Installation Instructions

15
5. Zet de keuzeschakelaar voor de spuitmodus op
Handmatig spuiten (Fig. 31).
Opmerking: De kans bestaat dat slanghaspelaccessoires
waarvoor een vloeistofstroom met een druk van meer dan
26,5 l/min nodig is, minder goede prestaties leveren. Het
niveau van de prestaties die de gebruiker verkrijgt, is
afhankelijk van de druk die accessoires nodig hebben, het
toerental van de accessoires en andere instelbare
variabelen. Voor de best aanvaardbare instellingen zullen
de werktuigen voldoen aan de vereisten van de gebruiker en
deze overtreffen. Raadpleeg de Selectiegids Spuitdoppen
voor meer informatie.
m–6404
1
2
3
4
Figuur 31
1. Keuzeschakelaar voor
spuitmodus
2. Schakelaar voor
gebruiksdosis
3. Bedieningshendel van
klep
4. Drukmeter
6. Zet de bedieningshendel van de klep naar voren op
Handmatig spuiten (Fig. 31).
7. Verhoog of verminder met de schakelaar voor de
gebruiksdosis en de gashendel de druk die wordt
aangegeven op de drukmeter, totdat u de gewenste
instelling hebt verkregen (Fig. 31).
Opmerking: Neem het gas zoveel mogelijk terug om
de gewenste druk te verkrijgen. Dit kunt u doen door de
druk met de schakelaar voor de gebruiksdosis zo hoog
mogelijk te zetten en daarna de gassnelheid in te stellen
totdat u de gewenste druk hebt verkregen.
Opmerking: De maximaal aanbevolen werkdruk voor
de slanghaspel is 1,034 kPa (150 psi).
Handmatig spuiten
1. Rol zo veel slang van de haspel af als u nodig hebt.
Belangrijk Trek niet aan de slang met het spuitpistool.
Pak altijd direct de slang vast als u deze van de haspel rolt.
Als u met het spuitpistool aan de slang trekt, bestaat de
kans dat de fitting op het pistool afbreekt.
2. Ontgrendel de trekker.
3. Richt het spuitpistool op het gebied dat u wilt spuiten,
en haal de trekker over.
4. Laat de trekker los en vergrendel deze als u klaar bent
met spuiten.
Van handmatige spuitmodus
op spuitboommodus zetten
1. Druk op de schakelaar voor de gebruiksdosis om de
druk te verminderen totdat de pomp stopt.
Handen, losse kleding, lang haar en sieraden
kunnen tijdens het opwinden worden gegrepen
door de slang en de haspel. Dit kan letsel
veroorzaken.
Houd uw handen tijdens het opwinden uit de
buurt van de haspel en de slang.
Draag geen losse kleding of sieraden en bind
lang haar op.
Voorzichtig
2. Zet de hendel van de klep naar achteren op Spuiten met
de spuitboom.
3. Set de keuzeschakelaar voor de spuitmodus op Spuiten
met de spuitboom.
4. Richt het spuitpistool op een gebied waar u veilig kunt
spuiten, ontgrendel de trekker en haal de trekker over
totdat er helemaal geen spuitvloeistof meer in de slang
zit. Vergrendel daarna de trekker.
5. Druk op de opwindknop van de slanghaspel totdat er
nog maar een halve meter slang is uitgerold.
6. Plaats het spuitpistool in de houder op de achterkant van
de haspel.
Belangrijk Een slang die niet is vastgezet, kan
vastraken in voorwerpen, waardoor de haspel kan worden
beschadigd.