de spuitboom is vuil of los. 2. 3. 4. 5. 6. 1. De klep met de hand uitschakelen. De elektrische connector op de klep losmaken en alle kabels reinigen; daarna de elektrische connector weer aansluiten. Zekering is doorgebrand. 2. De zekeringen controleren en indien nodig vervangen. Slang is bekneld. 3.
Probleem De druk daalt als u een spuitboom inschakelt. Mogelijke oorzaak 1. De omloopklep van de spuitboom is verkeerd ingesteld. 2. Er zit een verstopping in de klep van de spuitboom. 3. Een lter van een spuitdop is beschadigd of verstopt. De actuator van een spuitboom werkt niet goed. 1. Een thermische onderbreker in de zekeringhouder, die zorgt voor de stroomtoevoer naar de actuator, is uitgeschakeld tengevolge van oververhitting. 2.
Probleem Mogelijke oorzaak Remedie Oppervlak is onnauwkeurig. 1. De breedte van de 1. De breedte van spuitmachine is verkeerd de spuitmachine ingevoerd. controleren en de correcte breedte instellen in de kalibratiemodus. 2. De snelheidssensor is 2. De snelheidssensor niet correct gekalibreerd. kalibreren. 3. Neem contact op met 3. De snelheidssensor is een erkende Service beschadigd. Dealer. Afstand is onnauwkeurig. 1. De snelheidssensor is 1. De snelheidssensor niet correct gekalibreerd. kalibreren.
Probleem Mogelijke oorzaak Remedie De getoonde maten kloppen niet. 1. De maateenheden zijn 1. Maateenheden ingesteld op een ander controleren om er zeker systeem dan u verwacht. van te zijn dat deze correct zijn ingesteld. Op de monitor verschijnt "OFL.". 1. De gegevens hebben het 1. Houd de [Reset] knop toegestane maximum ingedrukt om de monitor overschreden. leeg te maken.
Schema's Elektrisch schema, spuitsysteem (Rev.
De Algemene Garantiebepalingen voor Toro-producten 2 jaar garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het “Product") gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten* is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.