Form No. 3397-197 Rev C GeoLink® Precision spuitsysteem Multi Pro® 5800 gazonspuitmachine Modelnr.: 41623—Serienr.: 315000001 en hoger Modelnr.: 41624 Modelnr.: 41625 Opmerking: Neem contact op met Toro® NSN® op 1-800-ASK-TORO of NSNTech@toro.com voor klantensupport. Registreer uw product op www.Toro.com.
WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Gebruik van dit product kan leiden tot blootstelling aan chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en andere schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken. g000502 Figuur 1 1. Veiligheidssymbool Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen.
Veiligheid Lees deze Gebruikershandleiding en zorg ervoor dat u deze begrijpt voordat u de aansturingscomputer in gebruik neemt. • Bewaar deze instructies bij de Gebruikershandleiding van de gazonspuitmachine. • Iedereen die deze apparatuur bedient moet altijd makkelijk toegang hebben tot deze gebruiksaanwijzingen. • Lees deze instructies en de aanwijzingen in de Gebruikershandleiding van de gazonspuitmachine zorgvuldig door.
Algemeen overzicht van de machine juiste manier uitschakelt, heeft dat geen gevolgen voor de in het geheugen van de ECU opgeslagen gegevens. Bedieningsorganen Opmerking: Druk alleen op de groene knop. Met de rode knop kunt u het systeem resetten. Opmerking: Als u de aansturingscomputer op de Opmerking: Hou de groene knop alleen ingedrukt Het GeoLink™-systeem bestaat uit een bedieningsconsole met ECU-besturing, gps-systeem, drukomzetter en vloeistofmeterturbine.
Helderheidsknoppen Helderheidsknoppen – met deze knoppen stelt u de helderheid van het display in (Figuur 3). g030694 Figuur 3 1. Hulpknop 4. Helderheidsknop 2. Usb-vrijgaveknop 5. Helderheidsknop 3. Homeknop 6. Dag-/nachtmodus Knoppen annuleren/bevestigen Gebruik deze knoppen om ingevoerde data of een selectie te annuleren of te bevestigen. Als ze weergegeven worden, moet u 1 van deze knoppen indrukken om het scherm te kunnen verlaten (Figuur 4).
Gebruiksaanwijzing gegevens verloren gaan. Reset het display alleen als het vastloopt of niet op de normale manier kan worden uitgeschakeld. Reset het display niet, tenzij er zich een probleem voordoet. De weergavecomputer bepaalt de gebruiksdosis voor verschillende voertuigsnelheden.
Het aanraakscherm gebruiken U kunt informatie over het spuitsysteem aan het scherm toevoegen door afzonderlijke pictogrammen aan te raken en in te schakelen. • Selecteer een schermpictogram om de scherminformatie weer te geven. • Als u een bepaald pictogram aanraakt, worden nog meer opties weergegeven. • Kies de gewenste opties. • Bevestig de nieuwe weergave (Figuur 4). De hoofdschakelaar gebruiken. Met de hoofdschakelaar op het scherm kunt u het spuitsysteem inschakelen (Figuur 8).
De Easy mode (eenvoudige modus) gebruiken De Easy mode wordt gebruikt voor het spuiten van gebieden met duidelijke grenzen. U kunt de werkzaamheden oproepen en het spuitgebied weergeven. g030907 Figuur 8 Scherm Easy mode 1. Pictogram systeeminformatie 5. Pictogram inventarisbeheer 9. Pictogram werkmenu 13. Pictogram schermweergave 2. Hulppictogram 6. Pictogram instellingen 10. Pictogram veldmenu 14. Kaartweergave centreren 3. Pictogram werkinformatie 7. Dashboard spuitsysteem 11.
g031484 Figuur 11 g031532 Figuur 9 1. Pictogram werkmenu 1. Pictogram besturing spuitsysteem 3. 4. 3. Werkmenu 2. Voer een nieuwe naam in of gebruik de standaard tijdbenaming Controleer in het scherm 'regeling spuitsysteem' of de juiste gebruiksdosis geselecteerd is (gal/ac). Als de gebruiksdosis niet correct is, wijzig deze dan stapsgewijs met de voorinstellingen, of selecteer de huidige gebruiksdosis en voer handmatig een dosis in (Figuur 10). 7. Open het pictogram 'werkmenu'. 8.
g031532 Figuur 14 1. Pictogram besturing spuitsysteem g030903 Figuur 13 1. Spuitboomschakelaar, linkerspuitboom 3. Spuitboomschakelaar, rechterspuitboom 2. Spuitboomschakelaar, middelste spuitboom 11. 3. Controleer in het scherm 'regeling spuitsysteem' of de juiste gebruiksdosis geselecteerd is (gal/ac). 4. Als de gebruiksdosis niet correct is, wijzig deze dan stapsgewijs met de voorinstellingen, of selecteer de huidige gebruiksdosis en voer handmatig een dosis in (Figuur 15).
g030903 Figuur 18 1. Spuitboomschakelaar, linkerspuitboom 3. Spuitboomschakelaar, rechterspuitboom 2. Spuitboomschakelaar, middelste spuitboom g031533 Figuur 16 10. 1. Lijst van bestaande velden 3. Pictogram veldmenu 2. Pictogram veldlijst Om te beginnen met spuiten, schakelt u het spuitpictogram op het scherm in en rijdt u het spuitgebied in (Figuur 8). Opmerking: De machine begint te spuiten 7. Selecteer het pictogram 'werkmenu' (Figuur 17). wanneer ze het juiste spuitgebied inrijdt. 8.
g031536 Figuur 20 g031535 Figuur 19 1. Pictogram werkmenu 1. Pictogram werkopmerkingen 3. Lijst van te veranderen informatie 2. Pictogram werkinformatie vastleggen Werkinformatie exporteren Opmerking: Zorg dat een werk geactiveerd is voordat u werkinformatie gaat exporteren. 1. Sluit een usb-schijf aan op de linkerzijde van de console. 2. Selecteer het pictogram 'werkmenu' (Figuur 21). 3. Selecteer het pictogram 'data-uitwisseling' (Figuur 21). 4.
schakelt zichzelf uit als de snelheidssensor detecteert dat het voertuig in beweging is. U kunt als volgt de zelftestfunctie instellen: 8. g031537 9. Voer deze procedure uit voordat u het GeoLink-spuitsysteem gebruikt. 1. Lees voordat u begint deze instructies. 2. Sluit de toevoerslang aan op de anti-overloopslang en vul de tank tot de helft met schoon water. 10. Belangrijk: Inspecteer en reinig alle 11. 7. Draai de ASC op C. Open het pictogram 'regeling spuitsysteem'. D.
Tips voor bediening en gebruik Opmerking: Noteer voor de oorspronkelijke systeeminstelling de druk op de drukmeter. Zet de omloopklep van de mengdruk op de oorspronkelijke instelling. Wilt u de mengdruk verlagen of de toevoer naar de spuitboom verhogen voor een hogere dosis, dan kunt u de kogelmengklep ook gedeeltelijk sluiten. 13. De RTK-ontvangst verhogen Vertraag de machine wanneer u een zone nadert waarvan u weet dat de RTK-ontvangst er gehinderd wordt.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Om de 200 bedrijfsuren Onderhoudsprocedure • Reinig de vloeistofstroommeter (vaker bij gebruik van bevochtigbaar poeder). Vloeistofstroommeter reinigen 7. Breng de sensor aan tot deze de onderkant van de behuizing licht raakt. 8. Draai voorzichtig de borgmoeren van de sensor vast. 9. Gebruik lichte luchtdruk (0,34 bar) om ervoor te zorgen dat de turbine vrij draait.
Problemen, oorzaak en remedie Opmerking: Als de computer van de console niet werkt of gerepareerd dient te worden, kunt u het systeem besturen met het middelste bedieningspaneel. Voor veel fouten zal een foutcode of probleemcode verschijnen. U kunt de fouten ook op het scherm bekijken. De onderstaande fouten komen regelmatig voor en kunt u zelf oplossen. Andere fouten of aanhoudende problemen moet u samen met de foutboodschap en eventueel een code meedelen aan uw dealer.
Probleem De voeding naar het display werkt niet. Mogelijke oorzaak Remedie 1. De stekkers zijn niet juist aangekoppeld. 1. Controleren of de stekkers juist zijn aangekoppeld achteraan het display. 2. De zekering van het display is doorgebrand. 3. De aansluitingen van de accu zitten los. 2. Zekering vervangen. 3. Maak de aansluitingen van de accu goed vast. De monitor is vastgelopen. 1. De software werkt niet goed. 1.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
De Algemene Garantiebepalingen voor Toro-producten 2 jaar beperkte garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt The Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.
