Form No. 3395-792 Rev D Multi Pro® WM gazonspuitmachine Modelnr.: 41240—Serienr.: 315000001 en hoger Opmerking: Voor de montage van de Multi Pro WM moeten een of meer bij elkaar horende sets worden gemonteerd. Neem voor verdere informatie contact op met een erkende Toro dealer. Registreer uw product op www.Toro.com.
De Multi Pro WM is een speciale gazonspuitmachine voor Workman-voertuigen en is bedoeld voor gebruikt door professionele bestuurders in commerciële toepassingen. Het systeem is met name ontworpen voor spuiten op goed onderhouden gazons in parken, golfbanen en sportvelden. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring.
Inhoud Spuittips............................................................ 55 Een verstopte spuitdop schoonmaken .............. 56 Een spuitdop selecteren ................................... 56 De spuitmachine reinigen ................................. 56 De spuitmachine kalibreren .............................. 57 Onderhoud .............................................................. 62 Aanbevolen onderhoudsschema ......................... 62 Controlelijst voor dagelijks onderhoud ..............
Veiligheid Verantwoordelijkheden van de bedrijfsleiding Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan letsel veroorzaken. Om het risico op letsel te vermijden, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool te letten, dat betekent Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – 'instructie voor persoonlijke veiligheid'. Niet-naleving van de instructie kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.
is, mag u het voertuig niet meer gebruiken.Zorg ervoor dat het probleem verholpen is alvorens het voertuig of het werktuig opnieuw te gaan gebruiken. bevoegde personen. Alle bestuurders moeten lichamelijk en geestelijk in staat zijn de machine te besturen. • Deze spuitmachine is uitsluitend bedoeld voor • Zorg ervoor dat de bestuurders- en vervoer van de bestuurder en één passagier in de stoel die de fabrikant heeft geleverd. Vervoer nooit extra passagiers op de spuitmachine.
Chemische veiligheid • Gebruik de juiste chemische stof voor het werk. • Houd u aan de instructies van de fabrikant voor het WAARSCHUWING Chemische stoffen die worden gebruikt in het strooi-/spuitsysteem kunnen gevaarlijk en giftig voor de gebruiker, omstanders, dieren, planten, de bodem of eigendommen zijn.
• • voetgangersbruggen. Controleer of overhangende objecten hoog genoeg zijn zodat deze de machine, de spuitbomen en uw hoofd niet raken. Als u de motor start: – Neem plaats op de bestuurdersstoel en stel de parkeerrem in werking. – Als uw machine over een aftakas of een gashendel beschikt, schakel dan de aftakas uit en zet de gashendel in de Uit-stand. – Zet de schakelhendel in de neutraalstand en trap het koppelingspedaal in. – Houd uw voet van het gaspedaal. – Draai het contactsleuteltje naar START.
Als u een obstakel raakt, kunnen het voertuig en de lading worden beschadigd. En wat belangrijker is, u en uw passagier kunnen letsel oplopen. • • Het maximaal toelaatbare totaalgewicht van een voertuig heeft een belangrijke invloed op uw vermogen het vermogen tot stilstand te brengen en/of te draaien. Bij een zware lading en zware werktuigen wordt het moeilijker een voertuig tot stilstand te brengen of te draaien. Hoe zwaarder de lading, des te meer tijd het kost de machine tot stilstand te brengen.
• Voordat u onderhoudswerkzaamheden aan het van de motor zijn veranderd. Het maximale motortoerental is 3650 tpm. Ten behoeve van de veiligheid en een nauwkeurige afstelling moet u het maximale motortoerental door een erkende Toro dealer laten controleren met een toerenteller. voertuig verricht of deze afstelt, moet u de motor afzetten, de parkeerrem in werking stellen en het sleuteltje uit het contact verwijderen om te voorkomen dat iemand per ongeluk de motor start.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal131-5808 131-5808 1. Automatisch – dosisinstelling gesloten circuit 2. Handmatig – dosisinstelling open circuit decal120-0616 120-0616 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding; gebruik vers, schoon water voor eerste hulp bij ongevallen. decal119-9434 119-9434 1.
decal127-6976 127-6976 1. Verminderen decal125-8139 2. Verhogen 125-8139 1. Spuitboomsproeiers in-/uitschakelen decal120-0617 120-0617 1. Amputatiegevaar van de hand, knelpunt – blijf uit de buurt van bewegende scharnierpunten. 2. Pletgevaar – houd omstanders uit de buurt van de machine. decal127-3966 127-3966 decal125-4052 125-4052 1. Linkerspuitboom omhoog 4. Rechterspuitboom omlaag 2. Linkerspuitboom omlaag 5. Tankspoeling in-/uitschakelen 6. Sonische spuitboom in-/uitschakelen 3.
decal127-3936 127-3936 3. Pletgevaar – houd 1. Gevaar om achterover te omstanders uit de buurt kantelen – Til een volle als u de tank neerlaat. tank niet op; verplaats de machine niet met een opgetilde tank; til alleen een lege tank op; verplaats de machine alleen als de tank neergelaten is. 2. Gevaar op elektrocutie, bovengrondse elektrische leidingen – controleer het werkterrein op bovengrondse elektrische leidingen voordat u begint te werken. decal127-3937 127-3937 1. Waarschuwing – niet betreedbaar.
decal127-6981 127-6981 1. Omloop-retourstroom 3. Spuiten met spuitbomen 2. Stroom decal127-6982 127-6982 1. Omloop-retourstroom 2. Spuiten met spuitbomen decal127-6984 127-6984 1. Stroom 2.
decal130-8294 130-8294 1. Linkerspuitboom 5. Sproeier middelste spuitboom aan 9. Sproeier rechterspuitboom 13. Mengen uit 2. Sproeier linkerspuitboom aan 6. Sproeier middelste spuitboom uit 10. Snelheid 14. Mengen aan 3. Sproeier linkerspuitboom uit 4. Middelste spuitboom 7. Rechterspuitboom 11. Versnellen 15. Mengen uit 8. Sproeier rechterspuitboom 12.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 Hoeveelheid Omschrijving – Geen onderdelen vereist Gebruik De aanwezige laadbak verwijderen.
Procedure 10 11 12 13 14 16 17 18 19 20 Hoeveelheid Omschrijving Bout van accupool Klemmoer Kapje (accupool – rood) Bout (½" x 1½") Borgmoer (½") Middelste spuitboom Bout (⅜" x 1") Flensborgmoer (⅜") Transporthouder van spuitbomen Bout (½" x 1¼") Flensmoer (½") Linkerspuitboom Rechterspuitboom Flenskopbouten (⅜ x 1¼") Steunplaten Flensborgmoeren (⅜") Gaffelpen R-pen Slangklemmen R-klem Borstbout Ring Moer Steunbuis (watertank) Contramoer (⅜") Bout (⅜" x 1") Borstbout Borgmoer (⅜") Watertank Bevestig
Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. 1 De aanwezige laadbak verwijderen Geen onderdelen vereist Procedure VOORZICHTIG Een complete laadbak weegt ongeveer 95 kg: probeer de laadbak dus niet in uw eentje te monteren of te verwijderen. Laat 2 of 3 mensen u helpen of gebruik een kraan. 1. 2. 3. 4. g002368 Figuur 3 Zorg dat de parkeerrem ingeschakeld is en start de motor van de machine.
2 De montage van het tankframe voorbereiden Benodigde onderdelen voor deze stap: g002369 Figuur 4 1. Linkerhoek van achterzijde 4. Gaffelpen van laadbak 2. Framebalk van voertuig 5.
Het frame van de sproeier optillen Gebruik een hefwerktuig met een hefvermogen van 408 kg om het tankframe van de verzendkist te tillen. Bevestig het werktuig aan de hefpunten (2 vooraan en 2 achteraan) (Figuur 5). Opmerking: Zorg dat het tankframe hoog genoeg getild is om de krikken te plaatsen. g028846 Figuur 6 1. Bedieningspaneel 3. R-pen 2. Opberghaak (voorste tankband) 3. g023738 Monteer het paneel op de beugel en bevestig de draaipen met de R-pen aan de beugel (Figuur 6). Figuur 5 1.
3 De montagebeugel voor het paneel bevestigen Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Montagebeugel voor paneel 3 Flensborgmoer (5/16") 3 Flenskopbout (5/16") 2 Plastic lagerbus Procedure Opmerking: Op sommige Workman-voertuigen wordt de bevestigingsplaat van het bedieningspaneel op het dashboard gemonteerd op de plaats waar de beugel voor de optionele gashendel is gemonteerd.
4 De bevestigingsbeugels voor het tankframe monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 Bevestigingsbeugels g028421 Figuur 9 Procedure 1. Verwijder de 2 achterste flenskopbouten en 2 flensborgmoeren waarmee de steunbeugel voor de motorbuis bevestigd is aan het frame van de machine (Figuur 8). Opmerking: Bewaar de bevestigingen voor toekomstig gebruik. g028410 Figuur 8 1. Achterste gat – steunbeugel (motorbuis) 4. Steunbuis van motor 2. Flensborgmoer 5. Hefcilinder 3. Flenskopbout 2.
5 Het tankframe monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Tank en tankframe 2 Gaffelpennen 2 Borgpen 2 R-pennen 4 Lynchpennen 2 Bout (½" x 1½") 2 Moeren (½") g023738 Figuur 10 1. Hefpunt achteraan 2. Procedure 2. Hefpunt vooraan Plaats het aftapventiel als volgt: A. GEVAAR Bij het omgaan met de spuittankconstructie moet u rekening houden met een risico op opgeslagen energie.
g022353 Figuur 12 1. R-pen g002397 3. Hefcilinders Figuur 14 2. Gaffelpen 1. Laadbakbeveiliging 5. Bevestig het tankframe aan beide zijden van de machine aan de hefcilinders met de gaffelpennen en de R-pennen. 6. Houd de openingen in de scharnierende lippen aan de achterkant van het tankframe recht voor de openingen in de draaibuis van de laadbak aan het uiteinde van het machineframe (Figuur 13). 10.
6 De kabelboom van de snelheidssensor aansluiten Geen onderdelen vereist De kabelboom van de snelheidssensor aansluiten (modellen uit de HD-serie met manuele transmissie) 1. 2. g028436 Figuur 17 Zoek aan de sproeierkabelboom de stekker met 3 contacten van de snelheidssensor en de stekker met 3 pinnen van het voertuigcircuit.
de Multi Pro WM gazonspuitmachine, Workman multifunctioneel voertuig met automatische transmissie. 3. 8 Monteer de handknop en draai deze vast om te voorkomen dat het paneel draait tijdens de bediening (Figuur 18). De kabelboom van het bedieningspaneel op de machine monteren Het bedieningspaneel en de kabelboom monteren 1. Bevestig 2 J-clips met de aanwezige schroeven aan het middelste bedieningspaneel op de plaatsen die aangegeven zijn in Figuur 19 of Figuur 20.
2. Monteer een J-clip achter de bestuurdersstoel met behulp van een bout (¼" x ½") en een flensmoer (¼") (Figuur 21). g028456 g024089 Figuur 22 Figuur 21 1. J-clip 3. Bevestig de kabelboom van het bedieningspaneel aan het bedieningspaneel en de kap van de rolbeugel met behulp van J-clips (Figuur 21). 9 De zekeringenhouder van de spuitmachine monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Zekeringsticker (127-3966) Procedure 1.
g028444 Figuur 23 1. Achterkant van machine 4. Niet-geïsoleerde aansluitpool (gele stroomdraad – zekeringhouder van spuitmachine) 2. Zekeringhouder (sproeierbedrading) 5. Zekeringhouder (machinebedrading) 3. Geïsoleerde platte aansluiting (gele, optionele stroomdraad – zekeringhouder van machine) g028445 5. 6. Figuur 24 Verbind de niet-geïsoleerde aansluiting van de zekeringhouder voor de machine met de geïsoleerde platte aansluiting van de zekeringhouder van de spuitmachine (Figuur 23).
10 De kabelboom van de spuitmachine verbinden met de accu Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Bout van accupool 2 Klemmoer 1 Kapje (accupool – rood) Procedure 1. Verwijder de bestaande moer en T-bout van de pluspool van de accu (A van Figuur 25). Opmerking: Gooi de T-bout en de moer weg. g028457 Figuur 25 1. Accupool (pluskabel van de accu) 5. Kapje (accupool – rood) 2. Moer 6. Bout van accupool 3. Pluspool van de accu 7. Klemmoer 4. T-bout 2.
8. Knijp de zijkanten van het accudeksel samen en steek de lipjes in de sleuven van de accubasis. het tankframe optillen, de positie veranderen en de betreffende slangen of kabels weer vastzetten. 11 Het tankframe laten zakken 7. Plaats de voorste bevestigingsbeugels op een lijn met de bevestigingsbeugels die u eerder hebt gemonteerd in 4 De bevestigingsbeugels voor het tankframe monteren (bladz. 20). 8.
twee na onderste gat in de spuitboomdragers van het tankframe van de spuitmachine; zie Figuur 29. Opmerking: Zet indien nodig de spuitboomdragers los en stel deze af op basis van de middelste spuitboom om de openingen beter uit te lijnen. Draai de bouten en moeren vast met een torsie van 67 tot 83 N·m. g028458 Figuur 27 1. Transporthouder van spuitbomen 4. Horizontale opening (middelste spuitboom) 2. Bouten (⅜" x 1") 5. Flensborgmoer (⅜") g028460 Figuur 29 3.
het uiteinde van het buitenste spuitboomgedeelte uit met de gaten in de draaibeugel. 13 Opmerking: Zorg ervoor dat de spuitdoppenhouders naar achteren wijzen. De linker- en rechterspuitboom monteren. Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Linkerspuitboom 1 Rechterspuitboom 8 Flenskopbouten (⅜ x 1¼") 8 Steunplaten 8 Flensborgmoeren (⅜") 2 Gaffelpen 2 R-pen 4.
14 De spuitboomslangen monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 3 Slangklemmen 2 R-klem 2 Borstbout 2 Ring 2 Moer De slangen van de linker- en rechterspuitboom monteren. 1. Leid de slangen van de spuitboomgedeelten zoals wordt getoond in Figuur 32 en Figuur 33. g028468 Figuur 32 Slang – linkerspuitboom 1. Moer 4. Borstbout 7. Slang van linkerspuitboom 2. Ring 5. T-fitting 8. Klep van linkerspuitboom 3. R-klem 6.
g028469 Figuur 33 Slang – rechterspuitboom 1. Moer 4. Borstbout 7. Slang van rechterspuitboom 2. Ring 5. T-fitting 8. Klep van rechterspuitboom 3. R-klem 6. Slangklem 2. 3. De slang van het middelste spuitboomgedeelte monteren Bevestig de spuitboomslangen aan de voorzijde van de middelste spuitboom (Figuur 32 en Figuur 33); gebruik hierbij 1 R-klem, 1 borstbout (5/16 x 1"), 1 borgmoer (5/16") en 1 ring (5/16"). 1.
2. Breng de slang van het spuitboomgedeelte aan over de geribde T-fitting van de middelste spuitboom en zet de slang vast met een slangklem (Figuur 34). 16 De watertank monteren Opmerking: Breng een laagje vloeibare zeep aan op de slangribbel van de T-fitting om de slang gemakkelijker te kunnen monteren.
4. Schroef de contramoer (⅜") in de bout (⅜" x 1"); zie Figuur 35. 5. Schroef de bout en de contramoer in de lasmoer onderaan het steunkanaal van de tank, en draai de bout en de contramoer aan (Figuur 35). De tank plaatsen Opmerking: De watertank kan niet gemonteerd worden op een rolbeugel met 2 stangen. 1. Lijn de openingen in de bevestiging voor de watertank uit met de openingen in de steunbuis (Figuur 36). g028474 Figuur 37 1. Flenskopbout (5/16" x ⅝") 3. Gat met schroefdraad (watertank) 2.
17 18 De anti-overloopaansluiting De veren van het monteren spuitboomscharnier controleren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Anti-overloopaansluiting 1 Flenskopbout (5/16" x ¾") Geen onderdelen vereist Procedure Procedure Belangrijk: Als het spuitsysteem wordt gebruikt Plaats het aansluitpunt op de schroefdraadopening in de tank en zet de aansluiting vast met een flenskopbout (5/16" x ¾") (Figuur 38).
g023740 Figuur 40 g002332 Figuur 39 1. Veer van spuitboomscharnier 1. Voorste assteun 2. Knop 2. Contramoer 4. Herhaal deze procedure voor elke veer op beide spuitboomscharnieren. 5. Zet de spuitbomen kruiselings over elkaar in de transportstand. 2. Bevestig de voorste assteunen met 2 gaffelpennen (3") en 2 R-pennen door het middelste gat van de steunen. 3. Steek de achterste assteunen van onderen naar boven in het frame bij de achterste bevestigingspunten (Figuur 41).
20 Meer informatie over uw product Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Gebruikershandleiding 1 Instructiemateriaal voor de gebruiker 1 Onderdelencatalogus 1 Registratiekaart 1 Selectiegids 1 Controlelijst voor levering Procedure 1. Lees de handleidingen. 2. Bekijk het instructiemateriaal voor de gebruiker. 3. Gebruik de Selectiegids Spuitdoppen om de juiste spuitdoppen voor uw specifieke toepassing te kiezen. 4. Bewaar het documentatiemateriaal op een veilige plaats.
Algemeen overzicht van de machine g028854 Figuur 42 1. Hoofdschakelaar van de spuitbomen 6. Spoelschakelaar (optioneel) 2. Spuitboomschakelaars (sproeier aan/uit) 7. Schakelaar van sonische spuitboom (optioneel) 3. Schakelaars voor spuitboomlift 8. Schakelaar voor gebruiksdosis 4. InfoCenter 9. Mengschakelaar 5.
Bedieningsorganen gebruiksdosis van het spuitsysteem en automatische, computergestuurde bediening via het InfoCenter. InfoCenter lcd-scherm Het InfoCenter lcd-scherm toont informatie over uw machine en het accupack, zoals de huidige accuspanning, snelheid, diagnostische informatie, enz. (Figuur 42). Ga voor meer informatie naar Het InfoCenter gebruiken (bladz. 42). Hoofdschakelaar van de spuitbomen Met behulp van de HOOFDSCHAKELAAR van de spuitbomen kunt u starten of stoppen met spuiten.
Vloeistofstroommeter De vloeistofstroommeter meet de doorstroomhoeveelheid van de vloeistof naar de kleppen van de spuitboomgedeelten (Figuur 44). Spuitboomkleppen Gebruik de kleppen van de spuitboomgedeelten om de spuitdruk naar de spuitdoppen in de middelste en de linker- en rechterspuitboom in en uit te schakelen (Figuur 44). Omloopkleppen spuitbomen De omloopkleppen van de spuitbomen (Figuur 45 leiden de vloeistofstroom van een spuitboom naar de tank als u de spuitboom uitschakelt.
Specificaties Gebruiksaanwijzing Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen Opmerking: Bepaal vanuit de normale zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Basisgewicht van spuitsysteem (exclusief gewicht van voertuig) Tankinhoud bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. 424 kg Opmerking: Als u het voertuig op een aanhangwagen moet transporteren met de spuitmachine gemonteerd, zorg er dan voor dat de spuitbomen goed vastgebonden zijn.
• Linker selectieknop: Totale gespoten Opmerking: De knoppen kunnen verschillende deeloppervlakte (C in Figuur 51) functies vervullen afhankelijk van welke functie op dat moment actief is. Het lcd-scherm toont een pictogram boven elke knop dat de huidige functie weergeeft. • Linker selectieknop: Tankvolume (D in Figuur 51) Het InfoCenter starten 1. Breng de sleutel in het CONTACT en draai op de stand Aan. Opmerking: Het InfoCenter licht op en het startscherm verschijnt (Figuur 49).
g028416 g028519 Figuur 52 Bijkomende opties voor modellen uit de HDX-Auto-serie worden niet afgebeeld. Figuur 53 1. Rechter selectieknop (selecteer context) 4. 1. Opties weergeven (pictogram) 3. Rechter selectieknop (context weergeven) 2. Naar beneden scrollen (pictogram) 4. Middelste selectieknop (context scrollen) Druk op de rechter selectieknop om naar de submenu's met instellingen te gaan.
5. Druk op de linker selectieknop (de knop onder het lijstpictogram op het scherm) om uw selectie te bewaren, het menu achtergrondverlichting te verlaten en terug te keren naar het instellingenmenu (Figuur 54). 6. Om het contrast van het scherm te wijzigen, drukt u op de middelste selectieknop (de knop onder de pijl naar beneden op het scherm) en selecteert u de instelling Contrast (Figuur 54). 7. Druk op de rechter selectieknop om de context waarde instellen weer te geven (Figuur 54).
Verklaring van pictogrammen (cont'd.) Verklaring van pictogrammen (cont'd.) Actief hoofdscherm Wijzig cijfer Waarde opslaan Selecteer het volgende gebied voor accumulatie Menu verlaten Gebruiksdosis 1 Urenteller Gebruiksdosis 2 Correcte pincode ingevoerd Gebruiksdosis verhogen Ingevoerde pincode controleren/Verificatie van kalibratie De menu's gebruiken Om naar de kalibratie-instellingen in het menusysteem van InfoCenter te gaan, drukt u in het hoofdscherm op de menuknop.
• Druk de SPUITMODUSSCHAKELAAR op het bedieningspaneel naar links om de gebruiksdosis van de spuitmachine via InfoCenter in te stellen op automatische modus. Opmerking: Het pictogram verschijnt. Om de gebruiksdosis tijdelijk te verhogen, houdt u de 2 buitenste knoppen ingedrukt (Figuur 56). • Opmerking: Het pictogram Opmerking: Er verschijnt een pictogram voor de verschijnt. Opmerking: De verhoogde gebruiksdosis gebruiksdosis op het InfoCenter-scherm.
• Druk op de rechter selectieknop (B in Figuur 57) om de cursor naar de volgende numerieke waarde aan de rechterkant te bewegen. • Druk op de middelste selectieknop (C in Figuur 57) om de numerieke waarde te verhogen (0 tot 9). 5. Zodra de waarde uiterst rechts is ingesteld, drukt u op de rechter selectieknop. Opmerking: Het bewaarpictogram verschijnt g028513 Figuur 58 boven de middelste selectieknop (D in Figuur 57). 6.
Opmerking: De pictogrammen (-) en (+) verschijnen boven de middelste en rechter selectieknop. g028521 Figuur 60 3. Druk op de rechter selectieknop (Figuur 60). 4. Gebruik de middelste of rechter selectieknop om de minimale hoeveelheid in de tank in te stellen waarbij de waarschuwing zal worden weergegeven tijdens het werk met de spuitmachine (Figuur 60). g028522 Figuur 61 Opmerking: Houd de knop ingedrukt om de waarde van de tankwaarschuwing te verhogen met 10%. 5. 3.
2. Druk op de middelste selectieknop om de optie beveiligde instellingen aan te duiden. Opmerking: Als er geen X staat in het vakje rechts van de optie beveiligde instellingen, zijn de submenu's voor linker spuitboom, middelste spuitboom, rechter spuitboom en standaardwaarden opnieuw instellen niet vergrendeld met een toegangscode (Figuur 64). g028524 Figuur 63 g028717 Figuur 62 4. Druk op de rechter selectieknop om beveiligde menu's te selecteren (A in Figuur 62). 5.
De ingebruikname van de spuitmachine voorbereiden Zuigkorf reinigen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Zuigkorf vaker reinigen indien u bevochtigbaar poeder gebruikt. g028523 Figuur 64 9. Wacht tot InfoCenter aangeeft dat de waarde opgeslagen is en het rode indicatielampje gaat branden. 1. Parkeer de spuitmachine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, schakel de pomp uit, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit de STARTERSCHAKELAAR . 2.
5. 6. 7. Reinig de zuigkorf met schoon water. Druk de zuigkorf in zijn behuizing tot de zuigkorf niet meer verder kan. Lijn de slang en de slangfitting uit met de behuizing van de zuigkorf bovenaan de tank en bevestig de fitting en de behuizing met de borgclip die u verwijderd hebt in stap 2. 's avonds in de tank gieten en mengen en pas de volgende ochtend gaan spuiten. Hierdoor bestaat de kans dat de chemische stoffen worden gescheiden, hetgeen schade kan toebrengen aan de onderdelen van de spuitmachine.
De tank met schoon water bevindt zich op de rolbeugel, achter de bestuurdersstoel (Figuur 69). Deze bevat schoon water, waarmee u uw ogen, uw huid of andere oppervlakken kunt schoonspoelen als deze per ongeluk in contact zijn gekomen met chemische stoffen. 3. Open het deksel van de spuittank. Opmerking: Het tankdeksel bevindt zich midden op de tank. Om dit te openen, moet u de voorste helft van het deksel naar links draaien en open klappen.
in de transportstand in de transporthouder zijn gezet en de hefcilinders volledig zijn teruggetrokken. Belangrijk: Ter voorkoming van schade aan de cilinder van de actuators van de spuitbomen, moet u ervoor zorgen dat de actuators volledig zijn ingetrokken voordat u de machine gaat transporteren. De transporthouder van de spuitbomen gebruiken g255717 Figuur 70 Workman Voertuigen met een handgeschakelde versnellingsbak 1. Duw naar voren 3. Vergrendeling hydraulische hefinrichting 2. Naar links 4.
Voorzorgsmaatregelen ter bescherming van het gazon tijdens gebruik in een stationaire stand naar rechts: zie Schakelaar spuitmodus (model HDX-Auto) (bladz. 40). • Wanneer u de spuitmachine in automatische modus gebruikt, druk de schakelaar dan naar links. 3. Zet de HOOFDSCHAKELAAR van de spuitbomen op Uit. 4. Indien nodig moet u elke spuitboom afzonderlijk inschakelen. 5. Vervolgens rijdt u naar het perceel waar u moet spuiten. 6.
De spuitmachine reinigen het bereik van de spuitdoppen of dat er problemen zijn met het spuitsysteem. Belangrijk: U moet de spuitmachine altijd Voor modellen uit de HD-serie met een automatische transmissie die gebruikt worden in de automatische modus onmiddellijk na elk gebruik leeg laten lopen en reinigen. Indien u dit nalaat, kan dit tot gevolg hebben dat de chemische stoffen uitdrogen of dik worden in de leidingen, waardoor de pomp en andere onderdelen verstopt raken.
schoon is, om schade aan het systeem te voorkomen. 15. Reinig de zuigkorf; zie Zuigkorf reinigen (bladz. 51). Belangrijk: Als u bevochtigbaar poeder gebruikt, moet u de zuigkorf na elke tank reinigen. 16. Spuit met een tuinslang de buitenkant van de spuitmachine schoon. Gebruik hierbij schoon water. 17. Verwijder de spuitdoppen en reinig ze met de hand. Vervang versleten of beschadigde spuitdoppen. De spuitmachine kalibreren De kalibratie van de machine voorbereiden g028488 Figuur 73 1.
Opmerking: Om de spuitstroom te kalibreren voor machines zonder gasbegrenzer zijn 2 personen nodig. 1. 9. Stel de transmissie als volgt in: Wanneer de opvangtest de hoeveelheden in de onderstaande tabel oplevert, vergrendelt u de CONTROLEKNOP van de dosis. 10. Zet de uit. 11. Ga in het InfoCenter naar het kalibratiemenu en selecteer Flow Calibration als volgt: • Voor modellen uit de HD-serie met een manuele transmissie schakelt u de transmissie in neutraal.
Opmerking: Om de omloopleiding van de wordt weergegeven niet overeenstemt met de gekende hoeveelheid water die u in het InfoCenter hebt ingevoerd. 15. spuitbomen te kalibreren voor machines zonder gasbegrenzer zijn 2 personen nodig. Zet de HOOFDSCHAKELAAR van de spuitbomen na 5 minuten uit en selecteer het vinkje in het InfoCenter. 1. Zorg dat de spuittank gevuld is met water. 2. Stel de transmissie als volgt in: • Voor modellen uit de HD-serie met een Opmerking: De kalibratie is nu voltooid.
Tabel gebruiksdosis spuitdop (cont'd.) Blauw 796 liter/ha 85 gpa 1,95 gpk Groen 1,190 liter/ha 127 gpa 2,91 gpk 10. Schakel de linkerspuitboom uit en stel de omloopklep van de spuitboom (Figuur 74) zodanig in dat de drukmeter de eerder gewijzigde waarde aangeeft (doorgaans 2,76 bar). g028228 Figuur 75 1. Open Opmerking: De nummeraanduidingen van de 3. Tussenstand 2. Gesloten (0) omloopklep dienen enkel ter referentie.
9. 10. Stel de systeemdruk in op het maximum. 4. Zet de POMPSCHAKELAAR op Aan. Druk de MENGSCHAKELAAR Uit en lees de stand van de drukmeter af. 5. Zet de MENGSCHAKELAAR op Aan. 6. Zet de HOOFDSCHAKELAAR van de spuitbomen op Uit. 7. Stel het motortoerental als volgt in: • Als de stand 6,9 bar blijft, is de mengomloopklep juist gekalibreerd. • Als de drukmeter een andere stand aangeeft, • Voor machines zonder optionele gaat u door met de volgende stap. 11.
Onderhoud Opmerking: Op zoek naar een elektrisch schema of hydraulisch schema van uw machine? Download het schema gratis op www.Toro.com en zoek uw machine via de link Handleidingen op de hoofdpagina. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Bij elk gebruik of dagelijks Onderhoudsprocedure • Zuigkorf reinigen. • Controleer de tankbanden. Om de 50 bedrijfsuren • Smeer de pomp.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Kopieer deze pagina ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Voor week van: Gecontroleerd item Ma. Di. Wo. Do. Vr. Werking van rem en parkeerrem controleren. Werking van schakelinrichting/neutraalstand controleren. Brandstofpeil controleren. Motoroliepeil controleren voordat u de tank vult. Transaxle-oliepeil controleren voordat u de tank vult. Luchtfilter controleren voordat u de tank vult. Koelribben van de motor controleren voordat u de tank vult.
VOORZICHTIG Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start, waardoor u en omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Haal het sleuteltje uit het contact en maak de bougiekabel(s) los voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine. Druk de kabel(s) opzij, zodat deze niet onbedoeld contact kan (kunnen) maken met de bougie(s). Procedures voorafgaande aan onderhoud Toegang tot de machine g022366 Figuur 77 1.
Smering Spuitsysteem smeren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren Om de 100 bedrijfsuren Wij adviseren u alle lagers en lagerbussen om de 100 bedrijfsuren of een keer per jaar te smeren, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Type vet: Nr. 2 vet op lithiumbasis voor algemene doeleinden 1. Veeg de smeernippel schoon zodat er geen ongerechtigheden kunnen binnendringen in het lager of de lagerbus. 2. Pomp vet in het lager of de lagerbus. 3. Veeg overtollig vet weg. g009164 Figuur 79 1.
Spuitboomscharnieren smeren Onderhoud van het spuitsysteem Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren WAARSCHUWING Belangrijk: Als het spuitboomscharnier is afgespoeld met water, moet al het water en vuil van het scharnier worden verwijderd en moet nieuw vet op het scharnier worden gesmeerd. Chemische stoffen die worden gebruikt in het spuitsysteem kunnen gevaarlijk en giftig voor de gebruiker, omstanders, dieren, planten, de bodem of eigendommen zijn. Type vet: Nr.
De sproeierpomp controleren Het drukfilter vervangen Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, zet de spuitpomp af, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje uit de STARTERSCHAKELAAR . 2. Plaats een opvangbak onder het drukfilter (Figuur 82). Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan)—Pompmembraan controleren en indien nodig vervangen (neem contact op met een erkende Toro servicedealer).
g014220 g013780 Figuur 84 Figuur 83 1. Actuator 4. Borgpen 2. Actuatorstang 5. Pen 3. Behuizing van draaipen van spuitboom 3. Til de spuitboom op en verwijder de pen (Figuur 83), en laat de spuitboom langzaam op de grond zakken. 4. Controleer de pen op beschadigingen en vervang deze indien dit nodig is. 5. Zet een moersleutel op de platte kanten van de actuatorstang om deze te immobiliseren en zet vervolgens de contramoer los zodat de oogstang kan worden bewogen (Figuur 84). 1.
De nylon draaibussen controleren Herhaal deze procedure bij alle andere spuitbomen. Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) 1. Parkeer de spuitmachine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, schakel de pomp uit, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact. 2. Klap de spuitbomen in de spuitstand en ondersteun de spuitbomen met assteunen of hang deze met banden aan een hefinrichting. 3.
Reiniging Opmerking: Als de turbine niet vrij draait, geef dan de zeskantige pal aan de onderkant van de turbinenaaf 1/16 draai tot de turbine vrij draait. Vloeistofstroommeter reinigen De kleppen van de spuitmachine reinigen Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) (vaker bij gebruik van bevochtigbaar poeder). • Reinig de regelklep voor de gebruiksdosis aan de hand van de volgende hoofdstukken: 1. De klepactuator verwijderen (bladz. 71) 1.
De klepactuator verwijderen 1. Parkeer de spuitmachine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, schakel de pomp uit, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit de STARTERSCHAKELAAR . 2. Maak de stekker met 3 pennen van de klepactuator los van de elektrische connector met 3 contacten van de kabelboom van de spuitmachine. 3.
voor de gebruiksdosis is bevestigd aan de klepbevestiging en verwijder de verdeler uit de machine (Figuur 89). Opmerking: Maak indien nodig de bevestigingsmaterialen van de drukfilterkop los om de regelklep voor de gebruiksdosis gemakkelijker te kunnen verwijderen. De mengverdelerklep verwijderen 1.
De spuitboomverdelerklep verwijderen 1. Verwijder de klemmen en pakkingen waarmee de verdeler voor de spuitboomklep (Figuur 94) bevestigd is aan de aangrenzende spuitboomklep (indien linker spuitboomklep en verloopkoppeling). g028534 Figuur 92 1. Flens (omloopklep – hoofdklep spuitboom) 5. 90° elleboogfitting 2. Flens (mengklep) 6. Connector met 3 pennen (klepactuator – hoofdklep spuitboom) 3. Klem 7. Verdeler (hoofdklep spuitboom) 4. Pakking g028236 Figuur 94 2.
g028238 g028239 Figuur 95 1. Borgclip 3. Houder (uitgaande fitting) 2. Houder (omloopfitting) 4. Verdelerklep 3. Figuur 96 1. Omloopfitting Bij de kleppen van de linker en rechter spuitbomen: verwijder de flenskopbouten en flensmoeren waarmee de klep(pen) van de spuitbomen aan de klepbevestiging zijn bevestigd en verwijder de klepverdeler(s) uit de machine. Bij de klep van de middelste spuitboom: verwijder de spuitboomklepverdeler uit de machine (Figuur 96). 2.
g028243 Figuur 98 Mengklepverdeler 1. Houder van afsluiter 7. O-steunring (0,676" / 0,07") 2. Afsluiter 8. Ring klepzitting 3. Ventielopening g028240 Figuur 99 Spuitboomklepverdeler 9. Verdelerbehuizing 4. Ventielhouder 10. Kogelklep 5. Dopaansluiting 11. Dopaansluiteenheid 1. Ventielzitting 7. O-ring van dop (0,796" / 0,139") 2. Ventieleenheid 8. O-steunring (0,676" / 0,07") 3. Ventielopening 6. O-ring van dopafdichting (0,796" / 0,139") 9. Kogelzitting 4. Houder van afsluiter 10.
De verdelerklep voor de gebruiksdosis plaatsen De verdelerklep monteren 1. Controleer de staat van de O-ringen van de uitgaande fitting (alleen spuitboomklepverdeler), de O-ringen van de dopafdichting, de O-ringen van de achterzitting en de kogelzitting op schade of slijtage (Figuur 98 en Figuur 99). 1. Opmerking: Zet indien nodig het bevestigingsmateriaal voor de drukfilterkop los om speling te verkrijgen. Opmerking: Vervang versleten of beschadigde O-ringen en zittingen. 2.
klem en draai handmatig vast (A van Figuur 101). 5. Monteer de regelklep voor de gebruiksdosis aan de klepbevestiging met de 2 flenskopbouten en 2 flensborgmoeren (A van Figuur 101) die u hebt verwijderd in stap 3 van De verdelerklep voor de gebruiksdosis verwijderen (bladz. 71) en draai de moer en bout vast tot 10,17-12,43 N·m. 6. Monteer de uitgaande fitting op de onderste dopaansluiting van de verdelerklep (B van Figuur 101). 7.
7. Lijn de pakking uit tussen de flenzen van de mengklepverdeler en de adapterfitting voor de mengdosisklep (C van Figuur 102). 8. Monteer de mengklepverdeler, pakking en adapterfitting met een klem en draai handmatig vast (C van Figuur 102). 9. 10. Monteer de mengklep aan de klepbevestiging met de flenskopbout en flensborgmoer die u hebt verwijderd in stap 2 van De mengverdelerklep verwijderen (bladz. 72) en draai de moer en bout vast tot 10,17-12,43 N·m.
10. Als u het bevestigingsmateriaal hebt losgedraaid voor de omloopfitting, dient u de moer en bout aan te draaien tot 10,17-12,43 N·m. De klepactuator plaatsen g028245 Figuur 104 1. Flens (verloopkoppeling) 6. Houder (uitgaande fitting) 2. Houder (omloopfitting) 7. Borgclip 3. Omloopfitting 8. Flens (verdeler – spuitboomklep) 4. Flens (aangrenzende verdeler – mengklep) 9. Pakking 5. Dopaansluiting (verdelerklep) 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Stalling 1. • Korte stalling (minder dan 30 dagen), Parkeer de spuitmachine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, schakel de pomp uit, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit de STARTERSCHAKELAAR . • reinig het spuitsysteem; zie De spuitmachine reinigen (bladz. 56). Lange stalling (langer dan 30 dagen), doe het volgende: A. Maak de spuitkleppen schoon; zie De kleppen van de spuitmachine reinigen (bladz. 70). B. Smeer de spuitmachine; zie Smering (bladz. 65). C.
Het middelste bedieningspaneel gebruiksklaar maken 1. Koppel de accukabels los van de accu; zie 9 De zekeringenhouder van de spuitmachine monteren (bladz. 26). 2. Maak de zekeringhouder van de spuitmachine los van de zekeringhouder van de machine, en koppel de bedrading tussen de 2 zekeringhouders los; zie 9 De zekeringenhouder van de spuitmachine monteren (bladz. 26). 3. Verwijder de kabelboom van de J-clips; zie 8 Het bedieningspaneel en de kabelboom monteren (bladz. 25). 4.
waarmee de hefcilinders aan de tank zijn bevestigd. g028736 Figuur 107 2. Verwijder aan beide kanten van de machine de 2 bouten (½ x 1½") en 2 borgmoeren (½") waarmee de steunbeugel voor het tankframe bevestigd is aan de machine, zie 11 Het tankframe laten zakken (bladz. 29). 3. Til het tankframe op met de hefcilinders, monteer de cilindervergrendeling, en doe het volgende: Opmerking: Zie De tank overeind zetten (bladz. 64).
Problemen, oorzaak en remedie Probleem Een spuitboom werkt niet. Mogelijke oorzaak Remedie 1. De elektrische aansluiting op de klep van de spuitboom is vuil of los. 1. De klep met de hand uitschakelen. De elektrische connector op de klep losmaken en alle kabels reinigen; daarna de elektrische connector weer aansluiten. 2. Een van de zekeringen is doorgebrand. 2. De zekeringen controleren en indien nodig vervangen. 3. Slang repareren of vervangen. 4. Omloopklep van spuitboom afstellen. 3.
Schema's g255886 Stroomdiagram, spuitsysteem DWG 125-0699 (Rev.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Lijst met internationale distributeurs Dealer: Land: Dealer: Land: Hongarije Hongkong Korea Telefoonnummer: 36 27 539 640 852 2155 2163 82 32 551 2076 Agrolanc Kft Balama Prima Engineering Equip. B-Ray Corporation Maquiver S.A. Maruyama Mfg. Co. Inc. Mountfield a.s. Colombia Japan Tsjechië Casco Sales Company Puerto Rico 787 788 8383 Mountfield a.s. Slowakije Ceres S.A. Costa Rica 506 239 1138 Munditol S.A. Argentinië CSSC Turf Equipment (pvt) Ltd. Cyril Johnston & Co.
De Algemene Garantiebepalingen voor Toro producten Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt The Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.