Installation Instructions

8.ZetdeschakelaarvandespuitpompopOn.
9.Controleerdatudejuistewaardeshebtingesteld
voordebreedtevandespuitboomendeijkgetallen
voordefunctiesMeterCal,Rate1enRate2.
10.Gebruikdezelftestfunctiezoalsbeschrevenin
deGebruikershandleidingvandeMulti-Pro5800
gazonspuitmachineomhetspuitsysteemtetesten
terwijlhetvoertuigstilstaat.
Opmerking:Dezelftestfunctiesimuleertsnelheid
zodathetsysteemkanwordengecontroleerdterwijl
demachinestilstaat.Dezefunctieschakeltzichzelf
uitalsdesnelheidssensordetecteertdathetvoertuig
inbewegingis.Eensnelheidskalibratiewaarde
groterdanofgelijkaan900(USofTU)of230(SI)
wordtaanbevolenalsudemachineindezemodus
gebruikt.
Ukuntalsvolgtdezelftestfunctieinstellen:
Opmerking:Omtevoorkomendatde
zelftestsnelheidzichzelfautomatischverwijdert,
moetudesnelheidsaansluitingachteraan
decomputerafkoppeleninhetgevaldat
snelheidssensorsmetradarwordengebruikt.
A.DrukopdeknopSELFTEST.
B.Voerdegewenstewaardevoorde
snelheidssimulatiein.
C.Controleerdesnelheidvanhetvoertuigdoorde
knopSPEEDintedrukken.
11.Zetdeschakelaarsvandespuitbomenopdestand
On.
Opmerking:Alsdelampjesvandeschakelaars
nietgaanbranden,danstaatdevoetschakelaaruit.
ZetdevoetschakelaaropOn.
12.GebruikdeschakelaarPressureAdjustomdedruk
teverhogennaar20psienzethemvervolgensterug
naar0psi.
13.ZetdeschakelaarMan/RateopRate1.
Opmerking:Depompmoetnudedrukopvoeren
naardegewenstewaardemethetjuisteformaat
spuitdop.
14.Zetdehoofd(voet)schakelaarvandespuitbomen
opOff.
15.Zetdemengschakelaar(Agitation)opOn.
Opmerking:Hetsysteemschakeltdepompin
enverhoogtdepompsnelheidtotdeingestelde
mengdrukbereiktis.Ditisdedrukdiehetsysteem
bereiktwanneerdespuitbomenuitstaanende
pompenmengschakelaaraanstaan.
Noteervoordeoorspronkelijkesysteeminstelling
dedrukopdedrukmeter.Zetdeomloopklepvan
demengdrukopdeoorspronkelijkeinstelling.Wilt
udemengdrukverlagenofdetoevoernaarde
spuitboomverhogenvooreenhogeredosis,dan
kuntudekogelmengklepookgedeeltelijksluiten.
16.Zetdemengschakelaarendepompschakelaarop
Off.
Eeneerstepraktijktest
uitvoeren
Voervoordatuhetspuitsysteemgebruiktdevolgende
procedureuit.
1.Rijdhetvoertuigopdegewenstesproeisnelheid
terwijldespuitbomenuitstaan.
2.Drukopdeknop[Speed]omdesnelheidsweergave
tecontroleren.
3.ZetdeschakelaarvoordespuitpompopOn.
4.ZetdevoedingsschakelaarvandeProControlXP
indestandOn.
5.ZetdevoetschakelaaropOn.
Opmerking:Gebruikdevoetschakelaarwanneer
allespuitbomenmoetenwordeningeschakeld.
6.ZorgdatschakelaarsBoom1,Boom2,enBoom
3indestandOnstaan.
7.ZetdeschakelaarMan/RateopRate1.
8.Verhoogofverlaagdevoertuigsnelheidmet1
mijl/uur(2km/u).
Opmerking:Hetspuitsysteemmoetde
doeldoseringautomatischcorrigeren.Alshet
spuitsysteemdedoseringnietaanpast,raadpleeg
dandesectiesInstellenvandeaansturingscomputer
endaarnaProblemenoplossen.
9.SpuiteenbaanenzetdevoetschakelaardanopOff,
omdestroomnaarallespuitbomenuittezetten.
Opmerking:Zowordtookdeoppervlaktemeter
uitgeschakeld.
10.Controleerhetbespotenoppervlakenhetvolume
gespotenmateriaal.
12