Form No. 3425-401 Rev A X25 GeoLink® Precision spuitsysteem egalisatieset MultiPro® 1750 grasspuitmachine serienummer 315000001 of hoger Modelnr.: 41631—Serienr.: 400000000 en hoger Installatie-instructies Inleiding De GeoLink™ is een werktuig voor gazonsproeiers en is bedoeld voor gebruik door professionele bestuurders en voor commerciële toepassingen. Het systeem is met name ontworpen voor sproeien op goed onderhouden gazons in parken, golfbanen en sportvelden. Ga naar www.Toro.
Inhoud 29 De navigatieontvanger monteren ................. 72 30 De monitor van de spuitmachine monteren....................................................... 75 31 De bedrading van de koppeling van de spuitpomp aansluiten .................................... 77 32 Onderdelen van het elektrische systeem van de spuitmachine monteren ..................... 78 33 De bijgeleverde kabelboom aansluiten op de voet van de stoel ......................................
Veiligheid Veiligheids- en instructiestickers WAARSCHUWING Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers. Chemische stoffen die worden gebruikt in het spuitsysteem kunnen gevaarlijk en giftig voor de gebruiker, omstanders, dieren, planten, de bodem of eigendommen zijn.
decal127-6982 127-6982 1. Omloop-retourstroom 2. Spuiten met spuitbomen decal127-6976 127-6976 1. Verminderen 2.
Installatie Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 2 Geen onderdelen vereist – De installatie van de set voorbereiden. Geen onderdelen vereist – De stoel en het inspectieluik van de motor verwijderen 3 Geen onderdelen vereist – De spatborden links en rechts vooraan en de motorkap verwijderen.
Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Rechte slangpilaar (1" x 2") Slangklem (¾" tot 1½") Slang (1" x 5¾") Verdeelstuk Slang (1" x 16") Vrouwelijke snelkoppelfitting van 90° (1") Slang (1" x 26") Slangklem (¾" x 11/5") T-fitting (1" x 1" x 1") Slangpilaar 90° en slang Afsluitklep 1 3 1 1 1 18 Geen onderdelen vereist – De aangepaste middelste spuitboom monteren. 19 Geen onderdelen vereist – Het verdeelstuk van de hefcilinder monteren op de cilinderbevestiging.
Procedure 28 29 30 Hoeveelheid Omschrijving Verlengstuk van afdekking (12 spuitdoppen – Toro 120-0621) Popnagel (Toro onderdeelnummer 114439) Steunbeugel (deksel middelste spuitboom – Toro onderdeelnummer 131-3703-03) Clipmoer (Toro onderdeelnummer 94-2413) Flenskopbouten (⅜" x 1¼" – Toro onderdeelnummer 110-5050) Flensborgmoeren (⅜" – Toro onderdeelnummer 104-8301) Dekselband (Toro onderdeelnummer 120-0629) Flenskopbouten (5/16" x 1¼" – Toro onderdeelnummer 323-36) Ontvangerplaat Afstandsstuk (⅜" x 1"
Hoeveelheid Gebruik Geen onderdelen vereist – De bedrading van de koppeling van de spuitpomp aansluiten.
1 De installatie van de set voorbereiden Geen onderdelen vereist De spuittank en optionele spoeltank voorbereiden 1. Maak de spuitmachine schoon; raadpleeg het hoofdstuk De spuitmachine reinigen in de Gebruikershandleiding van de machine. Belangrijk: Ledig de spuittank volledig alvorens de egalisatieset voor het GeoLink spuitsysteem te monteren. 2. g024081 Figuur 3 1. Stoel Voor machines met een optionele spoeltank doet u het volgende: A. B.
6. WAARSCHUWING Vonken kunnen accugassen tot ontploffing brengen en lichamelijk letsel veroorzaken. 2 Als accukabels verkeerd worden geleid, kan dit schade aan de spuitmachine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. • Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt. • Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit.
3. Het inspectieluik van de motor verwijderen Verwijder de 2 R-pennen waarmee de kantelvoorziening van de stoelplaat is bevestigd aan de chassisbeugels (Figuur 7). 1. Draai de handgrepen van de sluitingen van het inspectieluik van de motor naar boven (Figuur 9). g037121 g202440 Figuur 9 1. Sluiting 3. Inspectieluik van motor 2. Steunbeugels van luik 2. Til het inspectieluik van de motor op en neem het van de machine (Figuur 9). g037122 Figuur 7 1. Stoelplaat 4. Draaifitting (stoelsteun) 2.
g197152 Figuur 11 1. Ring (5/16") 3. Spatbord linksvoor 2. Bout (5/16" x 1") 3. Opmerking: Gooi de druknagels die u g264614 verwijderd hebt weg.Bewaar het spatbord, de bouten en de ringen voor montage in De spatborden links en rechts vooraan monteren (bladz. 97). Figuur 10 1. Druknagel 2. Neem het spatbord van de machine. 2. Spatbord linksvoor Verwijder de 3 bouten (5/16" x 1") en 3 ringen (5/16") waarmee het spatbord aan het frame van de machine bevestigd is (Figuur 11). 4.
5. Opmerking: Bewaar de druknagels voor Verwijder het binnenste spatbordscherm van de machine (Figuur 13). montage in De motorkap plaatsen (bladz. 96). Opmerking: Gooi de druknagels die u verwijderd hebt weg. g197148 Figuur 15 g197149 Figuur 13 6. 1. Motorkap Herhaal stap 1 tot en met 5 voor het spatbord en het binnenste spatbordscherm aan de andere kant van de machine. 3. Verwijder de motorkap van de machine (Figuur 15). Opmerking: Gooi de druknagels die u verwijderd hebt weg.
g197769 Figuur 17 1. Druk de borgkraag in 2. Trek de buis eruit g197746 3. Trek de buis uit de fitting (Figuur 17). 4. Herhaal stap 2 en 3 voor de andere 3 buizen voor de spuitbomen. De vloeistof- en luchtbuizen aan de compressor verwijderen Schuimmarkeerdersets uit 2016 en vroeger 1. g266328 Figuur 16 1. Blauwe buizen 2. Luchtfitting (linkerspuitboom) 6. Kabelbinder 7. Elektrische connector 3. Vloeistoffitting (linkerspuitboom) 8. Vloeistoffitting (rechterspuitboom) 4.
vloeistof- en luchtbuis van de rechterspuitboom te markeren. 2. Verplaats de buizen van de schuimspuitdoppen van de linker- en rechterspuitboom naar achteren en door de R-klem nabij het scharnierpunt voor de spuitboom (Figuur 19). g197745 g031472 Figuur 18 1. Luchtklemkoppeling (rechterspuitboom) 6. Kabelbinder g197783 Figuur 19 2. Vloeistofklemkoppeling (rechterspuitboom) 7. Klemmoer – water (rechterspuitboom – doorzichtige buis) 3. Vloeistofklemkoppeling (linkerspuitboom) 8.
klemkoppeling van de spuitdop van de schuimmarkeerder (Figuur 21). vastzitten aan de buitenste spuitboom (Figuur 20). 4. Verwijder de vloeistof- en luchtbuizen van de machine. 5. Verwijder de klemmoeren aan het uiteinde van de buizen (Figuur 21). Opmerking: Bewaar de klemmoeren voor montage in stap 1 van De nieuwe buis monteren (bladz. 17). 6. Lijn de oude vloeistof- en luchtbuizen (Figuur 22) uit met de nieuwe buis (Toro onderdeelnummer 114-9553). g197816 Figuur 20 1.
De nieuwe buis monteren Machines zonder het optionele verlengstuk voor de middelste spuitboom 1. Schuif de blauwe klemmoer over de uiteinden van de blauwe buis en de witte klemmoer over de doorzichtige buis (Figuur 23). g197816 Figuur 24 1. Buis (rechterspuitboom afgebeeld) 5. g032605 2. Kabelbinders Bevestig de buis met een kabelbinder aan de opening in de spuitdopsteun; zie Figuur 25. Figuur 23 1. Buitenste spuitboom 4. Klemmoer (blauw – blauwe waterbuis) 2. Klemkoppeling (blauw) 5.
5 6 De optionele nivelleerset voor de ultrasone spuitbomen loskoppelen Het deksel van de middelste spuitboom (11 spuitdoppen) van de optionele afgedekte spuitboom verwijderen Geen onderdelen vereist Procedure 1. Geen onderdelen vereist Koppel de stekker met 3 pinnen van de kabelboom van de nivelleerset voor de ultrasone spuitbomen af van de connector met 3 contacten van de machinekabelboom (Figuur 26). Procedure 1.
2. Trek de druksensorbuis voor de meter op het dashboard uit de buiskoppeling (Figuur 29). De druksensorbuis en de toevoerslang loskoppelen Machines met optionele spuitstok of optionele elektrische slanghaspel 1. g197940 Figuur 28 Druk de kraag in van de buiskoppeling op de 90°-knie van de rechter spuitboomklep (Figuur 30). 1. Deksel middelste spuitboom 7 De druksensorbuis voor de dashboardmeter loskoppelen g198002 Figuur 30 Geen onderdelen vereist 1.
SPRAY VALVE (hoofdspuitklep) af van de stekker met 3 pinnen van de actuator van de hoofdspuitklep (Figuur 32). machinekabelboom los van de stekkers met 3 pennen van de 3 spuitklepactuators (Figuur 31). 9 De gebruiksdosisschakelaar verwijderen Benodigde onderdelen voor deze stap: g198218 1 Kabelbinder 1 Schakelaarplug Figuur 31 1. Stekker met 3 pinnen (spuitklepactuator) 2. Connector met 3 contacten – machinekabelboom (LINKERSPUITKLEP, Procedure 1. MIDDELSTE SPUITKLEP en RECHTERSPUITKLEP) 2.
10 De spuitbomen verwijderen Geen onderdelen vereist De slangen van de spuitbomen verwijderen 1. Verwijder aan de buitenste spuitboom de slangklem waarmee de slang van de spuitboom bevestigd is aan de T-slangpilaar (Figuur 35). g198658 Figuur 34 1. Schakelaar voor gebruiksdosis 3. Flenskopschroef (¼" x ½") 2. Schakelaarplug 3. Koppel de connector met 8 contacten van de machinekabelboom (aangeduid met Rate Switch (dosisschakelaar)) af van de stekker met 8 pinnen van de schakelaar (Figuur 33).
verwijder de slangen van de machine (Figuur 37). Opmerking: U hebt de toevoerslangen voor de linker-, rechter- en middelste spuitboom niet meer nodig. De slangen voor de uitgaande en ingaande slag van de hefcilinder verwijderen 1. Verwijder de slangen van de openingen voor de uitgaande slag van de linker- en rechterhefcilinder (Figuur 39). g198473 Figuur 36 1. Voorkant van machine 4. Slangklem 2. Middelste spuitboom 5. T-slangpilaar 3. Toevoerslang (middelste spuitboom) 6.
g030518 Figuur 40 g198541 Figuur 39 Machine met optionele nivelleerset voor de ultrasone spuitbomen 1. R-pen 3. Gaffelpen 2. Stanguiteinde (hefcilinder) 4. Draaibeugel 3. 1. Slang (uitgeklapte stand) 4. Opening voor ingaande slag (hefcilinder) 2. Opening C3 (verdeelstuk van de hefcilinder) 5. Slang (ingeklapte stand) 3. Opening C4 (verdeelstuk van de hefcilinder) 6. Opening voor uitgaande slag (hefcilinder) 2. 3. 4.
Opmerking: Als uw machine uitgerust is met de optionele afgedekte spuitboom, laat dan de deksels op hun plaats zitten aan de buitenste spuitbomen. WAARSCHUWING Als het heffen van zware machines en werktuigen niet op de juiste manier wordt uitgevoerd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. Maak de buitenste spuitboom los van de middelste spuitboom en verwijder de buitenste spuitboom van de machine (Figuur 42). 4.
g198619 Figuur 43 1. Steunbeugel (hefverdeelstuk van spuitboom) 3. Cilinderbevestiging 2. Flensborgmoer (5/16") 4.
g198634 Figuur 45 3. Gebruik een stukje plakband om de gaten aan te duiden waar de 4 flenskopbouten (½" x 1¼") en 4 flensborgmoeren (½") de steunbeugels van de middelste spuitboom bevestigen aan de bevestigingsplaat van de machine (Figuur 46). g198635 Figuur 47 1. Flenskopbout (½" x 1¼") 3. Bevestigingskanalen (frame van spuitmachine) 2. Steunbeugels (middelste spuitboom) 4. Flensborgmoer (½") 11 Het verlengstuk van de middelste spuitboom monteren g198633 Figuur 46 4.
slangen op de middelste spuitboom monteren (bladz. 31). g032416 Figuur 48 1. Flensborgmoer (5/16") 4. Slang (binnendiameter van ¾") 2. Enkele steel met slangribbel (¾") 5. Dubbele steel met slangribbel (¾") 3. Spuitdop 6. Slangklem g030591 Figuur 50 1. Bovenste klemhelft 5. Zitting (behuizing van spuitdop) 2. Verbindingsbuis 6. Schroef uit roestvrij staal (nr. 12 x 1¼") 3. Inbusbout (5/16" x ¾" – roestvrij staal) 7. Enkele steel met slangribbel (¾") 4. Dubbele steel met slangribbel (¾") 3.
2. Verwijder de 2 flenskopbouten (⅜" x 1") en 2 flensborgmoeren (⅜") waarmee de steunbeugel aan de middelste spuitboom is bevestigd, en verwijder de beugel (Figuur 51). 2. Verwijder de 2 slotbouten (½" x 1¼") en 2 borgmoeren (½") waarmee de smalle cilinderbevestiging, linker en rechter frames en de smalle verbindingsplaat bevestigd zijn (Figuur 53). g032431 Figuur 53 g032429 Figuur 51 1. Flenskopbout (⅜" x 1") 2. Middelste spuitboom 4. Flensborgmoer (⅜") 5. Linkersteunbeugel (middelste spuitboom) 1.
2. spuitboom losmaken (bladz. 28), en de 4 slotbouten (½" x 1¼") en 4 flensborgmoeren (½") van de egalisatieset van het GeoLink spuitsysteem (Figuur 55). Monteer het verlengstuk van de middelste spuitboom losjes tegen het frame (Figuur 54); gebruik hierbij de 2 flenskopbouten (⅜" x 1") en 2 flensborgmoeren (⅜") die u verwijderd hebt in stap 1 van De frames van de middelste spuitboom losmaken (bladz. 28). 8. Draai de flenskopbouten en flensborgmoeren van ⅜" vast met een torsie van 37 tot 45 N·m.
g032451 Figuur 56 1. Flenskopbout (⅜" x 1") 4. Flensborgmoer (⅜") 2. Rechter frame (middelste spuitboom) 5. Rechtersteunbeugel (middelste spuitboom) 3. Linkerframe (middelste spuitboom) 6. Linkersteunbeugel (middelste spuitboom) 3. Monteer de rechter steunbeugel tegen het rechter frame (Figuur 56); gebruik hierbij de 2 flenskopbouten (⅜" x 1") en 2 flensborgmoeren (⅜") die u verwijderd hebt in stap 2 en 3 van De steunbeugels van de middelste spuitboom verwijderen (bladz. 27). 4.
5. Sluit de bovenste klemhelft rond de geribde slangaansluiting en zet de halve klem en sproeikopbehuizing (Figuur 57) vast met de roestvast stalen schroef (nr. 12 x 1¼"); draai de schroef aan met 14 tot 18 N∙m 3. Belangrijk: Draai de roestvast stalen schroef niet harder aan dan aangegeven in stap 5.
A. 13 De spuitboomkleppen verwijderen Verwijder de kleine borgclip waarmee de snelkoppelfitting van de afsluitklep is bevestigd aan de vrouwelijke snelkoppeling van de omloopklep van de rechterspuitboom en scheid de klep van de vrouwelijke koppeling (Figuur 62). Benodigde onderdelen voor deze stap: 3 Dop (snelkoppeling) 3 Borgclip De omloopslang van de spuitboom verwijderen 1. Verwijder het bovenste uiteinde van de omloopslang.
g198703 g200485 Figuur 63 1. 90° geribde fitting 3. Tussenschotfitting 2. Grote borgclip 4. Omloopslang 3. Figuur 64 1. Spuitboomklep 2. Borgclip Verwijder de omloopslang van de machine. 2. Verwijder de klepactuators van de spuitboomkleppen van de linker-, rechter- en middelste spuitboom (Figuur 64). 3. Verwijder de borgclip waarmee de dop bevestigd is aan de snelkoppelfitting van de omloopklep, en verwijder de dop (Figuur 65).
g200481 Figuur 67 1. Vrouwelijke snelkoppeling (omloopklep) 3. Borgclip 2. Plug 9. 10. g200486 Bevestig de plug aan de vrouwelijke snelkoppeling; gebruik hierbij de borgclip die u verwijderd hebt in stap 3 (Figuur 67). Monteer de 3 klepactuators op de kleppen van de linker-, rechter- en middelste spuitboom (Figuur 64); gebruik de borgclips die u verwijderd hebt in stap 1. Figuur 66 1. Snelkoppelfitting 3. Snelkoppelfitting (spuitboomklep) 2. Vrouwelijke snelkoppeling (omloopklep) 4. Borgclip 5.
5. Verwijder de stickers van de actuators van de 3 spuitboomkleppen (Figuur 70). g198704 Figuur 68 g201434 1. Flenskopbout (¼" x ¾") 2. Spuitboomklep 2. 3. 3. Bevestigingsbeugel van verdeelstuk 4. Borgmoer (¼") Figuur 70 1. Sticker van spuitboomklep 6. Verwijder de 2 flenskopbouten (¼" x ¾") en 2 borgmoeren (¼") waarmee de klep van de rechter spuitboom bevestigd is aan de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk (Figuur 68).
14 2. Maak de 2 druknagels van de machinekabelboom los van de onderste flens van de beugel van de spuitboomklep (Figuur 72). 3. Verwijder de 4 flenskopschroeven (5/16" x ¾") waarmee de beugel van de spuitboomklep is bevestigd van de klepbevestiging, en verwijder de klepbeugel van de machine (Figuur 73). De steunklemmen van de vloeistofstroommeter monteren Opmerking: Bewaar de 4 flenskopschroeven voor montage in stap De bevestiging en de klemmen van de vloeistofstroommeter monteren (bladz.
g198736 Figuur 75 1. Bout (¼" x 4½") 2. Helft van steunklem g198737 3. Beugel van vloeistofstroommeter 4. Flensborgmoeren (¼") Figuur 74 1. Flenskopschroef (5/16" x ¾") 3. Klepbevestiging 4. Lijn een helft van de steunklem aan de achterzijde van de vloeistofstroommeter uit met 1 van de klemhelften die u gemonteerd hebt in stap 3 (Figuur 75). 5. Monteer de beide klemhelften op de beugel van de vloeistofstroommeter (Figuur 75); gebruik 2 bouten (¼" x 4½") en 2 flensborgmoeren (¼"). 6.
15 De kabelboom monteren op de machine Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Achterste kabelboom 7 Kabelbinder De kabelboom van de set leiden g198814 g198815 Figuur 77 Figuur 76 1. Aftakking kabelboom 102 cm – ASC 10 en SPUITDOPKLEP 1 tot 10 2. Aftakking kabelboom 89 cm – DEBIETKLEP, HOOFDKLEP, 1. Aftakking kabelboom 61 cm – DRUKOMZETTER 3. Bijgeleverde kabelboom van 457 cm GROENE WIG 4. Aftakking kabelboom 84 cm – POMPKOPPELING 2.
g199037 Figuur 79 1. Kabelboom van machine 2. Bijgeleverde kabelboom van 457 cm 3. Aftakking kabelboom 102 cm – ASC 10 en SPUITDOPKLEP 1 tot 10 4. Aftakking kabelboom 89 cm – DEBIETKLEP, HOOFDKLEP, VLOEISTOFSTROOMMETER, LINKERSPUITBOOM, MIDDELSTE SPUITBOOM en RECHTERSPUITBOOM g198861 Figuur 78 1. Bijgeleverde kabelboom van 457 cm 2. Kabelboomaftakkingen van 84 cm, 60 cm en 66 cm 3. Kabelboom van machine 3. 4. Bevestigingsbeugel van verdeelstuk 5.
g199038 Figuur 81 1. Aftakking kabelboom 84 cm – pompkoppeling 2. Aftakking kabelboom 60 cm – NAAR PLUSPOOL ACCU, minpool accu en wisselstroomdynamo 4. Aftakking kabelboom 102 cm – ASC 10 en SPUITDOPKLEP 1 tot 10 5. Bijgeleverde kabelboom van 457 cm g199039 Figuur 82 Onderkant van machine 1. Bijgeleverde kabelboom van 457 cm 2. Kabelboom van machine 3. Voorkant van machine 3. Aftakking kabelboom 66 cm – ASC 10 INSCHAKELRELAIS, ZEKERING 50 A, DIODE, 4. GESCHAKELD VERMOGEN VOOR GEN.
5. Leid de kabelboomaftakkingen van 84 cm, 60 cm en 66 cm van de bijgeleverde kabelboom over de schokbrekerbuis; zie Figuur 84). g199042 Figuur 85 1. Kabelboom van machine 4. Connector met 3 contacten (SPUITBOOMKLEP 5) 2. Aftakking kabelboom 89 cm – DEBIETKLEP, HOOFDKLEP, 5. Aftakking kabelboom 102 cm – ASC 10 en SPUITDOPKLEP 1 tot 10 g199041 Figuur 84 1. Kabelboom van machine 2. Aftakking kabelboom 66 cm – ASC 10 INSCHAKELRELAIS, ZEKERING 50 A, DIODE, 4. Bijgeleverde kabelboom van 457 cm 5.
g199113 Figuur 87 1. Stekker met 3 pinnen (vloeistofstroommeter) g199072 Figuur 86 2. Connector met 3 contacten van aftakking van 89 cm van bijgeleverde kabelboom – VLOEISTOFSTROOMMETER 1. Beugel van vloeistofstroommeter 3. Stekker met 3 pinnen (machinekabelboom – 2. RECHTERSPUITBOOMKLEP) 2. Connector met 3 contacten 4. Druknagel – Kabelboomaftakking van 89 cm (RECHTERSPUITBOOM) 2.
bijgeleverde kabelboom met aanduiding MASTER VALVE (hoofdklep) (Figuur 88). 4. slangklem (¾" tot 1½") en zet de klem handmatig vast (Figuur 90). Sluit de stekker met 4 pinnen van de actuator voor de debietklep aan op de connector met 4 contacten van de aftakking van 89 cm van de bijgeleverde kabelboom met aanduiding RATE VALVE (debietklep) (Figuur 89). g199117 Figuur 90 1. Rechte slangpilaar (1" x 2") 4. Verdeelstuk 2. Slangklem (¾" tot 1½") 5. Slang (1" x 16") 3. Slang (1" x 5¾") 2.
g263905 Figuur 92 g199116 Figuur 91 1. Flens (vloeistofstroommeter) 3. Flensklem 51 mm 2. Pakking, 38 mm 4. Rechte slangpilaar (1" x 2") 2. 17 De omloopslangen op de tank monteren 2 Slang (1" x 26") 5 Slangklem (¾" x 11/5") 1 T-fitting (1" x 1" x 1") 1 Slangpilaar 90° en slang 1 Afsluitklep 5. T-fitting (1" x 1" x 1") 2. Monteer het vrije uiteinde van de slang over de T-fitting (zie Figuur 92) en bevestig de slang met een slangklem aan de fitting. 3.
g263926 Figuur 93 1. Snelkoppeling (geribde fitting van 90°) g199120 3. Borgclip 2. Afsluitklep 2. Monteer de afsluitklep op de vrouwelijke snelkoppelfitting (Figuur 93). 3. Bevestig de klep op de fitting; gebruik hierbij de borgclip die u verwijderd hebt in stap 1. 4. Monteer de afsluitklep en de borgclip die u hebt verwijderd in stap 1 van De omloopslang van de spuitboom verwijderen (bladz. 32) aan de andere vrouwelijke snelkoppelfitting (Figuur 93). De omloopslangen op de tank monteren 1.
1. Gebruik een takel met voldoende hefvermogen om de middelste spuitboom op te tillen en lijn de openingen in de steunbeugel voor de spuitboom (Figuur 95) uit met de openingen in de bevestigingsplaat voor het machineframe waarvan eerder sprake in stap 3 van De middelste spuitboom verwijderen (bladz. 25). 19 Het verdeelstuk van de hefcilinder monteren op de cilinderbevestiging Geen onderdelen vereist Procedure 1. Maak het hefverdeelstuk los van de bevestigingsbeugel voor de klep. 2.
verwijderen van de middelste spuitboom (bladz. 24). 20 • Voor machines met optionele nivelleerset voor de ultrasone spuitboom: A. De klepbevestiging en spuitkleppen plaatsen Lijn de gaten in de steunbeugel voor het hefverdeelstuk van de spuitbomen en de TEC-controllerbeugel uit met de openingen in de cilinderbevestiging.
2. Monteer de spuitbediening op de klepbevestiging (Figuur 98); gebruik hierbij de 3 bouten (3 x 10 mm) en 4 flensborgmoeren (4 mm). Opmerking: U mag het bovenste gat aan de buitenkant in de ASC 10 spuitbediening niet gebruiken. 3. Haal de bouten en moeren aan met 234 tot 286 N·cm. De omloopkleppen plaatsen – Machines met optionele spuitstok of optionele elektrische slanghaspel 1. Verwijder de borgclips waarmee de klepactuators voor spuitdopkleppen 1 tot 7 zijn bevestigd (Figuur 99).
6. Draai de omloopkleppen 180° en druk ze op de snelkoppelfittings van de spuitboomkleppen ( Figuur 102). g201625 Figuur 103 1. Vrouwelijke snelkoppelfitting (naar buiten richten) 3. Spuitdopklep 7 2. Borgclip g201573 Figuur 102 1. Vrouwelijke snelkoppelfitting (naar buiten richten) 9. 3. Houder 2. Spuitdopklep 1 7. Bevestig de omloopkleppen aan de spuitboomkleppen; gebruik de borgclips (Figuur 102) die u verwijderd hebt in stap 4. 8.
De 3 spuitboomkleppen op de klepbevestiging monteren 1. Monteer de 3 spuitboomkleppen (Figuur 105) die u verwijderd hebt in stap 8 van De spuitboomkleppen verwijderen van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk (bladz. 34) op de flens van klep 7 van de spuitklepeenheid; gebruik hierbij de flensklem en de pakking die u verwijderd hebt in stap 4 van De spuitboomkleppen verwijderen van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk (bladz. 34).
2. Lijn de gaten in de montagebeugel van de klepbevestiging uit met de gaten in het versterkte frame van de middelste spuitboom (Figuur 110). g199540 Figuur 110 g201569 Figuur 108 Machines met spuitstok of elektrische slanghaspel 1. Flenskopbout (¼" x ¾") 4. Klepbevestiging 2. Spuitdopklep 10 5. Vrouwelijke snelkoppelfitting 3. Flensborgmoer (5/16") 4. Flenskopbout (5/16" x ¾") 3. 3. Borgmoer (¼") 4. 1. Beugel (klepbevestiging) 2.
g199542 Figuur 112 1. Flensfitting van 90° (1") 4. Druknagel (kabelbinder) 2. Slangklem 5. Klepbevestiging 3. Slang (1" x 16") 2. 3. 4. Bevestig de slang met een slangklem aan de flensfitting (Figuur 112). g199847 Figuur 113 Breng de kabelbinder/druknagel aan in de opening bovenaan de klepbevestiging; zie Figuur 112. 1. Snelkoppelfitting (omloopklep) 2. Vrouwelijke snelkoppelfittings Bevestig de kabelbinder/druknagel (Figuur 112) rond de slang (1" x 16").
g264554 Figuur 114 1. Vrouwelijke snelkoppelfitting (spuitdopklep 10) 3. Houder g199981 Figuur 115 2. Afsluitklep (spuitstok of elektrische slanghaspel) 2. 3. Bevestig de snelkoppelfittings voor de afsluitklep van de omloop en de omloopklep met de borgclip (Figuur 114) die u verwijderd hebt in stap 3 van De omloopkleppen plaatsen – Machines met optionele spuitstok of optionele elektrische slanghaspel (bladz. 48). 1. Druknagel (connectorankers) 4. Stekker met 3 pinnen (klepactuator – locatie 8) 2.
Opmerking: De klepactuatorlocaties 1 tot 10 lopen op van links naar rechts, van achter de machine gezien. 3. Sluit de connector met 3 contacten (Figuur 116) van de kabelboomaftakking van 89 cm met aanduiding NOZZLE VALVE 2 (spuitdopklep 2) aan op de stekker met 3 pinnen van de klepactuator (locatie 2). 4. Sluit de overige connectors met 3 contacten van de aftakking van 89 cm van de bijgeleverde kabelboom aan op de stekker met 3 pinnen van de klepactuators (Figuur 116).
De slangen van de hefcilinder aansluiten 1. Monteer losjes een nieuwe hydraulische slang (¼" x 24¾") tussen de opening voor de uitgaande slag van de hefcilinder van de linkerspuitboom en opening C3 van het hefverdeelstuk van de spuitboom (Figuur 118). g200076 Figuur 119 g200075 Figuur 118 1. Opening voor uitgaande slag (hefcilinder linkerspuitboom) 4. Opening voor ingaande slag (hefcilinder linkerspuitboom) 2. Hydraulische slang (¼" x 24¾") 5. Opening C4 (hefverdeelstuk van spuitboom) 3. 4.
5. 22 De buitenste spuitbomen monteren Opmerking: De inbusbout (5/16" x ¾" – roestvrij staal) komt los van de bovenste klemhelft wanneer u de klem opent. Bewaar de bout voor montage. Benodigde onderdelen voor deze stap: 4 Nylon flenslager 1 Kabelbinder 1 Toevoerslang 188 cm 1 Toevoerslang 234 cm 1 Toevoerslang 279 cm Gebruik de 8 spuitdoppen die u verwijderd hebt in stap 1 om de schroeven van roestvrij staal (nr.
g030783 g030789 Figuur 122 1. Nylon flenslager 3. Figuur 124 2. Draaifitting (buitenste spuitboom) Lijn de lagers in de draaifitting uit met de openingen in de flenzen van de draaibeugel aan het uiteinde van de middelste spuitboom (Figuur 123). g030784 Figuur 123 1. Draaifitting (buitenste spuitboom) 4. Draaibeugel (middelste spuitboom) 2. Flensbout (5/16" x 1") 5. Flensborgmoer (5/16") 3. Draaipen 4.
23 De spuitdopslangen monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 Toevoerslang 279 cm 2 Toevoerslang 234 cm 4 Toevoerslang 188 cm 2 Toevoerslang 81 cm Herkennen van de spuitdopslangen U kunt de slangen voor de verschillende spuitdoppen (Figuur 125) herkennen aan hun lengte: Overzicht locaties spuitdopslangen Spuitdoplocaties – linkerspuitboom Spuitdoplocaties – middelste spuitboom Spuitdoplocaties – rechterspuitboom Spuitdop 1 (spuitdopklep 1) – toevoerslang 279 cm Spuitdoppen 5 en 6 (spuit
g200077 Figuur 125 1. Toevoerslang 279 cm – spuitdop 1 5. Toevoerslang 188 cm – spuitdop 9 2. Toevoerslang 188 cm – spuitdop 4 6. Toevoerslang 279 cm – spuitdop 12 3. Spuitdopklep 1 7. Toevoerslang 234 cm – spuitdop 2 9. Toevoerslang 81 cm – spuitdoppen 5 en 6 10. Toevoerslang 81 cm – spuitdoppen 7 en 8 11. Toevoerslang 188 cm – spuitdop 10 4. Spuitdopklep 10 8. Toevoerslang 188 cm – spuitdop 3 12.
Monteren van de slangen voor spuitdopkleppen 1-4. 1. Opmerking: Verzeker dat geribde fitting goed op de koppeling is gedrukt. 8. Monteer de rechte geribde fitting van een toevoerslang van 279 cm op de koppeling van spuitdopklep 1 (Figuur 126). Zet de geribde fitting vast met een borgclip (Figuur 126). Monteren van de slangen voor spuitdopkleppen 5 en 6. Opmerking: Verzeker dat de geribde fitting goed op de koppeling is gedrukt.
Leiden van de toevoerslangen naar de spuitdoppen Monteren van de slangen voor spuitdopkleppen 7-10. 1. 1. Monteer de rechte geribde fitting van een toevoerslang van 188 cm op de koppeling van spuitdopklep 7 (Figuur 128). Opmerking: Verzeker dat de geribde fitting goed op de koppeling is gedrukt. Leid de slangen voor spuitdoppen 1, 2, 3 en 4 door de R-klem aan het linkerbuiteneinde van de middelste spuitboom (Figuur 129 en Figuur 130). g200162 Figuur 129 g200158 Figuur 128 1. Borgclip 6.
6. naar spuitdoppen 3 en 8 zoals in Figuur 129 en Figuur 130. roestvast stalen schroef (nr. 12 x 1¼"); draai de schroef aan met 14 tot 18 N∙m Opmerking: Leid de slangen door de onderste pakkingringen achteraan in de beugels van het buisframe. Leid de toevoerslangen van 188 cm en de geribde slangstelen (¾") langs de spuitboom naar spuitdoppen 4 en 7 zoals in Figuur 129 en Figuur 130.
24 De bijgeleverde kabelboom aansluiten op de achterkant van de machine Geen onderdelen vereist De kabelboom aansluiten op de drukomzetter en de ASC 10 1. g200253 Figuur 134 Sluit de connector met 3 contacten van de aftakking van 61 cm van de bijgeleverde kabelboom met aanduiding PRESSURE TRANSDUCER GREEN WEDGE (drukomzetter groene wig) aan op de stekker met 3 pinnen van de drukomzetter (Figuur 133). 1. Stekker met 40 pinnen (ASC 10 spuitbediening) 3. Kartelschroef 2.
25 De druksensorbuis voor de dashboardmeter aansluiten Geen onderdelen vereist De druksensorbuis voor de dashboardmeter aansluiten g264611 Machines zonder optionele spuitstok of optionele elektrische slanghaspel 1. Figuur 137 Lijn het uiteinde van de druksensorbuis (plastic) voor de drukmeter in het dashboard uit met de borgkraag voor de buiskoppeling (Figuur 136). 1. Dop (vlak) 4. Flens (spuitdopklep 10) 2. Flensklem 5. Flens (verdeelstuk van vloeistofstroommeter) 3. Pakking 6.
slanghaspel op de flens van spuitdopklep 10; gebruik de flensklem en pakking die u verwijderd hebt in stap 1 en draai de klem handmatig vast (Figuur 139). 26 De optionele schuimmarkeerderset aankoppelen Benodigde onderdelen voor deze stap: 6 Kabelbinder De buizen van de schuimspuitdoppen leiden 1. g264587 Figuur 139 1. Pakking 3. Flens (spuitdopklep 10) 2. 90°-fitting (afsluitklep) 4. Flensklem 5.
g197746 g201934 Figuur 142 Schuimmarkeerdersets uit 2017 en later 1. Buis – schuimspuitdop (rechterspuitboom) 4. Kabelbinders 2. Buis – schuimspuitdop (linkerspuitboom) 5. Verbindingspaneel (compressor schuimmarkeerder) 3. R-klem 2. Leid de buizen naar voren langs de linkerzijde van de spuittank (Figuur 142). 3. Bevestig de buizen van de schuimspuitdoppen links en rechts aan de spuitslangen; gebruik 4 kabelbinders zoals wordt getoond in Figuur 142. 4.
g201938 Figuur 144 1. Luchtfitting 3. Vloeistoffitting 2. Doorzichtige slang 4. Blauwe slang 3. Koppel de blauwe buis aan op de vloeistoffitting aan de zijplaat van de compressor (Figuur 143 en Figuur 144). 4. Leid de schuimbuizen voor de linkerspuitboom zoals wordt getoond in Figuur 143. g031555 Figuur 145 5. Koppel de doorzichtige buis aan op de luchtfitting aan de zijplaat van de compressor (Figuur 143 en Figuur 144). 1. Klemkoppeling – water (rechterspuitboom – blauwe buis) 4.
27 Aansluiten van de optionele ultrasone spuitboomset Geen onderdelen vereist Procedure 1. g031556 Figuur 146 1. Klemkoppeling – water (linkerspuitboom – blauwe buis) 3. Klemmoer (linkerspuitboom – blauwe buis) 2. Klemkoppeling – lucht (linkerspuitboom – doorzichtige buis) 4. Klemmoer (linkerspuitboom – doorzichtige buis) 6. Monteer de klemmoer voor de buis op de fitting en draai handmatig vast (Figuur 146). 7.
28 Monteren van de optionele afgedekte spuitboom Benodigde onderdelen voor deze stap: 6. Connector met 3 pinnen (kabel – linker ultrasone sensor) 2. Connector met 3 bussen (ultrasone spuitboom kabelboom – rechter sensor) 7. Linkerkant van de machine 3. Connector met 3 pinnen (kabel – rechter ultrasone sensor) 8.
g031823 Figuur 149 1. Afdekking voor gedeelte met 11 spuitdoppen 3. Verlengstuk van afdekking 2. Verstevigingsplaat (dubbele rij) g031817 4. Bevestig het verlengstuk van de afdekking aan de spuitboomafdekking voor 11 spuitdoppen (Figuur 150); gebruik hierbij 11 popnagels (Toro onderdeelnummer 114439). g031826 g031824 Figuur 148 1. Afdekking voor gedeelte met 11 spuitdoppen 4. Verstevigingsplaat (enkele rij) 2. Boor en bit van 5 mm 5. Rubberen afdekplaat Figuur 150 3. Popnagel (3/16" x ½") 2.
het verstevigde frame; er is 25 mm tussen de gaten (Figuur 153). g031825 Figuur 151 g032640 1. Afdekking voor gedeelte met 11 spuitdoppen 4. Ring (3/16") 2. Verlengstuk van afdekking 5. Verstevigingsplaat (enkele rij) 3. Popnagel (Toro onderdeelnummer 114439) 6. Rubberen afdekplaat 6. Bevestig de verstevigingsplaat en de rubberen afdekking aan het verlengstuk van de afdekking met de 11 popnagels (Toro onderdeelnummer 114439) en de 11 ringen (3/16") die u verwijderd hebt in stap 5.
De afdekking van de middelste spuitboom monteren 1. 29 Lijn de gaten in de afdekking van de middelste spuitboom uit met de gaten in de steunbeugels voor de afdekking van de middelste spuitboom (Figuur 154).
De beugel van de ontvanger op de machine monteren 1. Monteer de beugel van de ontvanger (⅜" x 7/16") op de rolbeugel; gebruik hiervoor de flenskopbout (⅜" x 1½") zoals wordt afgebeeld in Figuur 156. g200645 Figuur 155 g200669 1. Bout (⅜" x 3¼") 6. Beugel van ontvanger 2. Ring (⅜" x 13/16") 7. Borgring (⅜") 3. Navigatieontvangerplaat 8. Flensborgmoer (5/16") 1. Rolbeugel 3. Beugel van ontvanger 4. Flensborgmoer (⅜") 9. Flenskopbout (5/16" x ¾") 2. Afstandsstuk (⅜" x 7/16") 4.
6. Haal de bout (⅜" x 3¼") en de flensborgmoer (⅜") aan met een torsie van 37 tot 45 N·m. De navigatieontvanger op de ontvangerplaat monteren 1. Lijn de 3 schroefdraadopeningen in de basis van de navigatieontvanger uit met de 3 gaten in de beugel van de ontvanger (Figuur 158). g200697 Figuur 159 1. Coaxiale koppeling 3. Contramoer 2. Borgring 4. RTK-antenneflens (ontvangerplaat) 2.
van de CDMA GSM cellulaire modem Figuur 160. 6. Sluit de antennekabel aan op de coaxiale connector van de CDMA of GSM cellulaire modem (Figuur 160). 7. Draai de kartelmoeren van de antennekabel handmatig vast.
g201184 Figuur 165 g201179 Figuur 163 1. Monitorbeugel 3. Behuizing (stuurklep) 1. Stuurwielkap 4. Stuurwiel 2. Moer (⅝") 5. As (stuurklep) 3. Ring (⅝") 2. Flenskopbout (6 x 12 mm) 3. Monteer de plaat van de monitorbeugel op de steunbuis van het chassis van de machine (Figuur 164); gebruik de 2 U-bouten en 4 flensborgmoeren (5/16"). 2.
2. Haal de bouten en moeren aan met 1978 tot 2542 N·cm. 3. Monteer de kogelfitting van de monitor en de bal van de machine op de monitorarm (Figuur 167). g198155 Figuur 168 1. Connector met 2 contacten 2. Stekker met 2 pinnen – machinekabelboom (wisselstroomdynamo) (POMPKOPPELING) 2. g201183 Figuur 167 1. Bal (monitor) 3. Bal 2. Monitorarm 4.
2 pinnen van de wisselstroomdynamo (Figuur 169). 4. 32 Leid de kabelboomaftakking van 84 cm tegen de motor en de spuitpomp, maar zorg voor vrije ruimte tussen de kabelboom en de riem van de wisselstroomdynamo (Figuur 170). Onderdelen van het elektrische systeem van de spuitmachine monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: g198156 Figuur 170 1. Kabelboomaftakking – 84 cm 2.
g201185 Figuur 172 1. Aandrukstang 3. Flenskopbout (⅜" x ¾") 2. Zekeringhouder 4. Bout (10-24 x ¾") g201188 Figuur 171 1. Flensborgmoer (¼") 3. J-bout 2. Aandrukstang 4. Accu (300 A) 4. Verwijder de 2 flenskopbouten (⅜" x ¾") waarmee de accubeugel aan de schokbrekerbuis van de machine is bevestigd (Figuur 172). Opmerking: Bewaar de flenskopbout (⅜" x ¾") 2. voor montage in De accubeugel en accu (540 A) monteren (bladz. 80). Haal de accu uit de machine (Figuur 171).
De accubeugel en accu (540 A) monteren 1. Lijn de nieuwe accubeugel uit met de schokbrekerbuis van de machine en de zekeringhouders (Figuur 175). g201187 Figuur 173 1. J-bout 2. Accubak g201177 6. Figuur 175 Haal de accubeugel van de machine (Figuur 174). 1. Beugel van accu Opmerking: U hebt de J-bouten, accubak en accubeugel niet meer nodig. 2. g201186 Figuur 174 1.
g201182 g201178 Figuur 177 Figuur 176 4. Bout (10-24 x ¾") 1. Accu (540 A) 4. Flensborgmoer (5/16") 5. Flenskopbout (⅜" x ¾") 2. Accuhouder 5. Beugel van accu 3. Zekeringhouder 3. Bout (5/16" x 1¾") 6. Ring (5/16") 3. Draai de flenskopbouten vast met een torsie van 37 tot 45 N·m. 6. 4. Bevestig de zekeringhouders op de accubeugel (Figuur 176); gebruik de bout (10-24 x ¾") en moeren (10-24) die u verwijderd hebt in stap 3 van De accu (300 A) en accubeugel verwijderen (bladz. 78). 1.
g201308 Figuur 178 g201304 Figuur 180 3. Achterkant van machine 1. Bouten (pompkop) 2. Pompkop (op 11-uurpositie) 1. Spanbout van riem (machine) 2. 2. Draai de spanbout van de riem om de spanning van de riem van de spuitpomp te halen (Figuur 180). 3. Verwijder de 4 bouten (¼" x 1") en 4 borgringen (¼") waarmee de poelie aan de spuitpomp is bevestigd (Figuur 181).
g201305 Figuur 182 1. Aandrijfpoelie, 279 mm 3. Bout (¼" x 2¼") 2. Poelie (spuitpomp) 4. Borgring (¼") 5. Monteer de poelie van de wisselstroomdynamo op de poelie van de spuitpomp en op de spuitpomp; gebruik de 4 bouten (¼" x 2¼") en de 4 borgringen (¼"). 6. Draai de bouten vast met een torsie van 1017 tot 1243 N·m. 7. Draai de spanbout van de riem vast tot de riem 9,5 mm doorbuigt wanneer u een gewicht van 4,5 kg aanbrengt in het midden tussen het kettingwiel van de motor en dat van de spuitpomp.
33 De bijgeleverde kabelboom aansluiten op de voet van de stoel Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Relais 1 Druknagel 1 Zekering (15 A) 1 Zekering (50 A) g201412 Figuur 185 1. Poelie (wisselstroomdynamo – 60 A) 3. Aandrijfpoelie, 279 mm De wisselstroomdynamo (50 A) aansluiten 2. V-riem 4.
g202181 Figuur 188 1. Draad van wisselstroomdynamo (rood – 2,3 mm dik) g202182 Figuur 189 3. Pool – wisselstroomdynamo (50 A) 2. Moer 4. Koppel de rode draad (2,3 mm dik) van de wisselstroomdynamo aan op de pool van de wisselstroomdynamo (50 A); gebruik hierbij de moer (Figuur 188). 5. Leid de rode draad naar de accupolen, weg van de poelie en de riem van de wisselstroomdynamo. 1. Opening (schokbrekerbuis) 3. Druknagel 2. Relais 4. Connector met 5 contacten (INSCHAKELRELAIS ASC 10) 2.
g202178 Figuur 190 1. Zekeringhouder 3 (machine) 3. Zekeringopening 2 – contact 4 (rechterkolom) 2. Kabel van multimeter 4. Sonde van multimeter 3. g202179 Figuur 191 Gebruik aan de voorzijde van de zekeringhouders de andere sonde van de multimeter om na te gaan welke kabelschoen die aan het uiteinde van de rode draad van 2,6 mm dik zit, aangesloten is op opening 2 – contact 4. 86 1. Kabel van multimeter 3. Kabelschoen (rode draad van 2,6 mm dik) 2. Tape 4. Sonde van multimeter 4.
g202183 Figuur 194 1. In-line zekeringhouder g202177 Figuur 192 1. Gemarkeerde kabelschoen (rode draad van 2,6 mm dik) 6. 2. Contrastekker – roze draad van 51 mm Druk de zekering (15 A) in zekeringopening 2 van zekeringhouder 3 tot de zekering goed op haar plaats zit (Figuur 193). g202180 Figuur 193 1. Zekeringopening 2 (zekeringenhouder 3) 7. 2. Zekering (15 A) Druk de zekering (50 A) in de inlinezekeringhouder tot de zekering op haar plaats zit (Figuur 194). 87 2.
34 De kabels voor de navigatiecomponenten monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Datakabel (navigatiesysteem) – GeoLink Precision spuitsysteem (model 41630) 1 Accukabel (navigatiesysteem) – GeoLink Precision spuitsysteem (model 41630) 8 Kabelbinder 1 Snelsluitklem (rode handgreep) 1 Snelsluitklem (zwarte handgreep) De datakabel en elektrische kabel aansluiten g203663 Figuur 195 1. Aftakking van 100 cm van datakabel (stroomvoorziening) 4.
Belangrijk: Sommige connectors van de 1. datakabel worden niet gebruikt. Zorg ervoor dat de kapjes en pluggen van de ongebruikte connectors stevig op hun plaats zitten. Leid de aftakking van 390 cm van de datakabel langs de achterkant van de verticale rolbeugelbuis links. Sluit de stekker met 3 contacten (koppelingen stroomvoorziening) van de elektrische kabel van de navigatie aan op de stekker met 3 pinnen (koppelingen stroomvoorziening) van de datakabel (Figuur 195). g202247 g202268 Figuur 196 1.
g202413 Figuur 200 g202280 Figuur 199 1. Connector met 12 pinnen links (grijs) – navigatieontvanger 5. Busconnector met 12 contacten (grijs/zwart) – datakabel 2. Connector met 12 pinnen rechts (zwart) – navigatieontvanger 6. Kabelbinder 3. Connector met 12 bussen (zwart) – datakabel 7. Aftakking van 390 cm van datakabel 4. Rolbeugel 3.
De elektrische kabelboom voor de navigatie langs de rechterkant van de machine leiden g203670 Figuur 201 1. Stekker met 1 pin – aftakking van elektrische koppeling (***BELANGRIJK*** SLUIT 2. Aftakking van 100 cm van accukabel (geschakelde stroom) DEZE DRAAD ALLEEN AAN OP DE GESCHAKELDE 12 V VOEDINGSBRON) g202521 Figuur 203 1. Aftakking van 220 cm van accukabel (de aftakking van 100 cm de elektrische koppeling (geschakelde stroom) niet leiden met de aftakking van de accukabel) 3.
g202588 g202520 Figuur 204 1. Stekker met 1 pin – aftakking van accukabel (***BELANGRIJK*** SLUIT Figuur 205 4. Bovenste framebuis, rechts DEZE DRAAD ALLEEN AAN OP DE GESCHAKELDE 12 V VOEDINGSBRON) 2. Magnetisch kabelboomanker 5. Connector met 1 contact – aftakking van 66 cm van bijgeleverde kabelboom (GESCHAKELD VERMOGEN VOOR GEN. 2 TOPCON) 3. Stekker met 4 pinnen – aftakking van 66 cm van bijgeleverde kabelboom (VOEDING ASC 10 EN CAN VAN X30) 6.
De datakabel naar de monitor van de spuitmachine leiden en aansluiten g203669 Figuur 206 g202452 1. Stekker met 26 bussen – datakabel (monitor van spuitmachine) 1. Figuur 208 2. Aftakking van 220 cm van datakabel (monitor van spuitmachine) 1. Stekker met 26 pinnen (monitor van spuitmachine) Leid de aftakking van 220 cm van de datakabel (de kabelboomaftakking met de connector met 26 contacten) naar voren en onder het dashboardpaneel (Figuur 207). 4. 2.
2. De accu aansluiten Open de sluiting van de snelsluitklem met de zwarte handgreep (Figuur 210). WAARSCHUWING Vonken kunnen accugassen tot ontploffing brengen en lichamelijk letsel veroorzaken. Als accukabels verkeerd worden geleid, kan dit schade aan de spuitmachine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. • Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt. • Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit.
g202746 Figuur 212 g202767 1. Snee (isolatorkapje – pluskabel van accu naar startinrichting) 2. Figuur 213 Koppel de volgende draad- en kabelklemmen aan op de pool met schroefdraad van de plusklem van de accu (Figuur 213). Hou de volgende volgorde aan: Opmerking: Zorg dat de klem van de pluskabel naar de motorstarter bovenaan de opeengestapelde klemmen op de pool met schroefdraad zit. A. Ringconnector – machinekabelboom van 22 cm met aanduiding ACCU (+) B.
op de klem van de minpool van de accu die aangesloten is op het tractorframe) B. Ringconnector – aftakking van 60 cm van bijgeleverde kabelboom – minpool van accu C. Klem van minkabel van accu – naar de motor en de chassisaarding g202768 Figuur 215 1. Kabelbinder 2. Kabelbundel datakabel 2. Lijn de datakabel uit met de schokbrekerbuis en bevestig de kabel met een kabelbinder aan de buis (Figuur 215). 3.
g202004 Figuur 216 g202023 Figuur 218 1. Dashboard 3. Druknagel 2. Motorkap 4. Bevestigingsbeugel van dashboard 2. 3. 1. Bovenste framebuis, links 2. Binnenste spatbordscherm Gebruik 9 druknagels om de motorkap aan het dashboard en het frame te bevestigen (Figuur 216). Koppel de 2 elektrische connectoren (met 2 contacten) op de machinekabelboom aan op de stekkers met 2 pinnen van de linker- en rechterkoplamp (Figuur 217). 4. Onderste framebuis, links 5. Ring (9/16" x ½") 3. Druknagel 2.
3 ringen (5/16") die u verwijderd hebt in stap 2 van De spatborden links en rechts vooraan verwijderen (bladz. 11). 5. 36 Bevestig het spatbord met de 2 druknagels aan het framekanaal (Figuur 220). Het inspectieluik van de motor en de stoel monteren Geen onderdelen vereist Het inspectieluik van de motor monteren 1. Lijn de sluitingen van het inspectieluik van de motor uit met de lagers in de steunbeugels van het luik op de rolbeugel (Figuur 221). g202414 g264614 Figuur 221 Figuur 220 1.
5. Monteer de steunstang op de stoelbeugel; gebruik hierbij de ring en de borgpen (Figuur 224). g202000 Figuur 222 1. Stoelplaat 2. 2. Stoel Lijn de gaten in de draaifittings van de stoelsteun uit met de gaten in de chassisbeugel (Figuur 223). g202001 Figuur 224 1. Ring 3. R-pen 2. Beugel (stoel) 4. Steunstang 6. Druk de connector met 2 contacten van de machinekabelboom in de aansluiting van de stoelschakelaar tot ze in elkaar klikken (Figuur 225). g037121 g202003 Figuur 225 1.
37 De machine-instellingen programmeren Geen onderdelen vereist Procedure 1. Breng de sleutel in het contact en draai het naar de stand AAN. Het startscherm wordt weergegeven op het display van het InfoCenter en het indicatorlampje brandt kortstondig (Figuur 226). g202868 Figuur 227 Opmerking: Start de motor niet. 3. Druk op de middelste knop van het InfoCenter om naar het hoofdmenu te gaan (Figuur 227). 4.
Het indicatorlampje gaat kortstondig branden. g202869 Figuur 229 g202871 6. Figuur 231 Ga als volgt te werk om de pincode in te voeren: A. Druk de middelste knop zo vaak als nodig is in om het linkercijfer van de pincode in te voeren (Figuur 230). 7. Druk op de middelste knop om naar de optie GEOLINK te navigeren en druk op de rechterknop om de optie in te stellen (Figuur 232). g202870 Figuur 230 g202875 Figuur 232 B.
g202872 Figuur 233 8. Draai het contactsleuteltje naar de stand UIT en vervolgens naar AAN. 9. Eerst verschijnt het GEOLINK-startscherm wanneer u het contactsleuteltje naar AAN draait.
Privacyverklaring EEA/VK Toro’s gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.
Toro Garantie Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt The Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.