Form No. 3411-504 Rev E X25 GeoLink® Precision spuitsysteemset Multi Pro® 1750 of 5800 spuitmachine Softwareversie 4.00 en hoger Opmerking: Neem contact op met uw erkende Toro verdeler, Toro NSN via 1-844-GEOLINK (1-844-436-5465) of NSNTech@toro.com voor klantensupport. Registreer uw product op www.Toro.com.
WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Gebruik van dit product kan leiden tot blootstelling aan chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en andere schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken. g000502 Figuur 1 1. Veiligheidssymbool Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen.
Veiligheid Algemeen overzicht van de machine Lees deze Gebruikershandleiding en zorg ervoor dat u deze begrijpt voordat u de aansturingscomputer in gebruik neemt. • Bewaar deze instructies bij de Gebruikershandleiding van de gazonspuitmachine. • Iedereen die deze apparatuur bedient moet altijd makkelijk toegang hebben tot deze gebruiksaanwijzingen. g204997 Figuur 2 X25 bedieningspaneel • Lees deze instructies en de aanwijzingen in de Gebruikershandleiding van de gazonspuitmachine zorgvuldig door.
Bedieningsorganen Zorg dat u vertrouwd bent met de bedieningsorganen voordat u de motor start en de sproeier gebruikt. g205646 Figuur 6 Drukomzetter Zwevende menubalk g203292 Figuur 7 1. Pictogram voeding uitschakelen 6. Pictogram home scherm 2. Pictogram help 7. Pictogram helderheid (verminderen) 3. Pictogram USB-vrijgave (verschijnt bij het aansluiten van een USB-stick op de X25 monitor) 8. Pictogram helderheid (verhogen) 4. Pictogram schermopname 9.
Aan-/uit-knop Belangrijk: Het systeem schakelt IN bij het starten van de machine. U heeft de aan/uit-knop niet nodig om het systeem op te starten. • Bij normaal gebruik schakelt u het X25 spuitsysteem IN door de contactschakelaar op LOPEN te zetten. g203343 Figuur 9 1. Hulp-pictogram • 2. Beschrijvende tekst Opmerking: Indien nodig kunt u het X25 spuitsysteem inschakelen door de knop aan de achterkant van het bedieningspaneel in te drukken (Figuur 10).
door de US Federal Aviation Administration voor gebruik in de luchtvaart, verbetert de nauwkeurigheid en beschikbaarheid van het GPS-signaal). • RTK (Real Time Kinematic) – RTK g030695 Figuur 11 Network – verzameling basisstations die positie-gegevens naar een server sturen, via het Internet. GPS-gestuurde machines met RTK-correctie wisselen gegevens uit met de server. Ze versturen positie-informatie en ontvangen correctie-informatie via het mobiele telefoonnetwerk.
Gebruiksaanwijzing beveiligd met een wachtwoord en wordt gebruikt voor klantenondersteuning. De computer in de automatische bediening van de spuitboomsecties (Automatic Section Controller, ASC) regelt de dosis aan de hand van de snelheid van de machine. U stelt de gewenste hoeveelheid per oppervlakte-eenheid in en de ASC regelt de stroming automatisch binnen het betreffende snelheidsbereik van de machine. De volumestroom die verspoten wordt verschijnt op het display.
• Druk op een pictogram om informatie op het Het X25 bedieningspaneel start op in de gekozen taal. scherm weer te geven. Er verschijnen extra opties nadat u op een pictogram gedrukt hebt. Kies de gewenste opties. Bevestig de nieuwe weergave (Figuur 11). • • • Taalkeuze en accepteren van de licentieovereenkomst Na het beginscherm verschijnt het scherm voor de taalkeuzen en het accepteren van de licentie-overeenkomst (EULA, end user license agreement). 1.
De correcte maateenheden selecteren • Wit – De spuitbediening staat in stand-by. • Rood – Betekent dat het systeem niet klaar is en dat de spuitbediening uitgeschakeld is en niet kan worden gebruikt. U kunt kiezen uit de volgende opties: metrisch, Amerikaans (VS) en Amerikaans (VK). Er is een onderscheid tussen de opties Amerikaans (Verenigde Staten) en Amerikaans (Verenigd Koninkrijk) omdat gallons en fluid ounces niet evenveel zijn in de VS en in het VK.
5. Kies de gewenste eenheden en spuitdosis en druk dan op het bevestigings-pictogram (Figuur 20). g204046 Figuur 20 1. Huidige eenheden 2.
De eenvoudige modus gebruiken De eenvoudige modus wordt gebruikt voor het spuiten van gebieden met duidelijke grenzen. U kunt de werkzaamheden oproepen en het spuitgebied weergeven. g203493 Figuur 21 Scherm Easy mode 1. Pictogram systeeminformatie 5. Pictogram inventarisbeheer 9. Pictogram werkmenu 13. Pictogram schermweergave 2. Hulppictogram 6. Pictogram instellingen 10. Pictogram veldmenu 14. Kaartweergave centreren 3. Pictogram werkinformatie 7. Dashboard spuitsysteem 11.
De verschillende spuitmethodes Spuiten met een gebiedsgrens Pictogram automatische besturing van de spuitboomsecties (ASC) Hiermee kan een gebied, met een bepaalde grens, worden bespoten of juist niet worden bespoten, de grens wordt naar behoefte ingesteld. U kunt de grenzen aangeven in de standaard modus. instelling Beschrijving ASC AAN GeoLink stuurt de afzonderlijke spuitdoppen aan. ASC UIT De gebruiker stuurt de spuitdoppen aan in groepen met de schakelaars voor links, midden en rechts.
Spuiten met een onbeperkte gebiedsgrens Spuiten met alleen dosisregeling Hiermee kan een willekeurig gebied worden bespoten, zonder begrenzing. Bij deze methode zijn er de volgende mogelijkheden: • De gebruiker stuurt de secties van de spuitbomen aan. • Het GeoLink-systeem regelt de dosis. 1. Kies het pictogram automatische besturing van de spuitboomsecties en het pictogram besturing spuitsysteem (Figuur 24). 2. Zet het ASC pictogram op UIT en zet de dosisregeling op AUTO (Figuur 24).
g209113 Figuur 25 1. Pictogram automatische besturing van de spuitboomsecties (ASC) 3. Pictogram ASC Aan/Uit 2. Pictogram besturing spuitsysteem 4. Pictogram dosisregeling g204096 Figuur 26 Maken van een nieuw product en instellen van het tankvolume Opmerking: Verzeker dat de geschikte maateenheden zijn gekozen. Raadpleeg het hoofdstuk De juiste maateenheden selecteren in de Gebruikershandleiding. 1. Pictogram besturing spuitsysteem 3. Pictogram ECU 1 2. Pictogram maximaliseren 4.
met het toetsenbord op het display, en druk op het pictogram bevestigen (Figuur 29). g204127 Figuur 27 1. Pictogram nieuw product … 2. Pictogram productkeuze lijst g204241 Figuur 29 6. 7. Druk op het pictogram NEW PRODUCT…/NIEUW PRODUCT en dan op het pictogram bevestigen (Figuur 27). 1. Toetsenbord op het display 4. Pictogram cursor naar rechts 2. Pictogram backspace 5. Pictogram bevestigen De wizard nieuw product instellen verschijnt.
g204244 Figuur 32 g205035 Figuur 31 Spuitmachine bediening – voorbeeld 1. Verlaag dosisstap 4. Vooringestelde dosisstap 2 2. Verhoog dosisstap 5. Dosisstap 0,03 eenheden hoger 1. Dialoog voor een nieuw product 4. Voortgangsbalk 2. Pictogram nieuw product dosisstap 5. Pictogrammen dosis presets 3. Pictogram terug (vorige stap) 6. Pictogram volgende (volgende stap) A. 3.
B. 11. Druk op het pictogram bevestigen (Figuur 33). In stap 4 van de dialoog voor een nieuw product drukt u op het pictogram bevestigen (Figuur 35). g204317 Figuur 33 1. Productdosis (voorbeeld: 0,012 gal/kft2) 3. Pictogram bevestigen 2. Numeriek toetsenbord B. Druk op het pictogram bevestigen (Figuur 33). • Druk op PRODUCT RATE PRESET 2/PRODUCTDOSIS PRESET 1 of PRODUCT RATE PRESET 2/PRODUCTDOSIS PRESET 2 om de vooringestelde dosissen te kiezen (Figuur 32). A. g204329 Figuur 35 1.
pictogram bevestigen in het venster voor de tankvulling (Figuur 38). Opmerking: Het volume van het water en het product moet kleiner of gelijk zijn aan de ingestelde tankcapaciteit. g204246 Figuur 36 1. Pictogram tankvulling 3. Volume resterend product 2. Stel het productvolume met het pictogram tank in 2. Druk op het pictogram VOLUME (Figuur 36). 3.
g204243 Figuur 40 Product in stappen toevoegen g204245 Figuur 39 1. Pictogram stap pictogram 3. Pictogram stap verhogen 2. Pictogram stap verlagen 4. Toenamestap nieuw volume 5. Gebruik het numerieke toetsenbord voor het invoeren van de toenamestap van het productvolume (b.v. chemicaliën aan water) bij het toevoegen van product aan de tank, en druk dan op het pictogram bevestigen (Figuur 40). 5. 120,00 gal volume water en product in de tank, plus een toenamestap product (voorbeeld: 140,00 gal) 2.
De eenvoudige modus gebruiken voor nieuw werk Kiezen van de dosis en het werk een naam geven 1. 2. Start de machine en laat de sleutel in DRAAIMODUS. Open het pictogram 'regeling spuitsysteem' (Figuur 41). g205052 Figuur 43 1. Pictogram huidige dosis g031532 3. Pictogram bevestigen 2. Numeriek toetsenbord Figuur 41 1. Pictogram besturing spuitsysteem 5. 3. 4. Ga in het scherm van de spuitbesturing na of de juiste preset dosis is gekozen.
Kiezen van de spuitdop – voorbereiden op het balanceren van de spuitdopkleppen Multi Pro 1750 spuitmachine Belangrijk: Als u een nieuw werk aanmaakt wordt de afmeting van de spuitdop waar het GeoLink-systeem is op ingesteld weergegeven op het scherm van het X25 bedieningspaneel. Elke keer dat u de spuitdoppen wisselt moet u de valve balance/klepbalans wizard uitvoeren. 1. Zorg dat de mengklep is afgesteld en dat de spuitsysteemdruk hoger is dan 2,07 bar; raadpleeg uw Gebruikershandleiding. 2.
Opmerking: Als de spuitdop niet in keuzelijst staat moet u een nieuwe spuitdop invoeren in het instelmenu voordat u de klepbalans wizard kunt uitvoeren, zie Een spuitdop creëren (bladz. 33). g205648 Figuur 49 1. Pictogram dosis 5. 2. Pictogram snelheid Voer de dosis in met het numerieke toetsenbord en druk dan op het pictogram bevestigen (Figuur 50). g205232 Figuur 48 1. Pictogrammen van de spuitdoppen 3. Pictogram volgende 2. Scrollbalk 3. Druk op het pictogram volgende (Figuur 48). 4.
6. In stap 3 van de wizard kunt u indien nodig een andere snelheid instellen met het pictogram speed/snelheid (Figuur 49). 7. Voer de rijsnelheid tijdens het spuiten in met het numerieke toetsenbord, druk dan op het pictogram bevestigen (Figuur 51). g205436 Figuur 52 1. Pictogram volgende Kiezen van de spuitdopklep balanceer wizard, stap 4-6 Multi Pro 1750 spuitmachine 1. g205230 Figuur 51 1. Rijsnelheid 3. Pictogram bevestigen 2. Numeriek toetsenbord 8.
g205437 Figuur 54 1. Pictogram vergrendeling (stroming stabiel) g205660 2. Pictogram volgende Figuur 53 1. Spuitdosis (dashboard – X25 bedieningspaneel) 2. 2. Gashendelvergrendelingsschakelaar In stap 4 van de wizard wacht u totdat de stroming door het systeem stabiel is en het pictogram lock/vergrendeling verschijnt in het dialoogvenster (Figuur 54). 3. Druk op het pictogram volgende (Figuur 54). 4.
g205520 g205521 Figuur 56 Figuur 55 1. Pictogrammen vorige/volgende 4. Wachten 2. Pictogram spuitboom aan/uit (AAN getoond) 5. Pictogram hoofdschakelaar (AAN – groen) 1. Pictogrammen vorige/volgende spuitboom (niet actief) 3. Vloeistofstroom (b.v., hoger dan de gewenste 0,500) 2. Pictogram spuitboom aan/uit (UIT getoond) 4. Indicatie: verminder stroming (sluit omloopklep) 3. Actieve omloopinstelling • De spuitdosis voor de spuitboomklep is te A.
6. Herhaal stap 4 en 5 voor spuitboomkleppen 2-10 (Figuur 59). g205524 Figuur 57 1. Vloeistofstroom (b.v., lager 2. Indicatie: verhoog stroming (open dan de gewenste 0,500) omloopklep) 5. A. Druk op het pictogram spuitboom aan/uit (Figuur 56) om de spuitboomklep te sluiten (rood). B. Ga naar de achterkant van de machine. C. Stel de omloopklep bij spuitboomklep 1 in om de stroming tot de gewenste dosis te verhogen. g205522 Figuur 59 1.
Kiezen van de spuitdop Multi Pro 5800 spuitmachine 1. In het menu nieuw werk, kies het pictogram spuitdop (Figuur 62). g205214 Figuur 62 g205525 Figuur 60 1. Lijst van gebalanceerde spuitboomkleppen (groen – gereed; rood – niet gereed) 3. Pictogram terug 2. Scrollbalk 4. Pictogram afronden 1. Pictogram spuitdop 2. 2. Pictogram bevestigen In de keuzelijst kiest u de spuitdop voor de dosis waarmee u gaat spuiten.
2. Selecteer het pictogram configureer werkterreinen. 3. Selecteer het werkgebied dat u gaat spuiten (meer bepaald fairways, greens of tees); zie Figuur 63. 4. Selecteer de terreinen die u niet wilt spuiten (bunkers, bomen, obstakels, enz.) (Figuur 63). Opmerking: Bekijk de standaardmodusvideo over het spuiten van een grens binnen een andere grens. Bedienen van het spuitsysteem van de machine 1.
g031532 Figuur 66 1. Pictogram besturing spuitsysteem 3. Controleer in het scherm 'regeling spuitsysteem' of de juiste gebruiksdosis geselecteerd is (gal/ac). 4. Als de gebruiksdosis niet correct is, wijzig deze dan stapsgewijs met de voorinstellingen, of selecteer de huidige gebruiksdosis en voer handmatig een dosis in (Figuur 67). g203549 Figuur 68 1. Lijst van bestaande velden 3. Pictogram veldmenu 2. Pictogram veldlijst 7. Druk op het pictogram job-menu/werkmenu (Figuur 69). 8.
9. Opmerking: De machine begint te spuiten Zet de 3 schakelaars voor de boomsecties (op het bedieningspaneel van de machine) op AAN (Figuur 70 en Figuur 71). wanneer ze het juiste spuitgebied inrijdt. Opmerking: Op het weergavescherm zijn gebieden die moeten worden gespoten lichtgrijs, terwijl uitgesloten gebieden donkergrijs zijn. Als het weergavescherm volledig lichtgrijs is, kan elk gebied worden gespoten. g203639 Figuur 70 Multi Pro 1750 1. Schakelaar linkerspuitboom 3.
De standaardmodus gebruiken g205067 Figuur 72 6. Pictogram inventarisbeheer 11. Pictogram werkmenu 16. Pictogram kaart centreren 7. Pictogram instellingen 12. Pictogram veldmenu 17. Pictogram grensselectie 3. Pictogram GPS informatie 8. Dashboard spuitsysteem 13. Pictogram snelstart 18. Pictogram boomweergave 4. Pictogram automatische besturing van de spuitboomsecties 9. Pictogram hoofdschakelaar 14. Pictogrammen zoomfunctie 1. Pictogram systeeminformatie 2. Hulppictogram 5.
Het kompas kalibreren 1. Kies het pictogram ontvangerkalibratie (Figuur 73). 2. Kies het pictogram compass/kompas (Figuur 73). g209126 Figuur 74 6. Bevestig de kalibratie (Figuur 73). Een veld creëren Opmerking: Creëer 1 veld per terrein, met daarin alle veldgrenzen voor dat terrein. Een spuitwerk kan slechts in 1 veld blijven. Het kan geen grenzen tussen velden spuiten. 1. Druk op het pictogram quick start/snelstart. 2.
Een spuitdop creëren 1. Zet het toegangsniveau op zie De verschillende weergavemodussen (bladz. 7). STANDARD /STANDAARD , 2. Druk op het pictogram setup/instellingen linksonder op het Home-scherm. 3. Druk op het pictogram implement/werktuig, het pictogram boom/spuitboom en het pictogram nozzles/spuitdoppen (Figuur 76). g204393 Figuur 77 1. Fabriekslijst (spuitdop) 2. Pictogram volgende (volgende stap) Spuitdoppen Spuitdop 04 05 06 08 10 15 g204392 Figuur 76 1. Spuitdop scherm 6. 2.
g204396 Figuur 80 1. Dialoog nieuwe spuitdop instellen – stap 3 2. Pictogram bevestigen Kalibreren van de vloeistofstroommeter Door de klant te voorzien: maatbeker om de vloeistof op te vangen (bij voorkeur met een verdeling in 0,01 liter). g204395 Figuur 79 Voorbereiden van de kalibratie 1. Toetsenbord op het display 3. Pictogram volgende (volgende stap) 2. Pictogram bevestigen 8. In de dialoog nieuwe spuitdop instellen – stap 2, druk op het pictogram bevestigen (Figuur 79). 9.
8. Schakel de spuitbomen uit met de hoofdschakelaar. Uitvoeren van de opvangtest en invoeren van de gegevens Opmerking: De opvangtest in deze procedure moet door 2 personen worden uitgevoerd. 1. Open het pictogram besturing spuitsysteem en klik op het pictogram maximaliseren rechtsboven (Figuur 81). g193177 Figuur 82 7. Schakel de spuitbomen in met de hoofdschakelaar. 8. Vang de vloeistof gedurende minstens 15 seconden op bij 1 van de spuitdoppen (Figuur 82).
g193829 Figuur 83 1. Hoogste punt van de curve 3. Horizontaal oppervlak van het vloeistofoppervlak (hier niet aflezen) 2. Laagste punt van de curve van het vloeistofoppervlak (hier aflezen) g211487 Figuur 85 11. Vermenigvuldig de hoeveelheid vloeistof van de enkele spuitdop met het aantal spuitdoppen waarmee tijdens de opvangtest gespoten is. Druk de hoeveelheid uit in liter. 1. Numeriek toetsenbord Werkgegevens vastleggen Voorbeeld: 1,3 liter x 12 spuitdoppen = 15,6 liter 12.
g203865 Figuur 87 1. Pictogram werkopmerkingen g203550 Figuur 86 1. Pictogram werkmenu 3. Lijst van te veranderen informatie 2. Pictogram werkinformatie vastleggen 2. Druk op het pictogram werkinformatie vastleggen (Figuur 86). 3. Selecteer de gewenste categorieën, voer de informatie in en bevestig. 2. Druk het pictogram job-notes/werkopmerkingen (Figuur 87). 3. Voer de informatie in en druk op het pictogram bevestigen.
g203551 Figuur 89 1. Pictogram werkmenu 3. Pictogram werkrapport exporteren 2. Pictogram datauitwisseling 4. Druk op het pictogram data-uitwisseling (Figuur 89). 5. Kies het pictogram Export job report/werkrapport exporteren (Figuur 89). 6. Schakel de volgende opties uit in het menu: g212841 Figuur 88 1. Dop 3. USB-stick 2. USB-aansluiting • Automatische aanpassing bereik 2. Plaats een USB-stick in de USB-aansluiting (Figuur 88). 3. Druk op het pictogram job-menu/werkmenu (Figuur 89).
g205126 Figuur 91 Hoofdschakelaar – Multi Pro 5800 spuitmachine, 2015 en eerder g203571 Figuur 90 1. Pictogram USB-vrijgave 9. 10. 2. Pictogram bevestigen (USB-vrijgave) Druk op het pictogram eject USB/USB-vrijgave (Figuur 90). In de dialoog USB-vrijgave drukt u op het pictogram bevestigen, daarna verwijdert u de USB-schijf uit de monitor (Figuur 90).
De machine klaarmaken voor de montage 1. Lees voordat u begint deze instructies. 2. Sluit de toevoerslang aan op de anti-overloopslang en vul de tank tot de helft met schoon water. Belangrijk: Inspecteer en reinig alle onderdelen van het systeem voordat u gaat spuiten, inclusief de tank, de zeef, de pomp, de kleppen en de spuitdoppen. 3. Start de motor; zie de Gebruikershandleiding van uw machine. 4. Zet de gashendel maximaal open. 5.
g203967 Figuur 96 1. Pictogram configuratie F. 2. Configuratie menu Druk op het pictogram manual speed entry/snelheid handmatig invoeren (Figuur 97). g203966 Figuur 95 1. Pictogram venster wisselen 2. Pictogram besturing spuitsysteem D. 3. Submenu spuitbesturing Druk op het pictogram venster wisselen voor het spuitbesturing menu. Het huidige home-scherm en het spuitbesturing menu verwisselen van plaats. E.
'huidige richtwaarde gebruiksdosis' te selecteren (Figuur 98). 6. Kies de gewenste spuitdosis. 7. Verhoog of verlaag de snelheid van het voertuig met 2 km/u. Het spuitsysteem moet de doeldosering automatisch corrigeren. Opmerking: Als het spuitsysteem de dosering niet aanpast, raadpleeg dan Activeren van de zelftestfunctie (bladz. 40). 8. Na het spuiten van een baan zet u de hoofdschakelaar van de spuitbomen op UIT. Opmerking: Zo wordt ook de oppervlaktemeter uitgeschakeld. 9.
Alarmen (cont'd.) Alarm Beschrijving Geen GPS Er wordt geen GPS-signaal ontvangen. Parameter mismatch Neem contact op met Toro NSN via 1-800-ASK-TORO of NSNTech@toro.com voor klantondersteuning. Pressure high Het druksignaal is hoger dan de alarmwaarde. Ontvanger niet aangesloten De GPS-ontvanger reageert niet. Gewenste dosis is nul De automatische dosisregeling is ingeschakeld de tank is ingeschakeld, de hoofdschakelaar is ingeschakeld en de gewenste dosis is nul.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Om de 200 bedrijfsuren Onderhoudsprocedure • Reinig de vloeistofstroommeter (vaker bij gebruik van bevochtigbaar poeder). Vloeistofstroommeter reinigen 7. Breng de sensor aan tot deze de onderkant van de behuizing licht raakt. 8. Draai voorzichtig de borgmoeren van de sensor vast. 9. Gebruik lichte luchtdruk (0,34 bar) om ervoor te zorgen dat de turbine vrij draait.
Problemen, oorzaak en remedie Opmerking: Als de computer van het X25 bedieningspaneel defect raakt of gerepareerd moet worden kunt u het spuitsysteem bedienen met het centrale bedieningspaneel van de machine. Voor veel fouten zal een foutcode of probleemcode verschijnen. U kunt de fouten ook op het scherm bekijken. De onderstaande fouten komen regelmatig voor en kunt u zelf oplossen. Andere fouten of aanhoudende problemen moet u samen met de foutboodschap en eventueel een code meedelen aan uw dealer.
Probleem Mogelijke oorzaak Remedie 1. Het display is niet ingesteld op standaardmodus. 1. Het gebruikersprofiel naar standaardmodus schakelen. 2. Er is geen veld gecreëerd. 2. Een veld creëren. De machine wordt niet afgebeeld op het scherm. 1. Het displayscherm is verplaatst. 1. Het pictogram 'kaart centreren' selecteren op het hoofdscherm. Er knipperen geen lampen op de GPS-ontvanger die op de rolbeugel is gemonteerd. 1. De GPS-ontvanger krijgt geen voeding. 1.
Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw garantieclaim te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie mee te delen, hetzij direct of via uw lokale Toro dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land.
Toro Garantie Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt The Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.