Form No. 3372-922 Rev A Workman® 200 spuitsysteem voor zwaar uitgevoerde Workman®voertuigen Modelnr.: 41235—Serienr.: 312000001 en hoger G011763 Voor de montage van het Workman® 200 spuitsysteem moeten een of meer bijbehorende sets worden gemonteerd. Neem voor verdere informatie contact op met een erkende Toro-dealer. Om uw product te registreren of om een gebruikershandleiding of onderdelencatalogus te downloaden, gaat u naar www.Toro.com.
Het Workman® 200 spuitsysteem is een speciale gazonspuitmachine voor Workman®-voertuigen en is bedoeld voor gebruikt door professionele bestuurders in commerciële toepassingen. Het systeem is met name ontworpen voor spuiten op goed onderhouden gazons in parken, golfbanen en sportvelden. Figuur 2 1. Veiligheidssymbool. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring.
Veiligheid De omloopkleppen van de spuitbomen kalibreren ..........................................................38 Pomp....................................................................38 Onderhoud ..................................................................40 Aanbevolen onderhoudsschema ..................................40 Controlelijst voor dagelijks onderhoud ......................40 Aantekening voor speciale aandachtsgebieden ............41 Procedures voorafgaande aan onderhoud .............
Chemische veiligheid • Voer ongebruikte chemische stoffen en verpakkingen voor chemische stoffen af volgens de instructies van de fabrikant en de plaatselijk geldende voorschriften. WAARSCHUWING • Chemische stoffen en dampen in de tank zijn gevaarlijk; Chemische stoffen die worden gebruikt in het spuitsysteem kunnen gevaarlijk en giftig voor de gebruiker, omstanders, dieren, planten, de bodem of eigendommen zijn. blijf altijd buiten de tank en houd uw hoofd nooit boven of in de opening.
• Wees uiterst voorzichtig als u om mensen heen moet • • • • rijden. Let altijd goed op waar omstanders zich kunnen bevinden en houd iedereen weg uit het werkgebied. Voordat u het voertuig gebruikt, dient u altijd alle onderdelen van het voertuig of eventuele werktuigen te controleren. Als er iets niet in orde is, mag u het voertuig niet meer gebruiken. Zorg ervoor dat het probleem is verholpen voordat u het voertuig of het werktuig weer gaat gebruiken. Benzine is uiterst ontvlambaar.
• • • • • worden, zullen zij pas goed functioneren als zij weer droog zijn. Nadat u door water hebt gereden, moet u de remmen testen om er zeker van te zijn, dat zij naar behoren functioneren. Als dat niet het geval is, moet u langzaam rijden, terwijl u lichte druk uitoefent op het rempedaal. Hierdoor drogen de remmen. weten wat u gaat doen. Houd u aan alle verkeersregels en verkeersvoorschriften.
• Om het risico van brand te verminderen, moet u de terrein rijdt. Als de lading gaat schuiven, kan het voertuig omslaan. omgeving van de motor vrij van overtollig vet, gras, bladeren en aangekoekt vuil houden. • Als u een zware lading vervoert, moet u de snelheid verminderen en ervoor zorgen dat de remweg lang genoeg is. Trap niet abrupt op het rempedaal. Wees extra voorzichtig op hellingen.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 106-5065 107-8621 1. Mengen aan 1. Aan 2. Afvoer van tank 3. Mengen uit 3. Uit 2. Continu snelheidsregeling 106-5016 1. Waarschuwing - Lees de Gebruikershandleiding. 2.
106-1354 1. 540 tpm 106-1355 1. Waarschuwing – Stap niet in de tank. 119-0651 1. Omkantelgevaar, controleverlies - tank niet omhoog brengen als deze gevuld is; niet rijden met het voertuig als de tank omhoog is gebracht. Breng de tank alleen omhoog als deze leeg is; breng de tank altijd volledig omlaag voordat u met het voertuig gaat rijden. 106-1365 1. Ledematen kunnen bekneld raken, spuittank - houd omstanders op een veilige afstand van de spuittank en lees de Gebruikershandleiding.
8-3309 1. Totale oppervlak 2. Spuitboom kiezen 3. 4. 5. 6. Snelheid Maateenheden Eenheden selecteren Gebruiksdosis 8. Breedte 9. Afstand 10. 11. 12. 13. Snelheidskalibratie Sub-hoeveelheid Totale hoeveelheid Kalibratie van de vloeistofstroommeter 7. Sub oppervlak 119-9413 1. Monitor 6. Verminderen 11. Middelste spuitboom 16. Handmatig 2. Aan 7. Vergrendeld 12. Rechter spuitboom 17. Schuimmarkeerder van linker spuitboom 3. Uit 8. Ontgrendeld 13. Spuiten aan 18.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Geen onderdelen vereist – Verwijder de bestaande laadbak. Geen onderdelen vereist – Bereid de Workman® voor. 3 Kap Tandwielconstructie Schroef (M6 x 1 inch x 12) Veerring (M6) 1 1 1 1 Monteer de snelheidssensor. 4 Geen onderdelen vereist – Monteer de aftakas-set.
Procedure 11 12 14 Hoeveelheid Omschrijving Middelste spuitboom Bout (3/8 x 1-1/10,16 cm) Borgmoer (3/8 inch) Transporthouder van spuitbomen Bout (1/2 x 1-1/10,16 cm) Flensmoer (1/2 inch) Verlengstuk van linker spuitboom Verlengstuk van rechter spuitboom Slangklemmen R-klem Borstbout Ring Moer Gebruikershandleiding Instructiemateriaal voor gebruiker Onderdelencatalogus Registratiekaart Selectiegids Controlelijst voor levering 1 10 10 2 4 4 1 1 3 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 Gebruik Spuitbomen monteren.
3 De snelheidssensor monteren (alleen voor Workman® 3000-serie en 4000-serie) Benodigde onderdelen voor deze stap: Figuur 4 1. Linkerhoek van achterzijde 4. Gaffelpen van laadbak 2. Framebalk van voertuig 5. Lynchpen 1 Kap 1 Tandwielconstructie 1 Schroef (M6 x 1 inch x 12) 1 Veerring (M6) Procedure Deze procedure is alleen van toepassing op voertuigen uit de Workman HD-serie met een serienummer lager dan 289999999. 3.
5 De kabelboom monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Figuur 6 1. Kap 4. Tandwielsensor 2. Schroef (M6 x 1,00 x 12) 5. Afdichting 3. Veerring (M6) 6. Naar voren richten 5. Monteer de tandwielsensor met behulp van de schroef (M6 x 1,00 x 12) en veerring (M6) zoals getoond in Figuur 6. 6. Monteer de beugel van de geluiddemper over de nieuwe kap. 1 Zekeringhouder 1 Zekering (10 A) 2 Thermale onderbreker (30 A) 1 Zeskantige schroef (nr. 10-24 x 3/4 inch) 1 Kruiskopschroef (nr.
6. U ziet een open rode draad uit het bestaande zekeringenblok steken. Sluit deze draad aan op de rode draad van het nieuwe zekeringenblok. 7. Plaats het zekeringenblok en de kabelboom naast het bestaande zekeringenblok met behulp van de twee schroeven (nr. 10-24 x 3/4 inch) en twee borgmoeren (nr. 10-24) zoals wordt getoond in Figuur 8. 8. Verwijder eventueel vuil en smeer van het bestaande zekeringenblok en zorg ervoor dat het oppervlak schoon en droog is. Bevestig de sticker 9.
voor de Workman® HD-serie 1. Pak de motorkap beet via de openingen van de koplampen en til de motorkap op om de montagelipjes uit de sleuven in het frame te laten klikken (Figuur 10). Figuur 11 1. Kabelboom 7. Zwarte aardingsdraad 2. Nieuw zekeringenblok 8. Sleuf voor schuimmarkeerder 9. Sleuf voor actuator linker spuitboom 3. Gele draad 4. Oranje draad 10. Sleuf voor actuator rechter spuitboom 5. Rode draad 11. Sleuf voor zekering spuitsysteem 6. Roze draad 8.
2 10. Plaats het zekeringenblok en de kabelboom naast de bestaande zekeringenblokken met behulp van de twee schroeven (nr. 10-24 x 3/4 inch) en twee borgmoeren (nr. 10-24) zoals wordt getoond in Figuur 12. 11. Zoek een geschikte plaats naast het zekeringenblok om de zekeringensticker te bevestigen. Zorg ervoor dat het oppervlak schoon en droog is en bevestig vervolgens de sticker 12. Plaats de zekeringen en thermale onderbrekers: A.
Voor voertuigen met serienummer 239999999 of lager 6 De verbindingsplaat monteren Montage van de bevestigingsplaat van de bedieningskast Als u het spuitsysteem moet monteren op een Workman met serienummer 239999999 of lager, moet u gebruik maken van de verbindingsplaat, de bouten en moeren, die zijn geleverd bij de losse onderdelen.
1 2 8 Montage van het radiateurscherm (alleen voor Workman® 3000-serie en 4000-serie) 4 3 Benodigde onderdelen voor deze stap: G011748 Figuur 17 Linkerkant getoond 1. Borgmoer 3. Hefcilinder 2. Bouten 4. Borgpen 1 Radiateurscherm 4 Bout (1/4 x 3/4 inch) Procedure Het radiateurscherm wordt geleverd met een extra paneel dat wordt gemonteerd op voertuigen met luchtkoeling. Verwijder de extra kap als u het scherm monteert op een voertuig met luchtkoeling. 2.
3 9 4 2 1 Het tankframe monteren 5 Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Tank en tankframe 2 Gaffel pennen 4 Lynchpennen 2 Bout (1/2 x 1-1/5,08 cm) 4 Ringen (1/5,08 cm) 2 Moeren (1/2 inch) G011759 Figuur 20 Procedure 1. Steunbanden 4. Gaffelpen 2. Hefcilinders 5. Lynchpen 3. Beugels van de glijder van de tank GEVAAR 5. Gebruik de gaffelpen en de lynchpen om de glijder van de tank aan beide zijden van het voertuig aan de hefcilinders te bevestigen.
9. Gebruik de hefcilinders om de tank op het frame te laten zakken. • Trek de rubberen kap van de voorkant van de 10. Controleer de uitlijning van het tankframe en het voertuigframe. Draai indien nodig de bouten iets los waarmee de scharnierende lip aan het tankframe is bevestigd (Figuur 21). Breng de tankconstructie een beetje omhoog tot deze met het voertuigframe kan worden uitgelijnd en breng deze omlaag in de juiste stand.
10 Montage van de bedieningskast Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Knop 3 J-clips 1 Bout (1/4 x 3/4 inch) 1 Flensmoer (1/4 inch) 1. J-clip 3. Kabelboom van bedieningskast 1 Spray Pro-sticker, VS 2. Aanwezige schroeven 1 Spray Pro-sticker, EG 4. Middelste bedieningspaneel Figuur 26 7. Monteer een J-clip in de kap van de rolbeugel achter de bestuurderpositie met behulp van een bout (1/4 x 1 inch) en een moer (1/4 inch).
Opmerking: Indien nodig kunnen de bevestigingen van het frame van de spuitboom worden losgemaakt en worden afgesteld op de middelste spuitboom om de openingen beter uit te lijnen.
4 3 1 5 6 2 G012927 Figuur 30 1. Middelste spuitboom 4. Bout 2. Verlengstuk van spuitboom 5. Ring 3. Scharnierplaat 6. Moer 8. Herhaal stap 7 aan de andere kant van de middelste spuitboom met het andere verlengstuk. Opmerking: Zorg ervoor dat alle spuitdoppenhouders naar achteren wijzen.
12 Montage van de spuitboomslangen Benodigde onderdelen voor deze stap: 3 Slangklemmen 2 R-klem 2 Borstbout 2 Ring 2 Moer Procedure 1. Leid de spuitboomslangen zoals wordt getoond in Figuur 31. 4 5 6 1 3 2 G012928 Figuur 31 1. Spuitboomslang, linker verlengstuk 4. Moer 2. Spuitboomslang, midden 5. Ring 3. Spuitboomslang, rechter verlengstuk 6. R-klem 7. Borstbout 2. Bevestig de slangen van de linker- en rechter spuitboom met de R-klemmen aan de voorkant van de middelste spuitboom.
3. Smeer vloeibare zeep op de ribbel van de T-verbindingen op beide verlengstukken (Figuur 32). Schuif de slang van het verlengstuk van de spuitboom over de ribbel en zet deze vast met een klem. 3 1 daarom worden de spuitdoppen niet geleverd bij de machine.
Algemeen overzicht van de machine Figuur 33 1. Voedingsschakelaar, Spray Pro™ monitor 4. Vergrendelschakelaar voor gebruiksdosis 7. Schakelaar van middelste spuitboom 2. Spray Pro™ monitor 5. Hoofdschakelaar van de spuitbomen 8. Schakelaar van rechter spuitboom 3. Schakelaar voor gebruiksdosis 6. Schakelaar van linker spuitboom 9. Schakelaar van spuitboomlift, links Bedieningsorganen 10.
Vloeistofstroommeter stand om de schakelaar voor de gebruiksdosis te blokkeren; hiermee voorkomt u dat iemand per ongeluk de gebruiksdosis verandert. Draai de sleutel rechtsom in de onvergrendelde stand om de schakelaar voor de gebruiksdosis te activeren. De vloeistofstroommeter meet de doorstroomhoeveelheid van de vloeistof die wordt gebruikt door het Spray Pro™ systeem (Figuur 34).
Drukmeter De drukmeter bevindt zich rechts van de tank (Figuur 35). Deze meter toont de druk van de vloeistof in het systeem in psi en bar. Aftaphendel van tank De aftaphendel van de tank bevindt zich boven op de tank (Figuur 36). Om de tank af te tappen, moet u de moer losdraaien en de T-hendel omhoogtrekken totdat u de gewenste afvoerstroom hebt verkregen. Figuur 37 1. Tankdeksel Belangrijk: Trek voorzichtig aan de hendel.
Spray Pro™-monitor De monitor heeft een LCD-scherm dat de geselecteerde gegevens toont, een keuzeschijf en 4 knoppen om de monitor te kalibreren (Figuur 38). De Spray Pro-monitor biedt de mogelijkheid allerlei gegevens over de prestaties van het systeem, zoals snelheid van de machine en gebruiksdoses, te bekijken en te controleren. De monitor controleert niet de gebruiksdosis. Figuur 38 1. LCD-scherm 6. Gebruiksdosis 11. Terugstellen, kalibratieknop 16. Eenheden selecteren 2. Keuzeschijf 7.
Specificaties kalibratieknop Terugstellen voor deze instelling hebt ingedrukt. Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. • Sub Hoeveelheid Toont de totale hoeveelheid in Amerikaanse gallons (US en TURF) of liters (SI) die u hebt gebruikt sinds u voor de laatste keer de kalibratieknop Terugstellen voor deze instelling hebt ingedrukt, zonder dat het scherm voor de Totale Hoeveelheid verandert.
Gebruiksaanwijzing 4. Stel bij het scharnier de stand van de bumpers in zodat de spuitboom niet verder kan dan bodemniveau. Zorg dat de bumper op hetzelfde niveau is. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. 5. Draai de bout en de moer vast om de bumpers vast te zetten in de ingestelde stand. Draai de wielbevestigingen vast met een torsie van 183-223 Nm.
materialen. Een aantal vaste stoffen (zoals bevochtigbaar poeder, houtskool) heeft een sterker schurende werking en veroorzaakt meer dan normale slijtage. Als een chemische stof verkrijgbaar is in een samenstelling die de levensduur van de spuitmachine verlengt, adviseren wij u deze te gebruiken. 5. Start de motor, schakel de aftakas in en zet de gashendel open indien deze aanwezig is. 6. Draai de mengregelklep op 9 uur om te gaan mengen in de tank. 7.
• Schakel eerst met de hoofdschakelaar de spuitbomen uit Om de spuitbomen terug te plaatsen in de transporthouder, moet u deze neerlaten in de spuitstand en vervolgens weer omhoog brengen in de transportstand. Zorg ervoor dat de cilinders van de spuitbomen volledig zijn teruggetrokken om beschadiging van de actuatorstang te voorkomen. • Spuiten • Belangrijk: Om ervoor te zorgen dat de oplossing goed gemengd blijft, moet u de mengfunctie gebruiken als er een oplossing in de tank zit.
E. Draai de moer weer vast om de afvoerbuis in de gesloten stand te houden. Opmerking: De kunststofmoer op de afvoerbuis van de tank moet stevig worden vastgedraaid om lekkage bij de aftaphendel te voorkomen. 3. Vul de tank met minstens 190 liter schoon water en sluit het deksel. Opmerking: Indien nodig kunt u een reinigings-/neutraliseermiddel toevoegen aan het water. Gebruik alleen schoon water voor de laatste spoeling. 4. Start de motor. 5.
Kalibratie van de Spray Pro-monitor Figuur 42 1. LCD-scherm 6. Gebruiksdosis 11. Terugstellen, kalibratieknop 16. Eenheden selecteren 2. Keuzeschijf 7. Sub-oppervlak 12. Kalibreren, kalibratieknop 17. Breedte 3. Totale oppervlak 8. Afstand 13. Verminderen, kalibratieknop 18. Snelheidskalibratie 4. Snelheid 9. Sub-hoeveelheid 14. Verhogen, kalibratieknop 19. Kalibratie van de vloeistofstroommeter 20. LED 5. Maateenheden 10. Totale hoeveelheid 15. Keuze spuitboom 2.
Maateenheden instellen • Als de hoeveelheden gelijk zijn, hoeft u de monitor niet verder te kalibreren. • Als de hoeveelheden verschillen, gaat u verder met de rest van de procedure. 9. Zet de keuzeschijf op Totale Hoeveelheid en druk net zolang op de kalibratieknop totdat 'CAL HOLD' op de monitor verschijnt en het rode lampje op de monitor gaat branden. De standaardinstelling voor de maateenheden is US. U kunt de maateenheden ook wijzigen in SI (metrisch systeem) of TURF. 1.
de machine van het beginpunt naar het eindpunt op 150 meter. 4. Zet de schijf op de Spray Pro-monitor op Gebruiksdosis. 11. Als u het eindpunt bereikt, moet u de hoofdschakelaar op UIT zetten om de monitor te stoppen. 5. Zet de schakelhendel in de neutraalstand. 6. Trap het gaspedaal volledig in en zet de schakelaar van de motortoerentalbegrenzer van de neutraalstand op Aan. 12. Kijk welke afstand wordt weergegeven op de monitor.
Figuur 44 1. Pomp 3. Drukdemper 2. Smeernippel Luchtdruk in demper instellen De luchtdruk in de demper op de pomp is in de fabriek ingesteld op 103 kPa (1 bar). De aanbevolen druk in de demper is 1/3 van de spuitdruk. Als de spuitdruk hoger dan 3,1 bar is, moet u de demper dienovereenkomstig instellen.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Bij elk gebruik of dagelijks Onderhoudsprocedure • Zuigkorf reinigen. (vaker bij gebruik van bevochtigbaar poeder) Om de 50 bedrijfsuren • Smeer de pomp. Om de 100 bedrijfsuren • Spuit vet in alle smeernippels. • Spuitboomscharnieren smeren.
Voor week van: Gecontroleerd item Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Zo. Controleren op lekkages. Werking van instrumenten controleren. Werking van het gaspedaal controleren. Zuigkorf reinigen. Toespoor controleren. Vet in alle smeernippels spuiten.1 Beschadigde lak bijwerken.
Procedures voorafgaande aan onderhoud 4. Vouw de spuitboomverlengingen naar voren langs de tankconstructie om het gewicht gelijkmatiger te verdelen en om achteroverkantelen te voorkomen. 5. Breng de tankconstructie omhoog totdat de hefcilinders hun uiterste positie hebben bereikt. 6. Verwijder de laadbakbeveiliging van de opberghaken op de achterkant van het paneel van de rolbeugel (Figuur 46).
Smering VOORZICHTIG Probeer nooit de tankconstructie neer te laten met de laadbakbeveiliging op de cilinder. Spuitsysteem smeren 2. Trek de hefcilinder terug om de tank voorzichtig op het frame te laten zakken. Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren Om de 100 bedrijfsuren 3.
Spuitboomscharnieren smeren 1 4 2 5 Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren Belangrijk: Als het spuitboomscharnier is afgespoeld met water, moet al het water en vuil van het scharnier worden verwijderd en moet nieuw vet op het scharnier worden gesmeerd. 3 Type vet: nr. 2 smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis. 1. Veeg de smeernippels schoon zodat er geen ongerechtigheden kunnen binnendringen in het lager of de lagerbus. 2.
Onderhoud elektrisch systeem en steek de pen door het draaipunt van de spuitboom en de actuatorstang (Figuur 50). 7. Als de pen op zijn plaats is, laat u de spuitboom los en zet u de pen vast met de borgpen die u eerder hebt verwijderd. Zekeringen 8. Herhaal deze procedure bij alle andere lagers van de actuatorstang. Er is een zekeringhouder toegevoegd aan het elektrische systeem. Dit bevindt zich onder het dashboard bij de aanwezige zekeringhouder.
Onderhoud van het spuitsysteem indien nodig vervangen (neem contact op met een erkende Toro servicedealer) Om de 400 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan)—Blaas van drukdemper controleren en indien nodig vervangen. (neem contact op met een erkende Toro servicedealer) WAARSCHUWING Chemische stoffen die worden gebruikt in het spuitsysteem kunnen gevaarlijk en giftig voor de gebruiker, omstanders, dieren, planten, de bodem of eigendommen zijn.
Raadpleeg de Onderhoudshandleiding voor instructies over de wijze waarop u de actuators moet ontluchten, of neem contact op met een erkende Toro servicedealer. Handbediening van de actuators van de spuitbomen voor noodsituaties Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. GEVAAR Gebruik van de handmatig regelbare ontlastklep kan de spuitboom plotseling in beweging brengen en letsel veroorzaken bij de bestuurder en andere personen. Figuur 52 1.
Reiniging 4 Vloeistofstroommeter reinigen 5 Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) (vaker bij gebruik van bevochtigbaar poeder) 1. Het volledige spuitsysteem grondig uitspoelen en aftappen. 1 2. Verwijder de stroommeter en spoel deze af met schoon water. 2 4 3. Verwijder de borgring aan de stroomopwaartse kant (Figuur 54). 3 G002017 9 Figuur 53 1. Draaipen 4. Nylon draaibus 2. Bout 5. Draaibeugel 1 4 5 8 7 3. Moer 4.
Stalling 1. Parkeer de spuitmachine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, schakel de pomp uit, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact. 1. Parkeer de spuitmachine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, schakel de aftakas uit, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact. 2. Verwijder de borgveer van de rode aansluitstuk dat is bevestigd aan de grote slang op de tank (Figuur 55). 2.
D. Verwijder met een inbussleutel van 3 mm de schroeven waarmee de zuigerstellen bevestigd zitten in het klepstel. Controleer of de veren in de klep aanwezig zijn (Figuur 57). GEVAAR Bij het omgaan met de spuittankconstructie moet u rekening houden met een risico op opgeslagen energie. Als de constructie niet goed is vastgezet bij het monteren of verwijderen, waardoor u of anderen letsel kunnen oplopen. E. Reinig de zuigers en vervang versleten O-ringen. F. G.
Problemen, oorzaak en remedie Problemen met het spuitsysteem verhelpen Probleem Een spuitboom werkt niet. Mogelijke oorzaak Remedie 1. De elektrische aansluiting op de klep van de spuitboom is vuil of los. 1. De klep met de hand uitschakelen. De elektrische connector op de klep losmaken en alle kabels reinigen; daarna de elektrische connector weer aansluiten. 2. Zekering is doorgebrand. 2. De zekeringen controleren en indien nodig vervangen. 3. Slang repareren of vervangen. 4.
Problemen met de Spray Pro-monitor Probleem De monitor werkt niet. De snelheid staat steeds op 0 of is onregelmatig. Oppervlak is onnauwkeurig. Afstand is onnauwkeurig. De monitor toont niet Gebruiksdosis of Totale Hoeveelheid. Totale Hoeveelheid is onnauwkeurig. Mogelijke oorzaak Remedie 1. De kabel van de monitor zit los of is niet aangesloten. 1. De kabel van de monitor aansluiten. 2. De monitor of de kabel is beschadigd. 2. Neem contact op met een erkende servicedealer. 1.
Schema's G011797 Elektrisch schema, spuitsysteem (Rev.
Opmerkingen: 54
Opmerkingen: 55
De Toro Total Coverage-garantie Beperkte garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.